Out of this World
  • Home
  • FICTION
  • Interviews
  • Agenda
  • BOOKS
  • FILMS
  • MUSIC
  • COMICS
  • Van deze wereld
  • Academie van fantastiek
  • Reel van de Fantastische Unie
  • SF-Cafes
  • Niet van deze wereld
  • EC Bertin
    • EDDY C. BERTIN✝
    • Eerbetoon
  • Alfons Maes✝
  • Wie we zijn
  • Get In Touch

VERHALEN

Rik de Lavaletta - Taalvloek

2/7/2025

0 Opmerkingen

 
​Monique kon het nooit laten. Die onzichtbare draad die al sinds haar kindertijd haar leven verweefde, trok nu harder dan ooit aan haar ziel, alsof het einde haar in een onontkoombare greep hield. Elke keer dat ze iemand hoorde zeggen: “groter als”, voelde ze de wereld barsten als een scheef gespannen snaar. Taal was geen vluchtig geluid voor haar, maar het skelet waarop alles rustte.
Een verkeerde klank was een scheur in dat skelet, en langzaam begon de grond onder haar te beven, kwetsbaar en dreigend uiteen te vallen. Zonder nadenken corrigeerde ze, een reflex die haar ademhaling evenaarde. Haar voorhoofd fronste, haar stem was zacht maar onverbiddelijk, een glimlach koeler dan ze wilde tonen. Haar gave was haar vloek, een zwaard met twee sneden.
 
#
 
Het begon op een gewone treinreis. De man tegenover haar sprak, zijn stem schor en onzeker: “Hun hebben dat gedaan.” Die woorden prikten als een mug die je keer op keer steekt, hardnekkig en irritant. Zij, moest het zijn, niets anders. Ze sprak het uit met de scherpte van een mes. De man fronste, mompelde iets onverstaanbaars, maar een last viel van haar schouders, als het kraken van een ketting.
Vanaf dat moment werd haar wereld onverbiddelijk scherper. Taal veranderde in messen die in haar ziel sneden, stemmen waren geen geluiden meer, maar scherpe steken. Fouten waren splinters die diep in haar huid priemden en niet meer weg wilden.
"Me moeder zegt altijd..."
"Ik irriteer me daaraan."
"Ik ga nooit niet meer terug."
Elke kromme zin was een scheur in het delicate web van haar werkelijkheid. Elke correctie was balsem, maar ook het fluisteren van iets ouds, onverzadigbaars dat haar scherp in de gaten hield.
 
#
 
En toen veranderde de wereld: wie zij had gecorrigeerd, werd getroffen. Niet ineens, maar in een traag en pijnlijk verval, als kaarsen die zonder vlam toch doofden, onverbiddelijk, als een wet die geen genade kent.
Ze dacht aan de jongen die ‘teringwijf’ had gescholden. ‘s Nachts zag ze hem bloed spuwen terwijl hij spartelde op de ijskoude vloer, zijn huid gescheurd door hoestbuien die hem bijna verbrijzelden, zijn adem rauw en schrapend, een wanhopige smeekbede om lucht. Zijn schreeuw was zonder klank, waarna de stilte viel, een stilte die zelfs haar beangstigde.
Ze dacht aan de man die haar ‘tyfuslijer’ had genoemd. Wakker werd hij met tumoren die als een zwerm kwade insecten onder zijn huid krioelden, ze groeiden, barstten open en rottend stonken ze naar naderende dood. Elke aanraking was marteling. Hij zag machteloos toe hoe zijn lichaam langzaam werd verteerd.
Monique voelde de echo’s van hun lot, de duisternis die hen opslokte. Het was geen toeval, maar onverbiddelijke straf. Een kracht die woorden in bittere werkelijkheid omzette.
 
#
 
Ze hield lijsten bij, namen, fouten, de prijs die werd betaald. Haar handen trilden, gevangen tussen angst en de ijzige greep van noodzaak.
Dan was er de vrouw die had geroepen: “Ik ga nooit niet meer naar die kroeg.” Nu zat die vrouw elke avond op dezelfde barkruk, bevroren in tijd en ruimte. Haar glas stond glinsterend voor haar, nooit leeglopend in het schemerlicht. Door het raam staarde ze dof naar buiten, haar ogen leeg en verstard, gevuld met verbijstering die ze niet kon bevatten. Haar blik volgde de lege straat, waar schaduwen zich mengden met de duisternis. Geen enkele weg leidde haar weg. Haar lippen trilden, verlangend te spreken, maar er kwam geen geluid. Ze zat gevangen in stilte, een stille gevangene van haar eigen woorden, veroordeeld tot eeuwige wacht zonder ontsnapping.
 
#
 
Monique vond anderen, verspreid over het internet, verborgen in taalfora en fluisteringen in vergeten blogs. Zij waren bewakers van zuiverheid, gewapend met scherpe woorden en ijzeren precisie.
In een forumthread met slechts drie actieve leden, las ze ooit een reactie van iemand die zichzelf alleen “B” noemde:
“Corrigeer alleen wat je kunt dragen. De rest luistert mee.”
Soms voelde ze een warme trots opwellen, als zonnestralen tussen donkere wolken. Maar vaker drukte een sluier van onrust haar borst samen, als een mist die haar traag verstikte.
Langzaam hoorde ze fouten die haar eerder ontgingen, niet alleen grammaticale misstappen, maar ook het ritme van spreken, gebroken intenties, verhulde leugens die opstegen als giftige dampen. Wat niet zuiver was, viel af. Gesprekken stortten in. Woorden verloren gewicht. De stilte die overbleef, was zwaar en tastbaar, bijna een fysieke kracht die haar omhulde.
 
#
 
Op een avond lag er een briefje op haar kussen. Zonder handschrift, zonder uitleg. Slechts één regel, koud en zonder emotie:
Je hebt genoeg gezuiverd. Tijd voor de volgende laag.
Die nacht droomde ze van een kamer zonder taal, een ruimte gevuld met schemering en adem, een aanwezigheid die luisterde zoals stilte luistert, vol, hongerig, geduldig. Ze ontwaakte met een tong zwaar van onuitgesproken woorden, haar mond gevuld met gedachten die zich terugtrokken voordat ze uitgesproken konden worden.
Ze sprak minder. Maar ze hoorde meer.
 
#
 
Tot die avond...
De fout...
Zacht en onbewust, tussen een slok thee en een zucht van vermoeidheid, sprak ze de woorden die haar lot bezegelden. Ze zat op de rand van haar bed, handen strak gespannen op haar knieën. De stem van haar zus klonk door de telefoon, vertelde over een man, een ongenode schaduw in haar gedachten, iemand die overal commentaar gaf en nooit tevreden was.
Monique zuchtte en zei, met een bitter-licht sarcasme dat ze niet kon onderdrukken:
“Ik irriteer me aan hem.”
De woorden vielen als een koude wind in een kale kamer. Haar adem stokte. Een schaduw trok langs de randen van haar blikveld. Ze opende haar mond om haar fout te herstellen, maar haar stem brak toen ze fluisterde:
“Ik bedoel... ik erger me aan hem.”
De stilte die volgde was geen vergeving. Het was een verzegeling. Het licht was grauw. Een muffe geur kroop haar neus binnen.
Toen voelde ze het.
De aanwezigheid. Achter haar.
Een kuch die zich nestelde in haar gedachten. Tikken van schoenen op de vloer, traag en bedachtzaam.
Zijn stem klonk als fluistering in een echo:
“Me zus is jarig.”
“Je hoort niet.”
“Jij bent slimmer als mij.”
Elke ademhaling was een druppel die haar brak. Ze wilde vluchten, maar haar benen weigerden. Hij was overal. In de stilte, in het donker, in haar hoofd.
Ze had zich niet slechts geërgerd.
Ze had zichzelf vevloekt.
De taal had geluisterd.
Ze was veroordeeld.
Om hem te horen.
Zijn eindeloze fouten.
Zijn nooit ophoudende onvolkomenheden.
Voor altijd.
0 Opmerkingen

Je opmerking wordt geplaatst nadat deze is goedgekeurd.


Laat een antwoord achter.

    Inhoudstafel fictie
    Oproep verhalen

Powered by Maak je eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.
  • Home
  • FICTION
  • Interviews
  • Agenda
  • BOOKS
  • FILMS
  • MUSIC
  • COMICS
  • Van deze wereld
  • Academie van fantastiek
  • Reel van de Fantastische Unie
  • SF-Cafes
  • Niet van deze wereld
  • EC Bertin
    • EDDY C. BERTIN✝
    • Eerbetoon
  • Alfons Maes✝
  • Wie we zijn
  • Get In Touch