Out of this World
  • Home
  • FICTION
  • Interviews
  • Agenda
  • BOOKS
  • FILMS
  • MUSIC
  • COMICS
  • Van deze wereld
  • Academie van fantastiek
  • Reel van de Fantastische Unie
  • SF-Cafes
  • Niet van deze wereld
  • EC Bertin
    • EDDY C. BERTIN✝
    • Eerbetoon
  • Alfons Maes✝
  • Wie we zijn
  • Get In Touch

VERHALEN

M.G. Crow - De aflossing

25/6/2024

0 Opmerkingen

 
​Het smeedijzeren hekken staat half open, als een soort van lugubere uitnodiging. Ik duw het verder opzij en begeef me op de verlaten begraafplaats. Met mijn zaklamp speur ik de dikwijls half verzakte zerken af. Al bijna een eeuw wordt hier niemand meer ter aarde besteld. De meesten die hier hun laatste rustplaats hebben, hebben ook geen levende zielen meer die hen herdenken.
De enige bloemen op de graven zijn de wilde die hen overwoekeren. Sommige stenen zijn gebroken. Ik moet uitkijken dat ik er niet over struikel.
Het is bijna middernacht, het uur van de afspraak. De kreet van een uil doet me schrikken. Ik, die normaal van niets bang ben, huiver. Wie spreekt er op dit uur af op een verlaten kerkhof?
Iedereen zal me gek verklaren als ik vertel dat ik hier sta omdat ik een kaart in de bus kreeg. De uitnodiging landde bij mij op de mat nadat ik de postbode aan de overkant zag. Vanaf mijn bureau heb ik een mooi zicht op de hele straat.
Op de fraaie kaart, die van echt perkament leek, stond in een sierlijk schrift met rode inkt vermeld dat ik hier verwacht word. De afzender moet wel onzichtbaar zijn, want ik zag niemand bij mijn deur.
De GPS slaat zo goed als tilt op deze plek. Ik weet dat het graf van Midas Vandevaert er niet in te vinden is. Als ik de naam opzoek, vind ik ook niets dat wat over deze man vertelt.
Bingo. De naam staat op een grijze zerk die nog duidelijk zichtbaar is. Ik kijk op mijn uurwerk. Vijf voor twaalf. Kan het nog symbolischer?
Om de tijd te doden lees ik het opschrift. Midas is geboren op 1 april 1796 en stierf op 1 mei 1865. Hij was blijkbaar gehuwd met een zekere Rosa Vandecasteele, wier graf ik ernaast aantref.
Ik waan me een voyeur in het leven van mensen die ik niet ken, of niet kende. Ze zijn op het moment dat ik hier met een vreemde uitnodiging bij hun graven zit, al meer dan anderhalve eeuw overleden.
Ik krijg kippenvel. Alle haartjes richten zich omhoog als een kille wind me passeert. Op de achtergrond hoor ik de kerkklok slaan, twaalf tellen.
Nu wil ik rechtsomkeer maken. Het wordt me te veel. De kerk waarrond de begraafplaats zich bevindt, is een vervallen ruïne. De toren is al lang omgevallen.
“Gegroet.”
Ik kijk op naar de lange, bleke man die me benadert. Het lijkt Midas, maar dan zijn geest.
Wacht, een geest! Ik moet wel dromen. Zijn mondhoeken krullen omhoog als ik in mijn arm knijp. Ik moet wakker worden. Dit is een nare droom. Ik lig in mijn bed te slapen. Het kan niet anders.
“Meneer Van Van de Vandevaert?” Ik stotter mijn vraag, trillend op mijn benen als ik besef dat ik niet wakker word.
“Juffrouw Van Dijck,” zegt de lange man. “Dat klozpt, maar ik heb vele namen. U weet toch waarom u de uitnodiging kreeg?”
Ik slik en moet het antwoord schuldig blijven.
“Het is tijd.” De lege kassen van Midas’ geest staren me indringend aan.
Ik wil me klein maken, vluchten, om het even wat, maar kan niets. Ik sta aan de grond genageld. Waar heeft hij het over?
“U hebt een pact gesloten,” zei Midas op een neutrale toon. “Toen u zeventien was en met uw vriendinnen …”
“Op het kruispunt aan dat meer op vakantie in Italië opschepte dat ik mijn ziel zou verkopen om een bestseller te schrijven.”
“Juist en nu is het daarvoor het juiste moment. Er ligt ergens een groot schrijver op sterven en u kan zijn plaats innemen.”
Ik kan het amper geloven dat ik op het punt sta mijn ziel aan de duivel te verkopen. Hij moet mijn gedachten kunnen lezen.
“Ja, u kan op dit punt nog terugkomen op uw beslissing, maar dan zal geen enkel van uw boeken nog verkopen,” zegt Midas. Zijn stem klinkt kil en dreigend.
Nu zijn mijn boeken geen bestsellers. Mijn uitgever dreigt er al mee het contract stop te zetten als de verkoop niet verbetert. Dan gaat mijn droom zeker in rook op.
Heb ik een andere keuze? Als zeventienjarige dacht ik niet na bij mijn acties. Ik ben nu dertig jaar ouder, heb al veel watertjes doorzwommen en al genoeg rotjobs gedaan om de eindjes aan elkaar te knopen.
Ik slaak een diepe zucht. Als ik geen boek meer verkoop, dan kan ik evengoed hier mijn plaats boeken. Begraaf me dan maar.
“Wat moet ik doen?” vraag ik met iets minder trillende stem.
Midas tovert een perkament uit zijn mouw en legt het op zijn grafsteen. Zijn witte, benige vinger wijst naar een kruisje onderaan het document, dat met dezelfde rode inkt in het fraaie handschrift van de uitnodiging is opgesteld.
Ik heb geleerd niets te ondertekenen zonder het te lezen. Midas lijkt het te snappen. Hij houdt me niet tegen als ik luidop lees: “Hierbij verklaar ik, Maria Peeters, dat ik onder mijn pseudoniem Angela Bennet het ene succesvolle boek na het andere zal publiceren. Ik zal hierbij de plaats innemen van mijn voorganger, die nu haar reis naar de andere kant begint.”
Ik knik en grijp in mijn zak naar mijn balpen. Plots staat mijn hart als het ware stil als Midas een mes grijpt.
“Tekenen moet u met uw eigen bloed doen,” zegt hij.
Dat eigen bloed doet me inzien wat de rode inkt werkelijk is. Ik werk niet tegen, hou mijn hand vooruit en bijt op mijn tanden. Het scherpe lemmet doorboort de huid van mijn linkerhand. In mijn rechter krijg ik een ganzenveer gedrukt.
Ik druk de punt van de ganzenveer in het bloed dat uit mijn hand loopt. De pijn verbijtend, zet ik mijn handtekening op het perkament.
Als bij toverslag stopt mijn hand met bloeden. De diepe wonde die het tot een inktpot had gevormd, is weg. Ook Midas is weg, net als het contract. Ik sta bij zijn graf, om bijna half een ’s nachts, bij een vervallen kerk op een verlaten begraafplaats.
Wat bezielt me? Ik grijp mijn zaklamp en maak dat ik wegkom. Hier wil ik niet blijven.
Als ik in mijn auto plaatsneem, kan ik niet snel genoeg starten en wegrijden. Ik wil thuis zijn, nergens anders.
 
De volgende dag word ik gewekt door een luid gekras. Ik kijk op en zie een raaf in de boom zitten. Het dier zit op de tak voor mijn slaapkamerraam.
De wekker geeft aan dat het vijf voor acht is. Het is de moeite niet meer om nog te blijven liggen. Ik druk hem af en stap uit bed.
Geeuwend loop ik naar de keuken. Er ligt post op de mat. Ik raap hem op en stel vast dat het reclamefolders zijn. Tot mijn grote opluchting vind ik er geen met bloed beschreven stuk perkament in.
Ik zet koffie en start mijn laptop al op. Die dag werk ik thuis en terwijl ik nog van mijn boterham geniet, bekijk ik mijn mails. Ik schrik me een ongeluk dat er een bij zit van mijn uitgever. Blijkbaar is de verkoop van mijn laatste boek toch goed en wil ze mijn afgewezen manuscript van vorige maand herbekijken.
Ik kan het amper geloven. Mijn uitgever die haar mening herziet mag een wonder heten. Nu vindt ze mijn nieuwe manuscript toch de moeite waard om in te investeren, terwijl ze het in oorsprong te gruwelijk vond.
Met een diepe zucht bekijk ik even de nieuwssites. Een schok gaat door mij heen. De bestseller auteur Stephanie Queen, de meesteres van de spannende thrillers en suspense, is deze nacht om vijf na twaalf overleden. Ze was negentig en sliep vredig in, vergezeld door haar man en kinderen.
Ik bijt op mijn tanden. Nu weet ik hoe mevrouw Queen haar succes verzekerde.
0 Opmerkingen

Your comment will be posted after it is approved.


Leave a Reply.

    Inhoudstafel fictie
    Oproep verhalen

Powered by Maak je eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.
  • Home
  • FICTION
  • Interviews
  • Agenda
  • BOOKS
  • FILMS
  • MUSIC
  • COMICS
  • Van deze wereld
  • Academie van fantastiek
  • Reel van de Fantastische Unie
  • SF-Cafes
  • Niet van deze wereld
  • EC Bertin
    • EDDY C. BERTIN✝
    • Eerbetoon
  • Alfons Maes✝
  • Wie we zijn
  • Get In Touch