Out of this World
  • Home
  • FICTION
  • Interviews
  • Agenda
  • BOOKS
  • FILMS
  • MUSIC
  • COMICS
  • Van deze wereld
  • Academie van fantastiek
  • Reel van de Fantastische Unie
  • SF-Cafes
  • Niet van deze wereld
  • EC Bertin
    • EDDY C. BERTIN✝
    • Eerbetoon
  • Alfons Maes✝
  • Wie we zijn
  • Get In Touch

VERHALEN

Anneke de Waard - Allerzielen

2/11/2025

0 Opmerkingen

 
‘Uw bestelling is gereed, meneer.’‘Eindelijk!’ Richard loopt naar de balie. Zijn schoenen klik-klakken op de geboende vloer. Hij trommelt ongeduldig met zijn vingers op de balie.
Achter hem klingelt een bel. De deur van de winkel piept open en een andere klant schuifelt naar binnen. Hij gaat direct naar de balie en overhandigt een verkreukeld vel papier aan de gezette dame die aan de andere kant zit.
Richard haalt vol afkeer zijn neus op. Het helpt echter niets tegen de vreselijke geur die van de andere klant af komt. En dat terwijl Richard zelf wel gewend is aan de geur van de dood. Het geurenboeket van muf mausoleum en oud bloed is niets op aan te merken, rottend vlees daarentegen …
‘Ik kom mijn bestelling afhalen,’  zegt de nieuwkomer met een raspende stem. Hij glimlacht naar Richard. Een lach van rottende tanden omlijst door gescheurde lippen. Zijn kleren hangen als vodden om zijn lijf en kunnen nauwelijks verhullen dat er daaronder stukken vlees ontbreken.
Een worm kruipt uit het oor van de man alsof het gedag wil zeggen.
‘Goedenavond,’  zegt de zombie zo beleefd als maar kan voor iemand in zo’n verregaande staat van ontbinding.
Richard wendt walgend zijn blik af, dankbaar dat hij niet hoeft te ademen. Zijn maag draait zich om bij het zien van de afgebrokkelde vingernagels van de zombie.
De mollige baliemedewerkster controleert het formulier. ‘Ah, Timothy, ik verwachtte u al. Een moment alstublieft.’
Ze pakt twee dozen uit de hoge kast achter haar en plaatst ze op de balie, een voor Richard en een voor Timothy.
Richard rukt vol ongeduld de deksel van zijn doos, steekt zijn hand erin en bevriest. ‘Wat is dit voor gedrocht?’
In de doos ligt iets van een ondefinieerbare kleur en vorm. ‘Onplezierig’ is het eerste woord dat in hem opkomt, vrijwel onmiddellijk gevolgd door ‘onpasselijk’.
‘Dat is uw ziel, meneer. Op maat gemaakt.’ De vrouw heeft het lef om trots te klinken.
Timothy klungelt ondertussen met het deksel van zijn eigen doos. Hij beweegt zo traag als een slak. Zijn linkerhand lijkt een eigen wil te hebben. De zombie grijnst schaapachtig.
‘Het ziet eruit als een smerig vod.’ Richard haalt het grijze, vormeloze ding uit de doos. Het voelt verrassend glad, als zijde. Hij onderdrukt uit alle macht de bewondering die in hem opborrelt en richt zich vol overgave op zijn woede. ‘Dit is onacceptabel!’
De mevrouw van de winkel haalt haar schouders op. ‘Het past goed bij u.’
‘Hoe durft u!’ Richard laat de ziel door zijn handen glijden. ‘Kijk dan, hij is helemaal rafelig. Je verwacht toch zeker niet dat ik hiervoor ga betalen?’
Hij geeft de vrouw zijn meest dodelijke blik. Stervelingen krimpen ineen onder die blik, smekend voor hun leven, te verstijfd van angst om te kunnen vluchten. Onbeweeglijk zijn ze in zijn ijzersterke greep, wanneer hij in hun hals bijt om de nectar die hun bloed is te drinken ...
De vrouw staart terug, totaal niet onder de indruk. Ze lijkt zelfs een beetje boos te worden. ‘Natuurlijk gaat u betalen. Zoals ik al zei, het is maatwerk. Dit kan ik niet aan iemand anders verkopen.’
‘Maar dit is onbevredigend,’ sputtert Richard. ‘ Dit ... Dit ...’  Hij gooit de rafelige ziel terug in de doos. Zijn keel knijpt dicht. ‘Een ziel hoort mooi te zijn. Als vloeibaar goud, zonlicht gevangen in stof ...’
Timothy de zombie krijgt eindelijk de deksel van zijn doos. De binnenkant lijkt te gloeien. ‘Wauw, prachtig! Dank u wel.’ Hij haalt er een doek van gouden zijde uit, maar dan breekt zijn duim af en zowel de duim als de ziel vallen in de doos. ‘Oeps.’
‘Dat bedoel ik!’ roept Richard uit. ‘Waarom krijgt hij een mooie ziel en ik ...’
‘Timothy was een goed mens,’  zegt de vrouw streng.
‘Hij is een hersenloze idioot!’
‘Meneer, u zou het handwerk moeten waarderen. Uw eigen ziel is uit uw lichaam gerukt toen u een vampier werd. Deze ziel is speciaal ontworpen om als een puzzelstuk in de flarden van de oude te passen. Probeert u hem uit, dan zult u het zien.’ De dame knipoogt, het is echter niet duidelijk of ze dat naar Timothy of naar Richard doet. ‘Het is veel meer werk om te maken dan een normale ziel. Het is een waar kunstwerk.’
Richard fronst. Kunstwerk, pfft. Het is en blijft een rafelig vod. ‘Kunt u niets aan de kleur doen?’
‘Geloof me, zonnegeel staat u niet.’
Timothy, geholpen door een kever die onder een huidflap vandaan kruipt, reikt een creditcard aan.
De mevrouw achter de balie neemt de kaart glimlachend aan en tikt iets in op haar computer. Daarna geeft ze de creditcard terug aan de kever. ‘Hartelijk dank voor uw aanschaf bij Allerzielen.’
‘Nog een fijne nacht.’ De zombie drukt de doos met daarin zijn prachtige, lichtgevende ziel (en smerige duim) tegen zijn borst, draait zich om en schuifelt naar de uitgang.
Richard slaat zijn armen over elkaar en oefent nogmaals zijn kwade blik op de winkelmedewerkster. ‘Nou?’
‘Wat nou?’
‘Waar kan ik een klacht indienen?’
De vrouw haalt een formulier uit een bureaulade en geeft het aan Richard.
Hij wil al bijna klagen dat hij geen balpen krijgt als hij ziet dat het helemaal geen klachtenformulier is. Het is een kopie van de algemene voorwaarden waarin staat dat maatwerk niet kan worden geruild.
De deurbel klingelt. Gekreun wijst erop dat Timothy moeite heeft om de deur open te krijgen.
‘U zou hem kunnen helpen, weet u.’ De vrouw kijkt Richard met een uitgestreken gezicht aan.
‘Dat ga ik niet doen.’
‘Weet ik. Ik zeg het alleen maar.’ Ze richt haar aandacht op haar computer. ‘Wilt u direct betalen of zal ik de rekening opsturen?’
Richard haalt een handvol munten uit zijn broekzak. Hij onderdrukt de neiging om ze in haar gezicht te gooien. ‘Hier. Dat moet de kosten dekken.’
Hij stopt de doos onder zijn arm en loopt weg.
‘Meneer,’ roept de vrouw hem na. ‘Dit is geen geldig betaalmiddel. Deze munten zijn honderd jaar oud.’
‘Dat moet hun waarde juist verhogen,’ roept Richard terug. Hij stampt de winkel uit.
‘Mooi weertje, vindt u niet?’ zegt Timothy opgewekt. De hersenloze man heeft amper twintig stappen gezet.
Richard negeert hem, toch kijkt hij omhoog. Het is inderdaad een mooie nacht. De maan is vol, de lucht is ijskoud. Slierten mist warrelen om zijn voeten terwijl hij door de stad loopt, zijn ziel onder zijn arm. Hij had het slechter kunnen treffen.
0 Opmerkingen

Your comment will be posted after it is approved.


Leave a Reply.

    Inhoudstafel fictie
    Oproep verhalen

Powered by Maak je eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.
  • Home
  • FICTION
  • Interviews
  • Agenda
  • BOOKS
  • FILMS
  • MUSIC
  • COMICS
  • Van deze wereld
  • Academie van fantastiek
  • Reel van de Fantastische Unie
  • SF-Cafes
  • Niet van deze wereld
  • EC Bertin
    • EDDY C. BERTIN✝
    • Eerbetoon
  • Alfons Maes✝
  • Wie we zijn
  • Get In Touch