Petra Doom - Credit Koen Broos Petra Doom is de auteur van de urban fantasytrilogie Overstekers en de YA-reeks Kinderen van Orpheus. Daarnaast ontwikkelde Petra ook mee het pakket De 366ste dag, waarvoor ze een dichtbundel en een boek schreef, en waartoe ook een CD van Davina Doom behoort. (Luisterfragment.)
Petra is lid van Het Schrijverscollectief, samen met Morgan Blade, Pen Stewart, Mathias Maho en Dimitri Balcaen; ook Jelmer Panman van Helden op Papier is bij Het Schrijverscollectief betrokken. OOTW: Petra, je studeerde kunst- en cultuurwetenschappen. Neem je deze studies mee in je oeuvre? Petra: Ja, toch wel. De gelijkenissen en verschillen tussen culturen (of die nu van elkaar gescheiden worden door ruimte en/of tijd) hebben mij altijd gefascineerd. Dat sijpelt vanzelf ook mijn schrijven in. In Overstekers bijvoorbeeld leven een hele resem niet-menselijke wezens onder de mensen. Ze hebben zich moeten aanpassen aan de dominante menselijke cultuur om niet op te vallen. Hun eigenheid uit zich echter wel degelijk: in hebbelijkheden, gewoontes, een net wat andere manier van communiceren, vooroordelen… In het laatste deel van de trilogie komen we terecht in hun thuiswereld en dan komt hun eigen cultuur natuurlijk helemaal op de voorgrond. Of liever: de hofcultuur, want die is ook weer een wereldje op zich. Ik vond het heel boeiend om de realiteit van magische gaven te verweven in een maatschappij die daar letterlijk op gebouwd is. Kunst is een integraal deel van een cultuur. Wat mensen of wezens mooi en/of betekenisvol vinden zegt veel over hen. Voor elke cultuur die ik bedenk, zie ik vanzelf ook voor me hoe hun kunst eruitziet en beleefd wordt. Nog een voorbeeld uit Overstekers: voor hoofdpersonage Mirabel is het heel bizar dat mensen reproducties maken. Ik bezoek graag musea en tentoonstellingen. Schilderijen en beelden vertellen samengebalde verhalen… die gaat mijn geest vanzelf ontrafelen. Ik heb een grote liefde voor mythologie en kan dan ook eindeloos staan kijken naar een schilderij of een beeld dat een bepaalde scène uit een mythe weergeeft. Door de manier waarop de kunstenaar dat heeft gedaan – hoe is een personage precies weergegeven, welke emotie staat op de voorgrond, welke kleuren zijn gebruikt, … – ga ik op een andere manier over een bekend verhaal denken. OOTW: Hoe ontstond jouw voorliefde voor verbeeldingsliteratuur, in het bijzonder fantasy? Heb je ook iets met SF of horror? Petra: Deels groeide die uit mijn liefde voor mythologie. De verhalen over goden die onder de mensen wandelden, helden die queesten moesten volbrengen… daar kreeg ik geen genoeg van. En dan besef je dat er schrijvers zijn die méér van dat bedacht hebben! Daarnaast was ik als kind al gefascineerd door magie (wat wil jij later worden? – tovenaar!). Kinderboeken zitten daar vol van. Fantasyboeken gelukkig ook! Als jonge tiener las ik zelfs nog iets meer SF dan fantasy. Ik voelde me aangetrokken door het kleurrijke van buitenaardse wezens en hun culturen (jawel), het adembenemende van nieuwe werelden ontdekken, maar ook door futuristische technologie, de spanning van ruimteschepen die alles zijn wat tussen de crew en een immense leegte staat… Met horror heb ik minder – een combinatie van een te grote verbeeldingskracht en te veel empathie, denk ik. Horrorscènes blijven te lang in mijn hoofd spoken. OOTW: Je hebt verschillende reeksen workshops gegeven. Welke thema’s behandelde je? Wat zijn je ervaringen? Petra: Ik heb inderdaad verschillende soorten workshops gegeven: de onderwerpen lopen van zelfontplooiing en filosofie over intuïtieve creativiteit en de diepere lagen van sprookjes, tot schrijfworkshops. Daarbij putte ik zowel uit mijn studie als uit zelfstudie: ik heb me altijd graag verdiept in onderwerpen die me interesseren. Ik vind het fijn om kennis over te brengen, mensen te motiveren en te inspireren. Het is zo mooi om iemands ogen te zien oplichten als die een klik maakt. Daarnaast ga je zelf ook altijd dieper over een onderwerp nadenken als je het aan iemand anders uitlegt. Onlangs heb ik een reeks workshops gegeven voor Creatief Schrijven (‘In de ban van fantasy schrijven’). Misschien dat daar nog wel een vervolg op komt. Verder geef ik ook workshops voor bibliotheken en scholen, dus hoogstwaarschijnlijk komen er volgend jaar wel weer wat nieuwe op de agenda. Ik sta ook op de Auteurslijst, waardoor organisaties mij kunnen uitnodigen met een subsidie om te vertellen over mijn werk en over fantasy in het algemeen. Altijd heel fijn om te doen! OOTW: Wat staat voor jou centraal als je een boek schrijft: plot of personages? Petra: Dat is nu eens een vraag die voor mij niet zo moeilijk is, want ik zeg volmondig: de personages. Natuurlijk moet een verhaal ook een plot hebben die staat als een huis, maar die komt bij mij altijd voort uit de personages, hun drijfveren, hun ontwikkeling. Ik bedenk een verhaal nooit helemaal voor ik ga schrijven. Het begint steevast met een personage, dat bijna volledig gevormd mijn hoofd in springt, midden in een bepaalde situatie. Dat kernidee ga ik dan verder ontrafelen, uitwerken, kijken wat voor plot erbij hoort. OOTW: Je schreef een prachtige dichtbundel, De 366ste dag, schitterend geïllustreerd door Annemie Bockstaele en Nieke Van Zeghbroeck. Daar hoort ook een gelijknamig magisch-realistisch, sprookjesachtig verhaal bij, met dezelfde illustratoren, evenals een cd. Kan je ons vertellen hoe dit bijzondere project tot stand kwam? Schrijf je nog steeds gedichten? En denk je dat er ooit een tweede dichtbundel komt? Petra: Allereerst: bedankt voor de complimenten voor dit kleine boekje dat me zo na aan het hart ligt! Het is inderdaad een project dat niet ‘zomaar’ tot stand is gekomen. Afhankelijk van hoe je ernaar kijkt, begon het allemaal met een workshop die ik gaf, en waarop ik Annemie leerde kennen, een kunstenares die samen met haar collega Nieke mandala’s tekende… of misschien op het moment dat ik een van hun tentoonstellingen inleidde… of op het moment dat zij een van mijn gedichten illustreerden. Er ontstond in elk geval een mooie vriendschap, en het plan groeide om een voorstelling te creëren: mijn gedichten, hun tekeningen, muziek gespeeld door mijn zus, die pianiste en componiste is… allemaal vervat in een verhaal. En toen, midden in het plannen daarvan, verloor ik ineens mijn moeder. Even overwoog ik om de hele voorstelling te laten schieten. Maar het is iets geks met verdriet: het kan je zowel verlammen als je vullen met een bijna dwingende energie. En ik voelde de felle drang om een verhaal te schrijven dat van verdriet naar vreugde zou leiden. Toen schreef ik de eerste versie van wat het verhaal van De 366ste dag zou worden. In eerste instantie was het heel summier, reeg het vooral mijn gedichten aan elkaar en verbond ze met de tekeningen, met de muziek. De voorstelling was een succes, en mensen vroegen erna naar het verhaal, naar de gedichten: waren die ergens te lezen? We besloten om het verhaal een nieuw leven te geven, met nieuwe illustraties, nieuwe muziek. Het groeide, ontwikkelde zich… tot een drie-eenheid: een geïllustreerd boekje met het verhaal, een geïllustreerde dichtbundel met de gedichten waar het mee begon, en een cd met de muziek die weer een nieuwe dimensie toevoegde. OOTW: In je werk is ruimschoots plaats voor muzikaliteit, in vele verschijningsvormen. Naar welke muziekgenres luister je zelf graag? Genoot je een muzikale opleiding? Denk je aan nog andere manieren om woord en muziek met elkaar te laten versmelten in je oeuvre? Petra: Ik heb een vrij eclectische smaak, die loopt van Monteverdi over Imagine Dragons tot Metallica. Hoewel ik enorm kan genieten van instrumentale muziek, heb ik wel een voorkeur voor muziek met een tekst die mij pakt. Ik ben dan ook een liefhebber van kleinkunst, zoals bijvoorbeeld het werk van Stef Bos. Als kind heb ik enige jaren muziekschool gedaan, we hadden thuis een blokfluitkwartet met het gezin en een goede vriendin, en ik heb een tijdje in een koor gezongen. Mijn zus heeft muziek gestudeerd en ook mijn moeder componeerde. Je kunt dus wel zeggen dat ik ben opgegroeid, omringd door muziek. Ik ben er zelf pas na een tijdje achtergekomen dat ik op de een of andere manier bijna altijd wel iets van muziek in mijn verhalen stop. Van iets kleins zoals een kinderliedje uit een andere wereld, tot een hele setting die gebaseerd is op de mythe van Orpheus (dé musicus, zou je kunnen zeggen). Samen met mijn zus heb ik muzikale vertelmiddagen georganiseerd, waarin we een verhaal brachten, in woord en muziek. En een paar jaar geleden schreef ik samen met Melike Tarhan, een Gentse zangeres met Turkse roots, de songteksten voor haar cd Juicy Little Bramble. Wat de toekomst op dat vlak zal brengen, weet ik niet, maar ik weet wel zeker dat het nog niet gedaan is met projecten waarin woord en muziek samenkomen! Ik heb bijvoorbeeld al jaren een idee voor een kinderboekje met bijhorende muziek. OOTW: Hoe kreeg je het idee voor Overstekers? Ging er een kort verhaal rond dezelfde personages aan vooraf? Schreef je vroeger korte verhalen? Petra: Met Overstekers ben ik meteen in een verhaal van boeklengte gedoken. Het kernidee daarvan droeg ik al jaren met me mee. Dat was ontstaan als een samensmelting van enerzijds mijn fascinatie voor mythen van over de hele wereld (en hoe die verschillen, maar net ook gelijkenissen vertonen: denk maar aan draken en gevleugelde mensachtigen die in totaal verschillende culturen voorkomen), en anderzijds het moment dat ik voor het eerst op mezelf ging wonen. Ik weet nog goed dat ik uit het raam stond te kijken en er ineens een personage mijn hoofd in sprong: ook zij was net verhuisd, maar in tegenstelling tot mijn behulpzame en steunende familie was haar familie nogal sceptisch over deze onderneming. Toen ik wat meer inzoomde op dat idee werd me meteen duidelijk dat dat was omdat Mirabel niet zomaar naar een andere stad of een ander land was verhuisd, maar naar een heel andere wereld. De mensenwereld, waar magie alleen maar onder de radar bestaat. Net als andere Overstekers (wezens als faunen, waternimfen, daimonen) is zij afkomstig uit Aeterna, een wereld die doordrenkt is van magie en via Portalen met andere werelden is verbonden. En toen kwamen er al snel nieuwe vragen: waarom was ze zo halsoverkop vertrokken? Hoe voelde ze zich in deze nieuwe wereld? Wat zou er misgaan (want er moet natuurlijk wel iets misgaan)? Het idee groeide… Uiteindelijk begint boek één een aantal jaar na Mirabels Oversteek. Ze is hier gesetteld, en eraan gewend dat andere Overstekers een beroep komen doen op haar bemiddelaarskwaliteiten, als een conflict – met elkaar of met mensen – het bestaan van Overstekers aan het licht dreigt te brengen. Ze weten immers dat zij afkomstig is van de machtigste familie van hun thuiswereld, en gewend is aan intriges. Maar dan wordt er een moord gepleegd en staat er bezoek van haar thuiswereld voor de deur… Korte verhalen schreef ik vroeger nooit, dat is iets waar ik pas een paar jaar geleden mee ben begonnen toen mijn uitgever een verhalenbundel voor een goed doel uitbracht en om bijdragen vroeg. Ik was als schrijver en als lezer altijd meer fan van flinke boeken, en liefst nog series, zodat je alle tijd hebt om vertrouwd te raken met de wereld en de personages. Maar geleidelijk aan was ik waardering beginnen krijgen voor het genre, toen ik de korte verhalen leerde kennen van enkele schrijvers van eigen bodem – met name Johan Klein Haneveld en Vanessa Gerrits – die er wel degelijk in slagen om je in het bestek van zo weinig woorden helemaal onder te dompelen in een wereld of personage. Naarmate ik het vaker ging doen, begon ik het steeds leuker te vinden, maar ik vind het nog altijd een enorme uitdaging om, eens ik ‘in’ een personage zit, de ideeën niet te laten groeien tot ik er toch (minimaal) een boek over wil schrijven. OOTW: Viel het mee om in het derde deel van Overstekers alle plotlijnen mooi te laten samenkomen? Had je het einde van de trilogie al in je hoofd toen je aan het eerste deel begon? En hoe moeilijk is het om een tweede deel te schrijven, wetende dat het einde nog zo ver weg is? Petra: Hoewel ik een echte ontdekkingsschrijver ben waren enkele plottwists die op het einde plaatsvinden me al in een heel vroeg stadium duidelijk. Daar kan ik helaas niet veel over vertellen zonder gigantische spoilers! Maar heel veel is ook gaandeweg gegroeid. Dus ja, ik heb flink wat overzichtjes en schema’s zitten maken om te zorgen dat alles uiteindelijk mooi samenkwam in deel drie. Dat was een behoorlijke denkoefening op sommige fronten, maar toen alle puzzelstukjes eenmaal in elkaar begonnen te vallen, stond ik versteld van hoeveel van wat ik onbewust had opgezet perfect op elkaar aansloot, op een manier die veel beter was, organischer en kleurrijker, dan ik puur rationeel had kunnen bedenken. Toen ik aan deel twee begon wist ik nog niet zeker hoeveel delen de reeks uiteindelijk zou bevatten. Het was dus een evenwichtsoefening hoeveel van de achtergrondplot al naar voren moest komen ten opzichte van de case in dat deel. Eén plotlijntje dat naar die achtergrond verwees, heb ik na de eerste schrijfronde uit het boek gehaald en bewaard voor het derde deel. OOTW: Momenteel schrijf je aan de reeks Kinderen van Orpheus. De naam laat ‘klassieke invloeden’ vermoeden. Welke rol speelden de mythen uit de klassieke oudheid in de ontwikkeling van je verbeelding en van je oeuvre? En zitten er daadwerkelijk veel ‘klassieke invloeden’ in Kinderen van Orpheus? Uit hoeveel delen zal de reeks bestaan? Petra: Ik heb mijn mythologische inspiratiebronnen inmiddels al een paar keer genoemd, dus ik denk dat al wel duidelijk is dat hun rol groot is! Wat Kinderen van Orpheus betreft: de reeks (het wordt een trilogie) is een soort vervolg op de mythe van Orpheus. Voor wie die niet kent, een hele korte samenvatting: in deze mythe is de hoofdrol voor Orpheus, een bard die met zijn muziek dingen kon die je als fantasylezer alleen maar als magie kunt beschouwen: wilde beesten kalmeren, rivieren van plaats doen veranderen, strijdende partijen verzoenen… Kort na hun huwelijk sterft zijn jonge vrouw Eurydice. Orpheus daalt af in de wereld van de doden om de goden van de onderwereld te smeken hem zijn vrouw terug te geven. De goden gunnen hem zijn wens – op voorwaarde dat hij terug naar boven klimt, met haar achter zich aan, zonder om te kijken. In ware tragediestijl faalt hij daarin, in het zicht van de haven, en nu is hij haar écht kwijt. Alsof dat einde nog niet erg genoeg is, zwerft hij daarna half waanzinnig door het land, tot hij letterlijk aan stukken wordt gescheurd door volgelingen van de god Dionysos. Ik heb daarop voortgeborduurd door te stellen dat de stukken van zijn lichaam gevonden zijn door zes mensen, die ze een waardige begrafenis gaven. Als dank kregen ze allemaal een stukje van de kracht van Orpheus: de ene kon vanaf dat moment helen met muziek, de andere kon muziek gebruiken voor telekinese, nog iemand anders kon emoties beïnvloeden… Het werd vanaf dat moment hun taak om te strijden tegen monsters die uit de onderwereld ontsnapten (waarschijnlijk door de barst die Orpheus met zijn tocht ongewild veroorzaakt had). Deze wezens hebben het voorzien op musici met een gebroken hart. Hun afstammelingen voeren deze strijd nog steeds. Kinderen van Orpheus speelt zich af in onze tijd, in Parijs, waar Ariane muziek gaat studeren. Ze twijfelt echter aan haar talent, en dan gebeuren er ook nog eens vreemde dingen: ze hoort muziek die niemand anders lijkt te horen en is getuige van een bizarre overval. Tegelijkertijd wordt Elena, lid van de Kinderen van Orpheus-organisatie, als jongste begaafde ooit hoofd van een strijdgroep. Haar eerste solo-missie gaat echter helemaal fout. Moet ze zichzelf de schuld geven? Of is er iets anders aan de hand? OOTW: Zie je jezelf ooit een standalone novel schrijven? Waarom (niet)? Heb je concrete plannen in die richting? Petra: Ik hou van series. Bij uitstek als je fantasy schrijft, geeft dat je meer ruimte voor verdieping. Ik hou van opbouw, van personages die de tijd krijgen om zich te ontwikkelen, intriges en relaties die zich ontplooien. Daarnaast wil ik ook een wereld neerzetten die geloofwaardig en gelaagd voelt, en een magiesysteem dat origineel en logisch is. Een verhaal wordt bij mij al heel snel langer dan ik op voorhand denk, omdat ik overal dieper induik. Dat wil niet zeggen dat ik nooit een standalone zou schrijven, alleen dat ik er het juiste idee voor nodig heb. Ik heb een keer al lachend gezegd: ik moet volgens mij gewoon een idee voor een novelle vinden… dan wordt het waarschijnlijk vanzelf een standalone novel van normale omvang. OOTW: Stel ons eens voor aan Het Schrijverscollectief, waarvan je lid bent. Petra: Het Schrijverscollectief is opgericht door Meaghann Baeken, aka auteur Morgan Blade. Toen zij haar debuut had uitgebracht, besefte ze al snel hoe duur een standplaats op een fantasy-evenement vaak is en hoe verloren je daar als één eenzame auteur zit. Ze verzuchtte: ‘Eigenlijk zou er een soort schrijverscollectief moeten bestaan, zodat je de krachten kunt bundelen…’ En toen besloot ze gewoon om dat zelf op te richten! Ik reageerde op een oproepje dat ze op Facebook zette en al gauw stonden we met een groepje auteurs samen op Elftopia in Ooidonk. Aanvankelijk was het puur praktisch: standgeld delen, samen een mooi aanbod aan de bezoekers bieden. Tegelijk was het meteen duidelijk hoe de sfeer zou zijn: van coöperatie en niet van concurrentie. Schrijf jij dark fantasy voor volwassenen, maar staat er een meisje in een Harry Potter-kostuum voor je neus? Verwijs haar door naar degene in de tent die over een magische school schrijft! Schrijf jij epic fantasy en praat je met iemand die fan is van Patricia Briggs? Stuur die door naar degene die urban fantasy schrijft! Dat zorgde voor een kameraadschappelijke sfeer die al gauw kenmerkend werd voor onze stand en die bezoekers enorm weten te waarderen. Tijdens de corona-periode zagen we elkaar minder, maar onze Whatsapp-groep floreerde des te meer. Op een gegeven moment gingen sommigen onder ons ook samen D&D spelen en tja… dan is het groepsgevoel natuurlijk compleet! Toen we eenmaal weer ‘mochten’ was het een feestje om elkaar terug te zien en is onze lijst met evenementen snel langer geworden. OOTW: Hoe kwam Het kruispunt der verloren zielen, de eerste verhalenbundel van Het Schrijverscollectief, tot stand? Petra: De bundel groeide in de eerste plaats vanuit dat groepsgevoel: hoe fijn zou het zijn om eens iets samen te schrijven? In de tweede plaats leek het een leuke manier om wat extra fondsen te werven voor het Schrijverscollectief: de opbrengst gaat integraal naar de pot. De ontwikkeling van het idee erachter verliep heel organisch. Dimitri Balcaen kwam met zijn idee voor een kort verhaal over een man die zijn ziel aan een hele hoop verschillende entiteiten heeft verkocht en na zijn dood op de vlucht moet voor zijn schuldeisers. En zo kwamen we tot een raamvertelling over een plek waar gevluchte wezens uit diverse werelden voor even veiligheid kunnen vinden, voor zolang ze bij het kampvuur zitten en elkaar hun verhalen vertellen. OOTW: Je schreef jouw verhaal voor deze bundel samen met Jelmer Panman (van Helden op Papier, Nederlandstalige role playing games). Hoe was het om met z’n tweeën een verhaal te schrijven? Is een samenwerking met een auteur voor herhaling vatbaar? Petra: Aanvankelijk zouden Jelmer en ik elk een verhaal schrijven voor de bundel, maar al brainstormende kwamen we erachter dat we allebei hele goede ideeën hadden voor het zaadje dat hij in zijn hoofd had – een achtergrondverhaal over zieneres Diamanda, een belangrijk en kleurrijk personage in zijn Gebroken Licht-setting. Jelmer creëerde voor zijn 5E-avonturen een hele wereld, waarin goden sterfelijk zijn en stervelingen goden kunnen worden… de magie op deze wereld is gebaseerd op de Kleuren, scherven van het scheppende licht. Uiteindelijk vroeg hij: ‘Zullen we dat verhaal niet samen schrijven?’ We besloten om dat gewoon te proberen. Zo ontstond het verhaal over het verleden van de flamboyante Diamanda: ooit was ze de verlegen jonge wees Nyhla, een albino tiefling, geboren op Wintertij. Onder een bloedrode maan krijgt ze te maken met pestkoppen, de angst voor schijnbaar vervloekte krachten die in haar oprijzen en de vraag of zij wel het recht heeft om kleur te bekennen. Met zijn tweeën schrijven is inderdaad wel anders. Het helpt dat Jelmer en ik goed op elkaar afgestemd en ingespeeld zijn (na zeven jaar huwelijk mag dat wel). Maar dan nog was het aftasten: hoe belangrijk is idee X voor jou? Wat bedoel je nu precies als je Y zegt? Want een idee en de uitwerking daarvan in woorden zijn niet hetzelfde. Maar we vonden ons ritme, deelden het verhaal in stukjes en bespraken telkens hoe het vervolg eruit moest zien. Ik ondervroeg Jelmer over de details van zijn wereld en hij liet me de vrije hand met de zijpersonages. Uiteindelijk lagen mijn handen meestal op het klavier, maar het was een soort gezamenlijk brein dat ze bediende. Voor de toekomst zie ik samenwerkingen nog wel zitten, ja. Het is een uitdaging – en het lijkt me heel lastig als je niet op dezelfde lijn zit – maar het is erg inspirerend. Er staat zelfs min of meer al één op de planning voor komend jaar (misschien zelfs twee, dat zal van de agenda’s afhangen)! OOTW: Hoe ontstond Wake - De laatste uren van het jaar, de tweede verhalenbundel van Het Schrijverscollectief? Petra: Deze bundel is gepubliceerd door uitgeverij Readmore. In Wake – De laatste uren van het jaar zijn de personages (incarnaties van) Feestdagen. Het is 1926, Oudejaar ligt op sterven en zal dra herboren worden als 1927. Andere Feestdagen zijn naar de magische feesthal Holly gekomen om 1926 te vieren. Holly nodigt enkelen van hen uit een verhaal te vertellen… maar pas tegen het einde wordt duidelijk dat ze de vertellers dit jaar niet willekeurig kiest. Toen we aan het bespreken waren wie een verhaal zou schrijven over welke Feestdag claimde Mathias Maho meteen Halloween. Die had ik ook wel gewild, maar je gaat natuurlijk niet in de clinch met een dark fantasy-auteur (grapje, Mathias, het was je gegund, hoor). Gek genoeg was mijn volgende opwelling totaal onverwacht, want ik ben echt een najaarsmens: ik koos voor Midzomer. Niet zo’n voor de hand liggende, want midzomer is wel een oude feestdag, maar een personificatie zoals de Kerstman of de Paashaas is er niet… En toch zag ik Midzomer spontaan voor ogen: de Zomerkoningin, een fey-achtig karakter, zowel waardig als grillig. Elk jaar incarneert ze rond midzomer een tijdje in de mensenwereld en neemt ze een vorm aan die past bij de tijd en het jaar. Mensen trekken vanzelf naar haar toe, nodigen haar uit, willen in haar buurt zijn, en komen met plezier op haar grote midzomerfeest, waarop ze de energie van alle midzomerfeesten verzamelt, bundelt, linkt aan de magie van het Zomerrijk, en over de wereld verspreidt. Maar er is dat ene jaar dat er een schaduw valt over het stralende hart van de Zomerkoningin… De personages van Midzomers verhaal waren lastig los te laten, en dat gold niet alleen voor mij maar ook voor een van mijn mede-auteurs uit de bundel, dus dat is een van de samenwerkingen die er waarschijnlijk binnenkort aankomt… OOTW: Denk je dat er nog een derde verhalenbundel van Het Schrijverscollectief komt? En denk je op termijn aan een eigen verhalenbundel? Petra: Een derde bundel van Het Schrijverscollectief zou er best wel eens kunnen komen. Ideeën genoeg, alleszins! Het hangt natuurlijk af van ieders andere deadlines. Je zou denken dat je een kort verhaal wel snel even tussendoor doet, maar dat valt toch tegen als je het goed wil doen. En dan vinden we het ook nog eens zo leuk om raamvertellingen te creëren, dus moet er ook flink afgestemd worden. Je schrijft immers niet alleen je verhaal, maar ook stukjes overkoepelend verhaal, waarin alle personages bij elkaar zitten. Dat betekent dat je grip moet krijgen op de personages van de anderen om hun reacties juist te beschrijven. Een uitdaging, maar wel een van de allerleukste onderdelen van het maken van de verhalenbundel, wat mij betreft! Een eigen verhalenbundel: tot op dit moment had ik daar nooit zelfs maar aan gedacht, om eerlijk te zijn. Maar nu ik er zo bij stilsta: in de loop der jaren heb ik inmiddels wel al een en ander bij elkaar geschreven, dat her en der gepubliceerd is voor een goed doel of in een tijdschrift. Wie weet komt dat er nog wel van…! OOTW: Hou je van Role Playing Games en klassieke bordspellen? Zoja, wat speel je graag? Petra: Ja, absoluut! Ik ben gek op gezelschapsspelletjes. We hebben thuis een uitpuilende kast. Favorieten zijn momenteel (want dat wisselt wel eens) Delphi, Marco Polo, Gingerbread House, Villainous, First Class en Majesty. En mijn wederhelft is al sinds zijn zestiende een fervent D&D-speler. Die heeft mij bijna meteen zodra we elkaar leerden kennen besmet met het virus, en sindsdien rollen de dobbelstenen hier elke twee weken! OOTW: Welke andere creatieve hobby’s beoefen je? En heb je tijd om naast het schrijven ook te lezen? Kan je ons een paar leuke leestips bezorgen? Petra: De laatste jaren slorpt het schrijven de meeste creatieve energie op, merk ik. Vroeger boetseerde ik ook, maar dat schiet er nu helemaal bij in. Wat ik wel nog vaak doe is experimenteren met recepten in de keuken. Zo maakte ik onlangs voor het eerst vijgen-en-honing-ijs: een groot succes. Lezen: ook dat is een beetje minder geworden door het schrijven. Het lijkt een beetje dezelfde breinruimte in beslag te nemen. Momenteel lees ik nog zo’n tachtig boeken per jaar (plus een stapeltje strips), dat was vroeger met gemak twee keer zoveel. Favorieten kiezen vind ik altijd afgrijselijk (al is het maar omdat ik er altijd vergeet), maar gewoon wat leestips geef ik met plezier! - Terry Pratchett, Discworld: Pratchett schrijft satire, maar op zo’n manier dat het niet allemaal alleen haha is, maar je soms met een krop in de keel zit doordat je zo meeleeft met de personages. Wat niet wil zeggen dat de tranen niet over je wangen kunnen rollen van het lachen bij sommige passages! - Patricia Briggs, de Mercy Thompson- en Alpha & Omega-reeks. Ik ben een grote urban fantasy-liefhebber en Patricia Briggs mengt door haar weerwolvenwereld ook fey en Native American mythen. De eerste twee boeken zijn leuk, maar pas daarna wordt het echt verslavend. - Travis Baldree, Legends & Lattes: zoals altijd bij hypes heb ik deze lang links laten liggen, maar toen ik hem las, had ik daar meteen spijt van. Heerlijke feelgood fantasy. - Patrick Rothfuss, De naam van de wind: lees gewoon dat eerste boek en laat het erbij. Deel twee is er wel al, maar we wachten al eindeloos lang op deel drie en of dat ooit nog komt? Maar dat eerste boek is zó mooi geschreven dat je het niet wil missen. Rothfuss is een echte poëet en toch zit je je nooit een weg te banen door overdadig bloemrijk taalgebruik. - Brandon Sanderson, Mistborn of Warbreaker: unieke worldbuilding en niemand schrijft magiesystemen zoals Sanderson. - V.E. Schwab, De kleuren van magie: Schwab heeft zo’n atmosferische manier van schrijven dat het verhaal bijna ondergeschikt is… maar dat is toch echt wel de moeite waard. - Marissa Meyer, Lunar Chronicles: dit zijn YA-sprookjeshervertellingen, maar dan op zo’n manier dat je echt niet van kilometers ziet aankomen hoe een en ander zal verlopen. - Een SF-boek: Project Hail Mary van Andy Weir. Zoek zo min mogelijk op over dit boek en laat je erdoor verrassen. De spanning van een eenzame astronaut die door creatief denken moet zien te overleven is nog niet eens het leukste deel van het verhaal. - Nog eens SF: de Radch-trilogie van Ann Leckie. Daarin wordt een niet-menselijk personage (een schip) op een meesterlijke manier neergezet. Meer over Petra vind je hier. Website: www.petradoom.be Facebook: https://www.facebook.com/PetraDoomSchrijfster/ Instagram: https://www.instagram.com/petradoom/ Profiel op Auteurslezingen: https://www.auteurslezingen.be/petra-doom En via deze links ontdek je meer over Het Schrijverscollectief. Facebook: https://www.facebook.com/p/Het-Schrijverscollectief-100070085050528/ Dimitri Balcaen: https://readmore.be/ Helden op Papier: https://heldenoppapier.com Morgan Blade: https://morganblade.com/ Mathias Maho: https://www.mathiasmaho.com/ Pen Stewart: https://www.penstewart.com/
0 Opmerkingen
Je opmerking wordt geplaatst nadat deze is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
|