Out of this World
  • Home
  • FICTION
  • Interviews
  • Agenda
  • BOOKS
  • FILMS
  • MUSIC
  • COMICS
  • Van deze wereld
  • Academie van fantastiek
  • Reel van de Fantastische Unie
  • SF-Cafes
  • Niet van deze wereld
  • EC Bertin
    • EDDY C. BERTIN✝
    • Eerbetoon
  • Alfons Maes✝
  • Wie we zijn
  • Get In Touch

VERHALEN

Mike Jansen - IJzervreter

4/11/2025

0 Opmerkingen

 
Na de val van de beschaving ontwikkelde de wereld nieuwe wetten. Voedsel werd schaars, ijzer niet, dus het lichaam van Levi leerde dat verteren. Het moest wel, want er was niets anders. Met elke roestige spijker die hij vond, elke verbogen moer of stuk prikkeldraad dat hij in zijn mond propte, groeide zijn lichaam.
Zijn huid was inmiddels een soort pantser. Het metaal wrong zich door zijn bloed en had een eigen wil. Uit zijn armen staken spijkers, schroeven en staaldraden. Zijn ribbenkast leek versterkt met ijzerplaten die hij ooit, jaren geleden, had ingeslikt. Zijn rug leek op een stekelvarken. Het metaal klingelde bij elke stap die hij zette, als een windgong dansend in een storm.
De wereld zelf was ook scherp geworden. De horizon was een rafelige rand van ingestorte gebouwen en afgescheurde staalconstructies, als versplinterde botten tegen grijze lucht. De aarde was kleurloos. Niets groeide nog, behalve een doffe mossoort die zich als een groene schimmel door de ruïnes verspreidde.
De lucht rook naar as en metaal. Soms hing er een zure geur, afkomstig van chemische lekkages. Regen was er nauwelijks, en wanneer wel, was het dik en plakkerig, met een olieachtige glans. De wereld leek zichzelf te verteren. Alles wat nog leefde moest zich aanpassen. Of sterven.
Levi zwierf door deze landschappen alsof hij er deel van was, een fragment van roest en draad, nog niet volledig opgelost. Zijn voeten knerpten op gebroken glas, verfrommeld aluminium en gebarsten asfalt. Het enige andere geluid was het geritsel van zijn stekelige lichaam, het rinkelen van metaal op metaal. Het geluid van een man die geen mens was, en geen idee van wat hij had moeten worden.
Zelfs in deze verlaten wereld was er angst. Mensen meden hem, noemden hem IJzervreter. Soms zagen ze hem in de verte tussen wrakken van auto's, zijn vingers tastend naar iets eetbaars. Als ze te dicht naderden, stonden de scherpe punten van zijn lichaam onwillekeurig overeind, alsof hij mensen niet meer kon dulden. Hij had ooit geprobeerd gezelschap te zoeken, maar ze renden weg. Sommigen schreeuwden, sommigen wierpen stenen, bang voor wat hij was. Dus leefde hij alleen.
Hij zwierf langs de overblijfselen van ooit grote steden. Tussen de verwoeste kantoortorens en vervallen winkelcentra vond hij zijn voedsel. Auto's waren goed, met hun overvloed aan moeren, schroeven en metalen platen. Maar ook gevaarlijk, sommige wrakken bevatten giftige stoffen. Hij had geen idee wat dat met hem deed. Soms voelde hij zijn lichaam branden vanbinnen, maar de honger was sterker.
Eens per maand waagde hij zich naar het kerkhof, een uitgestrekte vlakte vol kapotte machines, een schroothoop die zich tot aan de horizon uitstrekte. Het was een vreemde plek, stil, eindeloos, met torens van opgestapeld staal en een bodem van vermalen metaalstof en verroeste scherven. De wind hier had een eigen stem, een ijzige fluittoon die door merg, been en ijzer sneed. Hier, in de metaalmaag van de wereld, voelde Levi zich bijna thuis.
Tot zij kwam.
Hij vond haar tussen de restanten van een generatorfabriek. Haar glinsterende haar leek gemaakt van koperdraden, haar ogen waren diepzwart, glanzend als git. Ze keek naar hem, zonder angst. Ze sprak niet, glimlachte alleen. Voor het eerst in heel lang voelde Levi geen instinctieve drang om weg te lopen of zich af te wenden. Iets in haar blik, die diepe poelen, bond hem, deed hem zichzelf verliezen.
Hij voelde een lichte trilling, een trekkend gevoel diep in zijn borst. Was dit liefde op het eerste gezicht? En toen een plotselinge pijn, scherp, verlammend. Of hartepijn?
‘Wat doe je?’ vroeg hij, zijn stem onwennig na jaren van stilte.
Ze keek hem aan, haar hoofd schuin, bijna kinderlijk nieuwsgierig. Een spijker schoot uit zijn schouder, met een doffe klik, naar haar uitgestrekte hand. Een schroef uit zijn dijbeen volgde, een gebogen moer uit zijn zij. Zij bleef glimlachen. Hij begon te schreeuwen.
Alsof zijn lichaam niet langer van hem was, begonnen de metalen voorwerpen, die jarenlang door zijn bloed waren gedragen, zich los te maken. Ze kwamen niet alleen. Zijn vlees scheurde mee, zijn aderen rukten zich los, de roestige stukken metaal die haar handen aantrokken, namen delen van zijn ingewanden mee. Hij zakte op zijn knieën, terwijl bloed in een donkere stroom langs zijn benen liep.
‘Stop,’ fluisterde hij. Ze zou hem niet horen. Of wel, maar niet begrijpen.
Nieuwsgierigheid eerder dan wreedheid, vermoedde hij. Alsof ze het magnetisme niet kon controleren. Zijn wereld vervaagde, werd wazig door de pijn. De leegte vanbinnen breidde uit naarmate het metaal zijn lichaam verliet.
Zijn laatste adem verdween Hij lag in een cirkel van roestige spijkers, schroeven, moeren en gebogen staal. Hij was leeg, een omhulsel van vlees dat nooit wilde bestaan zoals het was. Zij stond boven hem, haar handen gevuld met de schatten die ze van hem had. Ze glimlachte nog steeds, haar ogen vol vragen die hij nooit zou kunnen beantwoorden.
En terwijl zijn leven vervaagde, realiseerde Levi zich dat hij niet had gehoopt op gezelschap.
Hij had gehoopt op een einde.
Zij had hem dat gegeven, op een manier even mooi als afschuwelijk.
0 Opmerkingen

Your comment will be posted after it is approved.


Leave a Reply.

    Inhoudstafel fictie
    Oproep verhalen

Powered by Maak je eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.
  • Home
  • FICTION
  • Interviews
  • Agenda
  • BOOKS
  • FILMS
  • MUSIC
  • COMICS
  • Van deze wereld
  • Academie van fantastiek
  • Reel van de Fantastische Unie
  • SF-Cafes
  • Niet van deze wereld
  • EC Bertin
    • EDDY C. BERTIN✝
    • Eerbetoon
  • Alfons Maes✝
  • Wie we zijn
  • Get In Touch