OOTW sprak met Bruno Lowagie over zijn bijdragen aan de verhalenbundel 'Bang voor spoken?'27/10/2024 Bruno Lowagie Hoe kwam je verhaal voor Bang voor spoken? tot stand? Kan je iets zeggen over de inspiratiebron(nen)?
Ik kreeg de vraag om spookverhalen te horen op het moment dat ik een inventaris aan het maken was van alle kortverhalen die ik ooit schreef. Rond 2019 schreef ik 52 weken lang elke week een kort verhaaltje als inzending voor de wekelijkse schrijfopdracht. Daar zaten vaak minder goede verhalen tussen, maar ook een aantal verhalen die ik later uitwerkte tot verhalen die ikzelf best goed vind, zoals ‘Seance’ (opdracht #256 met als thema ‘zomers kampvuur’) en ‘Schrijnwerk’ (opdracht #267 met als thema ‘griezelige verbouwing’). ‘Seance’ (~950 woorden) is gebaseerd op een anekdote die een collega me in de jaren ’90 vertelde. Ze was in 1993 met vrienden op vakantie gegaan en tijdens die vakantie is iets voorgevallen waar ik een fictief verhaal rond gebouwd heb. Het jaartal waarin het zich afspeelt is van groot belang. Het was een tijd waarin mensen op vakantie zich totaal af konden sluiten van de rest van de wereld: er waren toen immers nog geen smartphones waarmee we 24/7 het nieuws konden volgen. ‘Schrijnwerk’ (~350 woorden) gaat over een man die vermoedt dat zijn vrouw een heks is. Hij heeft al het schrijnwerk in zijn appartement vernieuwd, maar nog lijkt het er te spoken. Het onderwerp inspireerde me, dus schreef ik nog twee bijkomende verhaaltjes, speciaal voor de bundel: ‘Kattenkwaad’ en ‘Dode mensen’. ‘Kattenkwaad’ (~600 woorden) gaat over een man die zijn nieuwe buurvrouw wil leren kennen. De eerste ontmoeting wordt helaas op gruwelijke wijze verstoord. Wie van katten houdt, slaat dit verhaal best over. In ‘Dode mensen’ (~800 woorden) trekken twee vriendinnen na hun laatste examen naar een vakantiehuisje in de Ardennen. Daar blijkt dat een van hen over een soort zesde zintuig beschikt: ze kan dode mensen zien. Het gaat hier telkens om zeer korte verhaaltjes die bedoeld zijn als afwisseling tussen de langere verhalen door, maar terwijl Finn de bundel aan het samenstellen was, was hij op zoek naar nog meer variatie. Zo ontstond het ‘Spookdiagram’ dat niet echt een verhaal is, maar een leuke opener voor het boek. Ik vertoef elk seizoen een paar weken in Los Gatos, Californië. Dat is niet zover van San Jose waar ik vaak langs Winchester Boulevard passeer. Die laan is genoemd naar de uitvinder van het Winchester geweer en je vindt er ook het Winchester Mystery House waar zijn weduwe, Sarah Winchester woonde. Vandaag is het een toeristische attractie en kan je griezelige rondleidingen krijgen in dit ‘spookhuis’. Dat werd meteen de inspiratie voor ‘De ballade van Sarah Winchester.’ Op het allerlaatste moment werd ook nog ‘De interventie’ (~800 woorden) toegevoegd aan de selectie. Ik schreef dat verhaal voor de Baarnse Literatuurprijs 2024 met als thema ‘Het gastenboek’. Ik stond op het punt dit verhaal in te sturen, toen ik ontdekte dat het reglement inzendingen uitsloot van ‘gepubliceerde auteurs’. Het verhaal gaat over een ouder koppel dat voor hun gouden huwelijksjubileum een feest willen organiseren. Vera maakt zich zorgen over Herbert, wanneer die een aantal overleden vrienden op de gastenlijst wil zetten. Vind je jouw verhalen qua genre ‘pure’ spookvertellingen, of gaat het om een mengeling van genres? In elk verhaal komt minstens één geest aan bod, al staat die geest meestal niet centraal in het verhaal. In ‘Seance’ roept een vriendengroep een geest op met een Ouija-bord, maar is het vooral mijn bedoeling om over de relaties tussen die vrienden te vertellen. ‘Schrijnwerk’ is als verhaal te kort om een echt thema in uit te werken; het is vooral grappig bedoeld. Vaak zet ik een verhaal op als een karakterschets. In ‘De interventie’ schets ik een koppel waarvan de man aan dementie lijkt te lijden. In ‘Kattenkwaad’ observeer ik een alleenstaande man die zijn nieuwe buurvrouw wil versieren. Als lezer weet je meteen dat hij niet veel kans zal maken, maar het spook zorgt ervoor dat elke mogelijke relatie in de kiem gesmoord wordt. ‘Dode mensen’ lijkt geïnspireerd op de film ‘The Sixth Sense’ maar heeft ook een persoonlijke betekenis. Doordat mijn ouders allebei werkten, bracht ik als kind veel tijd in de winkel van mijn grootouders door. Ik weet niet of ze me voor de gek hielden, maar die vertelden me dat ik als kind de dood van een paar klanten had voorspeld. Ik zou dingen gezegd hebben als: ‘Het is jammer dat die klant nooit meer terug zal komen.’ Dat klonk hen vreemd in de oren uit de mond van een kind van vier of vijf jaar oud, maar het werd pas helemaal vreemd toen ze hoorden dat de mensen waar ik het over had binnen de week overleden waren. Schrijf je vaker spookverhalen of was dit je eerste spookvertelling? Ik begin zelden aan een verhaal met het idee: vandaag ga ik eens een spookvertelling schrijven. Toch gebeurt het af en toe dat ik een geest of een spook opvoer, bijvoorbeeld omdat een stem vanuit het graf het verhaal kan kruiden. Denk bijvoorbeeld aan de geest van de vader in Shakespeares Hamlet. Dat is geen spookverhaal pur sang, maar de geest vervult wel een belangrijke rol in het toneelstuk. Lees je wel eens spookverhalen? Zoja, welk spookverhaal liet een grote indruk na? Ja, maar vaak schiet ik in een lach op momenten die bedoeld zijn om angst aan te jagen. De meeste ‘spookverhalen’ die ik zelf schrijf, zijn dan ook vaak eerder humoristisch dan griezelig. Ik herinner me wel hoe ik als zeventienjarige een bundel met verhalen van Edgar Allan Poe las, en hoe ‘Het masker van de rode dood’ een blijvende indruk naliet. Ik ben ondertussen 54 geworden en ik kan me nog het moment voor de geest halen toen ik dat verhaal las. Enerzijds de griezelige aspecten ervan, maar anderzijds ook de diepere betekenissen, zoals de illusie van veiligheid, de manier waarop een elite zich onaantastbaar waant, de impact van terreur… Zijn deze verhalen eerder gepubliceerd? Zijn ze voor publicatie ook vertaald? Ruwe, ongeëditeerde versies van ‘Seance’ en ‘Schrijnwerk’ zijn vast nog te vinden in de archieven van het forum van Schrijvenonline. De andere verhalen zijn nergens eerder in het Nederlands verschenen. Er bestaat een Engelse versie van ‘Seance’ die ook online werd gepubliceerd op Reedsy, maar die is minder sterk omdat ik de identiteit van het spook moest veranderen. Je moet het Nederlandstalige verhaal lezen om te weten wat ik daarmee bedoel. Ik vertaalde ‘De interventie’ en ‘Kattenkwaad’ naar het Engels als ‘The intervention’ en ‘Look What the Kid Dragged In’, maar die werden nog niet gepubliceerd. Ik stuurde ze naar Amerikaanse uitgevers, maar van een van die verhalen wacht ik al meer dan 200 dagen op een antwoord (op de site staat dat zo’n lange wachttijd niet ongebruikelijk is). Met welk schrijfproject ben je momenteel bezig? Ik werk momenteel samen met Finn Audenaert aan een eigen verhalenbundel die normaal gezien in de eerste helft van volgend jaar bij Poespa Producties verschijnt. Waar vinden we jou online? Ik heb een eigen website: lowagie.com Ik schreef ook een soort Short Story Management System dat ik gebruik om mijn kortverhalen te beheren. Wie inlogt, kan er een lijst van al mijn verhalen terugvinden en heeft ook toegang tot de Word-documenten met verschillende versies van de verhalen. Wie geen login heeft, heeft slechts een beperkte toegang, waarbij dit de meest interessante pagina’s zijn: ● Een overzicht van mijn boeken: https://lowagie.com/books ● Een overzicht van mijn publicaties: https://lowagie.com/portfolio/publications/ ● Een overzicht van mijn resultaten in schrijfwedstrijden: https://lowagie.com/portfolio/contests/ ● Een overzicht van schrijfwedstrijden die ik won: https://lowagie.com/portfolio/contests/index.php?selection=1 De spookverhalenbundel Bang voor spoken? verschijnt in september 2024 bij uitgeverij Poespa Producties (Gent). Deze bundel bevat verhalen, gedichten en essays van: Bruno Lowagie - Karel Smolders - Finn Audenaert - Tais Teng - F.P.G. Camerman - Martine Pauwels - Ruben De Baerdemaeker - Guido Eekhaut - Laura Scheepers - Charles van Wettum - Frank Roger - Jaap Boekestein - Eveline van Dienst - Liesbeth Jochemsen - Luc Vos - Tim Therry - Sabina Nina Stepanovic / Rose N Storm - Luc Geeraert - Laura Scheepers - Mike Jansen - Marceline de Waard - Johan Klein Haneveld - Frank Beckers - Hervé Suys - Katrien Ricart - Isabelle Plomteux - Peter De Backer - Eddy C. Bertin en Brenda Bertin - Frank Beckers - Patrick Van de Wiele samensteller: Finn Audenaert coverillustratie: Felix Bosschaert, omslagontwerp: Johnny Bekaert Meer info: https://www.johnnybekaert.be/poespa-uitgaven-bang-voor-spoken.html
0 Opmerkingen
Peter De Backer Hoe kwam je verhaal voor Bang voor spoken? tot stand? Kan je iets zeggen over de inspiratiebron(nen)? Het is in een verhaal dat ik een paar jaar geleden schreef. Oorspronkelijk was er één spook. Bij het herschrijven is er een tweede spook bijgekomen Kan je de hoofdpersoon aan je lezer voorstellen? Een spook dat al jaren inwoont bij een gezin. Het ziet veel onrecht, maar kan niets doen omdat het, op de hond na, door niemand wordt waargenomen. Vind je jouw verhaal qua genre ‘puur’ een spookverhaal, of gaat het om een mengeling van genres? Zoja, welke genres? Het is ook een schets van een gezin waar het niet zo goed loopt. Schrijf je vaker spookverhalen of was dit je eerste spookvertelling? Dit was mijn eerste spookverhaal. Of ik er nog schrijf, zal de tijd moeten uitwijzen. Lees je wel eens spookverhalen? Zoja, welk spookverhaal liet een grote indruk na? The Canterville Ghost van Oscar Wilde vind ik een heel knap en origineel spookverhaal. Met welk schrijfproject ben je momenteel bezig? Korte verhalen. Waar vinden we jou online? Op de website van Poespa Producties. (Nvdr: zie helemaal onderaan de webpage.) De tram naar Oz is het derde deel van Peters trilogie Achter een Gentse gevel, hier te koop bij Poespa Producties.
De spookverhalenbundel Bang voor spoken? verschijnt in september 2024 bij uitgeverij Poespa Producties (Gent). https://www.johnnybekaert.be/poespa-uitgaven-bang-voor-spoken.html Deze bundel bevat verhalen, gedichten en essays van: Bruno Lowagie - Karel Smolders - Finn Audenaert - Tais Teng - F.P.G. Camerman - Martine Pauwels - Ruben De Baerdemaeker - Guido Eekhaut - Laura Scheepers - Charles van Wettum - Frank Roger - Jaap Boekestein - Eveline van Dienst - Liesbeth Jochemsen - Luc Vos - Tim Therry - Sabina Nina Stepanovic / Rose N Storm - Luc Geeraert - Laura Scheepers - Mike Jansen - Marceline de Waard - Johan Klein Haneveld - Frank Beckers - Hervé Suys - Katrien Ricart - Isabelle Plomteux - Peter De Backer - Eddy C. Bertin en Brenda Bertin - Frank Beckers - Patrick Van de Wiele samensteller: Finn Audenaert coverillustratie: Felix Bosschaert, omslagontwerp: Johnny Bekaert Patrick Van de Wiele, SF-café Leuven 11/2022 Uit je essay blijkt duidelijk je liefde voor muziek. Wat zijn jouw eerste muzikale herinneringen? Van welke muziekgenres houd je het meest?
Ik kreeg de liefde voor muziek doorgegeven via mijn vader. Hij luisterde tijdens de sixties naar de radio en nam liedjes op met bandopnemer en microfoon. In 1968 was ik de eerste van de klas, en voor mijn Nieuwjaar kreeg ik mijn eerste platenspeler. Mijn eerste single werd ‘Eloïse’ door Barry Ryan. Zo bleven we elke week singles en elpees kopen. Tot ik in 1974 mocht uitgaan en in de dancings de soulmuziek leerde kennen, tegelijk met de opkomst van de discomuziek. Mijn vader en ik beslisten dan om bijna alles te verkopen en ons te specialiseren in soul & disco. In 1976 is daar bij mij jazz bijgekomen, en dat zijn nog steeds mijn twee voorkeuren. Heb je veel zoekwerk gehad bij het speuren naar ‘spooky songs’ of kende je zowat alle nummers al? Welk is jouw lievelingslied of misschien eerder lievelingsversie van een lied dat in je boeiende essay aan bod komt? Ik kende de songs uit mijn hoofd. Ik denk namelijk nogal muzikaal bij iedere gebeurtenis. Ik mag wel bekennen dat ‘Thriller’ mijn favoriete song uit dat lijstje is. Ik was vroeger een fan van Michael, en zeker van de componist Rod Temperton. Maar als specialist in “black music” hebben ‘Spooky’ in de versie van Dusty Springfield en ‘Ghostbusters’ ook een plek in mijn (muzikaal) hart. Ook de muziek van mijn favoriete musical ‘The Phantom of the Opera’ vind ik betoverend mooi. Ik weet dat je een encyclopedische kennis van muziek hebt. Kom je nog vaak voor leuke verrassingen te staan bij je speurwerk? Zoja, kan je ons een leuk voorbeeld geven? Ja, tijdens research kom ik verrassende en leuke details tegen, die mijn kennis nog verruimen. Daar hou ik van. Zo ontdekte ik jaren geleden dat mijn favoriete kerstsong ‘Rudolph, the Ned-Nosed Reindeer’ zijn oorsprong vindt in een kleurboek voor kinderen. Je schrijft ook fictie, zowel verhalen als gedichten. Schreef je eerder fictie rond het thema spoken? Zoja, wat was de titel? Heb je nu deze bundel uit is zin om een spookverhaal of -gedicht te gaan schrijven? Wel neen, ik ben minder een griezelfan, enkel van de gotische horror zoals Dracula of Frankenstein. Maar griezel over Oud-Egyptische mystiek (zoals mummies, goden, farao’s enz.) draagt mijn voorkeur weg. Lees je wel eens spookverhalen? Zoja, welk spookverhaal liet een grote indruk na? Sorry, spookverhalen lees ik eigenlijk niet. Met welk schrijfproject ben je momenteel bezig? Eigenlijk is het vele jaren geleden dat ik nog een verhaal schreef. Door jou, Finn, heb ik vorig jaar die draad toch weer opgepakt, bedankt daarvoor. Voorlopig echter niet met veel succes. Maar toch blijven ideeën opborrelen. Tegelijk ben ik bijna dagelijks bezig met mijn eigen culturele website www.cultuurmania.com, waarop ik volop cd’s, boeken, dvd’s, strips recenseer, maar ook artikels, en verslagen van optredens & musicals schrijf enz. Waar vinden we jou online? (socials, website etc) Op mijn eigen site www.cultuurmania.com, in het Engels op http://www.smooth-jazz.de/Patrick/PatricksPlace.htm (met recensies van jazzcd’s), uiteraard op https://ootw-magazine.weebly.com/ met bijna dagelijks nieuwtjes, maar ook weer recensies van alles wat met onze genres te maken heeft, en ook op Facebook. De spookverhalenbundel Bang voor spoken? is in augustus 2024 verschenen bij uitgeverij Poespa Producties (Gent). Een extract lezen (42 blzn) en bestellen kan hier: https://www.johnnybekaert.be/poespa-uitgaven-bang-voor-spoken.html Deze bundel bevat verhalen, gedichten en essays van: Bruno Lowagie - Karel Smolders - Finn Audenaert - Tais Teng - F.P.G. Camerman - Martine Pauwels - Ruben De Baerdemaeker - Guido Eekhaut - Laura Scheepers - Charles van Wettum - Frank Roger - Jaap Boekestein - Eveline van Dienst - Liesbeth Jochemsen - Luc Vos - Tim Therry - Sabina Nina Stepanovic / Rose N Storm - Luc Geeraert - Laura Scheepers - Mike Jansen - Marceline de Waard - Johan Klein Haneveld - Frank Beckers - Hervé Suys - Katrien Ricart - Isabelle Plomteux - Peter De Backer - Eddy C. Bertin en Brenda Bertin - Frank Beckers - Patrick Van de Wiele samensteller: Finn Audenaert coverillustratie: Felix Bosschaert, omslagontwerp: Johnny Bekaert Luc Vos Hoe kwamen je verhalen voor Bang voor spoken? tot stand? Kan je iets zeggen over de inspiratiebron(nen)?
Het idee voor ‘Niet voor mij’ kwam van het gevoel dat je spijt krijgt van dingen die je had willen doen, maar nooit heb gedaan. Waar iedereen in zijn of haar leven meerdere voorbeelden van zal hebben. Wat zou je doen als je terug kan komen als spook? Ga je dan de persoon opzoeken waar je altijd van hebt gedroomd, maar het nooit heb durven vertellen? Hoe zal je reageren? Hoe zal zij (of hij) reageren? Elke mens doet dingen waar ze spijt van krijgen en doet vooral dingen niet waar ze spijt van krijgen. Hoe ga je daarmee om, na je dood? ‘Verandering’ is gestart als een gewoon spookverhaal. Leeg huis, mensen komen om spoken te zoeken, ze vinden ze, vinden het cool. Maken TikToks en zien niet wat er achter het spook schuilgaat. Met daarbij nog een link naar andere ‘geest-achtige’ wezens en hoe zij omgaan met die vreemde relatie met de mensen. Op zoek naar iemand die ze niet zien en daar waarde aan hechten. Kan je de hoofdpersoon aan je lezer voorstellen? In ‘Niet voor mij’ is dat een man die altijd heeft gedroomd van een vrouw die onbereikbaar was. In ‘Verandering is dat een spook op zoek naar rust, een plek om te genieten van het spook-zijn. Vind je jouw verhaal qua genre ‘puur’ een spookverhaal, of gaat het om een mengeling van genres? Het is een mengeling. Het gaat niet zozeer om het griezelelement, maar vooral om wat het doet met een mens als hij na zijn dood wordt geconfronteerd met zijn geliefden of voor conflictkeuzes komt te staan. Ook over hoe een spook, ook na zijn dood als mens, op zoek is naar rust en een plaats voor de dingen die hij niet altijd begrijpt. Schrijf je vaker spookverhalen of was dit je eerste spookvertelling? Ik denk dat het de eerste keer was. Ik schrijf thrillers en soms wat horrorverhalen, maar echte spookverhalen nog niet. Ik wil het zeker nog doen, want net zoals het leuk is om in de huid van een seriemoordenaar te kruipen, is het bijzonder fijn om datzelfde te doen met een spook. Lees je wel eens spookverhalen? Niet dat ik me direct voor de geest kan halen. Ik heb wel heel wat horrorverhalen gelezen (vooral van Stephen King) en daarin spelen geesten ook wel vaak een rol. Is dit verhaal eerder gepubliceerd? Nee, deze verhalen zijn nieuw. Met welk schrijfproject ben je momenteel bezig? Veel ☺ Afwerking van deel 4 van de Anne Verelst-thriller serie, schrijven van deel 5. Een reeks kortverhalen voor schrijfwedstrijden. Dagelijks een UKV op Schrijvenonline (en wanneer het zich aanbiedt, ook andere sites. Waar vinden we jou online? www.lucvos.be https://www.facebook.com/lucvosboekenkast/ https://www.facebook.com/profile.php?id=61557086141662 Instagram : @meriumbe De spookverhalenbundel Bang voor spoken? verschijnt in september 2024 bij uitgeverij Poespa Producties (Gent). Deze bundel bevat verhalen, gedichten en essays van: Bruno Lowagie - Karel Smolders - Finn Audenaert - Tais Teng - F.P.G. Camerman - Martine Pauwels - Ruben De Baerdemaeker - Guido Eekhaut - Laura Scheepers - Charles van Wettum - Frank Roger - Jaap Boekestein - Eveline van Dienst - Liesbeth Jochemsen - Luc Vos - Tim Therry - Sabina Nina Stepanovic / Rose N Storm - Luc Geeraert - Laura Scheepers - Mike Jansen - Marceline de Waard - Johan Klein Haneveld - Frank Beckers - Hervé Suys - Katrien Ricart - Isabelle Plomteux - Peter De Backer - Eddy C. Bertin en Brenda Bertin - Frank Beckers - Patrick Van de Wiele samensteller: Finn Audenaert coverillustratie: Felix Bosschaert, omslagontwerp: Johnny Bekaert Meer info: https://www.johnnybekaert.be/poespa-uitgaven-bang-voor-spoken.html Hoe kwam je verhaal voor Bang voor spoken? tot stand? Kan je iets zeggen over de inspiratiebron(nen)?
De kiem die een verhaal genereert vervaagt bij mij meestal snel. Wat uiteindelijk maar een omstandige manier is om te zeggen dat ik het niet meer weet. In het geval van ‘Ghost with the Wind’ wist ik wel dat ik het tegenovergestelde wilde schrijven van een beklemmend spookverhaal. Ik heb gewoon wat lol getrapt. Het was misschien een reactie op ‘Het huis dat zielen las’, dat ik eerst schreef en wél gitzwart is. Kan je de hoofdpersoon aan je lezer voorstellen? Tja, in het eerste geval is het een spook. Al vijftienhonderd jaar lang. En daar kletst en klaagt hij met graagte over. In het andere een man met een portie geheugenverlies die zich voor de wereld verbergt. En ontdekt wat voor iemand hij is. Vind je jouw verhaal qua genre ‘puur’ een spookverhaal, of gaat het om een mengeling van genres? Zoja, welke genres? Ik weet zelfs niet of je ‘Het huis dat zielen las’ een spookverhaal kunt noemen. Het is, denk ik, een kwestie van interpretatie. Het kàn een spookverhaal zijn, maar misschien zijn het de waanideeën van iemand die zich met zichzelf confronteert en daaraan ten onder gaat. Schrijf je vaker spookverhalen of was dit je eerste spookvertelling? Rita Deneve-gewijs was dit de allereerste keer. Misschien kun je ‘De Achtervolging’ ook wel een spookverhaal noemen, over een spookauto dan, en ik heb wel eens een horrorverhaal gepleegd voor een van de Vampieren en Demonen-bundels van Uitgeverij Macc. Telt dat ? Lees je wel eens spookverhalen? Zoja, welk spookverhaal liet een grote indruk na? Het beste spookverhaal dat ik, naar mijn smaak, ooit las (en dat ik, samen met enkele andere, meenam uit de kleine bibliotheek van mijn moeder na haar overlijden) is Spoken bij de Vleet oftewel Too Many Ghosts, een roman uit de late jaren vijftig van vorige eeuw van Paul Gallico (jawel, die van The Poseidon Adventure). De spoken jagen in veelvoud de bewoners van en bezoekers aan het oude Paradine Hall, ergens in Engeland, de stuipen op het lijf, tot een spokenjager in alle rust orde op zaken komt stellen. In wezen dus géén spookverhaal omdat het de nepspoken ontmaskert, maar tegelijk om net om die reden interessant - en in de aanloop best griezelig. Is dit verhaal eerder gepubliceerd, zoja waar? Is het verhaal voor publicatie ook vertaald? Nee, maar vertaal er gerust op los en publiceer maar raak. :-) Met welk schrijfproject ben je momenteel bezig? Uitgeverij Macc werkt aan de publicatie van mijn science fiction roman met de werktitel Zwarte Ster. We zijn volop op foutenjacht in de tekst en proberen een mooie cover uit te dokteren. Daarnaast is er nog een whodunnit in een soort dystopische toekomst – denk Terminator meets Father Brown, als dat geen wenkbrauwen doet optrekken – waarvan de eerste versie af is, maar dus nog lang niet klaar. En korte verhalen, dat spreekt. Er komt weldra iets met Mercurius, dacht ik… Waar vinden we jou online? Ik heb een website van in de tijd dat ik jeugdboeken schreef, karelsmolders.be , maar eerlijk : die wordt al jaren niet meer bijgehouden en eigenlijk vind je daar nog weinig bruikbaars. Alleen maak ik on the fly dan nog wel gaarne reclame voor de nog als POD of eBook beschikbare roman Kinderen van de Ring. Kobo en anderen hebben het ebook, allerlei boldotcommen de paperback. Alsook de roman Gebroken Hemel, bij Uitgeverij Macc: De spookverhalenbundel Bang voor spoken? verschijnt in september 2024 bij uitgeverij Poespa Producties (Gent). Deze bundel bevat verhalen, gedichten en essays van: Bruno Lowagie - Karel Smolders - Finn Audenaert - Tais Teng - F.P.G. Camerman - Martine Pauwels - Ruben De Baerdemaeker - Guido Eekhaut - Laura Scheepers - Charles van Wettum - Frank Roger - Jaap Boekestein - Eveline van Dienst - Liesbeth Jochemsen - Luc Vos - Tim Therry - Sabina Nina Stepanovic / Rose N Storm - Luc Geeraert - Laura Scheepers - Mike Jansen - Marceline de Waard - Johan Klein Haneveld - Frank Beckers - Hervé Suys - Katrien Ricart - Isabelle Plomteux - Peter De Backer - Eddy C. Bertin en Brenda Bertin - Frank Beckers - Patrick Van de Wiele samensteller: Finn Audenaert coverillustratie: Felix Bosschaert, omslagontwerp: Johnny Bekaert Meer info: https://www.johnnybekaert.be/poespa-uitgaven-bang-voor-spoken.html Charles van Wettum Hoe kwam je verhaal voor Bang voor spoken? tot stand? Kan je iets zeggen over de inspiratiebron(nen)?
Spookverhalen is voor mij een nieuw genre, ik voel me thuis in de harde SF, met zo min mogelijk technopraat, maar gebaseerd op wat fysisch is/kan/bedenkbaar is. Maar uitdagingen zoek ik graag op, want strakke kaders stimuleren creativiteit. Ik houd ervan om de lezer op het verkeerde been te zetten. Soms lukt het aardig, een andere keer minder. Voor mij is dat lastig voorspelbaar, dus ik ben benieuwd naar de reacties op dit verhaal. Kan je de hoofdpersoon aan je lezer voorstellen? Een groepje middelbare scholieren bezoekt een laboratorium. Natuurlijk hebben ze van tevoren een opdracht gekregen; die speelt een centrale rol. De ene hoofdpersoon is de leraar natuurkunde Jochem Bonder – dat ben ik in het begin van mijn onderwijscarrière. De andere is de fysicus Max Bitterwasser, misschien is hij wat ik had willen zijn als ik voor de wetenschap had gekozen. Vind je jouw verhaal qua genre ‘puur’ een spookverhaal, of gaat het om een mengeling van genres? Zoja, welke genres? Er is een spook, dus ik denk dat het wel een spookverhaal is. En het is sciencefiction, natuurlijk, want dat schrijf ik. Schrijf je vaker spookverhalen of was dit je eerste spookvertelling? Voor mij was dit een eerste ervaring. Een leuke ervaring: ik heb plezier in het opzoeken van grenzen zonder mijn roots te verloochenen. Misschien komt er nog wel eens een gelegenheid en dan zal ik weer een weg zoeken. Ik ben erg afhankelijk van de concrete vraagstelling en wat die doet met mijn invallen. Lees je wel eens spookverhalen? Zoja, welk spookverhaal liet een grote indruk na? Nee, ik lees geen spookverhalen. Ik ben geen liefhebber van paranormale dingen. Ik ben ook geen fan van horror, vampiers, zombies of rondspattend bloed (sorry, ik ben écht saai!), behalve wanneer ze ‘een hoger doel dienen’. Volksverhalen vind ik leuk vanwege de culturele aspecten, opdoemende spoken en andere verschijnselen lees ik in dat perspectief. Vanzelfsprekend hebben andere genres veel raakvlakken met harde SF. De beroemde quote van A.C. Clarke ‘any sufficiently advanced technology is indistinguishable from magic’ is correct. In mijn verhalen komen grensvlakken dan ook regelmatig terug, maar als die elementen dominant worden (zoals bijvoorbeeld de horror bij de SF-film Alien), dan haak ik af. Is dit verhaal eerder gepubliceerd? Dit verhaal is speciaal voor dit project geschreven. Met welk schrijfproject ben je momenteel bezig? Ik werk permanent aan verschillende projectjes. Ik rond nu (het is augustus) een ‘grimdark’ verhaal af – de uitdaging: het mag niet positief eindigen en dat gaat geheel tegen mijn aard in. Daarnaast ben ik bezig met twee korte verhalen voor de Harland Prijs, die liggen nu te rijpen. In het najaar hoop ik te komen met de bundel ‘Anderen’, een verzameling van ruim twintig oude en nieuwe SF-verhalen over aliens. Er liggen nog een paar verhalen in bijna-definitief stadium waar ik nog lekker rustig aan wil schaven. In 2025 wil ik na mijn eersteling ‘Kwantumschuim’ een tweede roman publiceren. De werktitel is ‘Viraal’. Het wordt een totaal nieuwe benadering van een wereldwijde virusbesmetting (dus géén zombies of horror of COVID. Of misschien toch een beetje van één of meer van die drie?). Waar vinden we jou online? Mijn website is www.wettum.org. Je vindt daar ook een pagina met links naar korte verhalen die online te lezen zijn. Ik zit ook op Facebook, X, Bluesky en LinkedIn, altijd met iets van ‘wettum’. Kijk zeker ook op de pagina over ‘Koepel Goes’, mijn KliFi-bundel met samenhangende verhalen over het ondergelopen Zeeland. Daar ben ik trots op! De spookverhalenbundel Bang voor spoken? verschijnt in september 2024 bij uitgeverij Poespa Producties (Gent). Deze bundel bevat verhalen, gedichten en essays van: Bruno Lowagie - Karel Smolders - Finn Audenaert - Tais Teng - F.P.G. Camerman - Martine Pauwels - Ruben De Baerdemaeker - Guido Eekhaut - Laura Scheepers - Charles van Wettum - Frank Roger - Jaap Boekestein - Eveline van Dienst - Liesbeth Jochemsen - Luc Vos - Tim Therry - Sabina Nina Stepanovic / Rose N Storm - Luc Geeraert - Laura Scheepers - Mike Jansen - Marceline de Waard - Johan Klein Haneveld - Frank Beckers - Hervé Suys - Katrien Ricart - Isabelle Plomteux - Peter De Backer - Eddy C. Bertin en Brenda Bertin - Frank Beckers - Patrick Van de Wiele samensteller: Finn Audenaert coverillustratie: Felix Bosschaert, omslagontwerp: Johnny Bekaert Meer info: https://www.johnnybekaert.be/poespa-uitgaven-bang-voor-spoken.html Jaap Boekestein Hoe kwam je verhaal voor Bang voor spoken? tot stand? Kan je iets zeggen over de inspiratiebron(nen)?
Eigenlijk is ‘De laatste dans in Theatre d’Obscure’ een van mijn eerste verhalen die ik ooit direct in het Engels heb geschreven. Dat was ergens ver voor Covid en als ik mij het goed herinner voor een horrorbundel met als thema Burlesque. Zoals zovele aankondigingen in het buitenland kwam de bundel nooit van de grond en ik heb het Engelstalige verhaal later aan een andere bundel verkocht. Het verhaal dat in Bang voor spoken staat is een vertaling en tegelijkertijd een herschrijving. Ik ben niet zo’n auteur die gelooft dat zijn woorden heilig zijn en ik heb er geen moeite mee om verhalen bij gelegenheid uit te breiden en te verbeteren, natuurlijk tot groot verdriet van toekomstige generaties literatuurvorsers die ongetwijfeld mijn werk zullen bestuderen. Ahum. Kan je de hoofdpersoon aan je lezer voorstellen? Dat kan, alhoewel ik dit sujet in het werkelijke leven niet in mijn vrienden- of zelfs maar kennissenkring zou willen hebben! De naamloze ik-persoon is een ‘gentleman’ die zich beweegt in minder beschaafde kringen van het Londen van de jaren twintig van de vorige eeuw. Een persoon die kwalijke establishments bezoekt om zich te vergapen aan schaarsgeklede dames. Natuurlijk, hij heeft gevochten in de Grote Oorlog, maar dat hebben zoveel goede jongemannen. Dat hij de lezer betrekt bij zijn weinig smakelijke escapades, zegt eigenlijk al genoeg… Vind je jouw verhaal qua genre ‘puur’ een spookverhaal, of gaat het om een mengeling van genres? Dit verhaal is eigenlijk per toeval het meest zuivere klassieke spookverhaal dat ik geschreven heb. Er zitten heel traditionele thema’s in (die de lezer zelf mag ontdekken), en de personages en de sfeer zijn mijns inziens pur sang spookverhalen-waardig. Toen ik ging schrijven was dat geen bewuste keuze, ik kwam als vanzelf hierop uit. Nu vind ik het erg leuk om in verschillende (sub)genres te schrijven, van opgepompte actie tot psychologische horror, avonturenfantasy en bizarre smut (tentakels, iemand?). Dat is eigenlijk om te kijken of het mij lukt iets goeds neer te zetten binnen de kaders van zo’n genre. Volgens mij is dat met dit verhaal wel gelukt. Schrijf je vaker spookverhalen of was dit je eerste spookvertelling? Klassieke spookverhalen schrijf ik zelden. Dat komt niet voort uit dedain, maar er zijn gewoonweg zoveel leuke verschillende genres die ik wil uitproberen als schrijver. Zoals dan het slappe standaardexcuus klinkt bij uit elkaar gaan: ‘Genre, het ligt niet aan jou. Ik heb gewoon meer vrijheid nodig…’ Lees je wel eens spookverhalen? Zoja, welk spookverhaal liet een grote indruk na? Vroeger heb ik heel veel en heel breed gelezen. Meestervertellers op dit gebied zijn de Britten, alhoewel andere taalgebieden ook prachtige dingen hebben gedaan (Duitsland, Frankrijk, maar ook Japan). Eén Nederlandse schrijver komt me op dit moment voor de geest (sic): de Nederlandse auteur Catherine Duval waarvan in de jaren zeventig en tachtig een serie prachtige bundels verscheen. Wie bereid is diep in het tweedehandscircuit te duiken, echte aanraders. Eén specifiek verhaal komt niet boven, het is wat dat betreft te lang geleden en ik ben meer iemand die beter schrijvers dan titels onthoudt. Is dit verhaal eerder gepubliceerd, zoja waar? Is het verhaal voor publicatie ook vertaald, zoja in welke taal? Oorspronkelijk is het verhaal in het Engels geschreven en kwam het uit in de Amerikaanse bundel See Through My Eyes: A Ghost Mystery Anthology in 2017. De versie die jullie nu lezen heb ik zelf vertaald en hier en daar wat aangepast. Met welk schrijfproject ben je momenteel bezig? Mijn hoofdproject is een serie van vier romantische, sensuele fantasyboeken over een succubus en haar menselijke lijfwacht in een traditionele high fantasy-wereld met elven, dwergen, vampiers, magie, draken en zulks. Heerlijk om te doen! Verder ben ik bezig met een serie korte verhalen voor de Edge Zero bundel over vreemde steden en heb ik Tais Teng nog beloofd een verhaal van hem af te maken. Met wat er in de tussentijd nog opduikt aan oproepen voor bundels en tijdschriften moet me dat wel tot ongeveer april 2025 bezig houden. Daarna zie ik wel weer. Gelukkig schrijf ik gemakkelijk en heb ik nooit een gebrek aan ideeën. Waar vinden we jou online? Ah… Oh. Hm, ja. Ik ben volkomen niet professioneel op dat gebied. Mijn website is al jaren niet bijgewerkt, ik heb geen idee of mijn Wikipediapagina nog bestaat. Persoonlijk vind ik het ook totaal niet leuk om zulke zaken te onderhouden en ik heb er ook geen goede reden voor: schrijven doe ik puur voor mijn lol. Uitgegeven worden vind ik geweldig, maar zodra ik een exemplaar van het boek of de bundel of het tijdschrift in handen heb, maakt het mij verder niks meer uit. Ik hoef er niet van te leven en bekendheid is een leuke bijkomstigheid waar ik echter geen snipper moeite in stop. En alhoewel ik bij tijd en wijle in het persoonlijke verkeer aardig kan zijn en soms zelfs charmant, ben ik in mijn hart een verstokte introvert. Dus tja, ik zoek nou niet bepaald face to face interactie met lezers. Laat mij maar gniffelend als de verteller op de achtergrond aan de touwtjes trekken en de dialoog voeren via mijn personages. Die zijn op papier een stuk welbespraakter en doordachter dan hun schepper in het werkelijke leven. Voor de duidelijkheid, het bovenstaande ben ik. Voor schrijvers die enorm veel moeite in hun PR stoppen heb ik het grootste respect. Finn, dank voor je vragen en je harde werk. Geweldig initiatief deze bundel! De spookverhalenbundel Bang voor spoken? verschijnt in september 2024 bij uitgeverij Poespa Producties (Gent). Deze bundel bevat verhalen, gedichten en essays van: Bruno Lowagie - Karel Smolders - Finn Audenaert - Tais Teng - F.P.G. Camerman - Martine Pauwels - Ruben De Baerdemaeker - Guido Eekhaut - Laura Scheepers - Charles van Wettum - Frank Roger - Jaap Boekestein - Eveline van Dienst - Liesbeth Jochemsen - Luc Vos - Tim Therry - Sabina Nina Stepanovic / Rose N Storm - Luc Geeraert - Laura Scheepers - Mike Jansen - Marceline de Waard - Johan Klein Haneveld - Frank Beckers - Hervé Suys - Katrien Ricart - Isabelle Plomteux - Peter De Backer - Eddy C. Bertin en Brenda Bertin - Frank Beckers - Patrick Van de Wiele samensteller: Finn Audenaert coverillustratie: Felix Bosschaert, omslagontwerp: Johnny Bekaert Meer info: https://www.johnnybekaert.be/poespa-uitgaven-bang-voor-spoken.html Interview met Hervé Suys over zijn verhaal ‘De beschermeling’ in de verhalenbundel Bang voor spoken?8/9/2024 Hervé Suys Hoe kwam je verhaal voor Bang voor spoken? tot stand? Kan je iets zeggen over de inspiratiebron(nen)?
Ik wilde afwijken van het klassieke spookverhaal en eerder het “komen spoken” als uitgangsbasis nemen van het verhaal. Kan je de hoofdpersoon aan je lezer voorstellen? Een naamloos individu dat een taak te vervullen heeft en zich hier geen vragen bij stelt. Vind je jouw verhaal qua genre ‘puur’ een spookverhaal, of gaat het om een mengeling van genres? “Spooky” lijkt me een betere benaming. Schrijf je vaker spookverhalen of was dit je eerste spookvertelling? Ik schrijf wel meer verhalen die zich situeren in de literaire fantastiek. Tevens werkte ik mee aan het interactieve kleuterproject ‘Hallo Pip’. Lees je wel eens spookverhalen? Zoja, welk spookverhaal liet een grote indruk na? ‘Het Ovale Portret’ van Edgar Allen Poe lees ik minstens één keer per jaar. (Nvdr: Dit verhaal wordt trouwens besproken in een essay achteraan in de verhalenbundel Bang voor spoken?) Is dit verhaal eerder gepubliceerd, zoja waar? Is het verhaal voor publicatie ook vertaald, zoja in welke taal? Drie keer fysiek waar ik weet van heb, in de magazines Fantastische Vertellingen en Portulaan en het Spaans/Catalaanse Narración, weliswaar vertaald naar het Engels. Verder nog enkele keren op diverse online platforms, waaronder Reaktor uit Estland waar ze de moeite namen om het te vertalen naar het Ests. Fijn vond ik ook de podcast Kaisonkai. Met welk schrijfproject ben je momenteel bezig? Momenteel worden de details afgerond met Poespa Producties om in het voorjaar een eerste verhalenbundel uit te brengen. De titel mag ik vermoedelijk wel verklappen: Water verpakken, een selectie van mijn werk so far. Waar vinden we jou online? Op Facebook, Instagram, X en Threads onder mijn eigenste naam en ook op hervesuys.org De spookverhalenbundel Bang voor spoken? verscheen in september 2024 bij uitgeverij Poespa Producties (Gent). Meer info: https://www.johnnybekaert.be/poespa-uitgaven-bang-voor-spoken.html F.P.G. Camerman Hoe kwam je verhaal voor Bang voor spoken? tot stand? Kan je iets zeggen over de inspiratiebron(nen)?
Ik schreef dit verhaal voor de ter ziele gegane verhalenwedstrijd Fantastels, waarin het hoog eindigde. Terwijl ik meestal wekenlang worstel met een verhaal, het dan enkele maanden laat liggen en er vervolgens nóg enkele weken mee worstel, kwam dit verhaal helemaal tot stand op twee dagen tijd - helaas een unicum in mijn schrijfcarrière. Het is het eerste van een reeks verhalen over mensen wier hersenactiviteit gedigitaliseerd of digitaal versterkt wordt. Ik hoop ze ooit allemaal te verzamelen in een bundel. Kan je de hoofdpersoon aan je lezer voorstellen? De hoofdpersoon is een man die na zijn dood weer bij bewustzijn komt in een digitale omgeving. Hij blijkt het voorwerp te zijn van een experiment van zijn eigen zoon, die echter zelf mee betrokken raakt in het experiment. Vind je jouw verhaal qua genre ‘puur’ een spookverhaal, of gaat het om een mengeling van genres? Het is uiteraard geen traditioneel spookverhaal, want het is pure science fiction, maar aangezien het gaat over iemand die na zijn dood weer tot leven komt, zou ik het toch wel een echt spookverhaal noemen. Er zit ook een sterk horrorelement in, omdat de hoofdpersoon in een persoonlijke hel terechtkomt zonder uitweg. Schrijf je vaker spookverhalen of was dit je eerste spookvertelling? Indien vaker, kan je een of meerdere voorbeelden noemen? Indien het je eerste keer was, zou je dan na deze ervaring nog spookverhalen schrijven? Drie andere verhalen in de reeks gaan ook over digitaal leven na de dood, maar ik moet twee ervan nog definitief afwerken en eentje moet ik zelfs nog schrijven. Ik ga geen titels noemen, voor het geval ik ze ooit wil insturen naar Harland of een andere schrijfwedstrijd. Lees je wel eens spookverhalen? Zoja, welk spookverhaal liet een grote indruk na? Ik las als tiener heel veel horror, maar het eerste dat bij me opkomt is toch het geweldige Suske en Wiske album "De spokenjagers". :) Na wat grondiger nadenken kom ik uit bij het verhaal "Rats in the Walls" van H.P. Lovecraft, en de roman Pet Sematary van Stephen King. Is dit verhaal eerder gepubliceerd, zoja waar? Is het verhaal voor publicatie ook vertaald, zoja in welke taal? Het werd vijf jaar geleden al eens gepubliceerd, in jubileumnummer #50 van Fantastische Vertellingen. Er gaat in de toekomst misschien iets gebeuren met een Turkse versie, maar dat is nog heel onzeker. Met welk schrijfproject ben je momenteel bezig? Ik werk vooral heel hard aan de redactie van het derde volume van mijn science fantasy epos De Verloren Stammen van Aden. Dit volume zal De Wens van Adens Gezant heten en een onmiddellijk vervolg zijn op het tweede volume, De Wil van Adens Goden, vandaar de gelijkende titel. Daarnaast ben ik in collaboratie met een co-auteur de fundamenten aan het leggen van een hard science fiction reeks. Waar vinden we jou online? https://fpgcamerman.com en Facebook. De spookverhalenbundel Bang voor spoken? verschijnt in september 2024 bij uitgeverij Poespa Producties (Gent). Deze bundel bevat verhalen, gedichten en essays van: Bruno Lowagie - Karel Smolders - Finn Audenaert - Tais Teng - F.P.G. Camerman - Martine Pauwels - Ruben De Baerdemaeker - Guido Eekhaut - Laura Scheepers - Charles van Wettum - Frank Roger - Jaap Boekestein - Eveline van Dienst - Liesbeth Jochemsen - Luc Vos - Tim Therry - Sabina Nina Stepanovic / Rose N Storm - Luc Geeraert - Laura Scheepers - Mike Jansen - Marceline de Waard - Johan Klein Haneveld - Frank Beckers - Hervé Suys - Katrien Ricart - Isabelle Plomteux - Peter De Backer - Eddy C. Bertin en Brenda Bertin - Frank Beckers - Patrick Van de Wiele samensteller: Finn Audenaert coverillustratie: Felix Bosschaert, omslagontwerp: Johnny Bekaert Meer info: https://www.johnnybekaert.be/poespa-uitgaven-bang-voor-spoken.html OOTW sprak met Martine Pauwels over haar verhaal 'De urn' voor de verhalenbundel 'Bang voor Spoken?'25/8/2024 Martine Pauwels Hoe kwam je verhaal voor Bang voor spoken? tot stand? Kan je iets zeggen over de inspiratiebron(nen)?
Mijn inspiratiebron was in dit geval mijn interesses in het dagelijkse leven, namelijk hekserij, occultisme en metal muziek. Soms komen deze dingen een beetje overeen. Mijn doel was niet meteen een klassiek spookverhaal te schrijven, maar eerder een vorm van modern sprookje met elementen van rituele magie en karma. Kan je de hoofdpersoon aan je lezer voorstellen? Eveline is een studente die een goede band had met haar tante Monica en na diens dood een bijzondere opdracht krijgt. Hierbij komt ze duistere familiegeheimen te weten. Ze is een trouw en loyaal personage dat niet altijd even zelfzeker is. Als ze het niet alleen aankan, roept ze de hulp in van haar buurman waar ze sinds haar kindertijd goed bevriend mee is. Hij is een van de weinige personen die ze kan vertrouwen. Vind je jouw verhaal qua genre ‘puur’ een spookverhaal, of gaat het om een mengeling van genres? Zoja, welke genres? Het is eigenlijk een mengeling van een spookverhaal en een paranormaal magisch realistisch sprookje in een hedendaagse setting. Er zitten ook elementen van horror in. Schrijf je vaker spookverhalen of was dit je eerste spookvertelling? Ik schrijf wel meer verhalen met paranormale elementen. Echte traditionele spookverhalen dus niet meteen, maar bijvoorbeeld mijn serie De Apocalyps Riders gaat over een groep motorrijders met paranormale gaven en hun entourage. Ik ben begonnen met historische fictie, maar wijk wel af van het traditionele. Als M.G. Crow richt ik me meer op een iets volwassener publiek, omdat ik niet zo in YA wilde blijven hangen. Zo verwerk ik in Het wolvenpact weerwolven in een middeleeuwse setting of in Wet van de nacht vampiers in een politieverhaal. Ik hou ervan dat mijn werk niet in hokjes past. Het is altijd een mix van genres en ik richt me vooral tot een open minded publiek dat tegen een stootje kan. Zo heb ik momenteel een manuscript in redactie dat zich in Sodom afspeelt en werk ik aan een verhaal dat zich afspeelt in een spirituele Far West. Lees je wel eens spookverhalen? Zoja, welk spookverhaal liet een grote indruk na? O ja, ik lees dat heel graag. Al voor ik kon lezen, was ik als kind een grote fan van Casper het tekenfilmspookje. Later las ik graag Ronald Dahl en de “oude” Stephen King. Het boek dat in het genre het meest recent indruk op mij maakte, was “De kluwen” van Terrence Lauerhohn, waarin een groepje paranormale onderzoekers zich iets op de hals halen. Is dit verhaal eerder gepubliceerd, zoja waar? Nee, ik heb dit verhaal speciaal voor deze bundel geschreven. Het is niet vertaald en origineel in het Nederlands/Vlaams geschreven. Met welk schrijfproject ben je momenteel bezig? Ik werk aan een manuscript dat de titel Prairiebrand heeft en dat gaat over een aparte missie op de zuidelijke prairie van Texas in de 19de eeuw. Het is een western met een paranormaal kantje. Ook is de redactie van Brandende hemel bezig, dat ik als mijn volgende boek wens uit te geven. Dat is actie en romantiek in Sodom. Waar vinden we jou online? (socials, website etc) Ik geef eerlijk toe dat ik geen held ben ik het bijhouden van mijn website: www.mgcrow.be De spookverhalenbundel Bang voor spoken? verschijnt in september 2024 bij uitgeverij Poespa Producties (Gent). Deze bundel bevat verhalen, gedichten en essays van: Bruno Lowagie - Karel Smolders - Finn Audenaert - Tais Teng - F.P.G. Camerman - Martine Pauwels - Ruben De Baerdemaeker - Guido Eekhaut - Laura Scheepers - Charles van Wettum - Frank Roger - Jaap Boekestein - Eveline van Dienst - Liesbeth Jochemsen - Luc Vos - Tim Therry - Sabina Nina Stepanovic / Rose N Storm - Luc Geeraert - Laura Scheepers - Mike Jansen - Marceline de Waard - Johan Klein Haneveld - Frank Beckers - Hervé Suys - Katrien Ricart - Isabelle Plomteux - Peter De Backer - Eddy C. Bertin en Brenda Bertin - Frank Beckers - Patrick Van de Wiele Samensteller: Finn Audenaert Coverillustratie: Felix Bosschaert, omslagontwerp: Johnny Bekaert Meer info: https://www.johnnybekaert.be/poespa-uitgaven-bang-voor-spoken.html Vorige woensdag kon u hier een eerste column van Eva van Baar lezen. Vandaag publiceert Out of this World een interview met haar op basis van vragen die Eva uit een vragenlijst van Patricia Fransen overnam.
Patricia: Welkom bij dit interview. Kun je jezelf even introduceren? Wie ben je en waar kom je vandaan? Eva: Ik heet Linda Brandse. Ik ben in Zandvoort geboren, heb in Haarlem gewoond en ben daar op school geweest. De MMS, jammer dat die niet meer bestaat. Daarna volgde ik de opleiding Receptioniste, en Tolk-vertaalster Engels. Op school vertaalde ik altijd al graag, en schrijven heb ik altijd leuk gevonden. Patricia: Waar kunnen wij jou van kennen, wat heb je zoal geschreven en gepubliceerd? Eva: Ik heb meer dan vijftig boeken geschreven, ze zijn te vinden op mijn website. Patricia: Wat is het genre waarin je schrijft en waarom juist dat genre? Eva: Columns, poëzie, feelgood boeken, een boek over rouwverwerking en het leerboek Schrijven is doen, een boekje open over schrijven. Patricia: Wat was je motivatie voor het schrijven van je boeken? Eva: Ik ben begonnen met het boek Ilse, in opdracht van een uitgever. Daarna was ik verslaafd, ik schrijf elke dag. Patricia: Werk je momenteel aan een manuscript en kun je ons daar iets meer over vertellen? Eva: Ik werk altijd aan een manuscript. Op dit moment aan een bundel columns, en daarnaast aan het boek Tekens van leven, over het zesde zintuig. Patricia: Hoe is jouw schrijven ontstaan, hoe was het verloop? Begon dat toen je nog een klein meisje was? Eva: Ik ben begonnen toen mijn kinderen klein waren, en ben nooit meer gestopt. Patricia: Zijn er dingen die je bij je eerste boek niet hebt gedaan die je nu wel zou doen of vice versa? (Denk aan plotten, plannen, redactie, uitgeven.) Eva: Ik heb nu meer vertrouwen in het schrijfproces, vroeger plande ik meer. Ik maak wel een synopsis, maar dat is een rode draad waar je vaak niets meer van ziet als het boek klaar is. Patricia: Wat is het mooiste dat je hebt meegemaakt op schrijfgebied? Eva: Mijn nominatie voor de Nobelprijs voor mijn boek Ilse, in 2015. De samenwerking met een buitenlandse uitgever, die mijn boek internationaal op de kaart zet. Patricia: Gebruik je dingen, mensen of situaties die uit het leven gegrepen zijn? Eva: Ja, vaak zijn dingen echt gebeurd. Niet altijd met mij, niet precies op die manier. Patricia: Als je een keer met iemand samen mocht schrijven, voor wie zou je dan kiezen en waarom? Eva: Jos van Manen, ik heb al haar boeken. Ze leeft helaas niet meer, ze was net zo oud als mijn moeder. Patricia: Heb je naast het schrijven nog een baan en wat voor werk doe je? Is het moeilijk om het met elkaar te combineren? Eva: Ik ben Tolk-vertaalster Engels. Als ik een vertaalopdracht heb, moet die af, dan schrijf ik niet. Patricia: Wat doe je naast schrijven nog meer graag in je vrije tijd? Eva: Schilderen, ik schilder soms de covers van mijn boeken, zingen en lezen. Netflix is soms een inspiratie voor een boek. Mijn boeken Mozaïek, onze school deel 1 en 2 zijn geïnspireerd op een serie over een middelbare school. Patricia: Vertel ons eens iets over jezelf wat bijna niemand weet? Eva: Ik hou van mijn privacy, ik doe niet overdreven veel voor publiciteit, ik werk liever in de anonimiteit. Patricia: Wie is zijn je favoriete auteurs en welke boeken moeten we zeker gaan lezen? De Aardkinderen (Jean M. Auel), Nevelen van Avalon (Marion Zimmer Bradley) en romans van de auteurs Marianne Fredriksson en Simone van der Vlugt. Patricia: Schrijvers krijgen ook te maken met kritiek. Hoe ga je daarmee om? Wat is het ergste wat iemand ooit tegen je gezegd heeft? Eva: Ik zat pas op Facebook, en werd uitgelachen omdat ik natuurlijk nooit genomineerd kon zijn voor de Nobelprijs. Maar dat had ik nagetrokken bij Nederlandse uitgeverijen, het was geen hoax, het was wel degelijk echt. Patricia: Wat is je favoriete schrijfplek en heb je rituelen voor, tijdens of na het schrijven? Eva: Ik zit op de bank achter mijn laptop, en begin ‘s morgens gelijk met schrijven. Als ik er genoeg van heb, stop ik, en doe andere dingen. Patricia: Wat zijn je favoriete films en series die we niet mogen missen. Wie zijn je favoriete acteurs en actrices? Rozengeur en Wodka Lime. Downton Abbey. Flikken Maastricht. Jeroen Krabbe, Meryl Streep. Patricia: Wat zijn je grootste dromen, wensen en verlangens, zowel schrijf- als niet schrijfgerelateerd? Eva: Ik zou wel bij de presentaties van mijn boek in het buitenland willen zijn, maar daarvoor ben ik niet gezond genoeg meer, dat trek ik niet meer. Patricia: Wat kunnen we in de toekomst nog van je verwachten? Wanneer komt er een nieuw boek uit? Eva: Ik ben altijd met een nieuw boek bezig. Op dit moment maak ik er alleen nog pdf’s van. Die zijn op een e-reader te lezen, en kan ik goedkoper verkopen, via mijn website. Patricia: Kun je een stukje met ons delen (alinea, paragraaf of hoofdstuk) van één van je manuscripten? Eva: Er staan columns en gedichten op mijn website evavanbaar.nl. Patricia: Waar op social media kunnen wij jou volgen? Eva: Ik probeer actief te zijn op Facebook, ik heb daar ook een eigen pagina, namelijk ‘Schrijftips voor jou’, en op LinkedIn. Patricia: Wat zou je zelf graag nog toevoegen aan dit interview en vond je het leuk? Eva: Op mijn website staat de meeste informatie, en de lijst van al mijn boeken. Mijn tip: schrijf lekker, blijf in je flow, corrigeren doe je later pas. Wil je meer weten over Eva? Hieronder vind je de link naar haar website: www.evavanbaar.nl Na een vrij lange pauze door drukte gaan we weer van start met de interviews op OOTW. Heel fijn, daar hebben we zin in! We moeten nog kijken of we de interviews wel opnieuw elke zondag doen, want dat tempo was een beetje moordend. We zien wel hoe het loopt, maar de interviews zijn in elk geval terug. De eerste auteur van de ‘interviews 2.0’ is Manon van Loenen.
Manon kan je kennen als auteur van het verhaal ‘De veren maken de man’ in de door Johan Klein Haneveld samengestelde themabundel De bar met de duizend deuren (Uitgeverij Macc). Sinds kort is Manons eerste eigen verhalenbundel uit, Ruach, over het gelijknamige draakje. Manon schrijft echter al lang. Ze is biologe van opleiding en schreef educatieve boeken over de natuur, zoals Leven in de sloot (doelgroep 9-11 jaar). OOTW: Manon, herinner jij je nog het eerste verhaal dat je schreef? Spreken we dan over je jeugd, of begon je pas later te schrijven? Manon: Ik begon al met schrijven voor ik kon schrijven. Ik heb nog een paar bladzijden met krullen waarmee ik als kleuter probeerde te benaderen wat ik volwassenen zag doen. Toen al voelde ik de magie van verhalen en de behoefte die op te schrijven. Ik heb echter nu geen idee meer waar het verhaal over ging. Een paar jaar geleden schreef ik er op mijn blog een stukje over, dat ik nu ook op mijn nieuwe website heb gezet (https://manonvanloenen.nl/nl/verhalen/avant-la-lettre). OOTW: Je studeerde biologie. Hoe ontstond jouw fascinatie voor de natuur? Was je al voor je studie heel sterk met de natuur bezig? Manon: Voor mijn gevoel is die fascinatie er altijd geweest, vooral voor dieren. Toen ik klein was hebben mijn ouders me moeten leren niet op elk dier af te vliegen om het te aaien. Ik leerde al snel de namen van heel veel diersoorten en hondenrassen. Ik wilde toen ook het liefst dierverzorger worden in een dierentuin. Rond mijn twaalfde ontdekte ik dat bioloog een beroep was, en later dat ethologie (diergedrag) daarbinnen een specialisatie was. Dat was precies wat mij fascineerde, dus mijn keuzes waren snel gemaakt. OOTW: Je schreef een aantal educatieve boeken. Hoe vond je het om non-fictie te schrijven? Ben je van plan om dit weer op te pakken? Manon: Het kwam eigenlijk voort uit mijn studie. Mijn tweede specialisatie was natuur- en milieueducatie. Daar leerden we lesmateriaal te ontwikkelen. Ook had ik intussen gemerkt dat ik goed kon schrijven. Via via ben ik toen bij Wolters terechtgekomen en heb vier boekjes geschreven. Al doende kwam ik erachter dat dit niet was wat ik wilde, het reproduceren van wat al bekend is maar dan in andere woorden. Ik verzin liever nieuwe verhalen. Dus ik denk niet dat ik het weer oppak, in elk geval geen boeken. Korte, informatieve teksten, wie weet. OOTW: Hoe anders vind je het om fictie te schrijven? Manon: Lastiger want ik moet alles zelf bedenken en het moet wel kloppen, geloofwaardig zijn. Ik moet de beelden en gevoelens vorm geven in woorden op een manier die voor een ander ook begrijpelijk zal zijn. Maar wel veel boeiender, want ik maak iets nieuws, ik ben met verhalen bezig en kan er mijn creativiteit en gevoel in kwijt. OOTW: Hoe ontstond het idee voor je verhaal ‘De veren maken de man’ in De bar met de duizend deuren? Manon: Op Facebook las ik dat Johan Klein Haneveld het plan had een bundel samen te stellen waarbij verschillende schrijvers binnen één concept verhalen zouden schrijven. Ik was benieuwd of ik zoiets zou kunnen, in opdracht een fictieverhaal schrijven. Omdat we bevriend zijn vroeg ik hem om de details, gewoon omdat ik het wilde proberen. Johan vond het resultaat zo goed dat hij het op wilde nemen in de bundel. Het verhaal zelf kwam bijna vanzelf, ik had een vaag idee over een allergie, gebaseerd op eigen ervaring, en een vormveranderaar. Er komt bijna altijd een dier in mijn verhalen voor en vormveranderaars vind ik fascinerend. Ik begon te schrijven vanuit het gezichtspunt van Paul en in twee dagen was het klaar. OOTW: Je kent Johan Klein Haneveld al heel lang. Hoe leerde je hem kennen? Sinds wanneer volg je hem als auteur? Zijn jullie van plan om aan nog projecten samen te werken? Manon: In 2001 werd ik aangenomen als bureauredacteur bij het Pharmaceutisch Weekblad. Een paar maanden later kwam Johan daar ook werken. We waren dus in eerste instantie collega's. Zijn eerste boek Neptunus was toen net uit, dus ik volg hem al vanaf het begin van zijn schrijverscarrière. Naast de liefde voor lezen en schrijven bleken we meer overeenkomsten te hebben, we bezoeken bijvoorbeeld ook graag samen dierentuinen. Zo ontstond onze vriendschap en die is gebleven. Plannen om samen te schrijven zijn er nog niet, maar wie weet wat de toekomst brengt. OOTW: Op je website en ook op Facebook verscheen de voorbije tijd af en toe een kort verhaal van je. Zie je een gemeenschappelijk thema in die verhalen? En hoe vind je dat jouw schrijfstijl zich ontwikkeld heeft in die fictieverhalen? Manon: Leuke vraag. Ik heb me dit nooit zo afgevraagd. Veel verhalen komen voort uit mijn observaties en emoties, als ik er zo over nadenk. Dus emoties zijn wel een thema. En dieren misschien, als je dat een thema kunt noemen? Mijn schrijfstijl vind ik moeilijk zelf te beoordelen. Ik denk dat die mogelijk wat soepeler is geworden, omdat ik ervaring heb opgedaan en omdat ik vroeger meer aan het bedenken was, en nu meer de woordenstroom volg (en die dan achteraf bijschaaf). OOTW: Nu is er Ruach. Maar hoe kwam dit draakje tot jou? En had je meteen een overkoepelend verhaal of boek voor hem in gedachten? Of groeide alles eerder organisch? Manon: Het begon letterlijk zoals het eerste verhaal in het boek beschrijft, ‘Ei’, dat ook op mijn website te lezen is (https://manonvanloenen.nl/nl/verhalen/ei). Die avond is echt zo gebeurd, maar of dat draakje er was of slechts in mijn verbeelding... Daarna kwamen er twee vervolgverhalen vrij vlot achteraan, en daarna geleidelijk meer. Als ik wilde schrijven, dacht ik aan mijn draakje en dan kwamen er vaak wel stukjes, die uiteindelijk weer een verhaal gingen vormen. Dus organisch zou je wel kunnen zeggen. Ik ben geen plotter eigenlijk. Pas na een aantal jaar ben ik ze op mijn blog gaan zetten. En een heleboel korte verhalen verder, kwam het idee om ze op papier te bundelen. OOTW: Zou jij jezelf een vriend als Ruach toewensen? Waarom (niet)? Manon: Die heb ik al :-) En die wens ik me zeker toe, want hij brengt me inspiratie, ook als de verhalen niet over hem gaan. Je zou hem als een spirituele helper kunnen zien. Zijn naam betekent in het Hebreeuws ook adem, wind en geest. Dat past erg goed bij een inspiratiedraak. OOTW: Je noemt Ruach een ‘enigszins autobiografisch fantasyboek’. Vond je het makkelijk om autobiografische elementen in je fantasy te verwerken? Manon: Dat ging eigenlijk vanzelf. Zoals ik al zei is ‘Ei’ vrijwel letterlijk gebeurd. Veel andere verhalen ontstonden bijvoorbeeld in vakanties, dus die spelen zich af op de plek waar ik was en er zitten elementen in uit de werkelijke wereld, zoals de hittegolf van 2018. Ook zijn er een paar die voortkomen uit sterke emoties die ik ervoer, zoals paniek. De digitale draak komt voort uit een experiment om maar gewoon eens te gaan typen in plaats van eerst op papier te schrijven. Dus wat mij betreft loopt het mooi door elkaar en is het niet altijd duidelijk wat nou fantasie is en wat waargebeurd. OOTW: De cover van Ruach is prachtig. Hoe kwam die tot stand? Manon: Al sinds mijn studie ben ik bevriend met Marianne Beukenkamp, (https://www.facebook.com/profile.php?id=100082469333355) die toen al mede door haar tekentalent mijn aandacht trok. Ze tekende tijdens colleges mooie paarden en wolven. Haar schilderijen van fantasielandschappen zijn ook prachtig. Dus toen ik bedacht dat ik mijn Ruach-verhalen op papier wilde uitbrengen, wist ik meteen wie ik wilde vragen voor de omslag. Gelukkig was ze enthousiast en wilde het graag doen. Via Whatsapp en de telefoon hebben we gedurende het proces regelmatig contact gehad om af te stemmen hoe de draak en de omgeving eruit moesten gaan zien. We zijn allebei erg blij met het resultaat. OOTW: Lees je ook SF en horror? Zoja, wat zijn daar je favorieten? Of hou je het liever bij fantasy? Manon: Mijn interesse in draken is begonnen met de boeken over de drakenrijders van Pern door Anne McCaffrey. Dat zijn eigenlijk sciencefictionboeken, al lijkt dat in het begin niet zo. Via haar boeken ben ik meer sciencefiction gaan lezen. Later kwam de fantasy erbij, tenzij je de boeken over sprekende dieren uit mijn jeugd meetelt. Ik lees alle boeken van Johan natuurlijk, dus dat is meestal sciencefiction en tegenwoordig ook horror. Sowieso lees ik met opzet niet alleen fantasy om een bredere blik te houden. Tijdens mijn studie ontdekte ik de weerwolvenverhalen van Kelley Armstrong, haar Otherworld-serie en ook andere boeken bevatten naast fantasy ook horror. Over het algemeen lees ik nu het meest fantasy, bijvoorbeeld over weerwolven en draken. Dat klinkt misschien afgezaagd, maar als je de juiste schrijvers weet te vinden, is het dat zeker niet. Bijvoorbeeld de boeken van Patricia Briggs en Anne Bishop, originele verhalen waar ook regelmatig een vleugje horror in zit zoals wel vaker als het over weerwolven en vampiers gaat. OOTW: Wat is je volgende literaire project? Kan je al een tipje van de sluier lichten? Manon: Al jaren ben ik bezig met een boek over weerwolven, dat anders zal zijn (vind ik) dan andere. Meer in overeenstemming met hoe wolven echt zijn, niet gewelddadig dus maar sociaal en verborgen. Het kijken naar de wereld vanuit een ander standpunt, van een (weer)wolf dus, is iets dat ik erg leuk vind om te onderzoeken. Het speelt zich deels af in Nederland en ik begon ermee toen hier de wolven nog niet terug waren. Dus eigenlijk zal ik nog heel wat moeten herschrijven. Sowieso ben ik zelf in de tussentijd ouder geworden en veranderd, dus zijn mijn schrijven en kijk op het verhaal ook veranderd. Het zal nog wel een tijd duren dus, voor dat boek er is. Intussen blijf ik gewoon af en toe nieuwe korte verhalen schrijven. OOTW: Heb je nog andere hobby’s dan lezen en schrijven? Manon: Lezen en schrijven zijn denk ik wel de belangrijkste, maar daarnaast hou ik ook van tekenen en doe ik aan dansexpressie. Dan leer je geen pasjes, maar juist vanuit jezelf bewegen en daarin je creativiteit en gevoel uiten. Ook hou ik van de natuur in gaan, meestal te voet. En dierentuinen bezoeken, liefst op een rustige doordeweekse dag om de dieren rustig te kunnen observeren. Laura Weterings kennen we als auteur van de verhalenbundel Beestige dromen. Ze neemt ook regelmatig deel aan schrijfwedstrijden. Hierdoor is Laura al in flink wat bundels verschenen. We gingen met haar in gesprek.
OOTW: Herinner je je nog het eerste verhaal dat je schreef? Hoe oud was je toen? Heb je het verhaal nog in je bezit? Laura: Ik had op jonge leeftijd al veel verhalen in mijn hoofd die ik graag neer wilde pennen. Daar begon ik mee toen ik eindelijk de eerste letters leerde. Ik weet nog dat ik mijn verhalen indertijd aan moest passen aan de hoeveelheid letters die ik al geleerd had. Tijdens mijn basisschooltijd was het mijn grote droom om schrijver te worden en schreef ik vele schriften vol. Laatst heb ik mijn beruchte gifgele Deetman koffertje weer eens geopend dat bomvol jeugdverhalen zit. Ik heb door het taalgebruik het vermoeden dat het gedicht ‘Blub, de vis’ een van mijn eerste schrijfsels was die bewaard zijn gebleven. Ik schreef opvallend veel over kabouters en kruisbesmannetjes. De eerste versie van het verhaal ’Ondeugende Letters’ uit mijn boek ‘Beestige Dromen’ komt ook uit dat koffertje en schreef ik toen ik acht was. Ik heb het uiteraard wel grondig herschreven. OOTW: Welke boeken hebben jou als auteur het meest gevormd? En waarom? Laura: Omdat ik zo jong al fanatiek was zijn het de kinderboeken die ik vroeger las. Roald Dahl was mijn grote favoriet en de boeken van Jules Verne las ik ook alsof ik het allemaal echt meemaakte. Vervolgens ontdekte ik ‘De Kabouter’ van Rien Poortvliet, dat heel erg leek op de grafische werken die ik voor die ontdekking al maakte over mijn kruisbesmannetjes. Na mijn jeugd heb ik een lange tijd niet geschreven en de laatste jaren ben ik weer begonnen. Ik ben op het moment nog zoekende welke boeken mij bij mijn huidige werk kunnen inspireren. Nu ik weer schrijf kies ik bewust voor Nederlandstalig. Zelfs van buitenlandse auteurs lees ik de Nederlandse vertalingen en niet het origineel. De verhalenbundels waar mijn eigen werk ook tussen staat inspireren me op het moment het meest. Het lezen daarvan is de ideale manier om de stijl van andere schrijvers te proeven en zo weer nieuwe favorieten te ontdekken. OOTW: Wat was de eerste schrijfwedstrijd waaraan je ooit deelnam? Wat trekt jou aan in wedstrijddeelname? Laura: Op mijn elfde heb ik meegedaan aan een wedstrijd van het Brabants Dagblad. Die won ik. Het jaar daarna zat ik er weer bij. Tegenwoordig trekken de wedstrijden me vooral omdat je ook vaak kans maakt om in een bundel gepubliceerd te worden als je door de selectie komt. Dat blijft elke keer weer net zo speciaal als bij de eerste publicatie. Misschien zelfs nog specialer dan aan het begin, aangezien ik ondertussen fan ben van het werk van veel schrijvers die ook regelmatig in die bundels staan. Door die wedstrijden leer je die auteurs ook in het echt kennen en dat is tijdens elke uitreiking weer erg gezellig. OOTW: Aan welke wedstrijden bewaar je de mooiste herinneringen? Laura: Dat was die wedstrijd van het Brabants Dagblad. Het werd georganiseerd ter gelegenheid van de Kinderboekenweek. Ik was toen elf en compleet onverwachts stond er een persfotograaf voor de deur. Ze hadden mijn verhaal uit meer dan vierhonderd inzendingen gekozen. Het heeft toen uitgebreid in de krant gestaan en alles bij elkaar vulden de foto’s, het artikel en het verhaal bijna een hele pagina. Dat gaf op die leeftijd natuurlijk een flinke boost, zeker in die tijd. Bij de huidige wedstrijden bestaan de mooiste herinneringen uit de podiummomenten en de spanning daaromheen. OOTW: Was je al zelf jurylid bij een wedstrijd? Zou je dit wel eens willen doen? Laura: Nee, nog nooit. Ik weet eigenlijk niet of het iets voor mij zou zijn. Ik neem mijn petje af voor jury’s die soms enorme stapels verhalen moeten lezen en ze vervolgens allemaal op volgorde moeten zetten. Als ik het zou doen, zou ik de verhalen anoniem willen beoordelen om scheve gezichten en discussies achteraf te vermijden. OOTW: Hoe vaak schrijf je? Lukt dit dagelijks? Heb je een regelmaat of werk je ‘in opdracht’ (themawedstrijden etc)? Laura: Ik probeer vaak ‘s avonds iets te schrijven. Maar alleen als ik er zin in heb, want ik wil wel dat het een hobby blijft. Als er een wedstrijd is geeft dat door de deadline automatisch meer structuur, maar wel op een prettige manier. Daarom ben ik door die wedstrijden veel meer gaan schrijven. OOTW: Je bundel Beestige dromen bestaat uit zowel eerder gepubliceerd als nieuw werk. Hoe ging je te werk voor de selectie? Laura: Toen ik door mijn verhalen bladerde ontdekte ik bij een deel ervan een rode draad. Die verhalen plaatste ik achter elkaar en ik verzon er nieuwe verhalen bij die die draad versterkten. Veel van de verhalen uit mijn boek heb ik gedroomd terwijl ik net nog niet in slaap was. Daardoor wist ik ze de dag erop nog na te vertellen. In mijn dromen beleef ik waargebeurde momenten nogmaals, maar dan op een fantasierijke manier. Soms kan ik zelfs een stukje herdromen als het me niet bevalt. Het lijkt wel of ik mijn brein heb kunnen trainen om dat op deze manier te doen. Daarom besloot ik de zin ‘Er was eens een plek waar dromen werkelijkheid werden en de werkelijkheid een droom’ als uitgangspunt te nemen. OOTW: Je schildert ook. Zie je je verhalen in beelden terwijl je ze bedenkt, of moet ik me dat niet zo letterlijk voorstellen? Is uit een verhaal al een schilderij gekomen, en omgekeerd? Laura: Elk van mijn schilderijen vertelt een verhaal. Meestal heb ik een verhaal in mijn hoofd en schilder dan het beeld dat ik daarbij heb. Ik heb wel wat opdrachten aangenomen waarbij ik een foto moest naschilderen, maar eigenlijk is dat niets voor mij. Ik zet liever gevoelsmatig wat op het doek. Ik let dan meer op de energie en beweging in plaats van op de vorm van wat ik schilder. Eigenlijk schilder ik gewoon wat ik om me heen zie, maar dan met diezelfde zin als die ik voor mijn boek heb gebruikt als uitgangspunt. Ik heb me daarnaast aangesloten bij het ‘Paard Verzameld’-kunstcollectief. Dat is een internationaal collectief van kunstenaars. Er worden gezamenlijke exposities en inspiratiedagen georganiseerd en maandelijks kun je meedoen aan een art challenge. We zijn ook met zijn allen het schilderij ‘Whistlejacket’ (nvdr. geschilderd door George Stubbs, uit 1762) gaan bezoeken, toen dat in het Mauritshuis hing. OTW: Je schrijft momenteel een roman. Wat kan je ons hierover vertellen? Laura: Mijn volgende boek heet Het Rossen Reyders Gymnasium. Het gaat over een hippische school in een magische wereld. Dit verhaal heb ik eerst als kort verhaal op papier gezet, maar dat werd uiteindelijk meer een synopsis. Daarom besloot ik het verder uit te werken. De rijdieren in deze wereld worden geboren met vleugels, die worden verwijderd om ze braver te maken. De ietwat naïeve Sora heeft het geluk om er de opleiding van haar dromen te mogen volgen, maar komt in een gouden kooi terecht. Ondanks dat ze met deze bijzondere rossen mag werken, verliest ze haar zo geliefde connectie met de natuur. Zelf heb ik de hippische beroepsopleidingen in Deurne gevolgd. Elke vergelijking daarmee berust uiteraard op puur toeval. Want daar stonden geen paarden met vleugels. Mijn boek gaat momenteel bij een aantal proeflezers langs en ik ben druk aan het herschrijven. OOTW: Op basis van je verhalen kunnen we stellen dat je een echte natuur- en dierenliefhebber bent. Hoe zorg je ervoor dat je voldoende tijd met dieren en in de natuur kunt doorbrengen? En wat vind je de voordelen van dit contact? Laura: Ik woon op een stoeterij waar ik de hele dag met springpaarden werk. Zelf heb ik ook paarden. Op het terrein lopen behoorlijk wat dieren en ik vind het leuk om via mijn wildcamera bijzondere soorten te spotten. Ook trek ik graag de natuur in. Natuurlijk haal ik daar veel inspiratie uit. Ik kan me niet eens voorstellen dat ik ooit in een drukke stad zou moeten wonen. OOTW: Vind je dat er zoiets is als een ‘Laura-schrijfstijl’, of denk je eerder dat je net heel gevarieerd schrijft en verschillende stijlen toepast, afhankelijk van het verhaal? Vind je dat je stijl in de loop der tijden sterk geëvolueerd is, of niet? Laura: Ik merk dat mijn verhalen net iets anders zijn dan die van de meeste schrijvers. Door de wedstrijden heb ik veel verschillende genres uitgeprobeerd, van detective tot thriller. Daarvan heb ik geleerd dat mijn stijl toch steeds een bepaalde kant op neigt. Ik weet niet of die zo herkenbaar is dat een jury een anoniem verhaal van mij zou herkennen. Mijn toon is niet echt veranderd in de loop der tijden. Ik ken ondertussen natuurlijk alle letters van het alfabet. En door meer over schrijven te lezen ben ik veel bewuster en correcter gaan schrijven. OOTW: Merk je in je verhalen terugkerende thema’s op? Zoja, welke zijn dit? Hoe komt het dat deze thema’s jou fascineren? Laura: In bijna al mijn verhalen komen dieren voor. Dat was me eerst niet eens opgevallen. Zelf heb ik altijd dieren om me heen. Verder levert ongeveer elke treinreis me spontaan een nieuw verhaal op. De thema’s hangen af van waar ik naartoe ben geweest, maar vallen vaak binnen mijn interesses. Naarmate je graaft in de diepere lagen van mijn schrijfsels zijn er nog meer overeenkomsten te vinden. Alleen is het voor zover ik weet alleen nog door kinderen gelukt om die te ontdekken. OOTW: Welk droomproject heb je nog in je hoofd zitten? Wat wil je zeker nog waarmaken? Laura: Ik heb nog heel veel ideeën die ik uit zou kunnen werken. In mijn hoofd ligt al een uitgebreid oeuvre op de planken. Helaas heb ik nog geen copy paste knop om dat direct naar mijn computer te kopiëren. OOTW: Heb je nog hobby’s die hierboven niet aan bod kwamen? Laura: Ik ga graag fietsen of hiken. Liefst in de bergen, maar die liggen helaas niet om de hoek. Maar Nederland is ook prachtig. OOTW: Heb je voldoende tijd om te lezen? Welke genres lees je graag? Heb je enkele leestips voor ons? Laura: Ik heb sinds ik weer schrijf ontdekt dat ik graag korte verhalen lees. Die zijn ook makkelijk voor tussendoor, als ik weinig tijd heb. Het liefst een beetje bizar, want de alledaagse dingen beleef ik zonder lezen ook wel. De Godijnbundels zijn daar een goed voorbeeld van en lezen heerlijk weg. Historische verhalen lees ik soms, ik waardeer het wel als er niet te creatief wordt omgegaan met de feiten. Het doen en laten in een andere tijdgeest hoeft niet aangepast te worden aan de huidige opvattingen. Het meeste lees ik fantasy. Ik weet niet of dat waar ik in dat genre nog naar op zoek ben al geschreven is. Ik zou graag eens iets in de sfeer van Stephen Kings ‘Fairy tale’ lezen dat zich afspeelt waar de rivierkreeften zingen, maar dan een vleugje surreëler. Meestal kies ik niet te dikke boeken, maar in dit geval zou het een eeuwigdurende pil mogen zijn. Meer over Laura vind je hier: https://www.instagram.com/laura_w_kunst_en_schrijfsels/ https://www.aquazz.com/Beestige-Dromen-Laura-A.J.-Weterings Bram Dekeyser is een Vlaamse auteur die drie romans en een dichtbundel schreef. In december 2023 kwam bij Boekscout het tweede deel van zijn fantasyreeks Heian uit. Wij gingen met Bram in gesprek.
OOTW: Bram, hoe ontstond het idee voor Heian? Liep je er al lang mee in je hoofd voor je aan de plot begon of ontwikkelde zich het hele verhaal bij het schrijven van het eerste boek? Bram: Ik had eerder al een boekje geschreven in het fantasy genre, wat maakt dat fantasy mij nauw aan het hart ligt. Plots kwam de lockdown, een periode waarin veel tijd vrij kwam, maar vooral ook frustratie. Ik kwijnde weg in gedachten en emoties van frustratie, eenzaamheid en haat voedde mij. Het opgesloten gevoel, het snakken naar vrijheid, creëerde een bepaalde curiositeit in mij. Kon de politiek ons dit aandoen? Wie is een mens om een ander mens te zeggen wat die wel en niet mag doen? Deze vragen heb ik gedurende al die maanden intern, diep binnenin behandeld. Hieruit kwam een personage, geïnspireerd op mij, maar extremer gemaakt. Het personage ‘Prospero’, de antagonist van de boekenreeks, is een figuur die altijd streefde naar vrijheid en dit democratisch wou bekomen, maar door belemmeringen in zijn vrijheid radicaliseerde hij tot een losgeslagen anarchist. Al is Prospero een stuk extremer dan ik, kan ik me wel met hem identificeren. Heian begon dus eigenlijk met een personage dat mijn woede symboliseert. Vervolgens werkte ik aan de setting en wereld van de boekenreeks. Ik heb hierbij voor het eerst geplot, wat ik voor de boeken die ik schreef in mijn kindertijd, niet had gedaan. Dit wierp zijn vruchten af. OOTW: Kan je ons kort de beginsituatie van het eerste deel van Heian schetsen? Wat voor soort fantasy is de Heian-reeks? Bram: Prospero, een magiër en ex-politicus, is al 103 jaar niet gezien. Voor zijn verdwijning pleegde hij een politieke aanslag op de toenmalige Eerste Minister Abosit, die hierdoor om het leven kwam. Aangezien hij vandaag de dag bijna 240 jaar oud zou zijn, gaat iedereen ervan uit dat hij dood is, maar klopt dit ook? Connor, een jongen van veertien, reist af naar Dethar, een van de regionen van de Heian fantasy-wereld. Hier ondergaan jongeren een test waarbij ze in contact komen met een oud kristal dat oplicht in een diepe rode kleur als magie aanwezig is in hen. Wanneer Connor het kristal aanraakt, gloeit het echter in een heldere blauwe kleur. Dit is ongezien, een primeur. OOTW: Intussen zijn er twee delen van Heian uit. Je plant in totaal vier delen. Heb je de verhaallijnen voor de volledige reeks al in je hoofd of is er nog veel ruimte voor verandering? Bram: Ruimte voor verandering is er zeker, maar de grote lijnen staan wel vast. Ik plot boek per boek, weet de cliffhangers al en de belangrijke key-events. Bij bepaalde acties of gebeurtenissen zijn echter gevolgen die soms logischer zijn dan de initiële ideeën, wat maakt dat ik daar nog wijzigingen durf te maken. Ook is het plan om er een reeks van vier van te maken, inmiddels gewijzigd naar een vijfdelige reeks. OOTW: Welke thema’s komen aan bod in Heian? Bram: Een heel belangrijk maatschappelijk punt in Heian is ‘nuance’. Perspectief en context spelen hierbij een sleutelrol. Wat bij het begin lijkt op zwart-wit-denken, evolueert langzaam maar zeker naar fifty shades of grey. Een strijd tussen vrijheid in haar meest extreme vorm en orde wordt gestreden. Het binair denken van de mensen wordt doorbroken en er wordt getoond hoe traumatische gebeurtenissen een individu kunnen radicaliseren, maar ook mogelijk zachter en empathischer kunnen maken. OOTW: Wie is je lievelingspersonages in Heian? Bram: Tegengestelden trekken elkaar aan. En niets is minder waar bij Shiyah. Angst is haar onbekend wanneer ze in een gevecht, op basis van pure adrenaline, actie onderneemt. Haar mond is groot en haar emoties zijn duidelijk en oprecht, wat in contrast staat met hoe bedachtzaam en piekerend ik ben. Waar ik heel lang twijfel, zoekend naar het perfecte antwoord, vliegt zij er meteen in. De assertiviteit in deze jonge dame maakt dat ik heel erg naar haar opkijk. Ik weet dat ik ook mijn eigen goede eigenschappen heb, maar zo nu en dan durf je wel eens te kijken naar de eigenschappen die je niet hebt. En dan sta je soms perplex wanneer je iemand voor je hebt staan die precies deze karakteristieken heeft. OOTW: Heb je naast Heian nog tijd om andere zaken te schrijven of slorpt Heian al je schrijftijd op? Bram: Ik schrijf ‘tussen de soep en de patatten’ af en toe wat andere dingen, echter wel vertraagd. Een paar gedichtjes zijn al gauw uit de mouw geschud, maar ook een filosofisch boek is in de maak. Wanneer deze uitkomen is mij nog niet duidelijk, aangezien ik wel een grote focus heb op mijn Heian-boekenreeks. Kleinere projecten, zoals korte verhalen of fragmentjes, schrijf ik ook nu en dan. Soms kan dit een goede oefening zijn en het houdt je fris en je gedachten open om eens uit Heian te ontsnappen en in een andere setting te werken. OOTW: Wat voor fantasy lees je zelf graag? Kan je enkele voorbeelden opsommen en ons vertellen waarom je precies die boeken goed vindt? Lees je vooral (oorspronkelijk) Nederlandstalig of lees je meer Engelstalig? Bram: Fantasy kent geen grenzen, dat is het mooie aan het genre. Daarom vind ik het altijd jammer als mensen bang zijn om ‘te ver’ te gaan. Safe spelen is geen optie als je wil doorbreken. Ik hou van verhalen met diepgang, een bepaalde complexiteit… Magiesystemen zijn geweldig, maar moeten logisch zijn opgebouwd. (Ja, ook magie moet een logica hebben binnen de fictieve wereld.) Ikzelf ben een grote fan van de Harry Potter-serie van J.K. Rowling. Ironisch is het zeker, aangezien ik net aangaf van complexiteit te houden, waar de Harry Potter-reeks veel clichés bevat. Dit heeft echter waarschijnlijk ook heel wat te maken met de nostalgische waarde die deze wereld voor mij heeft. Voorheen las ik voornamelijk vertalingen van bekende boeken, toen mijn Engels nog niet op mijn huidige niveau was. Toen waaide ik wat mee met de winden van de media en sociale normen, waardoor ik nogal neigde richting het Engelse. Op den duur begon ik autonomer te denken en vond ik het best dom om Nederlandstalige lectuur en literatuur te reduceren als zijnde ‘awkward omdat het Nederlands is’. Toen begon ik boeken in het Nederlands opnieuw een kans te geven, waaronder ook boeken van nieuwe, debuterende auteurs. Dit stelde niet teleur. Verloren Aluria is hiervan een voorbeeld, de eerste uitgave van Robin Rozendal. Het bewijs dat fantasy in het Nederlands ook ontzettend mooi kan zijn. OOTW: Wat zijn de fantasyreeksen of films die je kijkt op televisie/streaming/in de bioscoop? Bram: Harry Potter is natuurlijk wat mij in de wereld van fantasy heeft doen rollen. De Fantastic Beasts-films, die zich afspelen voor de periode van Harry Potter zelf, heb ik in de bioscoop bekeken. De anime-serie Attack on Titan heb ik ook helemaal bekeken. Deze reeks heeft een ontzettend sterke storyline, elke scène, elk moment, geeft zoveel betekenis en waarde aan het verhaal. OOTW: Hou je ook van SF en horror? Lees je ook buiten SF/F/H? Kan je wat voorbeelden geven? Bram: Science fiction is prachtig. In SF kunnen ‘wetenschap’ en fantasy namelijk gepaard gaan. Op een logische, wetenschappelijke manier, maar met heel wat creativiteit, kunnen verschillende concepten worden benaderd. Ruimteschepen, sterrenstelsels, technologie en wapens kunnen van zo’n immens kaliber zijn dat het je doet huiveren. Star Wars en Battlestar Galactica zijn twee voorbeelden van SF franchises die mij steevast veel plezier bezorgen. OOTW: Je debuteerde op dertienjarige leeftijd met de jeugdroman Duistere krachten: De bedreigde vampier. Je schreef dit boek tijdens een vakantie. Hoe kijk je nu op dit boek terug? Wat vormde jouw inspiratiebron voor het boek? Ben je nog steeds gefascineerd door vampieren? Bram: Als ik het boekje terug lees, voel ik een vorm van schaamte. Dat ik van Harry Potter hou, is naar mijn mening iets te duidelijk in het boek zelf, mijn schrijfstijl was nog kinderlijk, al was deze meer gevorderd dan die van mijn leeftijdsgenootjes. Dit hoeft echter niet iets negatiefs te zijn. Als je wat terugleest van vroeger en je haren er recht van komen, herken je de dingen die je vroeger ‘fout deed’. Ergo, je hebt vooruitgang geboekt en bent meer ervaren dan voorheen, waardoor je deze fouten, nu in je matuurdere stand, zomaar kan herkennen. Wat vampieren betreft, ben ik niet per se meer of minder gefascineerd door vampieren dan door andere fantastische schepsels. Weerwolven, elfen, trollen, maar ook mythische wezens zoals de Pegasus zijn slechts voorbeelden van wezens die kunnen verschijnen. Nu probeer ik zelfs enkele wezens helemaal uit het niets te verzinnen! OOTW: Er zou een vervolg komen op De bedreigde vampier, getiteld Duistere krachten: De weerwolfdreiging. Begon je daadwerkelijk aan het boek en is er een (gedeeltelijk) manuscript van? Wil je het boek vervolledigen of er delen uit gebruiken voor andere projecten? Bram: Ik was inderdaad aan het vervolg begonnen. Dit eindigde in een manuscriptje van een zestigtal pagina’s, die ik nooit heb gecorrigeerd of ingestuurd. Het is me niet echt duidelijk of de interesse mij is ontgaan of de moeilijke periode in mijn jonge jaren toen de reden was dat het project strandde, maar de drang om deze reeks voort te zetten is er niet, aangezien ik nog heel jong was en toen nog niet groot genoeg dacht. Ik vind Heian meer potentieel hebben. Enkele vormen van magie en enkele spreuken heb ik echter wel schaamteloos overgenomen uit mijn boek Duistere Krachten: De Bedreigde Vampier. OOTW: Na je eerste roman verscheen je dichtbundel Poëzie, de weg naar de filosofie. Op Facebook post je af en toe nog een nieuw gedicht. Kan je enkele onderwerpen opsommen die in je bundel aan bod kwamen? Kan je eventueel één gedicht uit deze bundel met ons delen? Ben je van plan om nog een tweede dichtbundel uit te geven? Bram: Mijn leven staat vrijwel volledig in het teken van existentiële vraagstukken. Gedichten geven mij hierbij de ruimte om mijn eigen struggles met deze vraagstukken te beschrijven en de emoties die hiermee gepaard gaan. Mijn autisme komt onder andere terug in deze gedichten, maar ook zaken zoals de dood, depressie en pijn. De vraag die bij mij centraal staat bij zowat alles wat mij aangaat, is de vraag: ‘Waarom?’ Op dit moment schrijf ik zeker nog gedichten, maar de meesten deel ik niet. Ik bundel deze wel allemaal mooi in één document, waar er reeds een heleboel in staan. Hopelijk kan ik deze ook ooit laten uitgeven. Dit is een van de gedichten uit mijn bundel. Ik was veertien toen ik het schreef, ik vind het dan ook fijn dat mijn gedichten nu beter zijn dan toen: Is het een verlossing? Is het een marteling? De laatste hartslag, de laatste lucht. Het is moeilijk te relativeren, Maar je moet het accepteren. Dit een plaats geven in je leven dat duurt wel even... Dit is negatief, dit kun je niet bekijken met een gekleurde bril. Na zulke gebeurtenissen blijft het weer een poosje stil... De persoon is weg en dat is hard als steen. Het is heel hard, maar de verloren persoon verdient altijd een plekje in ons hart. OOTW: Schrijf je ook korte verhalen of ben je van plan om dit nog te doen? Lees je graag korte verhalen? Bram: Ik heb nog niet echt korte verhalen geschreven, gezien ik best wel een ‘overwriter’ ben. In ‘kort en bondig’ ben ik niet zo goed, maar dat probeer ik wel. Als oefening sta ik er dus wel echt voor open om het te proberen. Zo nu en dan een kort verhaal lezen is fijn. Wanneer je je bevindt in een drukke tijd, kan het kiezen voor een boek best een uitdaging zijn. Door een kort verhaal kan je dan even heen gaan, zo heb je toch nog even je nodige portie lectuur gehad! OOTW: Ben je vertrouwd met de Nederlandstalige SF/F/H-scène? Lees je oorspronkelijk Nederlandstalige SF/F/H? Met welke auteur of uitgever zou je graag eens een goed gesprek hebben over SF/F/H? Bram: Ik lees best wel Nederlandstalige Fantasy, maar niet per se de meest gekenden. Als je je blik niet open houdt, kan je ontzettend mooie verhalen mislopen, ondanks dat ze niet zo in de schijnwerpers staan als anderen. Zilverspoor lijkt mij een interessante uitgever, ik heb Cocky van Dijk op Facts in Gent namelijk al twee keer kort gesproken. De laatste keer kocht ik zelfs een boek van haar. Robin Rozendal vind ik een fantastische schrijfster, ook zij publiceert voor dezelfde uitgever en lijkt me een heel interessante persoon om mee in dialoog te gaan. Project Dizary, een wereld waaraan meerdere auteurs meeschrijven en elk hun eigen stempel drukken op de saga, is een project dat mij ontzettend intrigeert. Ook mij lijkt het interessant om een soortgelijke samenwerking te hebben door zoiets op poten te zetten met verscheidene auteurs. Daarom zou het ook bijzonder zinvol lijken om met Patrick Berkhof te praten. OOTW: Kunnen wij jou vinden op conventies? Verkoop je daar ook je boeken of ga je enkel als bezoeker? Wat zijn de leukste conventies die je al bezocht? Bram: Sowieso kom ik twee keer per jaar naar Facts in Gent, waar heel wat te beleven valt omtrent anime, fantasy en SF. En er staan ook wel enkele Nederlandse en Vlaamse schrijvers! Dit vind ik ongelofelijk interessant. Ik tracht in de toekomst ook vaker naar andere conventies te gaan die boeken en fantasy aanbelangen, maar ben nog een beetje op zoek naar welke mogelijke conventies er zijn. Zelf heb ik nog geen boeken verkocht op een conventie, maar het is wel iets waar ik al een tijdje over nadenk. Facts is ongetwijfeld een hele fijne conventie. De inclusiviteit en de diversiteit aan persoonlijkheden vind ik op zo’n plekken geweldig. Want laten we eerlijk zijn, bij zij die onze interesses hebben, is meestal een steekje los. Dat vind ik niets negatiefs, maar juist iets waardevols. OOTW: Welke hobby’s heb je nog naast schrijven en lezen? Bram: Naast het schrijven en lezen, doe ik ook aan tafeltennis. Het heeft me heel erg geholpen met het ontwikkelen van mijn sociale vaardigheden en de omgang met winst en verlies. Ook programmeer ik en ben ik in het algemeen ontzettend leergierig. Naast boeken, lees ik dus ook veel artikels, papers en dergelijke informatieve teksten. Wil je meer weten over Bram? Hieronder vind je links. Heian – De Bedreiging van Oberon: https://www.boekscout.nl/shop2/boek/9789464504989 Heian – Een Eerlijke Strijd: https://www.boekscout.nl/shop2/boek/9789464890075 Facebook-profiel: https://www.facebook.com/bram.dekeyser.71 Lenno Vranken is een Vlaamse auteur die houdt van fantasy, horror en sprookjes. Hij debuteerde op vijftienjarige leeftijd met De wereld achter de spiegel – De jongen, het eerste boek in een reeks fantastische jeugdromans, die ondertussen vijf delen telt. In februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Phoenix de verhalenbundel Wisselkind, zijn debuut voor volwassenen.
OOTW: Lenno, binnenkort verschijnt Wisselkind. Gaat het om elf compleet nieuwe verhalen of zitten er verhalen bij die je al een hele tijd geleden schreef? Hoelang schrijf je al korte verhalen? Wat kan je ons vertellen over het eerste korte verhaal dat je ooit schreef? Lenno: In feite ben ik al heel mijn leven bezig met het bewerken van klassieke sprookjesverhalen. Sprookjes (of korte verhalen) zijn een fantastische manier om te oefenen met schrijven. Terwijl ik dus bezig was met het schrijven van mijn DWADS (De Wereld Achter De Spiegel) serie, schreef ik ook ter oefening een paar verhalen. Pas zeven jaar geleden begon ik het idee te krijgen om deze verhalen te bundelen in een eigen sprookjesboek. Dit idee bracht mij zoveel enthousiasme, dat ik er uiteindelijk met enorm veel liefde aan heb gewerkt. In die zeven jaar zijn er veel verhalen geschrapt, maar ook bijgekomen. Zo schreef ik zeer last-minute nog een bonusverhaal voor het boek, getiteld: ‘Sprakeloos’. Het eerste korte verhaal dat ik ooit schreef is uiteindelijk niet in Wisselkind terechtgekomen. Ik schreef het toen ik ongeveer zes jaar oud was, en een erg nare droom had gehad. Deze nachtmerrie was zo eng dat ik er met niemand over durfde te praten. Ik had het gevoel dat door erover te praten, de droom werkelijkheid zou kunnen worden. Daarom schreef ik alles op dat ik mij nog herinnerde, en besefte naderhand dat dit een erg spannend griezelverhaal zou zijn. Dus bewerkte ik mijn nachtmerrie en maakte er een heus verhaal van. Achteraf bekeken leek dit korte verhaal eigenlijk ook wel op een sprookje. OOTW: Hebben we het juist voor als we de verhalen in Wisselkind omschrijven als ‘Gothic fairy tales’? In welk genre zou jij ze stoppen? Of houd je niet van labels? Lenno: Mijn mening over labels is erg gemixt. Ik hou er niet van dat ze erg limiterend kunnen zijn, maar tegelijkertijd zijn ze dan weer erg van waarde voor de verkoop van een product (in dit geval bijvoorbeeld een boek). Dan komt er ook nog eens bij dat ik mij best wel thuis voel binnen het hele Gothic genre. Dracula, Frankenstein en Interview with the Vampire zijn mijn absolute lievelingsboeken. Misschien dat die invloeden inderdaad zijn doorgestroomd naar mijn sprookjesverhalen. Veel mensen vergeten het, maar in feite zijn sprookjes van oorsprong ook erg donkere vertellingen, misschien wel de oudste gotische verhalen die wij kennen! Dus, ja, ik denk dat ik mijn sprookjesboek inderdaad zou labelen als ‘Gothic’, hoewel er in mijn verhalen boodschappen schuilen die niet alleen voor Gothics van waarde zijn. OOTW: Wie zijn jouw ‘Gothic’ inspiratiebronnen? Lenno: Eerst en vooral Oscar Wilde. Zijn levensstijl (vooral zijn kleding en schrijfwerk) heeft mij enorm geïnspireerd. Ik heb zelfs mijn volledige eindexamen voor Woord, Spreken & Presenteren aan hem opgedragen. Zijn eigen sprookjesboek en The Picture of Dorian Gray waren van onschatbare waarde bij het vormen van mijn schrijfwerk. Dan heb je uiteraard de andere meesters van het genre: Edgar Allan Poe, Mary Shelley, Bram Stoker, Neil Gaiman, Angela Carter en Anne Rice. Best wel jammer dat nog maar één persoon op die lijst in leven is… Ik kijk ook erg graag naar films. Binnen die wereld heb ik altijd veel inspiratie geput uit het werk van Guillermo del Toro. Mensen die genieten van Wisselkind, moeten zeker eens naar Crimson Peak, Pan’s Labyrinth en Don’t Be Afraid of The Dark kijken. OOTW: Sommige verhalen gaan terug naar de donkere oorsprong van bekende sprookjes. Kan je een voorbeeld geven, en ons vertellen hoe je te werk gegaan bent om het sprookje om te vormen? Lenno: Dit was voor al mijn herschreven sprookjes een erg leuk proces. Ik ga ervan uit dat ik veel van sprookjes afweet, maar toch zijn er altijd subtiele details die je ontgaan. Zo is er het sprookje ‘Assepoester’, dat ik voor Wisselkind titelde: ‘Muiltjes van Bloed en Gebeente’. In dit sprookje gaat Assepoester niet naar het bal om met de prins te dansen, maar om hem te vermoorden. Waarom en hoe ze dit doet, ga ik uiteraard niet verklappen, haha. Voor het bewerken van dit verhaal, begon ik eerst de oorsprong van het sprookje na te gaan. Het verhaal komt oorspronkelijk uit het Oude Egypte, maar de oudste versie die werd neergeschreven en gedrukt op papier kunnen we terugvinden in het sprookjesboek van Charles Perrault. Perrault was Frans en leefde in de achttiende eeuw, dit laat ik doorschemeren in mijn illustraties en de beschrijvingen van bijvoorbeeld plaatsnamen. Dan is er ook nog de versie van de gebroeders Grimm, waarin Assepoester haar jurk en glazen muiltjes niet krijgt van een Goede Fee, maar van een boom die op het graf van haar moeder is geplant. Ik was helemaal vergeten wat voor boom dit ook alweer was, en dus moest ik het sprookje in de versie van de Gebroeders Grimm grondig herlezen om erachter te komen dat het uiteindelijk om een hazelaar ging. Dit zijn het soort details die ik graag in ere wilde houden tijdens het bewerken van deze sprookjes. Verder heb ik er redelijk wat documentaires op nageslagen om verder onderzoek te doen. Hier kwamen dan altijd boeiende resultaten uit voort, die mij hielpen om al mijn schrijfwerk zo authentiek als mogelijk te houden. OOTW: Wat zijn jouw lievelingssprookjes en waarom? En stopte je deze allemaal in Wisselkind of niet? Lenno: Ik hou vooral van sprookjes waarin het goede altijd overwint. In het echte leven is dit natuurlijk niet zo, maar het is voor mij haast ontroerend hoe iemand die altijd het juiste heeft proberen te doen voor zichzelf en anderen, aan het einde ook voor die inspanningen wordt beloond. Veel mensen zouden er goed aan doen om dit soort sprookjes nog eens te herlezen en er iets uit te leren. Aardig zijn voor dieren, anderen in nood helpen en niet oordelen op basis van uiterlijk, zijn allemaal lessen die je uit mijn favoriete sprookjes kunt halen. Het sprookje dat mij het meest dierbaar is, is echter dat van ‘Sneeuwwitje’. Ik weet niet waarom, maar als klein kind, nog niet in staat om te lopen of om fatsoenlijk te spreken, gaf ik al duidelijk weer dat ik een enorme fascinatie voor dit sprookje koesterde. Volgens mij heeft het iets te maken met het feit dat het verhaal om een meisje gaat dat vanwege haar uiterlijk enorm wordt gehaat. Haar eigen moeder (want in de originele versie is er nog geen sprake van een stiefmoeder) wil haar zelfs dood hebben omwille van hoe ze eruitziet. Ondanks deze negatieve invloeden om haar heen, blijft Sneeuwwitje een zachtaardig karakter behouden, wat naar mijn mening maar weinig mensen haar zouden nadoen. Het gebruik van symbolen vind ik ook zo mooi in dit verhaal. Denk maar aan de symboliek van de kleuren zwart, rood en wit, en dan ook de tastbare voorwerpen, zoals de vergiftigde appel en de glazen doodskist… Dit zijn allemaal elementen waar grotere betekenissen aan vasthangen. Ieder van ons kan iets leren uit die betekenissen. Verder vind ik ‘De Jeneverboom’, ‘Blauwbaard’, ‘Assepoester’, ‘Raponsje’, ‘De schone slaapster’ en nog zoveel meer sprookjes leuk. Niet ieder van deze sprookjes kreeg helaas een plek in Wisselkind, want dan zou het een wel erg dik boek zijn geworden! OOTW: Wisselkind bevat ook enkele gedichten. Kan je enkele verzen met ons delen, al dan niet uit je bundel? Zijn alle gedichten die je ooit schreef gerelateerd aan sprookjes of behandel je in je gedichten ook andere thema’s? Lenno: Ik dicht heel graag, maar mijn gedichten komen altijd vanuit een zeer gevoelige plek binnenin mezelf, waar ik zelden met anderen over praat. Hierom denk ik dat ik ook niet heel graag over mijn dichtwerk praat. Toch leek het mij juist om enkele stukken in mijn sprookjesboek te verwerken, puur omdat ik juist wílde dat het boek breekbaar en gevoelig zou overkomen. Ik dicht graag over onbeantwoorde liefde, afzondering, je verstoten voelen, en, inderdaad, ook over sprookjes. Lezers zullen mijn gedichten niet al te overduidelijk kunnen linken aan sprookjes, maar de elementen zijn zeker aanwezig. Zo schreef ik een gedicht met de titel ‘Zeeschuim’. Het gedicht gaat over een immens verdriet dat iemand kan ervaren nadat hij het gevoel heeft dat hij nergens meer thuishoort. De wereld is hem vreemd, zelfs de woorden die zijn vrienden uitspreken klinken als wartaal en dringen niet tot hem door. Deze persoon heeft pijn. Alles voelt moeizaam. Zelfs lopen lijkt zijn voetzolen te doen splijten. Dit heb ik op een subtiele manier proberen te linken aan het sprookje van ‘De Kleine Zeemeermin’. Eén gedicht dat er naar mijn mening in het bijzonder uitspringt, is ‘Tere vleugels’. Het gedicht is heel kort, fragiel en gevoelig. Bijna als een stel vlindervleugels. Het gedicht is anders in die zin dat het juist een “lichtere” of meer “gelukzalige” ondertoon heeft. Het gedicht is gebaseerd op het helende gevoel dat ik ervaar wanneer ik rondloop in de natuur. Vanwege die positieve ondertoon, vind ik het gedicht in contrast staan met al mijn ander dichtwerk. Ik deelde ‘Tere vleugels’ al eerder op sociale media voor gedichtendag, en wil dit gedicht gerust delen in dit interview. Tere Vleugels Op de vaste velden van dit land, Een feeërieke deugd in mijn hand. Dat de geur van bomen zo helend Zo verhelderend kan zijn, En voor even verdrijven hij en zij mijn vreselijke pijn. OOTW: Laat ons even terugkeren naar je romanreeks De wereld achter de spiegel. In de inleiding van het interview noemen we dit een jeugdboekenreeks. Klopt dit? Het is niet omdat een boek door een jonge auteur geschreven wordt dat het automatisch een boek enkel voor leeftijdgenoten is. Raad je de reeks ook aan volwassenen aan? Zoja, waarom? Lenno: Het is best grappig, want toen ik dertien jaar was en aan deze reeks begon te schrijven, was ik ervan overtuigd dat het boek vooral bij volwassenen in de smaak zou vallen. Toen werd het eerste boek in de serie gepubliceerd, en kreeg ik vooral van ouders te horen dat hun kinderen het boek niet konden wegleggen. Ik weet zelfs nog dat iemand mij interviewde als onderdeel van een schoolopdracht. Na het interview liet hij mij weten dat zijn jonger broertje normaal gezien nooit kon stoppen met gamen en niet naar bed wilde. Nu kon hij niet meer wachten om naar bed te gaan, zodat hij met zijn zaklamp mijn boek kon lezen. Dat was een enorm compliment om op zo’n jonge leeftijd over mijn eigen werk te krijgen. Nu ik mijn boeken uit deze reeks herlees, ben ik mij ervan bewust dat de dialogen, de manier waarop de ontwikkeling van de personages is beschreven, vooral erg jeugdig voelt, maar op een manier die vertrouwd is. Ik kan mij perfect inbeelden hoe ik mij voelde als dertienjarige wanneer ik mijn DWADS boeken herlees. Daarom zijn ze volgens mij zo in trek bij een jonger lezerspubliek, vanwege de authenticiteit van het schrijfwerk. Jongeren kunnen zich echt verplaatsen in wat mijn boeken vertellen, omdat ze zijn geschreven door iemand die toen hun leeftijd had! Nu, het is niet zo dat dit betekent dat mijn boeken niet door volwassenen kunnen worden gelezen. Het is op een bepaalde manier net zoals met de Harry Potter boeken. Er zijn genoeg volwassenen die ook die boeken graag lezen. Fantasy spreekt alle leeftijden aan, en we zijn allemaal ooit elf, twaalf, dertien jaar geweest. Het is dus vaak niet moeilijk voor een volwassene om zich terug te verplaatsen in de mindset van een jeugdboek, hoewel we dit soms vergeten door hoe onze maatschappij nu eenmaal in elkaar zit. OOTW: Is de reeks klaar of staan er nog delen in de steigers? Had je al de volledige plot van de vijf boeken in je hoofd toen je aan het eerste boek begon of groeide de reeks echt organisch? Lenno: In het totaal heb ik negen manuscripten voltooid. Ik schreef aan deze serie toen ik dertien was, en eindigde op mijn negentiende. Deze boeken zijn dus echt een fysieke weerspiegeling van mijn jeugd. Ik zou ze bijna als een soort tijdscapsule beschouwen. Oorspronkelijk zouden het maar drie boeken worden. Hier had ik het begin, het midden en het einde al helemaal voor uitgedacht toen ik aan het eerste deel begon te schrijven. Tijdens het schrijven deed zich echter een organisch proces voor. De personages kregen als het ware een eigen stem, ze begonnen te groeien, ze kregen een wil en het werd mij duidelijk dat drie boeken lang niet zouden volstaan om hun verhaal te vertellen. Tussen deze drie boeken zijn er dus nog zes andere delen verschenen. Het begin, het midden en het einde van mijn verhaal heb ik behouden, maar wat daar tussenin gebeurde is allemaal de schuld van mijn personages, haha. Hier ben ik echter niet gefrustreerd over. Het verhaal van mijn DWADS serie is erg dynamisch geworden en voelt bijna aan alsof je kijkt naar een TV-serie. De personages worden ouder, worden verliefd, veranderen (soms letterlijk en figuurlijk) en ontdekken geheimen over elkaar en de wereld waar ze zich in bevinden. Dit had ik nooit kunnen vertellen in slechts drie boeken, vooral omdat hedendaagse uitgeverijen erop staan dat een boek slechts een maximum aantal pagina’s bevat. OOTW: Het spreekt voor zich dat een auteur anders schrijft op zijn dertiende dan op zijn drieëntwintigste. Zijn je taal en stijl enorm geëvolueerd of valt dit heus mee? Terugkijkend op de hele reeks van De wereld achter de spiegel, vind je dan dat je grotendeels dezelfde schrijfstijl hanteert? Lenno: Natuurlijk ben ik veranderd in mijn schrijven, en hier ben ik blij om. Het betekent immers dat ik heb geleerd en ben gegroeid. Ik zou zeggen dat ik nog steeds even fantasievol en gedetailleerd schrijf als toen ik dertien was, maar dat er in mijn hedendaagse stijl een zekere nuance schuilt die ik zoveel jaar geleden nog niet meester was. Dit heeft mijn DWADS boeken wel een aparte stem gegeven die ik zeker nog kan terugvinden als ik maar diep genoeg graaf. Dit vind ik goed, want het heeft ervoor gezorgd dat lezers zullen merken dat er een wel heel duidelijk verschil is tussen mijn jeugdboeken en mijn volwassenendebuut. OOTW: Welk deel of welke delen van de reeks zijn jou het dierbaarst? Waarom? Lenno: In feite zijn alle boeken mijn kindjes. Ik heb met liefde en toewijding aan ze gewerkt gedurende mijn tienerjaren. Heel stiekem denk ik echter dat deel drie en deel vijf mij in het bijzonder nauw aan het hart liggen. Deel drie bevat de ontknoping van een groot mysterie, en eindigt in een heus avontuur dat zich diep onder de straten van mijn fictieve tovenaarsstad afspeelt. De hele ontknoping doet mij bijna denken aan films met Indiana Jones of Lara Croft, omdat er veel gevaar en oude valstrikken in voorkomen. Deel vijf vind ik dan weer zo leuk omdat het schrijfproces voor dit boek enorm makkelijk verliep, en er simpelweg alles in voorkomt dat mij nauw aan het hart ligt. Mijn personages gaan naar een nieuwe toverschool, een gebouw dat leeft en iedere avond verandert van interieur. Er komen ook nog monsters in voor en een gemaskerd bal. Naar mijn mening zijn dit elementen die samen een prachtig atmosferisch verhaal vormen. OOTW: Komt er na je verhalenbundel Wisselkind ook een roman voor volwassenen? Zoja, in welk genre zou je die graag schrijven? Ben je momenteel al met een nieuw literair project bezig of wil je je concentreren op de promotie en verkoop van Wisselkind? Lenno: Wisselkind is een stand-alone en zal dan ook geen vervolg krijgen. Desondanks speel ik wel met het idee om een aantal boeken te schrijven die zich allemaal binnen hetzelfde universum afspelen. Ieder boek wil ik dan graag baseren op een van de sprookjes die helaas niet in mijn verhalenbundel werden verwerkt. Hier zie ik enorm veel mogelijkheden in en het geeft mij tevens veel enthousiasme om te beginnen met schrijven. Vooraleer ik dit doe, wil ik me wel graag focussen op het zesde deel van mijn DWADS boeken. Dit is al geschreven, maar moet grondig worden nagekeken (ik schreef dit boek toen ik zeventien was, zonder de ervaring die ik nu heb) en daarna worden afgeleverd aan een corrector. Natuurlijk moet ik mij daarnaast ook focussen op de publiciteit rond Wisselkind. Ik vind het altijd erg moeilijk om mezelf of mijn werk in de schijnwerpers te zetten, maar met mijn verhalenbundel ligt dat gevoel anders. Wisselkind bevat boodschappen die ver buiten mezelf staan en die het écht verdienen om gehoord te worden. Daarom vind ik het ook belangrijk dat mensen de kans krijgen om van het bestaan van dit boek af te weten. Als onbekend schrijver is het natuurlijk enorm moeilijk om zoiets voor elkaar te krijgen, dus ik hoop dat al mijn moeite en goede moed uiteindelijk zullen lonen. OOTW: In welke mate ben je vertrouwd met de Nederlandstalige SF/F/H-scène? Sta je open voor samenwerkingen (samen verhalen schrijven), deelname aan schrijfwedstrijden etc? Lees je oorspronkelijk Nederlandstalige SF/F/H of lees je vooral Engelstalig? Lenno: Jammer genoeg ben ik nogal een snul wanneer het op sociale media, computers en smartphones aankomt. Ik probeer mezelf zo goed en zo kwaad als mogelijk te vertegenwoordigen op Goodreads, Facebook en Instagram, want dat is nu eenmaal ontzettend noodzakelijk als je tegenwoordig nog gehoord wil worden. Maar, omdat ik zo onbekend ben met alles wat er op het internet speelt, weet ik helaas ook niet veel af van verschillende scènes. Dit lijkt me wel leuk om eens dieper op in te gaan, en ik zou het geweldig vinden om ooit eens vrienden te maken die binnen die leefwereld vertoeven. Ik ben een enorme fan van Harry Potter, Lord of the Rings, Disney, Buffy the Vampire Slayer en noem maar op! Hier met gelijkgestemden over kunnen praten, zou mij dus erg leuk lijken. Af en toe, wanneer ik de kans krijg om mijn boeken op conventies te presenteren, krijg ik gelukkig wel de kans om met lezers te praten en dat vind ik altijd geweldig. Ik probeer zoveel als mogelijk Nederlandse boeken te lezen, omdat dit mijn schrijfwerk helpt verbeteren, en omdat ik ook graag Nederlandstalige auteurs wil steunen. Ik betrap mezelf er wel op dat ik ook meer en meer Engels werk lees. Dit doe ik vooral met Gothic boeken, omdat die nu eenmaal allemaal hun oorsprong vinden in Engeland. In de UK lezen mensen nog steeds Gothic boeken zoals mensen uit Nederland en België thrillers lezen! OOTW: Kan je ons vijf leestips geven? Lenno: 1) Heb altijd een boek bij de hand. Maak er een gewoonte van zoals je altijd je telefoon ook op zak hebt. Je weet immers maar nooit wanneer je de kans krijgt om even te lezen. 2) Het gevoel dat je maar niet aan het lezen geraakt? Ga naar een boekwinkel (liefst een zelfstandig uitgebate zaak, natuurlijk) en zoek een boek uit dat je écht zin geeft om te beginnen met lezen. Begin met dit boek en je zult zien dat je terug helemaal in de flow geraakt. 3) Lees eens met een playlist op de achtergrond. Zeer recent ben ik erachter gekomen dat je op YouTube honderden video’s kan vinden met mooie ambience geluiden voor ieder genre van boeken. Ik ben hier echt verslaafd aan geworden. Zeker wanneer ik een atmosferisch boek lees, zet ik een YouTube ambience video op. 4) Ik ben doorgaans geen fan van de warme lente- en zomermaanden. Geef mij maar herfst of winter! Ik heb echter ontdekt dat het echt fijn kan zijn om een bos op te zoeken en met een mooi dekentje in het gras te gaan zitten lezen. Afgelopen zomer heb ik dit vaak gedaan en het heeft mij bijzondere leeservaringen opgeleverd. Iedereen zou dit eens moeten uitproberen (maar ook weer niet allemaal tegelijk, want dan zijn er binnenkort geen rustige bossen meer over, haha)! 5) Goodreads heeft mij persoonlijk erg geholpen om alle boeken bij te houden die ik in de afgelopen tijd heb gelezen. Het kan erg motiverend en leuk zijn om al je gelezen boeken terug te zien op een online account. Ik vind het daarbij ook leuk dat je ieder jaar een soort “reading-goal” voor jezelf kunt opstellen, waarbij Goodreads je helpt om je ook echt bij je voornemen te houden. Zo ervaar ik echt motivatie om meer boeken te lezen, en het is ook fijn om online te volgen wat mijn vrienden lezen. Goodreads kan dus zeker een handige tip zijn om meer en beter te gaan lezen. Meer over Lenno vind je hieronder. https://www.goodreads.com/author/show/15753454.Lenno_Vranken https://www.instagram.com/lenno.vranken/ https://www.facebook.com/de.wereld.achter.de.spiegel https://www.youtube.com/watch?v=Yx45U-Fn-b4&t=1503s https://www.phoenixbooks.be/product-page/wisselkind |
|