Laura Scheepers kennen we als auteur van korte verhalen in de SF/F/H. Ze werkt ook al jaren mee aan de EdgeZero-wedstrijd(bundel). Laura is ook vrij actief op Facebook. Ze heeft een hart voor literatuur, katten… en nog zoveel meer! Tijd voor een nadere kennismaking.
OOTW: Laura, heb je altijd al geschreven? Aan welk tempo en wat voor verhalen schreef je voor je ‘doorstart’ een paar jaren geleden? Laura: Ja, zowat mijn hele leven, vanaf dat ik kon schrijven. Het eerste verhaaltje begon al op de kleuterschool, maar ik werd zo hard geprezen dat ik het prompt nooit meer afkreeg. Toen had ik blijkbaar al last van imposter syndrome. ‘Er was eens een meisje, dat heette Lisa. En ze had 6 eieren. Op een dag kwam er een kip,’ onvoorstelbaar dat ik het nog weet. Ik weet ook nog dat ik ooit wist hoe het verder moest gaan, maar dat is me niet bijgebleven. Die zes was diverse keren doorgestreept en opnieuw geschreven, als kleuter bleef ik twijfelen aan welke kant de buik van de zes hoorde. Mijn tempo lag altijd vrij hoog, voornamelijk vlak tegen een deadline aan. Voor mijn eindexamenopstel middelbare school schreef ik, met de hand, tien pagina’s in vier uur. Ik schreef op de middelbare school voornamelijk romantische verhaaltjes. Toen ik op de PABO zat veel kinderverhalen, en daarna wat thrillerachtige dingen. Pas na mijn ‘doorstart’ vond ik mijn passie voor het fantastische genre. Of misschien kwam die doorstart juist daardoor, dat ik ineens mijn niche vond om in te schrijven. Behalve historische fictie, heb ik sindsdien ook niks anders geschreven. OOTW: Het is ongetwijfeld moeilijk kiezen, maar wat beschouw je als je eigen (zelfgeschreven dus) lievelingsverhaal? Dat kan natuurlijk ook een verhaal zijn dat je samen met een andere auteur schreef. Waarom heb je zulke goede herinneringen aan precies dit verhaal? Laura: Dat is inderdaad een moeilijke vraag! Ik ben regelmatig best tevreden over mijn schrijfsels, als ik ze later nog eens teruglees. ‘De Verdwenen Vrouw’ komt bij me op, omdat ik daar gedichtjes in het verhaal verwerkt heb. Dat verhaal was geschreven voor de Poe in de Polder bundel, en omdat Poe ook veel dichtte, wilde ik dat graag verwerken in mijn verhaal. Ik ben nog steeds tevreden over hoe ik dat gedaan heb. De reeks verhalen over de detective Lauren, in Twente, liggen me ook na aan het hart. Die zijn al veel langer geleden ontstaan, maar kregen pas echt vorm toen ik er fantastische elementen in ben gaan verwerken. OOTW: Heb je ook schrijfervaring buiten de SF/F/H? Zoja, welke? En wat draagt je voorkeur weg binnen de verbeeldingsliteratuur, zowel qua schrijven als qua lezen? Laura: Zoals ik eerder al zei schreef ik vroeger eigenlijk zelden wat in het fantastische genre. Op sprookjes na, was dat ook niet iets wat bij ons thuis echt gewaardeerd werd. SF wil ik meer mee, er is zoveel te willen! Ik ben er niet vreselijk goed in om het te schrijven, want ik ben een pietepeut die dingen correct wil schrijven en ik ben absoluut geen beta-mens. Ik leer nog liever een hele vreemde taal, dan dat ik me bezighoud met iets dat exacter is dan biologie. SF schrijven vraagt dus heel veel research en moeite. Ik schrijf erg graag magisch realisme, in verschillende vormen. Als ik zo nadenk, is dat denk ik wat ik het meeste schrijf. Typische high-fantasy met dwergen en elfen en draken en zo heb ik zelfs nog nooit geschreven. Ik hou erg van sprookjes schrijven en wil dat ook graag meer doen. OOTW: We associëren jou met korte verhalen. Schreef je ook al langer werk? Of broed je momenteel op iets van langere lengte? Laura: Ik broed wel, maar er is nog niks concreets geschreven. Er is een serie verhalen die ik best uitgebreider zou willen uitwerken. Die verhalen krijgen ook regelmatig commentaar van jury’s in verhalenwedstrijden dat uitgebreider nog leuker zou zijn, omdat sommige dingen dan nog meer tot hun recht zouden kunnen komen. Ik broed ook op een fantasy-setting, maar de eerste korte verhalen in die setting moeten nog geschreven worden. De stad waarin zich de meeste verhalen gaan afspelen, is echter al getekend! (Niet door mij, dat talent bezit ik niet.) OOTW: Hoe kwam je bij het EdgeZero-team terecht? Welke aspecten vind je leuk of uitdagend aan het meewerken aan EdgeZero? Scherpt jurering van en redactie bij EdgeZero ook je vaardigheden als auteur aan? Laura: Mike vroeg mij: “Zeg, jij leest graag en veel, zou je willen jureren voor de EdgeZero-verhalenwedstrijd?” En zo begon het. Aan het eind van de juryrondes vroeg hij me of ik ook goed was met de rode pen, aangezien ik juf was geweest en zo kwam ik ook bij de redactie terecht. Het jaar erop vroeg hij me weer en sindsdien werk ik ieder jaar mee. Ik denk wel dat het mijn vaardigheden aanscherpt. Ik zie heel veel hele goede verhalen en leer daarvan hoe dingen nog beter kunnen. OOTW: Aan welke schrijfwedstrijden bewaar je de beste herinneringen? En aan welke verhalenbundels? Laura: Weer zo’n moeilijke vraag. Ik denk de wedstrijden van Godijn. De SF/F/H-wedstrijd van 2019 was de eerste wedstrijd waarvoor ik weer wat schreef dat ik afmaakte. Het haalde de longlist, maar niet de bundel. De middeleeuwenwedstrijd Et in Ventum was de eerste wedstrijd waarbij een verhaal van mij de bundel haalde. Ik wilde dat de middeleeuwenwedstrijd weer uit de koelkast getrokken werd, want daar heb ik maar twee keer aan kunnen meedoen. Van Waterloper en de Hebban-wedstrijden vind ik de jury-rapporten erg fijn. Ze zijn niet altijd nuttig, soms blijkt dat ik meer research heb gedaan dan het jurylid, maar ik leer er regelmatig erg veel van. OOTW: Heb je naast het schrijven nog andere (creatieve) hobby’s? Laura: Ik knutsel graag, en vrij uiteenlopend. Ouderwetse handwerken zoals breien en borduren, maar ik maak ook graag sieraden met kralen en andere materialen. De set op de foto is zelfgemaakt. Ik maak outfits voor Larp (Live Action Role Playing) en doe dat ook nog steeds met veel plezier. Omdat ik minder mobiel ben, komt het ‘Action’ gedeelte ook daar meestal neer op binnenspels knutselen. Ik maak gewoon een character met een ambacht en dan heb ik altijd wat te doen. Ik schilder graag miniatuurtjes voor wargaming, en maak terreinonderdelen daarvoor, maar kom zelden aan spelen toe. Ik lees graag en veel en kijk af en toe een serie. En ik hou van gamen en dan zeer specifiek city-building games, in alle mogelijke settings. OOTW: Zie je in je eigen werk terugkerende thema’s? Heb je de indruk dat die eerder onbewust (telkens weer) in je werk sluipen, of stop je een aantal van die thema’s heel bewust, en ook echt met een bedoeling, in je verhalen? Laura: Koffie! De meeste van mijn hoofdpersonen drinken het graag en veel. Ik moet eens kijken wat ik daarmee aanmoet in een middeleeuwse fantasy-setting, dat wordt natuurlijk een interessante uitdaging. Stiekem vast koffie uitvinden omdat ík dat graag en veel drink vind ik valsspelen. Ik probeer ook diversiteit in mijn verhalen te stoppen, niet alleen maar witte cis-hetero personages. Daar doe ik veel bewuster mijn best op. In sommige verhalen gaat dat makkelijker dan in andere. OOTW: Door je deelname aan de ‘Er was eens…’-reeks op OOTW weten we dat je een hart hebt voor sprookjes. Hoe zie jij ‘sprookjes enkel voor volwassenen’? Welke elementen zitten er volgens jou in zo’n verhaal voor volwassenen die het toch nog duidelijk tot een sprookje maken? Laura: Ik denk het wel. Ik denk dat daarin thema’s kunnen voorkomen die in kindersprookjes toch wat te zwaar zijn. Moord, verkrachting, ernstige lichamelijke mishandeling… De meeste bekende sprookjes zijn in de loop der tijd een heel stuk liever geworden. Het gros van de mensen die mopperen dat Disney in de live action versie van De Kleine Zeemeermin zich aan het originele verhaal had moeten houden bedoelen ‘de oude tekenfilm’ en niet het originele sprookje. Dat liep toch een tikje naarder af. De meeste ‘woke’ thema’s kunnen mijns inziens best! Kinderen kunnen best lezen of horen dat twee mannen verliefd worden, of dat racisme slecht is en mensen pijn doet. Wat het dan toch een sprookje zou maken, daar heb ik nou al een tijdje over nagedacht, maar dat weet ik nog niet helemaal zeker. Niet alle sprookjes hebben tegenwoordig nog een duidelijke ‘moraal van het verhaal,’ en ze beginnen ook niet allemaal met ‘er was eens.’ Ze hebben wel allemaal magische elementen. Ik moet me daar toch eens meer in gaan verdiepen. (Wat doe je me aan, research is toch al zo moeilijk, om netjes binnen je straatje te blijven en niet allerlei ook erg interessante dingen te gaan zitten lezen!) OOTW: Van Lord Dunsany is bekend dat hij op een oude hoed zat om te schrijven. Wat een heerlijk beeld! Heb jij specifieke schrijfgewoonten of -rituelen? Laura: Omdat ik niet erg gezond ben, lig ik meestal te schrijven, op de bank of op bed. Ik heb sinds kort een heerlijk klein, licht laptopje, dat ik heel makkelijk heen en weer meeneem. Als ik eindelijk een betere rolstoel heb, wil ik ook eens gaan kijken hoe buiten de deur schrijven werkt. Gewoon een leuk restaurantje, kopje koffie erbij en daar een uurtje schrijven. OOTW: Van je posts op Facebook weten we dat katten jou na aan het hart liggen. Spelen in een aantal van jouw verhalen dieren een rol? Laura: Ik heb voor Waterloper een verhaal over vleerkatten geschreven. Dat won de drenkelingenprijs; de prijs voor het beste gediskwalificeerde verhaal. Er zaten, op de beestjes na, te weinig fantastische elementen in. Verder heb ik nog niet zoveel verhalen waarin dieren een rol spelen als ik zou willen. In ‘Wraak’, dat in de Bang voor Spoken-bundel komt, zit een kat. Ik heb wederom wel ideeën. OOTW: Vind je dat je voldoende tijd hebt om naast het schrijven nog te lezen? Wat lees je zoal? Kan je ons een aantal SF/F/H-boeken aanbevelen die jou in de loop der jaren heel aangenaam verrast hebben? Laura: Er is nooit genoeg tijd voor alles wat ik wil en kan. Als je chronisch ziek bent, heb je ook nog eens een stuk minder bruikbare, functionele uren per dag. Voor lezen maak ik absoluut tijd, het is bijna net zo belangrijk voor me als ademhalen en muziek luisteren. Ik lees bijna alles. Kinderboeken, romantische meisjesboeken (van die zoete, zonder seks) streekromans, gewone romans, veel historische fictie, thrillers en van alles in het breedste fantastische spectrum. Minder sci-fi dan ik zou willen en meer horror dan goed is voor een watje als ik. Juliet Marillier was de schrijfster die mij het fantastische genre binnensleepte en ik ben nog steeds dol op haar boeken. Op een gegeven moment ben ik ze in het Engels gaan verzamelen, omdat de vertalingen steeds slechter werden. Dat was een goede zet, op een gegeven moment werden ze niet meer vertaald. Ik heb het er ooit eens met haar over gehad of dat met elkaar te maken zou kunnen hebben. Een voor mij recente ontdekking was Tamora Pierce. Ik vond haar naar aanleiding van een tip van Juliet Marillier voor boeken met sterke vrouwelijke hoofdpersonen. Omdat Marillier over het algemeen beginnende auteurs aanbeveelt, bevond ik me in de veronderstelling dat Tamora Pierce er ook een was, vooral omdat ik ook nog nooit van haar gehoord had… Een mens kan zich vergissen! Zij schrijft al sinds de jaren ’80, maar is nooit in het Nederlands vertaald. En dat is eigenlijk heel jammer, voor alle jongeren die (nog) niet goed genoeg Engels lezen, want haar boeken zijn geweldig. Ze vallen onder YA, maar eigenlijk alleen in die zin dat gruwelijkheden en seks buiten beeld plaatsvinden. Ik kan ze iedereen aanraden. OOTW: Dit is de vraag die we iedereen voorschotelen… Een vraag zodat auteurs en lezers uit hun schulp kruipen en zeggen: we gaan aan de slag! Hoe ervaar jij de oorspronkelijk Nederlandstalige SF/F/H-scène momenteel? Vind je dat er kwalitatief werk geleverd wordt? Halen de Nederlandse en Vlaamse auteurs een internationaal niveau? Hoe kan het volgens jou (nog) beter? Laura: Ik ervaar het als aangenaam veel. Veel meer dan ik budget, tijd en ruimte voor heb. Maar de vraag ging natuurlijk over kwaliteit. Heel veel auteurs ken ik voornamelijk uit hun korte verhalen, en die vind ik, over het algemeen, kwalitatief erg goed. Ik heb Mike Jansens Cranborn-serie hierboven niet genoemd, zodat ik die hier kon noemen. Die kan zich mijns inziens zeker meten met internationale auteurs. En er zijn er veel meer. Ik ga niet meer namen noemen, want dan vergeet ik vast mensen en dat vind ik vervelend. Ik heb op Fantasticon een fijne stapel boeken aangeschaft en zal wellicht wat recensies gaan schrijven. Waar ik erg van kan genieten zijn Nederlandstalige verhalen die zich ook daadwerkelijk in de Lage Landen, of een fantastische of futuristische versie daarvan afspelen. In de In de Polder-bundels zie ik dat al heel vaak gebeuren, maar ook in andere verhalen. Ik doe het zelf soms ook heel bewust. Het zou mooi zijn als boekhandels meer oorspronkelijk Nederlandse en Vlaamse auteurs zouden promoten en in verhouding minder vertaald werk! OOTW: Zijn er onderwerpen waarover je ooit hoopt te schrijven, maar waarvan je momenteel als auteur denkt: daar ben ik nog niet klaar voor? Laura: Ik hou ook erg van het schrijven van historische fictie en mede dankzij jury-commentaren op verhalenwedstrijden word ik daar steeds beter in. Ik zou heel graag een of meerdere bundels samenstellen met verhalen over minder bekende doch zeer interessante vrouwen uit de geschiedenis. Mede dankzij mijn uitgebreide groep Facebook-vrienden heb ik een enorme lijst weten te maken met interessante vrouwen en iedere keer als ik in de gelegenheid ben om een dergelijk verhaal te schrijven, groeit die lijst, want dan is net het thema anders dan de dames die er al op staan… ‘Als ik later groot ben’ zou ik ook best een historische roman willen schrijven, maar om dat net zo goed te doen als sommige auteurs die ik graag lees, dan moet ik nog best wel wat leren. Ik heb pas de historische romans van Minette Walters verslonden en wat zou ik graag zo goed schrijven! OOTW: Stel, je krijgt de kans om aan ‘broodschrijven’ te doen. Er wordt jou voorgesteld om tegen heel behoorlijke betaling anoniem of onder een schuilnaam aan een bekende SF/F/H-reeks mee te schrijven, al dan niet internationaal. Is dit een aanbod waarop je zou ingaan? Zoja, aan welke voorwaarden moet voor jou voldaan worden? Zoniet, waarom prefereer je absolute creatieve (schrijf)vrijheid? Laura: Ja, zeker! Ik zou heel graag betaald willen worden voor mijn schrijven. Wat betreft voorwaarden, dat vind ik moeilijk, ik kan me niet goed voorstellen hoe zo’n aanbod eruit zou zien. Ik hou van creatieve vrijheid, maar ik vind het ook een uitdaging om met een thema of iets dergelijks te werken. Samenwerken met anderen vind ik ook leuk en inspirerend, dus ik denk dat ik het erg graag zou doen. OOTW: Kan je deze twee schrijfprocessen eens met elkaar vergelijken voor onze lezers: solo schrijven en schrijven samen met een andere auteur? Welke voor- en nadelen hebben beide formules? Zou je graag nog meer samenwerkingen aangaan? Laura: Als je alleen schrijft, heb je volledige creatieve vrijheid, je kan alles precies zo vormgeven als jij het voor je ziet. Als je samen schrijft, heb je de kans dat je co-auteur ineens rechtsaf gaat, waar jij toch echt links in je hoofd had. Als je dat in gedachten houdt voor je eraan begint is het vreselijk leuk om te doen. Je moet ineens schakelen en soms kost dat even tijd, maar het is enorm inspirerend. Het is nog veel leuker als je er zelf iets nieuws ingooit, en je co-auteur gaat daar heerlijk mee aan de haal en breidt het uit. Ik doe het met heel veel plezier en zou zeker graag meer samenwerkingsprojecten aangaan als ze allemaal even lekker lopen. Er zijn vast schrijvers wie mijn lichtelijk chaotische, slechts hooguit grofweg plannende, stijl totaal niet ligt. Ik werk ook al samen met een tekenaar en dat vind ik al net zo inspirerend, maar ook wij vullen elkaar ideaal aan en raken geïnspireerd door elkaars ideeën. Tijdens brainstormsessies stuiteren we fysiek weliswaar niet, maar onze breinen gaan steeds harder. Meer over Laura vind je hier: https://laurascheepersauteur.wordpress.com/
0 Opmerkingen
Je opmerking wordt geplaatst nadat deze is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |