Out of this World
  • Home
  • FICTION
  • Interviews
  • Agenda
  • BOOKS
  • FILMS
  • MUSIC
  • COMICS
  • Van deze wereld
  • Academie van fantastiek
  • Reel van de Fantastische Unie
  • SF-Cafes
  • Niet van deze wereld
  • EC Bertin
    • EDDY C. BERTIN✝
    • Eerbetoon
  • Alfons Maes✝
  • Wie we zijn
  • Get In Touch

VERHALEN

Paula Sheperd - Het beloofde land

4/7/2025

0 Opmerkingen

 
Zo moesten de kolonisten in de Verenigde Staten zich hebben gevoeld, iedere keer als ze naar het westen trokken, dacht Pippa. Dat gevoel vol verwachting als ze een nieuw stuk land binnentrokken, waar ze zich wilden gaan vestigen. Ze keek uit over de groene vallei die voor ze lag. Maanden geleden had Elias de vallei ontdekt op scans. Er waren drones op uitgestuurd en daarna bemande expedities. In de driehonderd jaar dat mensen nu probeerden deze planeet te koloniseren, waren ze constant op moeilijkheden gestuit. Een groot probleem was dat de grond veel minder vruchtbaar bleek dan in eerste instantie was gedacht. En nu was er deze vallei, een groen juweel in de rode woestijn. En zij was een van de mensen die er mocht gaan wonen.
Ze stapten weer in en Pippa overwoog dat het gelukkig allemaal wel wat makkelijker was dan in de 19e eeuw. Niemand hoefde, zoals Pa Ingalls deed in “Het kleine huis op de prairie”, bomen te gaan kappen, om daarvan een huis te bouwen. Er waren zelf-opzettende (én -opbergende) tenten voor de eerste tijd. Ze hadden constructiedrones en bouwmaterialen voor de huizen en bijgebouwen.
Ze reden door tot aan het meertje in het midden van de vallei en begonnen kamp op te zetten.
 
‘Jens, kom onmiddellijk terug naar de kant! Jij ook, Coen! Ik had toch gezegd: niet te ver het water in!
Pippa’s stem schalde over het water. Gezinnen met kinderen hadden voorrang gehad om de vallei te mogen koloniseren, en dat betekende dat ze nu haar handen vol had ze bij het water weg te houden. Scans hadden niet kunnen zien hoe diep het water was, dus wilden ze extra voorzichtig zijn.
‘Maar tante Pippa, het is zo gaaf! Op de basis was er alleen het zwembad, en mochten we maar eens per twee weken.’
‘Ik snap het, jongens, maar onbekend water kan gevaarlijk zijn. We zijn op onbekend terrein, dus we moeten oppassen.’
 
#
 
Toen ze ‘s avonds rond een lichtbron uit zaten te rusten, met de kinderen in bed – die waren als blokken in slaap gevallen – dacht ze weer aan “Het kleine huis”. Een echt kampvuur zou nu veel gezelliger zijn geweest. En boven houtvuur geroosterd vlees had ze nog nooit geproefd. Ze stak haar lepel weer in het zelfverwarmende blik vegetarische stoofpot. Ze had geen behoefte aan vlees, alles zat erin, maar ze was wel nieuwsgierig hoe het smaakte. Net als vis. Zou er vis in het meertje zitten?
‘Wat is dat?’ vroeg Ellie ineens. Ze hield haar vinger omhoog, in een “luister”-gebaar.
De anderen vielen stil en luisterden. Heel ver weg hoorden ze een soort gehuil.
‘Misschien een van de kinderen,’ zei Elias, en stond op om in de tent te gaan kijken. ‘Nee, dat was het niet. Die slapen als baby’s.’
Weer hoorden ze het, iets luider nu.
‘Als ik niet beter wist, zou ik zeggen: krolse kat,’ vond Rick. ‘Maar er zijn op deze hele planeet geen katten.’
Ze bleven nog een poosje in stilte dooreten, en luisteren of ze het nog eens hoorden, maar er kwam niks meer.
 
#
 
Er volgden een paar dagen hard werken, maar iedereen genoot. Ze hadden al een paar eetbare vruchten gevonden, die daar dus sowieso zouden tieren als ze gekweekt zouden worden. Maar iedere avond weer hoorden ze een soort gehuil, dat tegelijk heel ver en heel dichtbij klonk.
 
#
 
Een groep was bezig met het in gebruik stellen van de automatische ploegen. Er begonnen zich al daadwerkelijke akkers te vormen, toen ineens alles stil lag. Alle kolonisten die konden, druppelden nieuwsgierig die kant op en staarden verbijsterd naar de vondst. Er lagen delen van een skelet in de bruine grond en Rick was bezig handmatig de rest op te graven.
‘Ik dacht dat deze vallei nooit eerder ontdekt was?’ vroeg Pippa aan Elias.
‘Dat dachten we allemaal. Maar blijkbaar hadden we het mis. Dit is onmiskenbaar een menselijk skelet. Ik ga contact opnemen met Nieuw Rotterdam, en vragen wat hiervan bekend is.
Scans bevestigden dat het skelet menselijk was. Het was ongeveer 100 jaar oud. Elias’ contact in Nieuw Rotterdam was net zo verbaasd als hij en beloofde te gaan graven in de computers.
In de dagen die volgden, vonden ze meer skeletten, maar het mysterie werd alleen maar groter. Elias’ contact liet weten dat hij een referentie had gevonden naar een expeditie, zo’n 100 jaar geleden, maar hij had niet de juiste veiligheidsmachtiging om het document te openen. Het leek verder volkomen uit het web geschrapt te zijn.
 
#
 
Het werk ging verder en een grote, paarse plant bleek een soort kurkachtig materiaal. Pippa experimenteerde tijdens het passen op de kinderen met opties om er dingen van te maken. Ze zat met een paar kinderen er kralen van te maken, hun handen net zo paars als het materiaal, toen ze ineens een doodsbang gekrijs hoorde. Alle kinderen keken geschrokken en Pippa verzamelde ze meteen om zich heen en telde de neuzen. Voor alle zekerheid doorliep ze de namenlijst, maar alle kinderen waren aanwezig. Ze ordende ze snel in tweetallen, en liepen naar de grootste tent, waar Elias op een fluitje stond te blazen. Hij had hetzelfde idee als zij: verzamelen en kijken wie er ontbrak. Mensen kwamen van alle kanten aangelopen, allemaal opgelucht dat het niet een van hun kinderen was die gilde.
‘Tante Pippa, waar is mamma?’
Pippa hurkte bij Hanneke neer.
‘Ik weet het niet, lieverd. Ik hoop dat we haar snel vinden.’
 
#
 
Maar ze vonden haar niet. Zodra duidelijk werd dat het Rebecca was die ontbrak, werd er georganiseerd gezocht, door menskracht en door drones. Maar ze vonden haar niet. De drones pikten ook geen ongewone hittesporen op, alles wat ze zagen werd visueel bevestigd door mensen. Rebecca bleef spoorloos.
 
#
 
‘Wat is dat?’ vroeg Pippa aan Elias. Ze zaten de beelden van de drones nog eens door te nemen, op zoek naar aanknopingspunten.
‘Hmmm, daar is waarschijnlijk iemand naar het water gelopen.’
‘Zou Hanneke zich hebben willen opfrissen? Dat is toch ongeveer waar ze het laatst gezien werd?’
‘Hmmm … morgen maar duiken dan.’
 
#
 
Helaas bleek het meertje diep, heel diep. De duikers hadden de bodem niet gezien, en het was beneden – zover als ze konden komen – zo donker dat ze zelfs met hun lichtbronnen niks konden zien. Ze meldden wel allemaal een heel griezelige ervaring: in het water, zelfs in hun wetsuits, hoorden ze het huilen ook.
Niemand mocht nog alleen bij het meertje komen en als de kinderen er wilden spelen, moesten er minstens twee volwassenen bij zijn.
 
#
 
Het leven ging door, er moest gewerkt worden. Drones konden leuk bouwen en ploegen, maar alles moest aangestuurd worden. De verdwijning van Rebecca had er diep ingehakt. De groep kolonisten begon net weer een klein beetje tot rust te komen, toen iedereen ’s nachts wakker schrok van eenzelfde gegil als vorige keer.
‘Blijf binnen alsjeblieft. Ik wil niet dat jij en de baby gevaar lopen.’
Elias pakte zijn laserpistool en rende in zijn pyjamabroek de tent uit. Na een kort commando werd meteen de hele omgeving van de tenten verlicht.
Pippa hoorde stemmen door elkaar schreeuwen en laserpistolen afgaan. En boven alles uit die gil … die na een laatste, wanhopige, nog hardere krijs, ineens afbrak. Het roepen ging nog een poosje door, maar langzaam verstilden de stemmen.
Elias kwam weer binnen.
‘Het was Ellie,’ zei hij zacht. ‘Ze had, net als jij, een hekel aan dat krappe chemische toiletje in de tent, maar ze was zo eigenwijs dat ze besloot naar de grote badtent te gaan.’
Pippa ging naast hem zitten. Ze sloegen hun armen om elkaar heen, en zeiden een poosje niks.
‘Heb je wat gezien? Ik hoorde laserpistolen afgaan.’
‘Ja. Er was iets groots, iets dat zwarter leek dan de nacht, en het sleurde haar aan haar haren naar het meertje.’ Hij was even stil en verborg zijn gezicht tegen haar schouder. Ze voelde een droge snik door zijn lichaam gaan.
‘Je had dus gelijk, dat de verdwijning van Rebecca ook iets met het meer te maken had,’ zei hij dan. ‘Ik ga morgen voorstellen kamp op te breken en voorlopig een eind van het meertje af te gaan zitten, terwijl ik contact opneem met de basis om te vragen wat ze willen dat we doen.’
‘Het is hier zo mooi. Ik had zo gehoopt dat we hier gelukkig zouden worden. Een beetje primitiever dan in een van de grote steden in de koepels op de hoogvlakte, maar tussen groen, in plaats van stenen.’ Pippa had tranen in haar ogen. Van verdriet over Rebecca en Ellie, maar de teleurstelling over hun mooie toekomst, die nu vol gevaar leek, woog ook mee.
‘We zijn een stel aparte gevallen,’ mompelde Elias. ‘Beiden snakten we naar groen, terwijl we hier geboren zijn en we het alleen kenden van de perfect aangelegde parken in de koepels en onze schaarse bezoeken aan dat dure holodek.’
 
#
 
‘Het was pikzart, nog donkerder dan de nacht. Het leek een beetje op een bidsprinkhaan, maar dan met een veel grotere, ovale kop. Het leek wel Vantazwart. Zal ik het voorlopig het Vantamonster noemen in berichten en logboeken?’
‘Ben je nou helemaal, Elias! Dat klinkt belachelijk.’ Rick rolde met zijn ogen.
Ze zaten tijdens het ontbijt te overleggen wat er moest gebeuren.
‘Ik moet het toch een naam geven en deze omschrijft het nog een beetje.’ Elias haalde gegeneerd zijn schouders op.
‘Ik laat jou niet het monster dat mijn vrouw heeft meegesleept een naam geven die klinkt als fantasie. Of dat frisdrankje uit de twintigste eeuw.’ Ricks stem brak en hij sloeg zijn handen voor zijn gezicht. Elias ging naast hem zitten en gaf zijn vriend een knuffel.
‘Zal ik voorlopig maar ‘watermonster’ zeggen dan?’
Rick knikte met zijn hoofd tegen Elias’ schouder.
‘Dat vervloekte meertje is net zo zwart als dat monster. Je hebt gelijk, we moeten opbreken en verderop gaan zitten tot jij orders hebt.’
 
#
 
Het was nog niet zo gek om als zwangere vrouw alsmaar met de kinderen te moeten werken, dacht Pippa. Ze had best lerares willen worden, in de tijd voordat alles digitaal werd. Voor haar tijd dus, grinnikte ze. Er waren eetbare noten gevonden, en met de kleintjes was ze ze aan het tellen. De groteren tekenden ze en schreven een beschrijving en de oudsten waren ze aan de hand van het oude SAS handboek aan het controleren op eetbaarheid. Voor de zekerheid, zeiden ze.
Zoals ze nu lesgaf, mijmerde ze, was het zelfs meer zoals Laura Ingalls uit “Het Kleine Huis”. Alle leeftijden bij elkaar in een klasje. Zij had wel een schoolgebouwtje gehad, Pippa zelf werkte in de open lucht.
Ze schrok op uit haar gepeins toen eerst een en daarna alle kinderen begonnen te gillen. Ze keek op, en zag het monster dat Elias had beschreven. Zelfs op klaarlichte dag leek het zwarter dan zwart, alsof het alle licht uit de omgeving opzoog.
‘Lopen, rennen, weg hier!’ riep ze met groeiende paniek naar de kinderen. Ze zette haar fluitje aan haar mond en blies het alarmsignaal. Met haar andere hand trok ze haar laserpistool. Ze vuurde. De laserstraal leek geabsorbeerd te worden door het zwart en als het al wat deed, schade aanbracht, zag ze het niet gebeuren. Ze waagde een blik over haar schouder en zag dat de meeste kinderen al een flink eind weg waren. De groteren hadden kleintjes onder hun hoede genomen. Behalve Hanneke, de dochter van Rebecca, en haar kleine zusje. Zij stonden als aan de grond genageld, met hun mond wijd open, maar hun gil verstomd. Hand in hand, dicht tegen elkaar aan.
‘Kom, rennen!’ zei ze nog eens nadrukkelijk en stak haar pistool weg om in elke hand een handje te grijpen. Ze begon net te lopen, de peuters met zich meesleurend, toen ze iets haar haren voelde grijpen. Iets hards, glads en scherps. Ze keek omhoog en zag de klauw van het wezen. Meteen liet ze de kleintjes los en gaf ze beiden een duw, zodat ze plat in het lange gras vielen. Als dat maar genoeg was … Het monster bewoog in de richting van waar ze dacht dat het meertje was. Ze werd achterwaarts gesleurd, dus kon ze niet goed beoordelen waar ze heen ging. In ieder geval weg van de kleintjes. Ze vergat het fluitje en gilde. Gilde haar longen uit haar lijf. Ze trok haar pistool weer en vuurde uit alle macht op de arm … voorpoot … wat het ook was dat haar vasthield.
Ze hoorde mensen roepen, waaronder Elias, die wanhopig haar naam schreeuwde. Laserstralen vlogen aan alle kanten om haar heen, maar het monster reageerde niet. Ze begon wel wat branderigs te ruiken. Zou het dan toch schade ondervinden? Ze bleef worstelen en proberen de arm te raken, toen ze achter zich gespetter hoorde. Ze waren bij het water.
‘Pippa, hou je stil!’ Ze hoorde Elias’ stem boven alles uit. Zonder te snappen wat hij wilde, staakte ze al haar bewegingen. Ze hoorde een swoesj geluid over haar hoofd gaan en voelde een brandende pijn, maar het volgende moment merkte ze dat ze op de grond viel, met haar benen in het water. Nog geen seconde later reed er een rupsvoertuig tussen haar en het monster in, en Rick sprong eruit.
‘Neem mij maar, lelijk kreng. Je hebt alles wat mooi is van me afgenomen. Neem mij maar mee je zwarte water in!’ Of het monster hem begreep, zou niemand ooit weten, maar het greep Rick bij zijn arm en sleurde hem achter zich aan het water in.
Elias was bij haar en hielp haar rechtop gaan zitten. Niemand had woorden voor wat ze hadden zien gebeuren. Ze keken zwijgend naar de belletjes die bleven opstijgen in het water. Een minuut. Twee minuten … vijf minuten. Nu kon Rick onmogelijk nog leven.
‘Kom,’ zei Elias zacht. ‘We moeten die wond verzorgen.’
‘Wond?’ Nu pas realiseerde ze zich dat haar hoofd nog steeds erg pijn deed. ‘Wat heeft hij gedaan?’
‘Niet hij, ik,’ zei Elias, terwijl hij haar optilde. ‘Ik heb je haren vlak boven je scalp afgeschoren, je hebt een brandwond. Rick zat al klaar in het rupsvoertuig, maar ik dacht niet dat hij dát zou doen ... Ik zou waarschijnlijk hetzelfde hebben gedaan, als het monster jou had meegenomen.’
 
#
 
Niemand keek nog om, toen ze de vallei verlieten. Elias had niet gewacht op commando van hogerhand en had bevel gegeven onmiddellijk persoonlijke spullen in te pakken en te vertrekken. De meeste tenten, bouwmaterialen en machines lieten ze achter. Wat hun beloofde land had moeten worden, en voor iedereen op de planeet, was geëindigd in een trieste nederlaag.  Pippa huilde, en hij merkte dat hij zelf ook tranen in zijn ogen had. Toen hij keek, zag hij dat bijna de hele groep het niet droog hield. Hij sloeg zijn arm om Pippa heen, hield haar dicht tegen zich aan. Hij wilde haar nooit meer loslaten.

0 Opmerkingen

Je opmerking wordt geplaatst nadat deze is goedgekeurd.


Laat een antwoord achter.

    Inhoudstafel fictie
    Oproep verhalen

Powered by Maak je eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.
  • Home
  • FICTION
  • Interviews
  • Agenda
  • BOOKS
  • FILMS
  • MUSIC
  • COMICS
  • Van deze wereld
  • Academie van fantastiek
  • Reel van de Fantastische Unie
  • SF-Cafes
  • Niet van deze wereld
  • EC Bertin
    • EDDY C. BERTIN✝
    • Eerbetoon
  • Alfons Maes✝
  • Wie we zijn
  • Get In Touch