Out of this World
  • Home
  • BOOKS
  • FILMS
  • MUSIC
  • FICTION
  • Agenda
  • SF-Cafes
  • Alfons Maes✝
  • EDDY C. BERTIN✝
  • Get In Touch

Out of this World

BUT Film Festival 2019: Aardse en buitenaardse vervreemding

31/5/2020

0 Comments

 
Picture
Opening van het BUTFF 2019, met in het midden artistiek directeur Alex Diehl en rechts algemeen directeur Dorien Eggink. (Foto: BUTFF)
​Van 28 augustus t/m 1 september 2019 ging het er op twee plekken in Breda uitzinniger dan uitzinnig aan toe: in en om theatercomplex de Nieuwe Veste en bioscoop Chassé Cinema. De veroorzaker? Het B-movie, Underground & Trash Film Festival, beter bekend als het BUT Film Festival.
Dat stond voor alweer de veertiende keer garant voor internationale films vol geweld, absurditeit, creativiteit en/of meligheid. Én voor ontelbare ‘BUT-waardige’ nevenactiviteiten, variërend van optredens van – niet zelden bizar uitgedoste – performers, muzikanten en dichters tot Q&A’s, presentaties en prijsuitreikingen, en van compilatieprogramma’s en een film- en muziekmarkt tot een kunstexpositie en bodypaintingwedstrijd.
Picture
Picture
De ingang van theatercomplex de Nieuwe Veste, uitkijkend op het plein, ten tijde van het BUTFF 2019. (Foto: Ton van Rooij)
​Een van de leden van de Ghu-boys from Nippletonius, die tijdens de opening van het festival met bombastische elektronische muziek hun (vredes)boodschap aan ons aardbewoners brachten. (Foto: BUTFF)
Alex Diehl: toegewijde festivaldirecteur

Sinds 2018 is Alex Diehl artistiek directeur van het BUTFF. Voorheen was Paul Hagenaars dat, maar doordat hij ten tijde van de editie van 2017 triest genoeg een ernstig ongeluk kreeg, was hij niet langer in staat om het daarmee gepaard gaande werk te verrichten. Sindsdien maakt Paul, die in 2006 samen met Dorien Eggink (algemeen directeur) het BUTFF oprichtte, zich op een andere manier verdienstelijk voor het filmfestijn: als bierbrouwer, kok en technicus.

Wat was het dat Alex aansprak om deze taak op zich te nemen? “Al jarenlang”, antwoordt hij, “was ik betrokken bij de programmering van het festival – vanaf de tweede editie zijdelings en de laatste drie, vier jaar heel intensief. Dus de stap was helemaal niet zo groot om te kiezen voor het directeurschap, waar op een gegeven moment een vacature voor was ontstaan.”

Had hij er enig idee van hoeveel tijd en inspanning zijn nieuwe functie met zich mee zou brengen? “Mijn idee was: hoe meer tijd je erin stopt, hoe beter. Daar is geen regel voor, geen blauwdruk. Maar hoe meer toewijding je erin stopt, hoe leuker het programma wordt en hoe leuker het voor de bezoekers wordt. Wat ik er ook nog even aan toe wil voegen is dat ik het hele jaar door filmprogrammeur ben bij cultureel centrum WORM in Rotterdam. Daar heb ik een maandelijks programma over cultfilms. Elk jaar hebben we bij WORM een preview en soms ook een Best of van het BUT Film Festival. Maar het komt erop neer dat ik eigenlijk het hele jaar door wel bezig ben met het aanvragen en bekijken van films. Van januari tot en met september ben ik heel intensief bezig voor het BUT Film Festival. Daar gaan ook heel wat avonduren in zitten, want overdag heb ik een baan als hovenier. Als ik ’s avonds moe ben en op de bank zit, kijk ik vaak naar dit soort films.”

​WORM richt zich op alternatieve kunstvormen, en dan met name muziek en film. Of, zoals de mensen erachter zelf zeggen: “Wij zijn een netwerkorganisatie op het snijvlak van (populaire) cultuur en (podium)kunsten, gevoed door de interesse in de inspirerende, mooie, urgente, vitale, rauwe, weerbarstige en/of maffe shit waar onze medemens mee op de proppen komt.”
 
Selectie van BUT-films: genoeg om uit te kiezen

Voor bijna elk filmfestival geldt dat het maken van een selectie uit het overweldigende aanbod van films geen sinecure is – en het BUTFF vormt daar geen uitzondering op. Van gevestigde namen kan er natuurlijk een nieuwe film uit zijn, maar hoe worden de organisatoren getipt over nieuwkomers die interessant zouden kunnen zijn voor het festival? “Veel pluk ik van Facebook”, zegt Alex. “De opkomst van social media heeft wel geholpen. Toen die er nog niet waren, kan ik me nog herinneren, was het héél moeilijk om in contact te komen met filmmakers. In die tijd moest je iemand kennen die iemand kende die ook weer iemand kende. En dan kreeg je een telefoonnummer of e-mailadres. Maar nu gaat het heel direct en snel – met name via Facebook. Ongeveer de helft van ons programma bestaat uit films die door de makers zelf zijn ingestuurd. Daar rekenen zij meestal niks voor. De andere helft is afkomstig van distributeurs. Er zijn iets van tien distributeurs die voor ons interessant zijn. Die benaderen ons inmiddels zélf. Zo van: ‘Onze nieuwe line-up is bekend, want we hebben dit en dit aangekocht.’ Of: ‘We zijn in Cannes met die en die films en dit is onze catalogus. Kijk maar welke screeners je wilt ontvangen.’ Soms komen ze zelf met suggesties, maar die zijn niet altijd even ‘BUT’. Maar dan is er in elk geval genoeg materiaal om uit te kiezen.”
Picture
Picture
​Alex Diehl, hier met Dorien Eggink tijdens het BUTFF van 2017: “Sciencefiction en vervreemding zijn bijna onlosmakelijk met elkaar verbonden.” (Foto: Ton van Rooij)
Picture
Picture
Een beeld van een van de vele optredens die tijdens het BUTFF 2019 voor amusement en/of overdenking zorgden. (Foto: Ton van Rooij)
Picture
Picture
‘Alienated’: door sf gedomineerd hoofdthema

Voel je je vreemd? Een vreemde in een vreemd land? Misschien zijn we allemaal wel aliens. Die gedachte stond aan de basis van het hoofdthema van het BUTFF 2019: ‘Alienated: Earthly Estrangement and Alien Vibes’. Hierbij ging het om aardse vervreemding en buitenaardse vibes, met de nadruk op het laatste. Niet eerder kwam het hoofdthema zo vaak terug in het programma als dit jaar.

Waarom er gekozen was voor een door sf gedomineerd hoofdthema? Daarop antwoorden de organisatoren als volgt: “Er verschijnen meer sf-films dan ooit in bioscopen, op festivals en op allerlei platforms. Wij zijn op zoek gegaan naar de ongewone exemplaren die niet formulegedreven zijn en waarvan er geen dertien in een dozijn gaan. Wij denken dat het genre hoognodig toe is aan een BUT-metamorfose. De enige beperkingen daarbij zijn die van je eigen verbeelding.”

In dit kader werden voornamelijk recente films vertoond, waaronder Elliot (Craig Jacobson, VS, 2017), Involution (Pavel Khvaleev, Duitsland/Rusland, 2018), Prospect (Christopher Caldwell, Zeek Earl, Groot-Brittannië, 2018) en Upgrade (Leigh Whannell, Australië, 2018). Deze rolprenten werden mooi gecomplementeerd door enkele cultklassiekers als The Man Who Fell to Earth (Nicolas Roeg, Groot-Brittannië, 1976) en I’m a Cyborg, But That’s OK (Park Chan-Wook, Zuid-Korea, 2006).

In Elliot zit de titelfiguur in een neerwaartse spiraal van wanhoop en vervagen in zijn almaar afbrokkelende leefwereld de scheidslijnen tussen werkelijkheid, fantasie en simulatie. Involution toont een toekomst waarin een wreed en onmenselijk mechanisme de evolutietheorie van Darwin terugdraait, waardoor mensen geleidelijk aan dierlijke instincten gaan ontwikkelen, met alle gevaarlijke gevolgen van dien. In Prospect hebben een tienermeisje en haar vader een contract bemachtigd om in de giftige bossen van een buitenaardse maan een partij edelstenen te delven. Maar er zijn kapers op de kust... Upgrade verhaalt van een man wiens vrouw voor zijn ogen vermoord wordt en zelf door de hem aangebrachte verwondingen verlamd raakt. Door een experimentele behandeling krijgt hij zijn lichaamsfuncties terug, maar dan in versterkte mate, waardoor hij vanaf dat moment over superkrachten beschikt – die hij inzet om zich te wreken op de daders.

In The Man Who Fell to Earth gaat een op een mens lijkende alien (David Bowie) op Aarde op zoek naar water en start hij een hightechbedrijf om de terugreis naar zijn thuisplaneet te financieren. Centraal in I’m a Cyborg, But That’s OK staat een jonge vrouw die in een psychiatrische inrichting opgenomen wordt, maar, zo blijkt al gauw, een cyborg is. Dan ontmoet ze een man die verliefd op haar raakt...

De kunstexpositie sloot onder het kopje ‘Alien-nation’ naadloos aan bij ‘Alienated’. Deze was zodanig opgezet, dat bezoekers het gevoel moesten krijgen een reis te maken door het labyrint van het leven; een wereld die bekender is dan je in eerste instantie zou denken. In samenwerking met de Bredase kunstzinnige stichting KOP toonden verschillende kunstenaars hun kijk op vervreemding in het dagelijks leven, onbekende werelden of concepten als parallelle universa.
 
Galaxy of Horrors: acht aaneengeregen enge sf-filmpjes

In de tegelijk onderhoudende en ijzingwekkende sf-/horroranthologie Galaxy of Horrors (diverse regisseurs, Canada, 2017) wordt een man in een beschadigde cryogene capsule gedwongen om naar acht angstwekkende sf-filmpjes te kijken terwijl zijn levensonderhoudssystemen uitgeput dreigen te raken... De acht filmpjes werden door twaalf regisseurs gemaakt voor Little Terrors, een maandelijks festival voor korte enge films, en werden via een raamvertelling aaneengeregen door Justin McConnell, oprichter en directeur van voornoemd festival.

“De Canadezen hebben een goede reputatie op het vlak van de onafhankelijke cinema”, weet Alex. “We hebben elk jaar wel een paar films uit Canada. Veel Canadese filmmakers gaan er prat op dat ze anders zijn dan de filmmakers in Hollywood en zetten zich daar graag tegen af. Ze hebben een veel Europesere manier van denken en filmen; ze zijn veel meer auteursgericht.”

Hij vervolgt: “Little Terrors kende ik helemaal niet, maar kwam ik op het spoor via deze film. Aan verschillende filmmakers van wie eerder werk was vertoond op dit festival was gevraagd: ‘Maak eens een beklemmende korte film binnen het sf-genre. Dan koppelen wij die films aan elkaar en maken we er een anthologie van.’ Die taak nam de festivaldirecteur op zich. Hij trad op als producent en regisseerde er een simpele raamvertelling omheen. Die raamvertelling stelt niet zo veel voor, maar de korte films zijn wel interessant, al zijn ze wisselend van kwaliteit. Ik vind het heel sterk van Little Terrors dat men naast het organiseren van dit evenement ook nog zo’n compilatie heeft weten samen te stellen. En bovendien eentje van internationaal allooi. Ik geloof dat er wel acht landen bij betrokken waren, dus dat vergde nogal wat samenwerking.”
 
Aardse en buitenaardse vervreemding

Hoe kwamen de organisatoren eigenlijk op het hoofdthema ‘Alienated’? “Daar zijn we samen met een paar in een WhatsApp-groep zittende filmprogrammeurs op gekomen. In die groep gingen honderden berichten heen en weer. Sciencefiction ligt bij ons festival natuurlijk altijd een beetje op de loer, net als horror. Halverwege 2019 merkten we dat er heel veel sci-fi uitkwam. Dat speelde ook wel mee. Dat deed ons besluiten om daar een programma omheen te boetseren. Bovendien hadden we een aantal van die cultklassiekers die ik altijd al een keer had willen vertonen, zoals Liquid Sky (1982) en Poolse sf-films als Seksmisja (ook bekend als Sex Mission, 1984) en On the Silver Globe (1988). Die lagen al heel lang op de plank, waardoor mijn vingers begonnen te jeuken – en dit was dé gelegenheid.

We kozen voor de naam ‘Alienated’, omdat deze een dubbele inslag heeft: letterlijk betekent het ‘vervreemd’, maar er zit ook het woord ‘alien’ in. Een themanaam als ‘Aliens’ of ‘Sci-fi’ vonden wij iets te breed en te makkelijk, dus vonden we dat daar een extra draai aan gegeven moest worden. Dus vandaar die vervreemding. Twee films die daar vooral een rol in hebben gespeeld zijn High Life (2018) van Claire Denis en The Man Who Fell to Earth (1976) van Nicolas Roeg met in de hoofdrol David Bowie. High Life vond ik zó’n rare sfeer en zó’n bizar uitgangspunt hebben, dat die film en The Man Who Fell to Earth, waar die sfeer ook heel sterk in zit, bepaalden wat het hoofdthema zou worden. Laatstgenoemde film is sciencefiction op Aarde: geen ruimteschepen, geen vreemdsoortige wezens. Het gaat daarin vooral om de sfeer en het gevoel dat de hoofdpersoon heeft. Heel knap gedaan, vind ik.

Dus de vervreemding is niet alleen aards, maar ook buitenaards, en komt onder meer voort uit het contact met aliens die op Aarde komen en mensen die in de ruimte verdwalen, waarbij zich de vraag aandient wat voor gevolgen dat heeft. Dat was de insteek.

De meeste films in het sciencefictiongenre hebben wel iets met vervreemding te maken. Sciencefiction en vervreemding zijn bijna onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als je in contact komt met een ras dat op je lijkt of juist niet op je lijkt, brengt dat een heel eigenaardige vervreemding met zich mee. Zo arriveren in Liquid Sky aliens op Aarde en doet één alien dat in The Man Who Fell to Earth, die daar eigenlijk een beetje tegenover staat. De makers van Liquid Sky hebben een heel slimme oplossing gevonden om het budget laag te houden: de aliens zijn onzichtbaar en hun ruimteschepen zijn microscopisch klein, dus niemand kan ze zien, haha! Dat vond ik wel een grappige vondst. Een hele bizarre, leuke film is dat. Dat is echt een one of a kind-film, want geen enkele film lijkt daarop qua stijl en ideeën. Hij is van een maker [Slava Tsukerman] die niets vergelijkbaars heeft gemaakt.

Hetzelfde geldt voor de Poolse sekskomedie Seksmisja; dat is ook zo’n rare... miskleun wil ik niet zeggen, maar zo’n rare eenlingfilm, gemaakt door een regisseur die dat éénmaal doet, dus geen formulewerk produceert, geen tien films maakt die op elkaar lijken. Nicolas Roeg is eveneens zo iemand, want na The Man Who Fell to Earth heeft hij nooit meer iets op sciencefictiongebied gemaakt. Zijn samenwerking met David Bowie was echt uniek. Hij had het geluk dat hij aan Bowie als alien maar weinig hoefde te doen, want hij zag er door zijn tweekleurige ogen en bleke huid al uit alsof hij van een andere planeet kwam.

Ook als je de Aarde maanden- of jarenlang achter je laat of een tijdreis maakt, heeft dat zulke merkwaardige gevolgen, dat die vervreemding eigenlijk altijd aanwezig is. Want je bent niet alleen onthecht van de mensen om je heen, maar ook van je planeet, van tijd en ruimte. Wat blijft er dan nog over? Alleen de mens. Hoe vreemd is dat? Dan ben je eigenlijk helemaal niets meer.

We hebben ook een aantal sciencefictionfilms geprogrammeerd waarin het thema vervreemding er niet heel dik bovenop ligt. Verder bestaat meer dan de helft van het programma uit ‘gewone’ BUT-films, die dus buiten het thema vallen. Het ene jaar zijn er wat meer films die aan het hoofdthema gekoppeld zijn dan het andere jaar. Dit jaar waren dat er relatief veel.”
Picture
Picture
Picture
Picture
​Een scène uit Liquid Sky, waarin onzichtbare aliens in microscopisch kleine ruimteschepen de Aarde bezoeken.
Een scène uit Space Babes From Outer Space.
Picture
Picture
​Een ongewone affiche van The Man Who Fell to Earth.
​Een opvallende duivelse verschijning… op skeelers! (Foto: BUTFF)
​Eregast Scott Schirmer
​

Present als eregast op het festival was de Amerikaanse onafhankelijke horrorfilmmaker Scott Schirmer. Het BUTFF volgt zijn cinematografische verrichtingen al jaren en vertoonde eerder de door hem geregisseerde rolprenten Found (2012), Harvest Lake (2016) en Plank Face (2016), alsook een aantal films waaraan hij op productievlak meewerkte, zoals Headless (2015) en Space Babes From Outer Space (2017). Vanwege de hoge waardering die de organisatoren koesteren voor zijn werk werd hij bekroond met de BUTFF Groundbreaker Award.

Zijn films verschenen voor het eerst op festivals in 2012. In tegenstelling tot veel films die in die tijd het licht zagen, kenmerkten die van hem zich door een origineel scenario, onconventionele art direction (aankleding qua decors, kostuums e.d.) en verrassende plotontwikkeling. Daardoor trok zijn werk niet alleen de aandacht van horrorfreaks, maar ook van filmliefhebbers die alles al ooit gezien hadden en behoefte hadden aan iets verfrissends, iets wat buiten de platgetreden paden lag. In een film van Schirmer is altijd meer aan de hand dan je in eerste instantie zou denken.

Op het BUTFF 2019 beleefde zijn jongste film, The Bad Man (2018), zijn Europese première. Deze ongemeen intense nagelbijter werd in Duitsland gecensureerd, maar in Breda onverkort op het publiek losgelaten. Hierin worden een man en een vrouw ontvoerd en gemarteld door een sadistische clown met het doel om ze te veranderen in een ‘pop’ en ‘hond’ en vervolgens als seksslaven te verkopen aan de hoogste bieders. De grote vraag is: zullen ze weten te ontsnappen voordat de veilingdag aanbreekt?
 
‘Bloody Belgium’: pareltjes uit Belgische fantastische cinema

Begin 2016 werd het idee geboren voor Belgica Obscura, een Facebook-pagina ter promotie van Belgische fantastische films die en passant dienst zou gaan doen als naslagwerk voor deze producties. De initiators zijn er sindsdien in geslaagd om bijna 200 Belgische (co-)producties te traceren die behoren tot of aanleunen tegen het horror-, sf- en/of fantasygenre.

Om eer te betonen aan deze – vaak weinig bekende – films was op het BUTFF een klein themaprogramma samengesteld onder de kop ‘Bloody Belgium’. Zo werd een selectie van korte films gepresenteerd om de diversiteit van deze producties duidelijk te maken. Ook opgenomen in dit programma was The Last Inquisitors (2013) van Guy Bleyaert, die op het festival te gast was. Daarin maakt een extreme katholieke sekte een priester wijs dat God hem opdracht gegeven heeft om de Aarde te ontdoen van alle kwaad.
Daarnaast werden in dit kader twee beroemde rolprenten vertoond van een van de belangrijkste exponenten binnen dit segment van de Belgische cinema, Harry Kümel (1940), te weten Daughters of Darkness / Les Lèvres Rouges (1971) en Malpertuis (1971). Hij ontving op het festival de BUTFF Lifetime Achievement Award.

Zijn erotische, met een klein budget gemaakte vampierfilm Daughters of Darkness ontpopte zich wereldwijd als een ware cultfilm. Het is het verhaal van een rijke Engelsman en een sexy Zweedse van eenvoudige komaf, die voor hun wittebroodsweken in Oostende een buitenissig en extravagant hotel betrekken. Hun verblijf neemt echter een sinistere wending na de komst van twee nieuwe hotelgasten: gravin Bathory en een jonge vrouw.

Als Kümels voornaamste wapenfeit zien velen Malpertuis. Gemaakt naar de gelijknamige magisch-realistische roman van Jean Ray en geïnspireerd op de Griekse mythologie, onderzoekt de cineast in deze hallucinante filmische nachtmerrie de grenzen van krankzinnigheid en betovering. Het hiernamaals en het heden zijn met elkaar verweven en de doden hebben een dusdanig sterke greep op de levenden dat deze hun verstand verliezen. Wanneer een jonge zeeman het huis van een mysterieuze oom (Orson Welles) erft, wordt hij een gevangene van zijn familieleden én het labyrint dat dit huis blijkt te zijn...
 
Nadere informatie
www.butff.nl
www.worm.org
www.kop.nu
www.littleterrorsfestival.com
Picture
Picture
Picture
Picture
​Harry Kümel (links), een van de meest toonaangevende exponenten van de Belgische fantastische cinema, ontving de BUTFF Lifetime Achievement Award. Hier poseert hij met Gino Van Hecke van de Belgische filmdistributiemaatschappij Zeno Pictures. (Foto: BUTFF)
​Deelnemers aan de BodyPaintJam, waarvan het thema ‘Buitenaards’ was. (Foto: Angelo Huige)
Tekst: Ton van Rooij
Foto's: Ton van Rooij, ​Angelo Huige en BUTFF
0 Comments



Leave a Reply.

    Archives

    January 2021
    December 2020
    November 2020
    October 2020
    September 2020
    August 2020
    July 2020
    June 2020
    May 2020
    April 2020
    March 2020
    February 2020
    January 2020
    December 2019
    November 2019
    October 2019
    September 2019
    August 2019
    July 2019
    June 2019
    May 2019
    April 2019
    March 2019
    February 2019
    January 2019
    December 2018
    November 2018
    October 2018
    September 2018
    August 2018
    July 2018
    June 2018
    May 2018
    April 2018
    March 2018
    February 2018
    January 2018
    July 2017
    June 2017
    May 2017

    Categories

    All
    BOOKS
    DOCUMENTARY
    FAN FICTION
    MOVIES
    NEWS
    ORBITUARY
    SCIENCE
    SHORT FILM
    STAR TREK
    STAR WARS
    TV

    RSS Feed

Powered by Create your own unique website with customizable templates.
  • Home
  • BOOKS
  • FILMS
  • MUSIC
  • FICTION
  • Agenda
  • SF-Cafes
  • Alfons Maes✝
  • EDDY C. BERTIN✝
  • Get In Touch