Finn Audenaert - Het interstellair kampioenschap tijdreizen oftewel Enkele partijtjes koppensnellen31/12/2023 1 Furkat, de onwankelbare Farenzer *** juryvoorzitter *** de Era-Arena in Doerkansk, op ‘s patriarchs planeet Mallachije-Zedoem *** AD 3615, Triomfdag (pal in het midden van de zesde lunatie van het maanjaar)
QUEESTE: UITDIJENDE RIJKSDAALDERS & ACTIE ‘Klik jullie polseenheden vast. Ga in de houding staan. Op jullie plaatsen … Ter meerdere eer en glorie van onze patriarch Musimus de Verhevene, vaandeldrager van hoop en vooruitgang … Start!’ Een schot weerklinkt. Furkat de Onwankelbare, de gladde juryvoorzitter uit Farenzië, beleeft elke editie weer plezier aan zijn openingszinnen. Ah, Triomfdag! Het hoogtepunt van het maanjaar. Welke deelnemer komt het eerst met een trofee terug naar de Era-Arena en wordt de nieuwe kampioen? Furkat schudt monter zijn hoofd, zijn groene dreadlocks gaan op en neer en onthullen zijn gehoornde schouders. Hij stopt het wedstrijdpistool in zijn holster, trekt zijn zwarte strikje recht en overschouwt op het balkon van de jurytoren de immense arena. Voor hem ligt het stoffige startterrein, gevuld met ruimtetuigen, obstakels en natuurlijk deelnemers, verderop staan de tribunes. Zand dwarrelt op, wordt meegedragen door de wind die blaast uit het noorden van Mallachije-Zedoem, het machtscentrum van het heelal. Furkat wrijft wat zandkorrels van zijn voorhoofd. Tijd voor de eerste verrassing. Hij neemt zijn oude militaire verrekijker en streelt hem liefkozend. Door de kijker ziet hij hoe de afgetrainde sportlui in nauwsluitende pakken uit de startblokken schieten, of eerder tuimelen. Ha! Ze weten niet dat de voetklemmen deze keer nog even gesloten blijven na het startschot. Welkom op het Interstellair Kampioenschap Tijdreizen, jongens. Furkat gniffelt. Zijn paarse neusvleugels gaan opbollen, zijn neushaar komt even buiten piepen. De atleten lopen zijn richting uit. Tussen het balkon en de aanstormende sportlui bevindt zich een lange rij kleine, witte reiscapsules. Het gejuich van het publiek gaat crescendo als de deelnemers de ruimtetuigen naderen. Het klinkt als muziek in Furkats vier oren. Nog meer deelnemers dan vorige keer. Kassa kassa. Laat het kruimpje van de verzamelde sterrenstelsels maar aan de bak gaan. Al snel vormt zich een voorhoede van drie atleten. Een gespierde Wandromedano, een gifgroene Aquavaraan met het zwaard tussen de tanden en een gestreepte Horhuk die op zijn lange stelten hoog boven de andere deelnemers uittorent. Furkat wenkt zijn nieuwe hulpje Xandri, ook een Farenzer, naar het balkon: ‘Dat zijn wel de meest atletische nobelrassen. Maar met fitheid alleen red je het niet in het Kampioenschap, Xandri. Je zal het gauw merken.’ De twee staan vlak naast elkaar en volgen met spanning de race, op de achtergrond horen ze de andere juryleden praten. Op het startterrein springt de voorste deelnemer gracieus over de eerste rode laserlijn. Ha, Marek de Wandromedano! De “onoverwinnelijke” ligt voor het derde jaar op rij op kop. Ik moet mijn goede vriend straks maar nauwlettend in de gaten houden. Speel het onopvallend, man, wees subtiel. Furkat volgt met zijn verrekijker de kopgroep en ziet hoe Marek razendsnel voort rent naar de ruimtetuigen. De Aquavaraan die de koploper op de hielen zit heeft minder geluk. Hij misrekent zich bij de sprong over de rode laserstraal. Daar gaat de linkerpoot van de onfortuinlijke deelnemer. Foetsie! De kerel bijt bijna zijn zwaard in tweeën van de pijn. Hij hopt weinig flatterend verder. Furkat schiet in de lach en legt zijn kijker voorzichtig op de leuning van het balkon. Xandri, wiens dreadlocks nog niet tot zijn schouders reiken, zegt met trillende stem: ‘Ongelofelijk dat een debutant als Hamzel, de Dauphin van de Atreïden, in tweede positie ligt, meneer! Wie had dat verwacht van een Aquavaraan? Die zijn vaak wel snel, maar niet zo wendbaar.’ Wat een groentje. Furkat antwoordt droogjes: ‘Ik ben blij dat je je inleeft in de race, jongen, maar ik schrik nergens meer van.’ Hij brengt de verrekijker terug naar zijn ogen en concentreert zich op de volgende deelnemer. De derde atleet in de rij, de hoogpotige Horhuk, opent zijn facetogen wijd als hij de homp lillend vlees voor zich op de vloer opmerkt. De beste kerel is afgeleid door die afgehakte poot, haha! Ook de Horhuk gaat in de fout en glijdt uit bij het neerkomen over de laserlijn. Deelnemer na deelnemer landt op zijn lichaam. Zijn stelten veren telkens een beetje de lucht in. Met een beetje bloed is niets mis. Het verlevendigt de boel wat. Goed voor de kijkcijfers. Kassa kassa. Furkat is in zijn nopjes. De atleten razen naar de capsules, het ene obstakel na het andere ontwijkend. Ridoquois, Venuziwanen, en – onvermijdelijk deze keer – Pretogirezen en Octomanen snellen over het veld. Ergens is het wel jammer dat Farenzers niet mogen deelnemen, omdat zij het voorrecht hebben de jury te vormen. Hij kijkt naar de tengere Xandri naast zich. Nu ja, deze jongen zou de eerste ronde ternauwernood overleven. Ik zie hem de reiscapsule met moeite halen. Als ook de achterblijvers de ruimtetuigen bereikt hebben, heeft de gestruikelde Horhuk het leven gelaten, ziet Furkat. Hij streelt vergenoegd zijn ringbaardje. Het Interstellair Kampioenschap Tijdreizen is geen theepartijtje. Topsport eist nu eenmaal slachtoffers. Hij zet zijn verrekijker scherp op het lijk en geniet een poosje van het zicht. De polseenheid van de overledene springt op rood. Aan Xandri ontsnapt een irritant hoog kreetje. Furkat fronst de wenkbrauwen. Hij hoort de juryleden achter hen juichen. Een van de schermen naast hem op het balkon gaat op zwart. Het contact tussen de gesneuvelde Horhuk, zijn volgmonitor in de juryruimte en de wedstrijdschermen bij de zitplaatsen in de Era-Arena beneden is verbroken. Furkat draait zich om en grijnst de juryleden toe. ‘Leuk dat de sfeer goed zit, heren. Straks wel geconcentreerd blijven, hoor.’ Zijn soortgenoten tuiten hun dikke lippen als teken van bevestiging. Brazem, de vaste IKT-scheidsrechter uit de verre waterwereld Barrièrana, fluit af. Het geluid bereikt nog net Furkat. De deelnemers zijn de ruimtetijd ingedoken, zo meteen kan ik de arena in. De scheids flappert zijn hoofd- en zijvinnen naar de juryvoorzitter. Furkat steekt een duim in de lucht, Brazem staat ongetwijfeld te ver om zijn getuite lippen te kunnen zien. Goeie ouwe Brazem. Xandri vraagt aan Furkat: ‘Waarom gebruiken we nog ouderwets tuig zoals fluitjes, startpistolen en verrekijkers, meneer?’ De juryvoorzitter kijkt Xandri langdurig aan en antwoordt: ‘Het is belangrijk om sporttradities in ere te houden, Xandri. Het Interstellair Kampioenschap Tijdreizen is een wedstrijd met een rijke geschiedenis; je zal het nog wel merken. Oude hulpmiddelen horen er gewoonweg bij. Dat verleent de wedstrijd een zekere vorm van grandeur.’ Furkat richt opnieuw zijn aandacht op het startveld. Alle capsules, op twee na, hebben de Era-Arena verlaten. Hm, twee doden. Ik moet er eentje gemist hebben. ‘Druk even op replay, wil je, Xandri?’ zegt hij loom, nu de hectiek van de start voorbij is. Xandri gaat met enige moeite door het keuzemenu van een van de staande schermen naast hen op het balkon. Furkat ziet de jongen af en toe een eindje terugkeren in het menu. De voorzitter gaapt. We hebben nog wel even. Zolang de deelnemers in hun reiscapsules door tijd en ruimte zweven is het hier maar een – hehe – dooie boel. Ze zijn aan boord druk bezig met het ingeven van alle instellingen op hun navigatie-apparatuur, die hen naar precies het juiste moment brengt. Niet dat de toeschouwers daar enig benul van hebben. Met sommige “voorbereidingen” van de deelnemers hebben ze geen zaken. Laat het publiek maar in de waan. “Eerlijk is eerlijk.” Xandri buigt voorover – zijn rastalocks beroeren bijna het scherm – en draait aan een knopje aan de zijkant van het toestel. Het bloederig einde van de tweede ongelukkig deelnemer komt in gruwelijk detail in beeld: een slungelige knalgele Pretogirees slaat bij het openen van de reiscapsule de deur tegen twee van zijn vijf opgeblazen en trillende hoofden, kijkt even onbegrijpend in het rond en valt dan dood neer in het zand. Ha, de eerste intersoortige is gesneuveld in het Interstellair Kampioenschap Tijdreizen. Een primeur. Lekker zicht, dom-kop! Had je te weinig helmen voor je waterhoofden? ‘Herhaal het fragment meteen maar even in slow motion op het grootste scherm, Xandri.’ De twee verlaten het balkon en lopen de zaal in. Furkat wijst naar een knoert van een monitor die zowat de hele zijwand beslaat. Er staan al enkele juryleden voor het scherm te wachten. Ha, de oudgedienden kennen mij maar al te goed. Die nieuwe kostuums staan ons goed. Wat een beetje wheelen en dealen al niet vermag. ‘Freeze frame op zijn uiteenspattende kop graag, Xandri.’ Bloeddruppels en schedelfragmenten bevriezen in high definition op het reusachtige scherm. Nou, da’s genieten. ‘Jaja, dit stukje film nemen we op in de samenvatting voor de heelaljournaals vanavond, jongen. Een close-up van de dood van een intersoortige, dat gaat erin als zoete koek bij de massa.’ Hij hoort Xandri slikken. De eerste ronde zit erop, er is voldoende tijd om even de sfeer op te snuiven in de arena. ‘Xandri, houd de boel boven maar in de gaten. Ik vertrouw op je. Tot straks.’ Vervelend dat ik de zoon van mijn stamhoofd moet opleiden, maar zo gaat het nu eenmaal bij ons Farenzers. Furkat daalt de trap af, verlaat de jurytoren en wandelt naar de naar zilt water en hopwier ruikende Brazem. De geur van de scheids komt hem van ver tegemoet. Terwijl Brazem zich met zijn Kronos-tablet over de achtergebleven poot van de Aquavaraan buigt, plukt Furkat een souvenir van beide doden: een geknakte stelt van de Horhuk en wat petieterige brokjes brein van de Pretogirees. Het is net zoals ik dacht. Die Pretogirezen hebben veel hoofden maar weinig hersens! Furkat plooit voorzichtig de stelt in steeds kleinere stukken en steekt het bundeltje achter zijn gordel. De brokjes brein laat hij glijden in een zijden zakje dat aan een van zijn twee schouderhoorns hangt. Dan zwaait hij even met een gebarsten Preto-schedel naar het publiek. De vloeibare bijna-breinmassa lekt er langs alle kanten uit. De toeschouwers bulderen. Furkat ziet veel beweging op de tribunes; er worden hyany-snacks en allerlei zompdrankjes verkocht. Ja, koop maar de duurste items op het menu. Kassa kassa. Furkat gooit de schedel achteloos weg als hij geroepen wordt. Brazem schreeuwt hem enthousiast een hele hoop gegevens toe, hoewel ze op nauwelijks drie passen afstand van elkaar staan: ‘Pootanalyse: 18 equimeter bij 15 eqm bij 10 eqm. Restenergie 600pr op de inslagschaal van Richtman. De grote omvang van zijn achtergebleven poot is niet zo’n goed nieuws voor de Aquavaraan!’ De scheidsrechter voert met een vin vlijtig de data in op zijn Kronos-tablet, die intussen glimt van het uit zijn schubben druppelende overtollige lichaamsvocht. Onze bovenste beste Barrièraan Brazem is een beetje nerdy, hij zal ook nooit veranderen. ‘Heel goed, vinnige vriend van me, maar zeg eens, hoe groot is de tijdstraf voor de biologische materie die Hamzel de Aquavaraan achterliet?’ vraagt Furka. Hij grijpt de afgerukte poot, besmeurd met gestold blauw bloed, en perst het ding met moeite in zijn kleine heuptas. Nog een leuk souvenirtje. De holster met zijn startpistool schuift hij wat naar achteren om zijn smalle heupen. Brazem doceert met sonore stem: ‘De vergelijkende speciestabel op mijn tablet houdt het voor zo’n logge Aquavaraan, mee op basis van het gemiddelde gewicht van dit nobelras, op driemaal terugzetting in de tijd, meneer.’ Furkat giert het uit. ‘Driemaal? Dat is gillen! Als Dauphin van de Atreïden staat Hamzels eer op het spel. Stel je zijn onmogelijke inhaalrace voor … Die Hamzel neemt zeker allerlei onverantwoorde risico’s om terug in de wedstrijd te komen. Dat hij geen enkele ervaring heeft met het Interstellair Kampioenschap Tijdreizen zal hem ook niet vooruithelpen. En laat ons niet vergeten dat hij de hele klus op anderhalve poot moet klaren! Ha, die malloot zal ik als voorzitter hoogstpersoonlijk volgen op de schermen straks.’ Er zijn er nog twee die ik zeker in de gaten moet houden: mijn maatje Marek en … mijn ace in the hole. De scheids knikt breed lachend, zijn kieuwen gaan al even wijd open: ‘Ja, die Aquavaraan heeft zijn dagje niet.’ Brazems schubben glinsteren in de zon. De wind is intussen gaan liggen, merkt Furkat. ‘Nou, Brazem, weg met het hele bloederige boeltje dan maar. Roep de poetsploeg op. Ik wil genoeg plek hier voor nieuwe lijken als de deelnemers landen op het startterrein, haha.’ Furkat keert terug naar de jurytoren en maakt wat haast nu. De eerste deelnemers zullen stilaan elk hun tijd bereiken. Hij loopt de trappen op en voelt een beetje zijn leeftijd. Zijn adem wordt onregelmatiger. Als de atleten maar niet vergeten om bij aankomst op hun bestemming hun polseenheden te ontgrendelen en hun drones te laten opstijgen. Hoe moeten we anders hun queesten volgen? Laat het maar over aan een Pretogirees om zoiets over het hoofd te zien. Haha. Het zal me benieuwen, al die intersoortigen die nu in competitie mogen gaan met de nobelrassen. Maar ja, als de verheven patriarch zelfs dat toestaat, moet ik ook maar mijn slagje proberen te slaan … Als Furkat de juryzaal betreedt, merkt hij dat hij zich niet zo had hoeven af te beulen. Alle monitoren tonen grijze sneeuw: de deelnemers zijn nog op weg naar hun bestemming. Furkat vloekt binnensmonds. Nouja, een beetje privacy in hun reiscapsules gun ik de atleten wel, en wat tijd om de boel te bedotten ook, haha. Ons kent ons. ‘Xandri jongen, luid de gong!’ Dan zie ik tenminste wat beweging daar beneden. Furkat gaat op het balkon staan, ademt enkele keren diep in en uit, komt wat tot rust en bekijkt het publiek, dat druk pratend in groepjes de tribunes afdaalt om rond de vele monitoren aan de rand van het startterrein te gaan staan. Hij stelt zich zó de vragen voor die beneden de ronde doen: ‘Wanneer zijn de sportlui?’ en ‘Welke trofee moeten ze toen of straks halen?’ Even een geintje uithalen. Naast de staande schermen aan het balkon bevinden zich drie grote kisten. ‘Xandri, maak het publiek blij met wat rommel. Brood en spelen, jongen.’ Hij wijst op de kisten. Xandri opent er willekeurig eentje, graait erin en gooit met brede omhalen wat gesponsorde rotzooi de arena in. Rivaatlampen, karkodillalaarsjes, treursopzuigertjes en meer prullaria. Beneden worden ze gek. Het lawaai is oorverdovend. Hehe, een beetje actie, dat doet deugd. Furkat wandelt de juryruimte in en werpt een blik op de antieke stationsklok die hij aan de achtermuur van de juryruimte heeft laten monteren. Xandri moet zijn blik gevolgd hebben, want hij zegt: ‘Tot een quarduur na vertrek mogen weddenschappen worden afgesloten. Wie lang wacht, krijgt minder winst uitgekeerd bij een juiste pronostiek. “Eerlijk is eerlijk” is niet voor niets de leuze die op verschillende plekken in de Era-Arena hangt!’ De juryvoorzitter lacht smakelijk. Hij loopt naar de souvenirkast onder de stationsklok en legt er zijn aanwinsten van de dag een voor een in. Hij aait ze liefkozend. ‘Dat is heel behulpzaam van je, jongen’, zegt Furkat, ‘maar ik ben nogal vertrouwd met het reglement dat ik zelf schreef.’ “Eerlijk” – ha, die is goed! ‘En ja, Xandri, “Eerlijk is eerlijk”. Ze noemen mij niet zomaar de Onwankelbare! Mijn reglement is waterdicht en mijn ethische code is strakker dan het lijf van een Farenzerin die de paartijd ingaat.’ Xandri’s gezicht verschiet van kleur. Hij draait zich om en gaat voor een monitor zitten. Net op tijd, want de eerste schermen floepen aan. 2 Marek, de onoverwinnelijke Wandromedano *** drievoudig interstellair kampioen tijdreizen *** Daraiya bij Damascus, de Aarde *** AD 1148, 24 juli QUEESTE: KONINKLIJK DNA & EEUWIGE ROEM Marek de Wandromedano rent zich rot in de hoge middeleeuwen. Hij heeft zijn grote crusta-scharen beschermend voor zich uit gestoken. Het is nog te vroeg om in een gevecht verzeild te raken, ik moet het juiste moment afwachten. De kleine drones zoemen als lastige insecten om hem heen. Leid me niet af, ondingen! Snel, snel, snel. Ik moet mijn voorsprong op de andere deelnemers behouden. Behendig ontwijkt Marek de op elkaar inhakkende figuren op het slagveld. Pff, de Tweede Kruistocht is geen lachertje! Dit strijdtoneel is nog heftiger dan ik het me had voorgesteld, ondanks al mijn research. Moor noch kruisvaarder heeft oog voor Marek, hoewel zijn felrode, robuuste lijf en zijn veelkleurige sportuitrusting er toch vreemd moeten uitzien voor hen, om nog maar te zwijgen van het snorrende tuig dat hem omzwermt. Maar iedereen vecht voor zijn leven, het beleg van Damascus is in volle gang. Marek stormt recht op zijn doel af. Op de oever van de rivier Barada vindt hij koning Konrad III van Duitsland, die verbeten strijd levert met enkele tot de tanden gewapende Ahdath-militieleden. Bloed loopt van Konrads kruin over zijn wangen. De militieleden zijn erin geslaagd om hem te isoleren. Uitstekend, ik ben precies op tijd. Het lot van de Heilige Roomse koning lijkt bezegeld. Konrad wordt door de Ahdath op de knieën gedwongen, met zijn laatste krachten zwaait hij zwakjes zijn zwaard rond. Op het moment dat de koning de genadeslag dreigt te krijgen, duwt Marek met zijn kloeke scharen ruw twee Ahdath uit de weg. Alle vechters draaien zich naar Marek toe. Opletten geblazen, nu heb ik hun volle aandacht. Met open mond gapen de Ahdath naar de rode reus met de schrikwekkende scharen. Meer militieleden komen aanlopen. Voor een robbertje vechten heeft Marek helaas geen tijd. Als de hoogste Ahdath in rang zich vermant en zijn speer heft, drukt de Wandromedano met de spitse punt van zijn schaar op zijn polseenheid en wordt hij omgeven door een verblindend licht. De strijders om hem heen vallen roerloos neer. Hij kijkt omhoog en ziet dat de drones kort op non-actief zijn gegaan. Wat een beetje ongeoorloofd prutswerk aan de opnameapparatuur al niet vermag. Dat heb ik weer handig voor elkaar gekregen. De energie-explosie valt nauwelijks op in het grotere strijdgewoel. De kruisvaarders hebben net de verdedigingslinie doorbroken en drijven de Ahdath en de Turkomannen-huurlingen terug. Niets waar Marek niet van op de hoogte is. Hij kent de Aardse geschiedenis op z’n schaartje, hij nam ruimschoots de tijd om zich voor te bereiden. Wat zou ik zijn zonder de datapakketten van de juryvoorzitter, haha. Konrad III, die het verst van de explosie stond, komt bij en prevelt tot Marek: ‘Danke für die Rettung, Fremder mit den Scheren.’ Onaangedaan houwt Marek de gebutste Heilig Roomse koning buiten westen. Uit een zakje op zijn linkermouw vist hij met zijn schaarpunt een smalle buis en een wattenstaafje. Hij opent Konrads mond en strijkt zo voorzichtig mogelijk met het staafje langs diens wang. Hij moet opletten met zijn scharen. Gelukt! Marek stopt zijn bewijsstuk snel weg. Glorieus DNA, breng mij roem! Ik word als eerste viermaal op rij Interstellair Kampioen Tijdreizen. Mareks timing is perfect; het slagveld heeft zich voorbij hem verplaatst. Niet alleen heeft hij Konrad III gered en de Aardse geschiedenis netjes bewaard, Marek is er ook vrij zeker van dat hij nog steeds een mooie voorsprong heeft op de andere kandidaten. Ik ben heel efficiënt geweest. Maar dit is niet het juiste moment om te genieten van de overwinning. Ik moet zo gauw mogelijk naar het nu. Met grote passen springt de Wandromedano over de lijken op het slagveld en haast zich terug naar de boomgaarden waar de kruisvaarders tot vanochtend kamp hielden. Tussen het loof zweeft zijn reiscapsule. 3 Hamzel, de koelbloedige Aquavaraan, Dauphin van de Atreïden *** debutant in het IKT *** het Zwevende Koepelpaleis in Poolstad, op Rubicon VI bis *** AD 8234 / BC 924, Dag van het Grote Offer QUEESTE: VERSE TONG & NIETS MEER Diep in de retrofutura, het schimmige tijdruimtegebied waar tijdlijnen elkaar op onbegrijpelijke wijze kruisen, blijft Hamzel de Aquavaraan koelbloedig. Zijn gifgroene huid pulseert lichtjes. De Dauphin van de Atreïden heeft zijn handen vol, maar laat het niet aan zijn hart komen. Hij heeft net in de welkomsthal een troepje paleiswachten over de kling gejaagd, een heksentoer als je zoals Hamzel maar op één poot staat. Het dikke, zwarte bloed van de wachters druipt van zijn gekromde zwaard en vormt een grillige plas. Deze Rubiconders zijn stuk voor stuk maar matig getrainde kerels. De beste strijders staan ongetwijfeld al opgesteld rond het paleis, klaar om de aanstaande coup te laten slagen. Hamzel beweegt even zijn beenstomp over en weer en hopt dan naar de opzichtig versierde poort van de troonzaal. Zou de Wandromedano al teruggekeerd zijn naar de Era-Arena? Zonder dit ongelukje had ik als eerste de reiscapsule bereikt op het startterrein. Maar goed, ik kon tijdens mijn vlucht naar hier toch mijn wonde dichtschroeien, dat dan weer wel. De Aquavaraan heeft bijna de troonzaal bereikt als hij stokstijf blijft staan. Die penetrante geur. Hamzel snuift meerdere malen en spitst de oren. Vanachter een marmeren standbeeld naast de poort verschijnt een laatste wachter, een klein kereltje. Hamzel lacht zijn gelige tanden bloot. Ha, ongetwijfeld het onderdeurtje van de paleiswacht. Ja, in het paleis zijn echt wel enkel “de restjes” achtergebleven! De wachter rent verwensingen schreeuwend op Hamzel af en zwaait vervaarlijk met een goedendag. Hamzel grijpt met de blote hand het wapen van het mannetje – de goedendag reikt nauwelijks tot Hamzels snuit – en slaat hem kalmpjes de kop in met de pommel van zijn zwaard. Zo, op naar Raadzik. Pff, dit is hopelijk mijn eerste en meteen ook laatste bezoek aan Rubicon VI bis. Die lui hier stinken uren in de wind! Hamzel duwt met een grote zwaai de zware poort open. Als Dauphin voelt hij zich zegezeker wanneer hij zijn blik over de opulente troonzaal laat glijden. Hij ziet enkel het soort bleke sycofanten dat hij herkent uit zijn eigen gevolg. Slappelingen. Hij briest naar de hofhouding, die jammerend uiteenstuift. Hamzel hopt over de rode loper naar de overkant van de ruime zaal. Met sprongetjes gaat hij de trap op richting het podium waarop de troon staat. Er komt maar geen einde aan die trap! Ik moet wel stilaan opschieten nu. Pas vanop de laatste treden ziet hij de pezige Raadzik de Verschrikkelijke op zijn zilveren troon zitten. De potentaat van Rubicon VI bis verroert zich niet, hij kijkt Hamzel enkel misprijzend aan. Dat zure gezicht. En de beker! Hij heft al de gifbeker naar zijn mond, ik kom te laat! Zonder aarzelen werpt Hamzel zich op de troon. Met een klap van zijn hand slaat hij de gifbeker uit Raaziks dikke knuisten. De kroes klettert de trap af. Ik moet Raadzik bij leven de tong uitrukken, zo luidt de opdracht! De tong moet mals geserveerd worden aan de jury! Op het moment dat Hamzel zijn hand in de muil van de potentaat propt, voelt hij het scherpe mespunt van een fadeth in zijn zij. ‘Oem har chi zeh kaaahm. Ma omm suuk ak livv. Hizaar, ghuim laem hede duh Fiehl. Vok merz tih Samkerni leu!’ brult de woedende despoot hem toe. Hamzel zakt in elkaar voor de troon, voelt meteen hoe diep de wonde is en ziet nog net hoe Raadzik zijn nobele blauwe Atreïdenbloed van de fadeth veegt. Terwijl het leven Hamzel tergend langzaam verlaat, vertaalt zijn polseenheid met kille stem: ‘Niemand verhindert mijn ceremoniële zelfmoord. De dood door gif of lemmet. Onderdanen, offer mijn verkilde tong aan Fiehl, de strijdgodin. De overwinning van ons volk op de barbaren van Samkerni is zo verzekerd!’ Hamzel kreunt. Wat, een oorlog met het buurvolk in plaats van een coup? Alles is verloren. Zijn hoofd zakt opzij. Hij ziet scheef voor zich hoe Raadzik gaat staan, plechtig zijn tong uitsteekt, de fadeth in zijn hartstreek plant en de sierdolk stevig in het vlees draait. Die gek wílde sterven. Mij was verteld dat Raadziks jongste zoon van plan was hem te vergiftigen om met de hulp van de generaals de macht over Poolstad en misschien zelfs heel Rubicon VI bis te grijpen, en dat ik enkel op het juiste moment hoefde te verschijnen om Raadzik in een weerloze positie, vlak voor de machtsovername, zijn tong afhandig te maken! Maar ik had nooit zijn nog levende tong kunnen bemachtigen, er is helemaal geen coup. Ik werd bedrogen! Dan trekt een rood waas voor Hamzels ogen. 4 Furkat de onwankelbare Farenzer *** juryvoorzitter van het IKT *** de Era-Arena in Doerkansk, op ‘s patriarchs planeet Mallachije-Zedoem *** AD 3615, Triomfdag (pal in het midden van de zesde lunatie van het maanjaar) QUEESTE: UITDIJENDE RIJKSDAALDERS & ACTIE, NOG STEEDS In de Era-Arena is het een drukte van jewelste. Furkat de Onwankelbare heeft net op twee monitoren gezien hoe het Marek de Wandromedano – het is belangrijk om mijn vriend in de gaten te houden – en Hamzel de Aquavaraan – een overbodige hansworst, maar hij bood wel enigszins vermakelijk entertainment – is vergaan. Het is tijd om een luchtje te scheppen. ‘Heren, volgen jullie hier even de zaken op ?’ De juryleden, die elk op hun eigen scherm een deelnemer bestuderen, tuiten hun lippen naar hem. Furkat heeft het onmiddellijk naar zijn zin op het balkon. Het is windstil waardoor er geen zand in zijn gezicht waait. Hij vult zijn longen met frisse lucht. En – hoe bevredigend – hij komt ogen tekort! Zijn verrekijker zwaait alle kanten uit. Er is beneden hoogoplopende ruzie ontstaan in een paar groepjes die om de monitoren staan. Zware Wisorakommen, net nog gevuld met hyany-snacks en andere neo-paleo-knabbels, vliegen door de lucht en schakelen enkele toeschouwers uit. ‘Kom Xandri jongen, we gaan poolshoogte nemen. Niets is leuker dan een stevig handgemeen!’ zegt Furkat vrolijk. Xandri verlaat zwijgend zijn tafeltje en komt naar zijn baas toe. Furkat zet er stevig de pas in op het startterrein. Hij loopt tussen de twee resterende reiscapsules door. Xandri drentelt achter hem aan. Een Wisorabeker met een afgebroken slagtand en een plasje bloed erin landt met een sierlijke boog voor Furkat in het zand. Er moet ook nog een oog in gezeten hebben, want dat landt pardoes op Furkats rechterschoen. Souvenirtjes meenemen. Dit kan wel eens van een dooie zijn. De juryleden bevinden zich nu vlak bij het geduw en getrek. De emoties lopen hoog op over één deelnemer. Er wordt over en weer geschreeuwd. Ik had het kunnen weten: het gaat om Virud, de schraperige Octomaan. ‘Virud gaat winnen, zeg ik je. En daar ben ik heel blij mee. Kijk maar op de monitor! Hij nadert zijn reiscapsule,’ zegt een rondbuikige Venuziwaan grijnzend. Hij heeft een bloedneus en is een van zijn slagtanden kwijt, maar lijkt er niet om te geven. ‘Ik heb geen probleem met intersoortigen, ze zijn net als …’ De dikke Venuziwaan wordt meteen overstemd door de anderen in het groepje. Een forse Wandromedano die een hand voor zijn ene oog houdt blaft hem toe: ‘Die smerige intersoortigen moeten vooral op hun verre doorfokplaneten blijven, waar ze allemaal onder elkaar in één grote slemppartij rassen kunnen mengen zoveel ze willen. Maar dat ze zich Moloch-aan-toe ver houden van ‘s patriarchs planeet Mallachije-Zedoem en andere fatsoenlijke oorden! Waarom komt zo’n Virud de Era-Arena ontwijden? Om nog te zwijgen van die belachelijk gele Pretogirezen die te dom zijn om te donderen! Die Virud-van-je had nooit mogen deelnemen aan het Interstellair Kampioenschap Tijdreizen! Alleen nobelrassen verdienen een huldiging op Triomfdag! Zo’n Octomaan heeft zestien armen, da’s pure wedstrijdvervalsing! En wie weet waar al die vieze armen hebben ingezeten?’ ‘Tentakels zal je bedoelen,’ antwoordt de dikkerd. ‘En scharen zoals die van jou dan? En van de regerende kampioen? Die leveren geen voordeel op of zo? Gelijke rechten voor intersoortigen! Patriarch Musimus de Verhevene heeft zelf vorig maanjaar in een edict kenbaar gemaakt dat alle rassen als evenwaardig beschouwd worden.’ ‘Hou de naam van de patriarch uit je vuile mond, Moloch-aan-toe. Ik zal je eens tonen hoe vrome burgers over intersoortigen denken.’ Haha, controverse! Kostelijk. Die onnozelaars hebben er geen idee van hoe het werkelijk zit! Furkat is blij dat hij besloten heeft om de jurytoren te verlaten. Ik ben een man van het volk. Laat mij tussen het gepeupel gelukkig zijn. Hun dommigheid ontspant me. De twee kemphanen gaan neus aan neus staan. De rest van het groepje maakt de kring om hen heen almaar kleiner. Furkat wurmt zich tussen de toeschouwers en geeft de Wandromedano een duwtje in de rug. Hoppa! De vechtersbazen beginnen op elkaar in te beuken. De juryvoorzitter wrijft zich in de handen. Nog meer souvenirs als het zo doorgaat. Furkat wil een afgerukte paarvlecht van de Wandromedano oprapen als hij een lichte hand op zijn schouder voelt. Hij draait zich om. Xandri. ‘Ik dacht dat u wel wilde weten hoe de zaken ervoor staan nu de eerste deelnemers terugreizen door de ruimtetijd, meneer. U lijkt een beetje, eh, afgeleid.’ Furkat kijkt zijn hulpje verstrooid aan. ‘De race krijgt steeds voorrang, dat spreekt voor zich. We mogen ons nog verheugen op genoeg doden tijdens de queesten.’ ‘Hm, komt u even mee naar de monitor bij het volgende groepje. Ik nam net al een kijkje. Er zit wel een barst in het scherm. Lijkt me dat een Wisorakom …’ ‘Jaja, jongen, heel goed. Ik kijk wel. Hallo, luitjes!’ De toeschouwers knikken naar Furkat. De monitor waar ze bij staan maakt een laag en dof geluid, als van een reiscapsule met een bijna lege P-unit. Furkat tikt zich behoedzaam een weg door het knipperende menu op het scherm van de monitor. Drie live feeds verschijnen. De andere feeds, zesendertig of wat, zijn op zwart gegaan. Ach zo, er zijn nog slechts zo weinig kanshebbers op de gouden medaille. Nu begrijp ik waarom de jongen mij haalde. Het gaat hard deze editie, echt hard. ‘Is het normaal dat er zo weinig deelnemers overblijven op dit moment van de wedstrijd, meneer?’ vraagt Xandri. Dat moest je maar eens aan Marek vragen, jongetje. Hij is weer aardig aan de slag geweest, meen ik. ‘Wel, zie je, Xandri, veel deelnemers gingen ten onder op hun queesteplek, anderen werden op de heen- of terugvlucht opgeslokt door de Wazawaza’s, de dementerende ruimtevogels die kriskras door de ruimtetijd fladderen en hun prooien nietsontziend verscheuren.’ ‘Huh, zijn die echt, meneer?’ Haaaaaaa! ‘Ja, jongen, die zijn echt. Geheimpje van IKT-comité. Blijft onder ons, goed? Of wil jij dat er geen volgende editie komt?’ Het afgehakte hoofd van de Venuziwaan van zo-even rolt langs Furkat en Xandri. Soms brengt het leven je een extraatje, zomaar. Furkat beduidt Xandri om het hoofd op te rapen en mee te nemen naar boven. De souvenirkast raakt aardig vol. De twee steken het startterrein opnieuw over en laten de vechtende meute achter zich. ‘Hoe denkt u erover, meneer?’ vraagt Xandri bedeesd. ‘Vindt u dat we er goed aan deden om Virud te laten deelnemen aan het Kampioenschap?’ ‘Xandri, de edicten van patriarch Musimus de Verhevene zijn het alfa en omega van ons bestaan. Als Hij in zijn eeuwige wijsheid verordent dat wij allen – en ik bedoel wel degelijk allen: Farenzers, Wandromedani, Aquavaranen, Horhuks, Venuziwanen, Ridoquois, maar ook Octomanen en andere intersoortigen – gelijk zijn aan elkaar in zijn Immer Uitdijende Rijk, wie zijn wij, de juryleden van weliswaar het grootste sportspektakel van het Rijk, om daar iets tegenin te brengen? Het vernieuwde reglement is onze Heilige Schrift, we mogen er niet van afwijken.’ Tot zover mijn homilie, haha. ‘Maak je maar niet ongerust, Xandri. Je bent nog jong en hebt slechts weinig ervaring. Het Interstellair Kampioenschap Tijdreizen staat vanaf nu open voor iedereen, werkelijk iedereen. Ook voor schraperige Octomanen dus. En ja,’ Furkat zucht even, ‘zelfs voor Pretogirezen. Ik geef toe, het is nog even wennen.’ ‘Ik denk er net zo over, meneer.’ ‘Mooi, we gaan nog even boven kijken op het grote scherm. Vergeet je het afgehakte hoofd niet mee te nemen?’ 5 Quediir, de meedogenloze Ridoquois, de Slager van Groot-Hamzarrah en de Bevruchter van negenhonderd Maagden *** zesvoudig deelnemer aan het IKT, eindigde meermaals als laatste *** Fantaplaane *** AD 4912 / lokale tijd: Drakenperk, zesenveertigste vuurseizoen QUEESTE: KLEINE DARM & EEN GREINTJE RESPECT ‘Raaaaaah!’ Quediir, de Slager van Groot-Hazmarrah, schreeuwt het uit van frustratie. Een trip naar Fantaplaane in het drakenperk? Dit moest een eitje worden! Ik was perfect voorbereid. De tijd klopt. De methode klopt. De plek niet helemaal: een gevalletje van binnen in plaats van buiten … ‘Maaaareeeeek!’ Quediirs geroep dringt nauwelijks door de dikke maagwand van de Marhoohm die hem opslokte. Met zijn titanium klauwen schraapt de bulkige Quediir armzalige krasjes in de gewapende maag van de rotdraak. En zeggen dat die buik er aan de buitenkant zo wit en weerloos uitzag. Ik had naar mijn instinct moeten handelen en meteen moeten toeslaan. De Slager ritst ter bescherming zijn sportpak helemaal dicht, hangt zijn kap over zijn puisterige kop en trappelt in de sissende zuurpoel van de drakenmaag. Zijn voeten krijgen het al onaangenaam warm. Ik moet eruit voordat ik bezwijk in het opkomende maagzuur! In een wanhoopspoging opent hij zijn mond en bijt met zijn scherpe hoektanden in de maagwand van de draak. Hij hapt als een gek, maar tevergeefs. ‘Laat mij eruit, rotbeest!’ De Marhoohm geeft geen krimp. Deze situatie is een edele Ridoquois onwaardig, zeker één die er zich laat op voorstaan negenhonderd Maagden bevrucht te hebben. Ik ben zo dicht bij de kleine darm van de Marhoohm, mijn trofee voor de jury, en toch zo veraf. Hoe kan de maagwand van een Marhoohm sterker zijn dan titanium? Dat stond niet in het datapakket! Quediir trapt wild om zich heen. Het zuur spat alle kanten op. Het is allemaal de schuld van die verdomde Wandromedano! Marek moet zijn zus ervan overtuigd hebben om mij te misleiden. Die oude vrijster van een Mekra met haar afgesleten scharen en afstotelijke marine lijfgeur heeft me zó op het hart gedrukt om de Marhoohm van binnenuit te bevechten. ‘Laat je opslokken, Quediirtje van me,’ smiespelde ze, ‘reuzendraken zoals Marhoohms zijn tandenloos. Ze spuwen enkel vuur, en dat alleen ‘s nachts! Als je in de maag van het monster zit, doorklief dan zijn ingewanden in alle richtingen. Precies zo stond het in Mareks gestolen datapakket. Er kan niets fout gaan. De kleine darm van de Marhoohm kan jou niet ontsnappen! Wees dapper en versla mijn pest van een broer eindelijk eens in het Kampioenschap! Dan hoef ik zijn overwinningsgezanik niet meer monaat in monaat uit te horen. Hij mag best een toontje lager zingen.’ Quediir scherpt zijn titanium klauwen door ze snel over elkaar heen te bewegen en stelt zich het gerimpelde gezicht van Mareks zus voor. Mekra, jij zeeslangengebroed met je gespleten tong … Heb ik voor die leugen acht monaten lang betrekking met jou gehad? Alsof Marek zo onvoorzichtig zou zijn om jou in zijn spullen te laten snuisteren. Hoe dom kon ik toch zijn? Het is opgezet spel. Tegenzwendel! Quediir haalt diep adem en springt met uitgespreide klauwen zo hoog mogelijk, maar hij bereikt de opening van de slokdarm van de Marhoohm net niet. ‘Bij de hoorns van Berserkum! Gadverdamme!’ De maag van het beest begint te schudden en te beven, Quediir verliest bijna zijn evenwicht. De Marhoohm heeft er duidelijk genoeg van. Het maagzuur stijgt ineens veel sneller dan voorheen en klotst nu tot Quediirs knieeën. Dit houd ik niet lang meer uit. ‘Al moet ik daarvoor reïncarneren als een onnozele Pretogirees met vijf lege koppen, ik kom je halen, Marek! Ik. Kom. Je. Halen. En dat serpent van een zus van je ook.’ Quediir ondergaat helse pijnen uit. De verzengende smurrie staat al gauw tot zijn borst. Hij voelt hoe zijn benen wegsmelten, maar de vlammende pijn laat zijn brein plots op volle toeren draaien. Alle deelnemers weten … dat Marek er telkens weer in slaagt om de database van het IKT-comité te hacken. ‘Aaaaaaaah!’ Hij weet steevast … wie welk doelwit krijgt en kan zich … minutieus voorbereiden op zijn eigen opdracht. We proberen … ‘Aaaaaaaah!’ … allemaal die info te bemachtigen … het maakt deel uit van de wedstrijdvoorbereiding. ‘Aaaaaaaah!’ Maar nu weet ik hoe hij erin slaagt om de datapakketten in handen te krijgen: de juryvoorzitter laat zich gewoonweg … betalen om de opdrachten te delen met Marek … het kan niet anders … zo werd hij … drievoudig kampioen! Dan geeft Quediirs brein het op, definitief. 6 Virud, de schraperige Octomaan *** intersoortige debutant in het IKT *** de Era-Arena in Doerkansk, op ‘s patriarchs planeet Mallachije-Zedoem *** AD 3615, Triomfdag (pal in het midden van de zesde lunatie van het maanjaar) QUEESTE: TIJDLOOS KOPJE & ERKENNING Virud ziet door het raampje hoe een heleboel toeschouwers zich rond zijn capsule hebben verzameld. Het zal me verdommen wat ze denken, huldigen zullen ze me. Zijn ijdelheid neemt de overhand. Hoewel hij geen tijd te verliezen heeft, plooit hij zijn slijmerige tuniek glad en gaat hij met een van zijn vele tentakels door zijn dunne haren. Met een andere tentakel stampt hij de capsuledeur open. Zijn buit klemt hij stevig achter zijn rug, zijn zuignappen tasten over de ronde vorm van zijn trofee. Boegeroep bereikt hem als hij zijn hoofd uit de capsule steekt. Onaangedaan glibbert hij over het zand de menigte tegemoet, klaar om de gouden medaille in ontvangst te nemen. Krijg allemaal de vliegend vornapest! Virud wil net triomfantelijk zijn bewijsstuk in de lucht steken als de scheidsrechter uit het publiek opduikt. De geschubde official zwaait nadrukkelijk naar hem met zijn kopvin. Hij houdt zijn Kronos-tablet voor zich en toont deze aan Virud. Twee groene vlakken lichten op het scherm op. Onheilspellend. Nee toch .... De scheids wijst naar links. ‘Zeg dat het niet waar is!’ Woede klinkt door in Viruds stem. Op enkele passen afstand van hem staat Marek de Wandromedano. Virud kijkt zijn rivaal vluchtig aan en draait zich snel even om. Hij kreunt. Onze reiscapsules staan netjes naast elkaar. Hij slikt, haalt zijn neus op en blikt opnieuw de menigte in. De verbazing moet op Viruds gezicht te zien zijn, veel toeschouwers schieten in de lach. Ik heb te veel spelletjes gespeeld om nu niet te winnen. Virud spert zijn bek, klapt zijn laterale tanden naar voren en hist naar het publiek. Hij haalt twee tentakels vanachter zijn rug en steekt het hoofd van Bedruska de Tijdloze in de lucht. Een ongemakkelijke stilte valt over het startterrein. Virud kan zich niet langer bedwingen. Heeft Marek ook zijn trofee bemachtigd? Hij kijkt uit zijn ooghoeken naar de Wandromedano: Marek heft iets blinkends in de lucht. De scheids laat een oranje laserstraal uit zijn Kronostablet een streep in het zand voor hem trekken. Een aankomstlijn! Het wordt een fotofinish. Geen risico’s nemen! Virud glibbert zo vlug hij kan naar de scheidsrechter toe. 7 Marek, de onoverwinnelijke Wandromedano *** drievoudig interstellair kampioen tijdreizen *** de Era-Arena in Doerkansk, op ‘s patriarchs planeet Mallachije-Zedoem *** AD 3615, Triomfdag (pal in het midden van de zesde lunatie van het maanjaar) QUEESTE: EEUWIGE ROEM Marek begint al te lopen als hij het buisje met het Heilig Roomse bloed in de hoogte steekt. Denk maar niet dat je me te snel af bent, Virud! Hij rent op de scheids af, werpt de visman het buisje toe en gooit zich vol overgave over de streep in het zand. Voor hij neerploft op de grond ziet Marek nog net hoe de official behendig het buisje in zijn vinnen vangt. ‘Uh-uh-uh-uh!’ Mareks neus en mond zitten vol zand. Hij proest het uit. Als hij opstaat ziet hij dat Virud omgeven wordt door een wolk van dwarrelend zand. Het zal toch niet? ‘Beste kandidaten, de haarscherpe finishfoto,’ de scheidsrechter wijst naar een jongeman die is komen aanlopen, ‘brengt helaas geen uitsluitsel. We hebben te maken met een unieke situatie: jullie kwamen gelijktijdig over de finishlijn,’ zegt de scheidsrechter droogjes. De jongeman voegt eraan toe: ‘De voorzitter van de jury komt zo meteen overleggen met jullie.’ Marek kan de scheidsrechter wel de vinnen van het lijf scheuren. Goed dat ik mijn voorzorgen nam. Hij peilt even Viruds blik, diens gezicht staat op onweer. Het publiek wordt onrustig. Er wordt gejoeld. Ze willen een winnaar, liefst na een knokpartij. Hm, een duel met een Octomaan met ontelbaar veel tentakels? Ik heb wel getraind, maar … waarom risico’s nemen? ‘Ik eis een waarheidsronde!’ schreeuwt Marek. Kreten van verontwaardiging weerschallen door de arena. De scheidsrechter en de jongeman manen het publiek tot kalmte aan. Het zweet gutst uit de schubben van de official, ziet Marek tot zijn genoegen. Ja, ga jij nu maar eens aan de slag, kereltje! Hoelang is het geleden dat er een waarheidsronde gespeeld werd? Een vol eon, zoiets? Marek herinnert zich de verhalen van zijn betovergrootouders over de rellen die nog voor hun tijd hadden plaatsgevonden. Het moet legendarisch geweest zijn. De official en de jonge kerel krijgen het gepeupel maar niet onder controle en gaan ervandoor. Tja, het volk wil heldenmoed en vechtersbloed, geen ondervraging. Ik zal maar alvast wat tijd kopen. Ze leggen de boel vast snel stil. Even van het verrassingseffect gebruik maken. Marek stapt op Virud af en geeft hem een oplawaai van jewelste. De Octomaan lijkt totaal verrast, hij valt voor de tweede keer op korte tijd in het zand. ‘Genoeg!’ De juryvoorzitter duikt op tussen de toeschouwers, steekt een paarse arm in de lucht en vuurt zijn startpistool af net boven de hoofden van de vechtenden. Marek deinst terug, zijn scharen maken onwillekeurige knipbewegingen. Het schot galmt na in zijn hoofd. Uit zijn ooghoeken ziet hij hoe Virud op de grond kronkelt. Furkat laat niet met zich lachen. Marek zoekt diep in zichzelf de rust op, het vergt al zijn concentratie. De schok van zo-even ebt weg. Kalmte. Hij speurt Furkats gezicht af en kijkt hem veelbetekenend in de ogen. Verschillende mannen in een strak modieus pak – juryleden? – gaan naast Furkat staan. De kring om Marek en Virud wordt ineens een stuk breder. Huh, Furkat heeft zijn gevechtsuitrusting aangetrokken! Denk aan je belofte, Furkat! Marek maakt zich zo groot mogelijk. Hij strekt zijn rug uit. Furak beduidt de menigte stil te zijn. Met zoetgevooisde stem zegt hij: ‘Marek, Virud, jullie zijn weergaloze sportlui! In naam van de jury kan ik met de hand op het hart zeggen dat het een hele eer is om jullie hier als winnaars, euh, bijna-winnaars te ontvangen. Het stemt mij blij dat jullie deze ongelukkige situatie niet met een duel willen oplossen.’ Marek ziet hoe de juryvoorzitter nadrukkelijk in het rond kijkt. De massa gromt. ‘Zoals jullie weten, heeft onze doorluchtige patriarch Musimus een verbod opgelegd op baldadigheden na afloop van de tijdreizen. “Geweld,” zo zegt de Wijste der Wijzen, “mag zich enkel in het verleden of de toekomst afspelen, niet in het nu.” We spelen een waarheidsronde!’ De toeschouwers morren, maar komen uiteindelijk tot bedaren. Marek gaat op de toppen van zijn tenen staan, kijkt over de menigte heen en ziet dat er werkelijk niemand meer op de tribunes zit. Iedereen staat op het startterrein. Dat belooft wat te worden. Marek knikt heftig naar Furkat. Oei, te heftig misschien. Even dimmen. ‘Dank u om mij het recht op deze finale ronde toe te kennen.’ Ik win dit zo makkelijk. Hij ziet dat Virud ook instemt, maar met tegenzin. De Octomaan knikt bijzonder langzaam ja. Zijn tentakels hangen slap naast zijn lijf. Die intersoortige geeft het nu al op, ha. De jongeman van daarnet en de scheidsrechter zijn teruggekeerd. Ze hebben wat lui uit de weg geduwd en zetten een verhoogje voor Furkat neer. ‘Ah, bedankt om mijn trapje te halen.’ De juryvoorzitter gaat er plechtig op staan en schraapt zijn keel: ‘Moge wie de waarheid oneer aandoet ter plekke sterven. De jury ontdekt altijd de waarheid.’ De scheidsrechter knikt bevestigend, zijn vinnen zwaaien mee op het ritme van zijn gladde lijf. Marek kan een lachje nog net onderdrukken. Ha, “de jury ontdekt altijd de waarheid” – het zal wel. ‘Virud,’ gaat Furkat verder vanop zijn trapje, ‘heb jij het spel eerlijk gespeeld? Bewijs ons hoe je het hoofd van Bedruska de Tijdloze hebt bemachtigd.’ De jongeman reikt Furkat nog snel een helm aan. ‘Dank je, Xandri.’ Furkat zet de helm op zijn hoofd en kijkt in Viruds richting. De scheidsrechter doet net hetzelfde. Ha, iedereen is er klaar voor. Marek gooit de schouders los. Dit wordt vast goed. Praat jezelf maar in de problemen, Virud. Loopt lekker volgens plan. Virud grijnst eerst naar Marek en dan naar Furkat zoals alleen Octomanen dat kunnen. Echt smerig om te zien! Wacht eens even, hij zal mij toch niet … 8 Virud, de schraperige Octomaan *** intersoortige debutant in het IKT *** de Era-Arena in Doerkansk, op ‘s patriarchs planeet Mallachije-Zedoem *** AD 3615, Triomfdag (pal in het midden van de zesde lunatie van het maanjaar) QUEESTE: ERKENNING Virud drukt op zijn polseenheid. De droids komen tevoorschijn, zoemen om hem heen en beginnen alles te filmen. Bewijsmateriaal. Ik laat me niet flikken. Hij merkt hoe Furkat hem geringschattend aankijkt. Virud begint zijn betoog: ‘Mijn eerbiedwaardige tegenstander Marek dacht me te slim af te zijn door heimelijk onze doelprofielen te wisselen. Marek is een hacker, zie je. Hij steelt al vele edities de opdrachtenlijst voor het Kampioenschap. Ik zou volgens de oorspronkelijke planning van het IKT-comité het DNA van koning Konrad III ophalen bij het beleg van Damascus op de planeet Aarde, maar, omdat Marek mij als debutant in het Kampioenschap niet kon inschatten en geen risico’s wilde nemen, zorgde hij in de plaats daarvan ervoor dat ik op Bedruska de Tijdloze moest gaan jagen. Dat is een onmogelijke taak, want waar of beter wanneer zoek je tijdens het Interstellair Kampioenschap Tijdreizen een vrouw die tijdloos is? Daar had Marek me goed te pakken!’ Furkat ziet lijkbleek. Hij trekt zijn helm diep over zijn hoofd, tot vlak boven zijn ogen. Hij wankelt wat op zijn verhoogje. Virud ziet het graag gebeuren. Laat Furkat maar even zweten. ‘Ik wist niet dat een waarheidsronde zo spannend kon zijn!’ klinkt het iele stemmetje van een jonge Ridoquois, een kind nog bijna. Er klinkt instemmend gegrom uit de massa. Virud knipoogt zo onopvallend mogelijk naar Furkat. Ik zal het maar niet te ver drijven. Ik zal maar niet zeggen dat de voorzitter zich telkens weer laat betalen door Marek voor de wedstrijddata. De Octomaan vervolgt zijn rede: ‘Jaja, Marek is een eerloze valsspeler. Maar mij moet je niets leren over hacken. Ik wilde namelijk maar al te graag op Bedruska de Tijdloze jagen. Meer nog: ik stopte haar gegevens in het spel, en wiste een andere set data!’ De toeschouwers luisteren ademloos. Virud ziet dat Marek steeds verder van hem gaat staan. Hij gniffelt en herneemt zijn rede: ‘Zie je, ik kon er vanop aan dat Marek mij het moeilijkste doel zou toeschuiven: Bedruska de Tijdloze. Hahaha, de “Tijdloze’”, het zal wel! Enkel stommelingen zouden Bedruska buiten de tijd zoeken – een hachelijke onderneming. Ik heb die dame al monaten geleden laten lokaliseren. Ze had zich verstopt in een zwart gat binnenin een zwart gat. Ik moet het de oude dame nageven: goed verzonnen! Ik stuurde vandaag mijn reiscapsule gewoon wat rondjes de tijdruimte in, zonder ook maar ergens te landen. Bedruska hier hield ik de hele tijd in een paar van mijn tentakels verborgen.’ Hij schudt het hoofd van zijn kansloze prooi heen en weer. Zijn zuignappen hebben al lang alle kleur uit het hoofd weggetrokken. Marek gooit zijn armen in de lucht. Hij ziet er machteloos, vindt Virud. Furkat kucht en blijft maar kuchen. De toeschouwers beginnen zachtjes met elkaar te praten. Virud ziet het allemaal graag gebeuren. Het is tijd voor de genadeslag. ‘Nu vragen jullie je misschien af: hoe vind je iemand in een zwart gat binnenin een zwart gat? Ik zou het niet weten, haha! Dat soort speurtochten laat ik over aan een vriend van me … Merak, de sciëntische heelalspeurder! Hij doorziet feilloos die doortrapte verstopstrategieën. Wat heb je daarop te zeggen, Marek? Geef jij ook je bedrog toe?’ Virud kijkt in de richting van zijn tegenstander. Ja, Marek, je halfbroer liet zich graag betalen voor zijn hulp! 9 Marek, de onoverwinnelijke Wandromedano *** drievoudig interstellair kampioen tijdreizen *** de Era-Arena in Doerkansk, op ‘s patriarchs planeet Mallachije-Zedoem *** AD 3615, Triomfdag (pal in het midden van de zesde lunatie van het maanjaar) QUEESTE: OVERLEVING Marek is ziedend. Hij knapt wild met zijn scharen. Hij is zo kwaad dat hij geen woord kan uitbrengen. Mijn eigen halfbroer! Merak, ben jij zo jaloers op me? Oh wat voor een volk zijn wij Wandromedanen toch! Allemaal aan elkaar verwant, geen ervan helemaal te vertrouwen. Iets zegt Marek dat hij de pineut is. Iedereen staart naar hem: Virud, Furkat en vooral … de massa. Dit had ik niet verwacht toen ik Furkat extra betaalde om mij desgevallend als laatste aan de waarheidsronde te laten beginnen. Ik zou mijn hele verdediging afstemmen op wat voor onzin welke tegenstander dan ook zou uitkramen om diens leugens te verhullen. Het zijn per slot van rekening allemaal bedriegers; iedereen had wel een combine lopen. Maar niemand was zo sluw als ik. Zegt die verdomde Virud toch niet de waarheid! Hoe waagt hij het? Hij weet toch dat bedrog dat publiekelijk wordt toegegeven per edict van patriarch Musimus met de dood bestraft wordt? Ik heb nog niets toegegeven, maar Virud heeft al gezegd dat hij met de data gesjoemeld heeft. Waarop wacht de voorzitter eigenlijk nog? Virud had al lang moeten in de boeien geslagen worden. Dan ziet Marek dat de borstplaat en helm van de juryvoorzitter er verdacht nieuw uitzien. De juryleden zitten er trouwens allemaal opvallend puik bij, merkt hij nu. Ach, zo zit dat! Alle deelnemers kochten de jury om. Maar er wordt toch gezegd dat net zoals alle Pretogirezen dom zijn evenzeer alle Octomanen schraperig zijn? Dat zijn toch een intersoortige dingetjes: dwaasheid en gierigheid? De waarheid, daar kan ik niet tegen op! Ik heb nog slechts één keus. Terwijl Virud met zijn vele tentakels het publiek ophitst, en ‘Bedrieger, spreek! Bedrieger spreek!’ roept, stapt Marek naar het centrum van de kring die zich om de twee deelnemers en de juryvoorzitter heeft gevormd. Hij gaat vlak voor het verhoogje staan waarop Furkat de situatie overschouwt, wrikt zijn polseenheid van zijn arm en gooit het volgprul in de vinnen van de scheidsrechter, die naast het verhoogje staat. Marek zegt fel: ‘Ik erken niet langer het gezag van de jury. Als enige heb ik het spel eerlijk gespeeld. Ik word van bedrog beticht. Tegen zulke leugens kan ik mij met het woord niet weren. Wandromedanen zijn een nobelras: enkel ik kan een waardige kampioen zijn. We laten toch geen onzin spuiende intersoortige deze prestigieuze wedstrijd winnen? Volgens de traditie van onze oudste voorvaderen eis ik het tweestrijdersrecht op!’ Het geluid is oorverdovend: het publiek heeft er duidelijk zin in. Er wordt gebruld, gejankt, gebalkt en gefloten. Zelfs aan de scheidsrechter ontsnapt een langgerekt ‘Bluuuuub’, maar hij ziet er minder enthousiast uit. De scheids kijkt Marek en Virud beurtelings strak aan. ‘Mijne heren,’ zegt de scheidsrechter, ‘Ik moet u tot de orde roepen. Het tweestrijdersrecht is luidens een edict van patriarch Musimus niet van toepassing op het Interstellaire …’ Hak! Daar rolt de gekieuwde kop van de scheids in het zand. Marek steekt triomfantelijk zijn scharen in de lucht. ‘Vechteuh!’ Furkat schraapt zijn keel en klopt met de vlakke hand op zijn verhoogje. ‘Gezien de bijzondere omstandigheden, en de wandaden die vandaag aan het licht gekomen zijn, sta ik uitzonderlijk een duel …’ Nog voor de juryvoorzitter is uitgesproken, gooit Marek zich met ware doodsverachting op Virud. Wat kan zo’n mislukt stuk Kraken mij maken? Ik heb niets meer te verliezen. Marek knipt wild om zich heen, maar Virud weert zich kranig. Hij weet Marek met enkele van zijn tentakels van zich af te duwen. Dan slingert hij Bedruska’s hoofd met volle kracht in Mareks gezicht. Marek wankelt, maar geef niet op. Hij knipt met zijn schaarhand een van Viruds tentakels over de hele lengte open. Met zijn andere tentakels slaagt Virud erin om hem tegen de grond te pinnen. Marek ziet een tentakel dreigend zijn gezicht naderen. Die Intersoortige had echt nooit mogen deelnemen aan het kampioenschap. Krachtige zuignappen bedekken onweerstaanbaar Mareks gezicht en zuigen, zuigen, zuigen. Dit zuigt echt: als zelfs valsspelen geen garantie op winnen is! Ik … aaah. 10 Virud, de schraperige Octomaan *** intersoortige debutant in het IKT *** de Era-Arena in Doerkansk, op ‘s patriarchs planeet Mallachije-Zedoem *** AD 3615, Triomfdag (pal in het midden van de zesde lunatie van het maanjaar) QUEESTE: VOLBRACHT Met breed uitwaaierende tentakels groet Virud het publiek vanop het balkon aan de juryzaal. Eindelijk hebben wij Intersoortigen onze rechtmatige plek op het Kampioenschap verworven. Zijn borst zwelt van trots, zijn tuniek gaat er strak omheen zitten. Alle kuiperijen waren het waard. Mogen na mij nog veel Octomaanse sjacheraars in mijn slijmsporen treden! Intellect én kracht, de gouden combinatie! Virud ziet hoe bookmakers rondgaan om de weddenschappen uit te betalen. Zelfs de verliezers – en dat lijken de meesten wel, zo te zien aan het weinige geld dat uitgereikt wordt – zijn tevreden: ze lachen allemaal. Ach ja, ze kregen toch spektakel voor hun geld. ‘Voor onze nieuwbakken kampioen Interstellair Tijdreizen!’ Virud kijkt opzij. Naast hem staat Furkat. De juryvoorzitter hangt de gouden medaille plechtig om zijn glibberige hals. Virud lacht breed. Dit is mijn triomfdag. Voor een keertje heb ik geen spijt van gemaakte kosten. Ze mogen ons Octomanen “schraperig” noemen, maar dit kampioenschap was het allemaal waard. Ik heb in geen tijden zo’n lol gehad.
0 Opmerkingen
Je opmerking wordt geplaatst nadat deze is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
|