Ton van Rooij, de schrijver van dit artikel, in gezelschap van Lucy Clements en Jake West op het Razor Reel Flanders Film Festival van 2012. De afgelopen 25 jaar heeft de Britse filmmaker Jake West een bonte verzameling films op zijn naam geschreven, variërend van de vampierfilm Razor Blade Smile, de buitenaardse invasiefilm Evil Aliens, de demonenfilm Pumpkinhead: Ashes to Ashes en de zombiefilm Doghouse. Plus ontelbare filmgerelateerde korte en lange documentaires.
Dit jaar verscheen de beklemmende anthologiefilm Midnight Peepshow, waarvan hij één van de drie episodes regisseerde. Deze nagelbijter werd in het bijzijn van West vertoond op het 15e Razor Reel Flanders Film Festival, dat in Brugge van 27 t/m 30 oktober en van 2 t/m 5 november 2022 gehouden werd. Daags na de voorstelling wandelden we met deze cultfilmer door zijn carrière. Opgegroeid met Hammer-films Wat vind je van de horrorfilms die de Britse maatschappij Hammer Film Studios in de jaren ’50, ’60 en ’70 maakte? Jake West: “Met die films ben ik opgegroeid. Voordat er videofilms waren keek ik daarnaar op televisie. Op vrijdag- of zaterdagavond werd vaak door de BBC een double bill van Hammer-films uitgezonden. Daardoor zag ik veel van het klassieke Hammer-werk, zoals de Dracula- en Frankenstein-films, waarin acteurs als Christopher Lee en Peter Cushing speelden. Ook zag ik Blood from the Mummy’s Tomb [1971] met Valerie Leon, wier personage in zekere zin model stond voor vampier Lilith Silver in Razor Blade Smile. Door Hammer-films, Universal-films met onder anderen Bela Lugosi en Boris Karloff en films van American International Pictures als The Pit and the Pendulum [1961] maakte ik kennis met het horrorgenre. Van zulke films smulde ik.” Vond je de Hammer-films die je destijds zag eng? “Dat weet ik eigenlijk niet meer. Wel weet ik dat ik vampierfilms altijd heel verleidelijk vond.” Meer verleidelijk dan angstaanjagend? “Ja. Ik geloof niet dat Hammer-films me echt angst aanjoegen. De horror in die films was tamelijk mild. Het waren vooral goede, klassieke verhalen waarin uitstekend geacteerd werd. Als échte horrorfilms voelden voor mij films als The Exorcist [1973] en The Omen [1976] aan. Maar je moet niet vergeten dat veel Hammer-films in de jaren ’60 gemaakt waren. Die films behoorden, zou je kunnen zeggen, tot de vorige generatie van horrorfilms. Toen ik in de jaren ’80 op het witte doek films als Poltergeist [1982] zag, waren dat heel andersoortige horrorfilms, veel modernere. Wat ook niet zo vreemd is, want het horrorgenre is door de jaren heen veranderd. Maar dat neemt niet weg dat ik liefdevol terugdenk aan Hammer-films, omdat ik dan even de tijd dat ik jong was herbeleef. Ze staan voor een stukje jeugdnostalgie. En nog steeds ben ik dol op die films.” Wat zijn volgens jou de grootste verschillen tussen Britse en Amerikaanse horrorfilms? Voor het maken van de grotere Amerikaanse horrorproducties is, denk ik, doorgaans meer geld beschikbaar. Maar het productieproces van kleine, onafhankelijke horrorfilms zal in de VS niet veel anders zijn dan in Groot-Brittannië. Ook dáárvan worden er in steden als Los Angeles en New York ontzaglijk veel gemaakt. Verder krijgen acteurs en actrices in de VS misschien iets meer erkenning dan in Groot-Brittannië als ze in een horrorfilm spelen. Verder hebben veel Britse acteurs en actrices een theaterachtergrond, meer, denk ik, dan hun Amerikaanse tegenhangers. In Groot-Brittannië liepen de makers van Hammer-films qua horror vóór op Amerikaanse filmmakers. Want totdat Roger Corman begin jaren ‘60 in de VS Hammer-achtige Edgar Allan Poe-verfilmingen ging maken hadden de Amerikanen tamelijk brave horrorfilms gemaakt. Binnen het horrorgenre liep Hammer in de jaren ’50 en ’60 voorop.” Een aantal jaren geleden is Hammer uit de as herrezen en is men nieuwe films gaan maken, zoals The Woman in Black [2012], The Quiet Ones [2014] en The Lodge [2019]. Heb je daar iets van gezien? “Jazeker. Ook hebben ze een vervolg op The Woman in Black gemaakt, The Woman in Black: Angel of Death [2014]. Ik vind dat de nieuwe films niet dezelfde kracht uitstralen als de oude films, maar wat altijd zal blijven is dat je bij de naam Hammer onmiddellijk aan horror denkt. Niettemin ben ik altijd geïnteresseerd in datgene waar ze mee bezig zijn.” In 2021 is Hammer Films overeengekomen met de Britse distributie- en productiemaatschappij Network Distributing om Hammer Studios Ltd. op te richten, gericht op het in oude glorie herstellen en digitaliseren van álle oudere films van Hammer en het ontwikkelen van nieuwe filmprojecten. “Ja, daarmee proberen ze zichzelf momenteel opnieuw uit te vinden. Ik zou dolgraag een Hammer-film willen maken, als ze dat zouden willen! Ik zou zeggen: laten ze maar even contact met mij opnemen, haha!” Langspeelfilmdebuut met Razor Blade Smile In de jaren ‘80, toen Jake West een tiener was, maakte hij samen met vrienden videofilmpjes, waaronder A Bizarre Short About Death uit 1989. Van 1990 tot 1993 studeerde hij film en video aan het West Surrey College of Art and Design in Farnham. Zijn afstudeerproject was de 30 minuten durende film Club Death, die in 1995 werd uitgebracht. Hierin wordt een jongeman, Mark Leake (James Clover), op een verkleedfeestje doodgeschoten. Hij moet een keuze maken: lid worden van de Afterlife Corporation en zijn leven herbeleven of lid worden van Club Death en accepteren dat zijn tijd voorbij is. In Wests eerste lange speelfilm, Razor Blade Smile (1998), trekt de bevallige Lilith Silver (Eileen Daly) in twee opzichten een bloedig spoor, want zij is niet alleen een huurmoordenares, maar ook... een vampier! Enkele tot een elite behorende zakenlieden, de Illuminati, die in het geheim allerlei bedrijven én de regering overnemen, vallen ten prooi aan haar. Vervolgens zet een rechercheur van Scotland Yard (Jonathan Coote) alles op alles om haar op te sporen. Een paar elementen uit Club Death zijn later gebruikt in Razor Blade Smile, zoals een amulet en doodskist. Was Club Death een soort voorstudie voor Razor Blade Smile? “Nee, want toen ik Club Death maakte, zat ik er nog helemaal niet aan te denken om Razor Blade Smile te gaan maken. Ik zou Club Death zelfs niet eens willen beschouwen als een proeftuin voor Razor Blade Smile, hooguit misschien als een opwarmertje daarvoor. Louisa Moore en Chris Adamson, die in Club Death respectievelijk de Dood en een vertegenwoordiger van de Afterlife Corporation speelden, waren ook te zien in Razor Blade Smile. Na mijn studie ben ik aan de slag gegaan met het script van Razor Blade Smile, maar het duurde een hele poos voordat het geld er was om de film te kunnen maken.” Decor- en rekwisietenontwerper Neil Jenkins zei ooit dat het budget van Razor Blade Smile 500 Pond Sterling was. Heeft de film zó weinig gekost? “Nee, 500 Pond bedroeg het budget voor het werk dat hij en zijn team verricht hadden. Het produceren van heel de film kostte 20.000 Pond. We hadden Razor Blade Smile op 16 mm geschoten en hadden voor het filmfestival van Cannes een trailer gemaakt met het doel om hem op video uit te brengen. Maar op het festival spraken we mensen die de film graag in de bioscoop wilden uitbrengen. Zij namen de kosten op zich om hem over te zetten van 16 mm naar 35 mm, zodat hij naar behoren op het witte doek vertoond kon worden.” Medeoprichter van Nucleus Films In 2003 richtten West en filmonderzoeker, producer en schrijver Marc Morris de distributie- en productiemaatschappij Nucleus Films op. Het bedrijf spitst zich toe op de distributie van cultfilms en het vervaardigen van filmdocumentaires, en dan hoofdzakelijk featurettes: korte documentaires en interviews met cast- en crewleden over de totstandkoming van films. Hierbij leggen West en Morris een duidelijke voorkeur voor horrorfilms aan de dag. Zo maakte West Phantasmagoria (2005), een documentaire over de eerste vier Phantasm-films, en meerdere featurettes over de Hellraiser-films, de Italiaanse cineast Lucio Fulci (City of the Living Dead, The Beyond, The Black Cat) en grindhousefilms, met weinig geld gemaakte horror- en exploitatiefilms, vernoemd naar Amerikaanse bioscopen die hoofdzakelijk zulke films draaiden. Hoe ben je eigenlijk in contact gekomen met Marc Morris? “Na mijn filmopleiding verhuisde ik naar Londen. Ik wilde zien of ik daar in het filmdistributiecircuit enige interesse kon kweken voor Club Death. Ik hoorde op een gegeven moment dat distributiemaatschappij Redemption Films [later omgedoopt tot Salvation Films], geleid door Nigel Wingrove, overwoog om een verzameling korte gotische of gotisch aandoende horrorfilms uit te brengen. Ik kreeg het toen voor elkaar dat Club Death gedraaid werd bij het British Film Institute, samen met onder andere vroege korte films van Clive Barker, en nodigde mensen van Redemption uit om te komen kijken. Een van hen was Marc. Kort daarna ontmoette ik hem op het kantoor van Redemption. Hij bleek dol te zijn op cultfilms en alles te weten van exploitatiefilms. We kletsten over films en raakten bevriend. Na werktijd dronken we vaak wat. En zo kwam het dat we uiteindelijk Nucleus Films oprichtten. We distribueren cultfilms op DVD en Blu-ray en dan vooral oudere films. De eerstvolgende film die we uitbrengen is Dark Places, een Britse horrorfilm uit 1973 met Christopher Lee, Joan Collins en Jane Birkin. Deze film komt op 27 februari 2023 op Blu-ray uit. Hiervoor hebben we samengewerkt met Jonathan Rigby, een autoriteit op het gebied van Britse horrorfilms. Daarnaast weet hij alles over Christopher Lee. Aan de geschiedenis van de Britse horrorfilm wijdde hij het boek English Gothic en over Christopher Lee schreef hij het boek Christopher Lee: The Authorised Screen History. Tot de extra’s behoren de één uur lange documentaire Looking Into Dark Places – and other 1970s British horror films, waarin Jonathan van alles vertelt over Dark Places en andere Britse horrorfilms uit het van de begin jaren ’70. Ook is hij te horen op een van de twee audiocommentaarsporen. Voor DVD’s en Blu-rays, waaronder speciale edities voor verzamelaars, vervaardigen wij veel extra’s, waarin duidelijk wordt hoe een film gemaakt is. Dat doen we deels in opdracht, onder meer voor Arrow Films en Severin Films in de VS, en deels uit eigen initiatief. Dit soort werk doen wij altijd met liefde en plezier. De mensen die zulke films kopen zijn over het algemeen ouder; het zijn geen jonkies meer. Een nieuwe film op de markt brengen is een stuk lastiger, vanwege de streaming van veel van die films.”
Evil Aliens: mix van sf, splatter en slapstick Hoofdpersoon in Evil Aliens (2005) is de sensatiebeluste tv-reporter Michelle Fox (Emily Booth), presentatrice van het programma Weird World, waarin onderwerpen aan bod komen als UFO’s en buitenaardse wezens. (In het echte leven presenteert Emily Booth overigens eveneens tv-programma’s.) Op een dag komt haar een verhaal ter ore dat haar interesse wekt. Cat Williams (Jennifer Evans), een jonge boerin uit Wales, beweert samen met haar vriend Angelo (Eden Ford) ontvoerd te zijn geweest door buitenaardse wezens en zwanger te zijn geraakt van een van die creaturen. Michelle reist daarop met een team naar het afgelegen, alleen bij eb te bereiken Welshe eiland Sacellum om Cat te interviewen. De verslaggeefster neemt niet alleen tv-technici mee, maar ook onder anderen een ufoloog, Gavin Gorman (Jamie Honeybourne), en een actrice, Candy Vixen (Jodie Shaw), om de belevenissen van Cat na te spelen. Ter plekke ontmoeten ze niet alleen Cat, maar ook haar drie lijpe broers: Llyr (Chris Adamson, die in de film tevens een buitenaardse chirurg speelt), Dai (Mark Richard Hayes) en Thomas Williams (Chris Thomas). Wanneer ze bewijzen vinden dat daar écht buitenaardse wezens zijn geland, ziet de ambitieuze Michelle haar kans schoon om beroemd en rijk te worden. Maar dan gaan de aliens over tot de aanval en moet iedereen die hun pad kruist alle middelen uit de kast halen om zich te verdedigen: van een hamer tot een kapmes en van een grondfrees tot een dorsmachine! Evil Aliens moet gezien worden als een hommage aan films als The Evil Dead, Bad Taste en Braindead, nietwaar? “Ja, absoluut. De film is een hommage aan de onderhoudende splatterfilms waar ik in mijn tienerjaren mee opgroeide. [Hierin roepen jongeren in een boshut na het lezen van de Necronomicon, het boek van de dood, een demon op die hen wil doden. – TvR] Waar ik van stond te kijken was dat Sam Raimi nog maar negentien was toen hij The Evil Dead [1981] maakte, Peter Jackson voor in de twintig was toen hij aan Bad Taste [1987] begon en Don Coscarelli achttien was toen hij Phantasm [1979] maakte. Ik werd ontzettend geïnspireerd door het feit dat deze jonge gasten in staat waren geweest om een langspeelfilm tot stand te brengen. De aanpak van de makers van die films werd voor mij een soort blauwdruk voor Evil Aliens, omdat mij hierdoor duidelijk werd dat het maken van een dergelijke film een haalbare kaart is. Don Coscarelli heb ik geïnterviewd voor mijn documentaire Phantasmagoria. We zijn daarvoor naar Los Angeles gegaan. Don regelde toen dat we allerlei mensen die aan de filmcyclus hadden meegewerkt te spreken kregen, zoals hoofdrolspelers Angus Scrimm en Reggie Bannister. Sam Raimi heb ik ooit heel kort gesproken toen hij in Londen was. Peter Jackson heb ik nog nooit ontmoet. Ik zou hem graag een keer willen ontmoeten, maar hij woont zo ver weg [in Nieuw-Zeeland], haha.” Je zei ooit dat je een film met buitenaardse wezens wilde maken, omdat er toentertijd dusdanig veel zombiefilms waren uitgekomen of nog zouden uitkomen dat het je geen goed idee leek om een film met zombies te maken. “Toen ik dat zei, vond ik dat inderdaad, maar nu klinkt dat ironisch, als je nagaat dat er heden ten dage bij wijze van spreken wel miljoenen zombiefilms gemaakt worden! Maar uiteindelijk heb ik tóch nog een zombiefilm gemaakt, namelijk Doghouse. Maar ook was het zo, dat het concept van moorddadige buitenaardse wezens me meer aansprak. Zombies hebben geen denkvermogen en doen daarom zomaar wat, terwijl buitenaards wezens een doelgerichte, weloverwogen strategie kunnen hebben. Ook hebben buitenaardse wezens iets raadselachtigs over zich. Van de buitenaardse wezens in Evil Aliens weet je dat ze kwaadaardig zijn, maar niet waarom ze doen wat ze doen.” Bovendien zouden de meeste mensen het niet echt boeiend vinden om naar aardige aliens te kijken, met uitzondering van E.T. misschien. “Ja, E.T. is een alleraardigste alien, nietwaar? Lees je verhalen over ontmoetingen die mensen met aliens gehad zouden hebben en over aliens die mensen ontvoerd en/of lichamelijk onderzocht zouden hebben, dan zijn die wezens bijna altijd kwaadaardig van karakter. Vandaar dat we in Evil Aliens buitenaardse wezens ten tonele hebben gevoerd die rectaal onderzoek verrichten bij mensen en verminkingen toebrengen aan vee. Ik vond het leuk om splatstick te maken: een combinatie van splatter en slapstick.” Is het uiterlijk van de aliens op jouw aangeven tot stand gekomen? “O ja, volledig, want het was voor 100% mijn filmproject. Samen met Neil Jenkins maakte we conceptschetsen van de aliens. Neil ontwierp alle helmen van de aliens. Het grimeerwerk is verricht door Tristan Versluis en Tim Berry en medewerkers van het bedrijf dat zij toen net opgericht hadden. We wilden de helmen er ongeveer uit laten zien als die van de aliens in de Predator-films en het hoofd als een soort kwaadaardige versie van de klassieke grijsachtige alien met de grote zwarte ogen. Maar wel moest dit allemaal te doen zijn met het budget dat we tot onze beschikking hadden. Het was niet mijn bedoeling om van Evil Aliens een heel serieuze film maken. In het script had ik van alles gestopt waar ik in mijn tienerjaren dol op was. Veel mensen zeggen dat ze weg zijn van Evil Aliens vanwege de humor die erin zit. Die heb ik er zonder terughoudendheid en hopelijk ook op een enigszins anarchistische manier in verwerkt.” Waar vonden de opnamen plaats? “De opnamen in en om de boerderij vonden plaats in Fenland, in het oosten van Engeland, nabij de Noordzee. Een filmmaker met wie ik bevriend ben, Adam Mason, die onder meer The Devil’s Chair [2007] maakte, had ons aan die boerderij geholpen. Die was van de ouders van een van zijn beste vrienden. De buitenscènes op het eiland, waarin je de zee ziet, hadden we gefilmd we in Dorset, in zuidwest-Engeland. De beelden van de vloedgolven hadden we geschoten op Osea Island, dat niet ver van het stroomgebied van de Theems ligt. De vloedgolven die voorkomen in onder andere The Woman in Black [2012], Black Island [1979], Essex Boys [2000], Writers Retreat [2015], Creditors [2015] en Dogged [2017] zijn trouwens ook daar gefilmd, dus dat zijn beroemde vloedgolven. Voor de kust van Wales zijn ook wel vloedgolven, maar dat was te ver weg voor ons. Op Osea Island kon ik in een uur zijn, dus dat was veel beter. Hoewel de film zich grotendeels in Wales afspeelt, zijn we daar dus helemaal niet geweest, haha!” Emily Booth: actrice, tv-presentatrice en... horrorfan! Hoofdrolspeelster Emily Booth staat bekend als een enorme horrorfan. Betekent dit dat als ze een rol in een horrorfilm of horrorachtige film speelt, ze dit steeds met extra veel toewijding doet? “Ja, omdat ze zo’n grote horrorfan is, gaat ze steeds helemaal op in haar rol. Ze is dol op horrorfilms en houdt ervan om daarin te spelen. Ook is ze altijd meer dan bereidwillig om gegrimeerd te worden of in een scène te spelen waar een hoop bloed aan te pas komt. Er zijn acteurs en actrices die daar niet zo happig op zijn, maar zij vindt dat geen enkel probleem. Zij houdt daar juist van. Daardoor beleef ik aan het samenwerken met haar altijd veel plezier.” En ze is ook nog een prachtige vrouw om te zien! “Zeker, ook dat! Haar heb ik eveneens ontmoet op het kantoor van Redemption Films. Dat was voordat ze de titelrol speelde in de film Pervirella [1997] van Alex Chandon. Dat was de eerste film waarin ik haar zag. Ze was toen nog heel jong, volgens mij een jaar of achttien.” Derde samenwerkingsproject met Chris Adamson Evil Aliens is de derde film van je waarin Chris Adamson speelt. Hij is iemand met een uitermate krachtige uitstraling. “Ja, hij heeft een geweldige screen presence en is een ontzettend goede acteur. Hij heeft in een aantal grote producties gespeeld. Zo gaf hij gestalte aan Mean Machine in Judge Dredd, een film met Sylvester Stallone, en speelde hij in twee Pirates of the Caribbean-films. Toen ik castleden zocht voor Club Death, was er nog geen internet en deed ik een castingoproep via een castingnetwerk. Talloze acteurs en actrices zonden me toen per post hun cv en foto’s, onder wie Chris. Als hij niet meedeed aan een grote film, speelde hij regelmatig in studentenfilms, omdat hij het leuk vond om met beginnende regisseurs te werken. Ook zag hij dat als een mooie gelegenheid om bezig te blijven in zijn vakgebied.” Deed hij dat gratis? “Tegen onkosten. Voor Club Death vergoedde ik zijn tramkaartjes. Voor Razor Blade Smile en Evil Aliens werd hij wel betaald. Niet veel weliswaar, maar hij werd betaald. Hij was echt briljant in Club Death. Hij was een van de beste acteurs die ik tot dan toen ontmoet had. Maar ik kende toen nog maar weinig acteurs. Na mijn filmopleiding verhuisde ik naar London. In de wijk waar ik woonde, Camden Town, bleek ook Chris te wonen. Hij woonde niet ver van mij vandaan, waardoor ik hem wel eens tegenkwam. We raakten bevriend met elkaar en als ik aan iets nieuws begon vroeg ik hem of hij interesse had om daaraan mee te werken. Ook beval ik hem aan bij regisseurs met wie ik bevriend was, zoals Simon Hunter, waardoor hij in diens film Lighthouse een rol kreeg.” Zelfs als hij niet spreekt maakt hij al indruk. In Evil Aliens lijkt hij alleen maar wat te brabbelen. “Ja, dat vond hij schitterend om te doen! Zijn personage is zo krankjorum dat hij de meeste tijd maar wat aan het grommen is. Heel af en toe zegt hij iets in het Welsh. Maar dat zijn maar twee of drie zinnen. Welsh is een ingewikkelde taal. Ik beheers die taal niet. Op de momenten dat er in de film in het Welsh gesproken wordt, komen er Engelse ondertitels in beeld. Die vertaling is gedaan door mensen uit ons filmteam die uit Wales komen, waaronder actrice Jennifer Evans, en een van de special effects-medewerkers, Llyr Williams [die dus dezelfde naam heeft als Adamsons personage – TvR]. Twee van de drie boeren die in de film voorkomen zijn ook Welsh: Chris Thomas en Mark Richard Hayes. Chris Adamson is de enige van de drie boeren die niet Welsh is.” Aan de slag met Lance Henriksen en Doug Bradley Het verhaal van Pumpkinhead: Ashes to Ashes (2006), de derde van vier films die tot op heden gemaakt zijn rond de demon Pumpkinhead, ontvouwt zich in een dorpje in het zuiden van de VS (al vonden de opnamen in Europa plaats). Bewoners ontdekken dat de plaatselijke begrafenisondernemer, Bunt Wallace (Douglas Roberts), lichamen van hun dierbaren in een nabijgelegen moeras gedumpt heeft. Ze raken hierdoor zó uitzinnig van woede dat ze op zoek gaan naar een plaatselijke heks die in staat is om de wraakdemon Pumpkinhead op te roepen. Pumpkinhead ontwaakt en gaat op jacht naar iedereen die meewerkte aan de afschuwelijke praktijken. Daartoe behoort onder meer de excentrieke arts Doc Fraser (Doug Bradley), die een illegale orgaandonorhandel runt. Wanneer Fraser lucht krijgt van de wraakactie, stelt hij zich ten doel om al diegenen te vermoorden die daar achter zitten... Lance Henriksen speelt een kleine rol in Pumpkinhead: Ashes to Ashes. Hoe was het om met hem samen te werken? “Nou ja, Lance is gewoon een legendarische kerel met heel veel charisma. The Sci-Fi Channel [in 2009 omgedoopt tot Syfy] wilde zijn personage, Ed Harley, terugbrengen, zodat er een connectie zou zijn met de eerste film, waarin hij de hoofdrol speelde. Maar in het origineel was hij doodgegaan, dus de enige manier om hem terug te brengen was als een geest, iets waar ik zelf niet zo kapot van was. Ik vind het jammer dat ik niet wat uitgebreider met hem heb kunnen werken, want hij was maar een dag of twee op de set. Ook had ik graag buiten werktijd met hem gebabbeld, zodat ik zijn verhalen had kunnen horen. Een andere bijzondere acteur met wie ik aan deze film heb mogen werken is Doug Bradley, Pinhead uit de Hellraiser-films in hoogsteigen persoon, haha!” De Hellraiser-films behoren tot je favoriete films, nietwaar? “Ja, ik ben dol op de Hellraiser-films!” Over de eerste drie films heb je documentaires gemaakt. Daarvoor heb je onder meer Doug Bradley geïnterviewd, een paar jaar voordat je met hem aan de slag zou gaan met Pumpkinhead: Ashes to Ashes. “Ja, dat klopt. Voor de DVD van Hellraiser III: Hell on Earth hebben we Doug Bradley en regisseur Anthony Hickox uitvoerig gesproken. Ook hebben we audiocommentaar van beiden opgenomen. Toen Pumpkinhead: Ashes to Ashes op mijn pad kwam, dacht ik: ‘Zou Doug soms interesse hebben om hierin een rol te spelen?’ We stuurden hem het script toe en dat beviel hem. Hij was beschikbaar en ging met ons in zee. Hij nam de rol van Doc Fraser op zich. Zijn rol was vele malen groter dan die van Lance, die in feite niet meer dan een cameo was. Doug was enkele weken op de set, waardoor ik hem beter heb leren kennen. Hij is een steengoede acteur en een uiterst aimabel persoon. Hij was blij dat hij niet, zoals bij de Hellraiser-films, gegrimeerd zou hoeven te worden. Special make-up effects-ontwerper Gary Tunnicliffe, die aan onze film meewerkte, kende hij trouwens goed, want hij had Doug meermaals getransformeerd tot Pinhead. Als je goed kijkt, zie je achterin de studeerkamer van Doc Fraser de Lament Configuration-puzzeldoos uit de Hellraiser-films liggen. Speciaal voor de fans hebben we deze verwijzing naar Dougs beroemdste rol in de film gestopt.”
Medewerking aan 26-delige anthologiefilm ABCs of Death In de zombiekomedie Doghouse (2009) gaat een vriendengroep naar het platteland voor een drinkweekend om een van hen, Vince (Stephen Graham), over zijn scheiding heen te helpen. Ze belanden in het dorp Moodley, waar drie keer zoveel vrouwen als mannen wonen. Maar wat een paradijs lijkt, verandert al gauw in een nachtmerrie wanneer ze het aan de stok krijgen met een waar leger van zombirds: psychotische, manhatende vrouwelijke zombies, waaronder een vervaarlijk met scharen zwaaiende kapster (Emily Booth). (Het woord ‘bird’ is, à propos, slang voor ‘vrouw’.) Een paar jaar later werkte West mee aan The ABCs of Death (2012), een uit 26 deeltjes bestaande filmische bloemlezing waar de dood als rode draad doorheen loopt. De filmpjes hadden elk een titel die begon met een letter uit het alfabet. West had de S, met als resultaat S is for Speed. Daarin wordt Roxanne (Darenzia Elizabeth) in de woestijn achternagezeten door een figuur met een capuchon (Peter Pedrero), waarna zij een jonge vrouw die ze tegenkomt, Lulu (Lucy Clements), kidnapt en in de kofferbak van haar auto stopt. En dan komt ze zonder benzine te zitten... Hoe was het om S is for Speed te maken? “We schoten S is for Speed in de woestijn bij Los Angeles. Dat was een onvergetelijke ervaring. En dan mochten we ook nog acteur en stuntman Peter Pedrero in brand steken, midden in de woestijn, haha! Dan heb je toch geen normale werkdag, of wel dan?” Mocht je zelf een letter uit het alfabet kiezen? “Toen Doghouse in 2009 werd vertoond op het Fantastic Fest in Austin, Texas, benaderde producer Ant Timpson verscheidene filmmakers die daar waren of ze geïnteresseerd waren om aan The ABCs of Death mee te werken. Ook aan mij vroeg hij dat. Hij zei: ‘We zullen proberen om je de letter te geven die je wilt, maar geef ons drie opties om uit te kiezen.’ Ik gaf de producers drie letters en kreeg de letter die mijn eerste keus was, de S, dus dat was tof.” De X zou een lastiger letter zijn geweest om iets mee te doen, lijkt mij zo. “Xavier Gens had die letter. Hij maakte X is for XXL.” Mocht je zelf bepalen waar je segment over ging? “O ja, daar was je volkomen vrij in. In tegenstelling tot Midnight Peepshow hangen de verhalen niet met elkaar samen. Het zijn 26 verschillende korte films die geen enkel verband met elkaar vertonen, behalve dan dat ze elk een letter van het alfabet representeren. De enige restricties waren dat elk filmpje met het toegewezen budget van 5.000 dollar gemaakt moest worden en tussen de drie en vijf minuten lang moest zijn, al zitten er ook een paar filmpjes bij die iets langer of korter zijn. Eén filmpje duurt zo’n tien minuten, wat veel te lang was. Maar goed, het was een experiment, iets geks. Je kon letterlijk álles maken wat je maar wilde, zolang je maar binnen de grenzen van het budget bleef. Ik heb van mijn medewerking hieraan met volle teugen genoten, want ik wilde eens een keer iets doen wat ik nog nooit eerder gedaan had.” Doorwrochte documentaires over video nasties In 1978 kwamen in de Groot-Brittannië de eerste videorecorders op de markt. Door een maas in de wet werden op video uitgebrachte films, met uitzondering van erotische films, jarenlang niet beoordeeld door de Britse filmkeuring, waardoor ze ongecensureerd en zonder keurmerk verhuurd en verkocht konden worden. Begin jaren ’80 kantten in Groot-Brittannië almaar meer mensen en organisaties zich fel tegen verscheidene videofilms, vooral horror- en exploitatiefilms, vanwege de gewelddadige beelden die erin zaten. Zo ontstond in 1982 ophef over The Driller Killer (1979) van Abel Ferrara, ironisch genoeg door toedoen van de distributeur, Vipco, zélf. Deze adverteerde in enkele bladen met de affiche van deze film, waarin een menselijk hoofd wordt doorboord met een drilboor. Deze advertentie genereerde tientallen klachten. Enkele maanden later vond een soortgelijk incident plaats rond de Italiaanse film Cannibal Holocaust (1980) van Ruggero Deodato. De distributeur, Go Video, benaderde anoniem de activiste Mary Whitehouse, die in 1965 de pressiegroep National Viewers’ and Listeners’ Association (NVALA) had opgericht. De NVALA was tegen alle uitingen in de media die zij als schadelijk en/of aanstootgevend beschouwde. Met acties tegen deze ‘mediaverloedering’ hadden Whitehouse en de haren al meermaals het nieuws gehaald. Go Video rekende erop dat zij voor de nodige commotie, en daarmee gratis publiciteit, voor deze film kon zorgen. Whitehouse startte toen inderdaad een campagne tegen uitbreng en verspreiding van niet alleen dié film, maar álle videofilms met een in haar optiek verderfelijke inhoud. Zulke films noemde zij video nasties. Enkele invloedrijke Britse kranten, waaronder The Sunday Times en de Daily Mail, schaarden zich aan haar zijde. In diverse artikelen werd gewaarschuwd voor de effecten die gewelddadige videofilms zouden hebben op kijkers, en dan vooral kinderen. Enkele criminelen waren bereid te verklaren dat zij aangezet waren tot het plegen van hun misdaad na het zien van gewelddadige video’s – iets wat zij mooi dachten te kunnen gebruikten als verweer in hun rechtszaken. Whitehouse’s keiharde strijd, de ontbrande mediahype en de ontstane onrust onder de bevolking leidden ertoe dat distributeurs, verhuurders en verkopers van bepaalde films aangeklaagd konden worden en veroordeeld konden worden tot een boete en/of gevangenisstraf. Om autoriteiten te helpen te bepalen voor welke films dat gold, had de Director of Public Prosecutions (DPP), het Britse Openbaar Ministerie, een lijst opgesteld van films waarvan gemeend werd dat die in overtreding waren van de Obscene Publications Act 1959 (OPA), waarin de wetgeving rond obsceen materiaal was geregeld. Deze lijst werd regelmatig bijgewerkt en groeide daardoor in de loop der tijd. In totaal kwamen er 72 films op te staan. Wat als obsceen materiaal moest worden aangemerkt was voor de autoriteiten niet altijd even helder en veroorzaakte nogal wat verwarring. Daarom diende het conservatieve parlementslid Graham Bright in juli 1983 een wetsvoorstel in waarin werd gesteld dat ook niet-erotische videofilms zouden moeten worden gekeurd door de BBFC. Dat culmineerde in de invoering van de Video Recordings Act 1984, die op 12 juli 1984 aangenomen werd en op 1 september 1985 van kracht werd. Deze wet schreef voor dat voortaan alle videoreleases gekeurd moesten worden en alle eerder op video uitgekomen films binnen drie jaar onderworpen moesten worden aan een keuring. Hierdoor kon het gebeuren dat films die eerder ongecensureerd in de bioscoop en/of op video waren verschenen, verboden werden of in verkorte vorm – voor het eerst dan wel opnieuw – op video uitkwamen. Van de DPP-lijst met 72 titels werden er uiteindelijk 39 verboden. De overige 33 werden alsnog toegestaan, al dan niet met weglating van wat beelden. De 39 verboden titels vielen onder sectie 1 van de OPA, de overige 33 onder sectie 2. Later kwam de DPP met een lijst van nog eens 82 films. Deze vielen onder sectie 3 van de OPA. Hiervoor gold dat het niet kon komen tot vervolging wegens obsceniteit, maar deze films waren wel vatbaar voor inbeslagname onder een ‘minder obscene’ aanklacht. Ook konden ze worden vernietigd nadat distributeurs of handelaars ze hadden verbeurd. Distributeurs en handelaars werden niet berecht, behalve wanneer ze niet keurig met de autoriteiten meewerkten. Gaandeweg werd de BBFC echter steeds meegaander en sinds het begin van de 21e eeuw werden vrijwel alle films die eerder verboden waren verklaard vrijgegeven, vaak zelfs in onversneden vorm. Over de in de jaren ’80 gevoerde kruistocht tegen video nasties en daarmee gepaarde gaande mediahype, discussies, onrust en ophef maakte Jake West twee doorwrochte documentaires: Video Nasties – Censorship, Moral Panic and Videotapes (2010) en Video Nasties: Draconian Days (2014). De eerste documentaire belicht de toestanden rond de 72 films die op de eerste lijst van de DPP terecht waren gekomen. De tweede focust zich op de 82 films uit de latere lijst, al wordt hierin, begrijpelijkerwijs, ook nog teruggekomen op de films uit de eerste lijst. In beide documentaires komen zowel voor- als tegenstanders van video nasties aan het woord. In Video Nasties – Censorship, Moral Panic and Videotapes zien en horen we Britse filmmakers als Neil Marshall (The Descent, Doomsday) en Christopher Smith (Severance, Creep), scenarist en acteur Kim Newman (The Vault of Horror, Dr. Terror’s Vault of Horror), de eerder genoemde actrice en tv-presentatrice Emily Booth (Evil Aliens, Doghouse), anti-censuur- en anti-racismepleitbezorger prof. Martin Barker (die onder meer film- en televisiestudies doceerde) en moraalridders als James Ferman (BBFC-baas van 1975 tot en met 1999), voormalig politicus Graham Bright en, op archiefbeelden, actievoerster Mary Whitehouse. Ook Wests compagnon Marc Morris deelt zijn opvattingen over video nasties en geldt als een expert op dit gebied, want hij schreef er twee boeken over: The Art of the Nasty en Shock Horror – Astounding Artwork from the Video Nasty Era. Veel van de in deze documentaire voorkomende mensen zijn tevens te aanschouwen in het vervolg hierop, Video Nasties: Draconian Days. Ook zitten hierin interviews met mensen die ooit gearresteerd zijn wegens het bezitten, kopiëren of verhandelen van films die indertijd op de zwarte lijst stonden. Voor de camera komen ook enkele makers van deze films en organisatoren van festivals waar zulke films vertoond werden. Nucleus Films bracht beide documentaires op DVD uit als onderdeel van een box met drie discs, getiteld Video Nasties – The Definitive Guide en Video Nasties – The Definitive Guide Part 2. Hierop is verder onder andere van elk van de respectievelijk 72 en 82 films de trailer te zien. Featurettes over video nasties Over twee video nasties heeft West enkele featurettes gemaakt. Over de Amerikaanse horrorfilm The Evil Dead (1981) van Sam Raimi maakte hij in 2003 Evil Dead: Dead Good Marketing, Bruce Campbell: Geek or God? (Campbell speelde de hoofdrol in de film) en The Living Love the Dead! The Evil Dead verscheen in het Verenigd Koninkrijk begin jaren ‘80 in gecensureerde vorm in de bioscoop, werd in 1990 in een twee minuten kortere versie op video uitgebracht en in 2001 in volledige vorm op de Britse markt gebracht. Whitehouse noemde The Evil Dead “de weerzinwekkendste video nasty van allemaal”. Bright verklaarde in die periode dat de film zó gevaarlijk was, dat hij niet alleen volwassenen en kinderen mentale schade kon berokkenen, maar ook, geloof het of niet, huisdieren! Over de Britse sf-/horrorfilm Xtro (1982) van Harry Bromley Davenport maakte hij in 2018 Beyond Xtro, Loving the Alien: A Trubute to Philip Sayer (Sayer was de hoofdrolspeler in de film), Xploring Xtro en The World of Xtro. Xtro is in het Verenigd Koninkrijk zowel in de bioscoop als later, in 1987, op video uitgekomen. De film was door de DPP op de tweede video nasties-lijst gezet vanwege een verkrachtingsscène door een buitenaards wezen en de buitengewone geboortescène die dit tot gevolg had. Totstandkoming van de twee video nasties-documentaires Hoe ontstond het idee om twee documentaires over video nasties te maken? “Ik had de periode waarin talloze videofilms verboden of gecensureerd werden bewust meegemaakt, terwijl Marc Morris twee boeken over video nasties geschreven had. Omdat het onderwerp ons allebei fascineerde, spraken we er vaak over met elkaar. Op een gegeven moment besloten we om er een documentaire over te maken en later nog eentje, omdat we het een reuze interessant verhaal vonden om te vertellen. Severin Films heeft ooit een documentaire over video nasties op de markt gebracht, maar die was meer vanuit het gezichtspunt van de filmindustrie gemaakt. Wij wilden vooral laten zien wat het verbod op en de censuur van die films gedaan had met kijkers, fans en filmmakers die dat meegemaakt hadden. Ook wilden we iets maken dat weergaf hoe wij beiden het opgroeien in die jaren ervaren hadden. Daar hebben we zo’n drie jaar aan gewerkt. Wat mij zeer verraste was dat er zo ontstellend veel belangstelling voor was.” Wat vond je zelf in de jaren ’80 van de kritiek op video nasties? “Ik was het faliekant oneens met wat er in de kranten werd geschreven en op tv werd gezegd over video nasties, bijvoorbeeld door pressiegroepen als die van Mary Whitehouse, die de media gewiekst wisten te bespelen. Gewelddadige videofilms zouden aanzetten tot wangedrag en zouden geestelijke schade berokkenen bij kinderen. Hierdoor brak er morele paniek uit onder de bevolking. Toen gingen ook de politici zich ermee bemoeien en ontpopten zij zich als moraalridders. Mary Whitehouse had de films die ze verboden verklaard wilde hebben niet eens gezien. In je eerste documentaire over video nasties zegt ze op archiefbeelden: “Ik hóef die films niet te zien om te weten hoe vreselijk ze zijn!” “Mary Whitehouse moest niets hebben van horrorfilms, en dat mag, maar ze vertegenwoordigde wel veel mensen. Als zij en haar medestanders geen horrorfilms wilden zien, waarom zouden anderen daar dan niet naar mogen kijken? Door onder meer te beweren dat die films slecht zouden zijn voor de kinderziel probeerde ze de maatschappij te manipuleren. Ik vond het allemaal klinkklare onzin, één grote leugen! Voor onze twee documentaires over video nasties hebben we enkele professoren gesproken en door hen werden de beweringen over de negatieve invloed die van die films zou uitgaan ongegrond verklaard. In 1984 werd de naam British Board of Film Censors veranderd in British Board of Film Classification, om aan te geven dat zij zich veel meer bezighouden met keuring dan censuur, waarna ze juist meer dan ooit aan het censureren sloegen! Toen de eerste films op video uitkwamen, kregen alleen bioscoopfilms te maken met censuur, videofilms niet, want voor videofilms was het ongereguleerd. Daarom was het ook zo spannend om naar die films te kijken. Er zaten namelijk films bij die je anders nooit te zien zou hebben gekregen, aangezien ze voor de bioscoop gegarandeerd afgekeurd zouden zijn.” Verbod en censuur wakkeren interesse in video nasties juist aan Van de 72 films die op de eerste lijst van de DPP stonden, mochten er 33 uiteindelijk toch op video uitgebracht worden, al dan niet in verkorte vorm. Toch werden verschillende van die vrijgegeven films in beslag genomen. Hoe was dat mogelijk, als deze films niet langer verboden waren? “Dat kwam enerzijds doordat er in die tijd, toen er nog geen internet was, veel verwarring was in de informatiestroom tussen politie en rechtbanken. En anderzijds doordat veel mensen die zich in verschillende delen van het land beklaagden over bepaalde videofilms de status van die films niet kenden. Met als gevolg dat verschillende politiekorpsen films in beslag namen waarvan ze dachten dat ze verboden waren. In beslag genomen films die niet illegaal bleken te zijn, konden worden teruggegeven. Als een handelaar niet bekend was met de regulering rond video nasties, kon deze nog steeds een verboden titel te huur of te koop hebben staan in zijn of haar winkel. Handelaars werden geacht alle films waarvoor ze vervolgd konden worden te vernietigen. Vanaf het moment dat de Video Recordings Act 1984 in werking trad moesten alle videofilms officieel worden ingediend bij en gekeurd worden door de BBFC, waardoor allerlei films niet langer verhuurd en verkocht mochten worden, of alleen in gecensureerde vorm. Daardoor kon uit een film die je een jaar eerder gezien had zomaar een minuut of tien verdwenen zijn! Dat er films gecensureerd werden, was nog niet het grootste probleem. Veel erger was dat er films verboden verklaard werden en dus niet gezien konden worden. Maar het ironische van dit alles was dat bij menigeen, waaronder bij mij, de behoefte om verboden films en onversneden versies van films te zien er alleen maar door werd aangewakkerd én hierdoor de interesse in horrorfilms flink toenam. Veel mensen waren erop gebrand om die films te pakken krijgen en zochten daar soms jaren naar. Daar zaten heel sterke films bij als The Evil Dead en The Last House on the Left [1972], maar ook regelrechte bagger als Frozen Scream [1975], haha! The Evil Dead wilde ik dolgraag zien, omdat iedereen zei dat hij briljant was. En toen ik hem eenmaal zag, kon ik niet begrijpen waarom hij niet verhuurd of verkocht mocht worden, want ik vond het een ijzersterke en onderhoudende film. Die film heeft me enorm geïnspireerd, ook omdat ik wist dat Sam Raimi negentien jaar was toen hij hem maakte. Ik was destijds een jaar of veertien en dacht: ‘Hé, misschien kan ik ook ooit zoiets maken.’ De mensen die over films als deze een verbod hadden uitgesproken, hadden dat gedaan omdat ze daarin dingen gezien hadden waar zij zélf afkerig van waren. Waar ze bij The Evil Dead vooral over vielen was de verkrachtingsscène met bezeten boomtakken. Sam Raimi heeft gezegd dat hij dat als negentienjarige wel geinig vond, maar dat hij nu, als oudere filmmaker, zo’n scène waarschijnlijk niet meer zou opnemen. Juist omdat hij zichzelf op zijn negentiende geen enkele censuur had opgelegd is het zo’n goede film geworden. Een video nasty die mij in diezelfde periode meer angst aanjoeg en harder aankwam was The Last House on the Left van Wes Craven, die ik een geweldige filmmaker vind, omdat deze over zwaardere onderwerpen gaat: verkrachting en wraak. Die film vond ik een stuk moeilijker te verteren.” Omdat datgene wat je daarin ziet echt zou kunnen gebeuren? “Ja, exact! Je voelt je bij het zien van die film heel wat ongemakkelijker dan bij het zien van The Evil Dead. Voor de filmkeuringsleden die beide films verboden hadden waren dit echter precies dezelfde soort films. Terwijl The Last House on the Left en I Spit on Your Grave [1978] toch écht heel anders zijn dan The Evil Dead en Dead and Buried [1981]. Dat al die films over één kam werden gescheerd, ging dan ook elke logica te boven.” Zaten er films bij die je erbarmelijk slecht vond? “Er zaten films bij met extreem heftige beelden. Zo zitten er in Cannibal Apocalypse [1980] scènes waarin échte dieren mishandeld en gedood worden. [Dit was gedaan met een rode neusbeer, slingeraap, varken, schildpad, slang en tarantula. – TvR] Daar moet ik niets van hebben, want als je dat doet ben je niet goed bij je hoofd. Dat kun je geen entertainment meer noemen. Daar hoort keihard paal en perk aan gesteld te worden. Van goede special make-up effects kan ik genieten, maar niet van dit soort beelden, omdat ze écht zijn. Maar deze film stamt uit een tijd waarin er vrij veel mondo-achtige films gemaakt werden waarin scènes van dit soort allooi voorkwamen, zoals Faces of Death [1978], hoewel het merendeel van de beelden daarin niet echt, maar gefingeerd is. Wél echt in Faces of Death zijn onder meer de beelden waarin een man zichzelf neerschiet en die zijn echt afschuwelijk. [Mondo-films zijn documentaires en pseudodocumentaires met een sensationeel en exploitatief karakter die zich doorgaans in de derde wereld afspelen. – TvR] En dan had je nog films met nazi’s die nogal onsmakelijke beelden bevatten, zoals The Beast in Heat [waarin een vrouwelijke SS-officier/-arts een beestachtige mutant creëert die ze inzet om gevangenen te martelen en die ook bekend staat als SS Hell Camp, 1977]. Die films zijn nog altijd verboden in Groot-Brittannië en zullen dat gegarandeerd ook blijven. Maar wie dat wil, kan het gros van deze films zien, want ze zijn op internet te vinden. In het pre-internettijdperk kostte het je soms wel tien jaar voordat je erin slaagde om een verboden film te bemachtigen, maar vandaag de dag gaat dat allemaal stukken makkelijker.” Waar kun je verder niet of niet goed naar kijken? “Scènes waarin necrofilie gepleegd wordt, omdat ik daarin niet geïnteresseerd ben. Zulke beelden hoef ik niet te zien. Verder zijn er films waar ik niets om geef, zoals dat voor iedereen geldt. Hoe extremer en subversiever een film is, hoe kleiner doorgaans het kijkerspubliek is. Als je bijvoorbeeld een ongemeen gruwelijke martelhorrorfilm maakt waar moeilijk naar te kijken valt, dan kun je dat niet direct een mainstreamfilm noemen, haha! In algemene zin vind ik dat als iemand een film voor volwassenen maakt en niets illegaals doet, zo’n film gemaakt moet kunnen worden. Want ik ben tegen filmcensuur! Iedereen heeft zo zijn of haar grenzen. Sommigen vinden dat de Hellraiser-films te ver gaan, omdat deze gaan over zaken als de duistere kant van seksualiteit. Met name de eerste film is waarlijk stevige kost! Niet iedereen kan daar tegen, maar veel horrorfans houden daar juist van. Bij iedereen ligt dat weer anders.” Na Hellraiser verscheen het ene na het andere vervolg. Had je op een gegeven moment niet zoiets van: “Nu is het wel genoeg geweest”? “Het probleem was dat de vervolgen bij lange na niet zo goed waren als het origineel. Ik zou het liefst vervolgfilms willen zien die qua niveau zijn zoals de eerste, door Clive Barker geregisseerde film [die gebaseerd was op zijn boek The Hellbound Heart]. De eerste drie films vind ik de beste. Onlangs verscheen de remake, die ook wel reboot wordt genoemd. Ik heb de film nog niet gezien, maar afgaande op wat ik erover gelezen en gezien heb lijkt hij me interessant. Hierin is een vrouwelijke versie van Pinhead te zien. Jamie Clayton, die deze rol vertolkt en bekend is van de tv-serie Sense8 [2015 - 2018], ziet er goed uit. De film werd onlangs in de VS uitgebracht op het streamingkanaal Hulu van Disney+. Wie had ooit kunnen denken dat Disney zo’n film zou omarmen! [Deze film, net als het origineel Hellraiser getiteld, is een Amerikaans/Servische, door David Bruckner gemaakte film die vanaf 7 oktober 2022 via de streamingdienst Disney+ Star Nederland te zien zou zijn, maar dat is niet doorgegaan. – TvR]” Midnight Peepshow: duistere anthologiefilm In de anthologiefilm Midnight Peepshow worden elementen uit het bekende boek Alice in Wonderland in een duister jasje gestoken. Ludovica Musumeci regisseerde de raamvertelling, terwijl Airell Anthony Hayles, Andy Edwards en Jake West elk één van de tussenliggende verhalen voor hun rekening namen. In deze horrorachtige thriller runt in de achterbuurten van Soho ‘Madame’ (Chiara d’Anna) een peepshow die een tikkeltje anders is dan de doorsnee peepshow. De dames die door hier door een kijkgat begluurd kunnen worden voeren namelijk geen striptease-act op, maar brengen bij klanten hun diepste angsten naar boven. Op een vanavond brengt Graham (Richard Cotton) een bezoekje aan dit etablissement. Hij is een gladde, opportunistische zakenman die de grootste aandeelhouder is van The Black Rabbit, een website op het verborgen gedeelte van internet, het dark web. Deze website is bedoeld voor mensen die extreme, vaak seksueel getinte fantasieën werkelijkheid willen laten worden. En dat heeft hem niet bepaald windeieren gelegd! Maar details over deze scabreuze website heeft hij nooit willen weten. Daar komt die avond verandering in, wanneer drie peepshowdanseressen hem stuk voor stuk vertellen dat ze door het bezoeken van The Black Rabbit iets afgrijselijks hebben meegemaakt. En daar is hij in feite medeschuldig aan! In het eerste verhaal, Personal Space van Hayles, zien we Alice (Roisin Browne) in de tijd dat ze met haar man (David Wayman) boven een nachtclub woonde. Tijdens een van hun nachtelijke ruzies valt een vreemde man (Ocean M. Harris) hun woning binnen. Vervolgens nemen de gebeurtenissen een verrassende wending – met grote gevolgen. In Fuck, Mary, Kill van Andy Edwards keren we terug naar de dag waarop Helen (Miki Davis) als bruid gewond was geraakt. We zien dat ze in een ruimte zit met drie jongens waar ze ooit iets mee had gehad en die geen van allen lieverdjes zijn (Jack Fairbank, Jamie Bacon en Derek Nelson). Ze dragen alle vier een elektrische halsband. Via een luidspreker wordt Helen door de Game Master (stem van Zach Galligan) gedwongen om een ziek, intens en levensgevaarlijk spel te spelen met elk van de mannen. In The Black Rabbit van Jake West is het de beurt aan Isabel (Sarah Diamond) om haar relaas te doen. Dat begint een jaar eerder. Als echtgenote van Graham stuit zij op The Black Rabbit en besluit om daar eens een kijkje te gaan nemen. Dat brengt haar op een idee: ze vraagt Graham om haar te betalen voor seks in de hoop daarmee hun huwelijk nieuw leven in te blazen. Waarna er iets gebeurt waarop ze totaal ze niet was voorbereid: ze belandt in het ‘konijnenhol’... Als een rode draad door Midnight Peepshow loopt The Black Rabbit. Deze website biedt mensen de mogelijkheid om hun diepste duistere verlangens uit te laten komen, nietwaar? “Ze kunnen inderdaad zulke verlangens kenbaar maken, maar ze worden wel in de gaten gehouden door de mensen achter de website. Het eigenlijke doel van The Black Rabbit is om de ziel van bezoekers in bezit te krijgen. De film gaat over de angst voor technologie, het gebruik van internet en de bereidheid van mensen om tegen betaling dingen te doen, zonder zich te realiseren dat ze daaraan wel eens ten onder zouden kunnen gaan. The Black Rabbit is in feite de duivel, waaraan mensen hun ziel verkopen. We hebben de website de naam The Black Rabbit [Het Zwarte Konijn] gegeven omdat we graag wilden spelen met metaforen naar Alice in Wonderland, waarin Alice uit nieuwsgierigheid een wit konijn achtervolgt [en daarna in een konijnenhol valt en in Wonderland belandt]. In de film volgen mensen ook een konijn, zou je kunnen zeggen, maar dan een zwart konijn. Zij doen dat echter met heel andere beweegredenen, namelijk om hun duistere driften te bevredigen. [In het Engels betekent een wit konijn achtervolgen het onmogelijke, een fantasie of een droom najagen. – TvR] In de hele film zitten verwijzingen naar Alice in Wonderland. Zo is de vrouw met de kettingzaag een enge weergave van de Cheshirekat. Op de website zie je een konijnenhol en andere elementen uit Alice in Wonderland. Het konijnenhol in vallen is een metafoor voor iets waar je steeds dieper in wegzakt, bijvoorbeeld iets waardoor je geobsedeerd raakt of waaraan je verslaafd raakt.” Omdat de film door vier mensen geregisseerd is, moesten zij natuurlijk met elkaar samenwerken en alles goed met elkaar afstemmen. Was dat een intensief proces of viel het mee? “Het ging goed. Een van de producers, Airell Anthony Hayles, die het eerste verhaal, Personal Space, regisseerde, bedacht het concept voor Midnight Peepshow. Hij legde het aan mij voor en vroeg me of ik interesse had om een van de segmenten te maken.” Kenden jullie elkaar? “Ja, we kenden elkaar. Omdat hij een liefhebber van mijn werk is, benaderde hij mij. Ik zei dat zijn plan om een film rond seksuele fantasieën te maken mij wel aansprak. Ik had het idee dat een dergelijk obscuur onderwerp vast een provocerend en interessant verhaal zou opleveren. Ik was binnengehaald om het segment The Black Rabbit te maken, maar samen met Airell werkte ik ook aan het script voor de raamvertelling, omdat ik wilde dat alles goed op elkaar aansloot. Zo keken we hoe we het middelste, ietwat lichtvoetiger segment, Fuck, Mary, Kill van Andy Edwards, die zelf het scenario daarvan geschreven had, op passende wijze konden verbinden met onze twee, wat zwaardere ‘gangen’ van het ‘menu’. Ludovica Musumeci maakte het team compleet; zij regisseerde de raamvertelling. Ik vond het een interessant samenwerkingsproject, want terwijl ik me concentreerde op mijn aandeel, was ik benieuwd naar datgene waar de anderen mee zouden komen.” Als vier regisseurs aan één film werken, kun je vier visueel verschillende bijdragen krijgen. Hoe is dat ondervangen? “We werkten alle vier met de dezelfde crewleden. Daardoor hadden we allemaal dezelfde cameraman. Ook gebruikten we dezelfde lenzen. Het was niet zo, dat elke regisseur een filmpje maakte en de vier filmpjes daarna samengevoegd werden. Nee, er was één opnameperiode, net als bij een film die door één persoon geregisseerd wordt. Op bepaalde momenten maakte de ene regisseur plaats voor de andere. Het was een interessante ervaring om mee te werken aan een film in het anthologieformaat, maar meer nog om op deze manier eer te bewijzen aan oude films die in deze vorm gemaakt zijn, zoals films uit de jaren ’70 van de Britse productiemaatschappij Amicus. Mijn favoriete anthologiefilm is Dead of Night, een Britse film uit 1946, omdat alle verhalen op een of andere manier met elkaar verband houden en door de makers vakkundig met elkaar verweven zijn. Dat gevoel van connectie wilden wij ook oproepen.” Maar is er wel een markt voor anthologiefilms? “Volgens mij is er een markt voor alles wat interessant is. Er zijn niet veel films die over seksuele fantasieën gaan. Dat maakt deze film, vind ik, gedurfd en pittig – en daardoor interessant.” Je bent geïnterviewd voor de nog niet uitgekomen Britse documentaire Into the Dark: Exploring the Horror Film van Johanna Wartio McEvoy. Heb je het eindresultaat al gezien, of een ruwe versie daarvan? “Die documentaire is al minstens vijftien jaar geleden opgenomen en daar hebben ze tal van mensen voor geïnterviewd, maar hij is nooit afgemaakt. Sindsdien verkeert de documentaire in de postproductiefase. En zolang er niemand opstaat om hem te voltooien blijft dat zo. Misschien verrassen ze ons op een dag en komt hij ineens uit!” Nadere informatie www.nucleusfilms.com www.razorreel.com Ton van Rooij
Jake West over de remake/reboot van Hellraiser (2022): “Wie had ooit kunnen denken dat Disney zo’n film zou omarmen!”
1 Opmerking
24/1/2023 18:02:56
Fantastisch uitgebreid interview, gelardeerd met schitterende foto's! Ik denk dat ik maar eens een paar filmtrailers probeer op te snorren nu ...
Antwoorden
Laat een antwoord achter. |