Sara hoort me niet. Dat had ik ook niet verwacht. Ik ben stil.
Als de dood. Ik grinnik, ook dat hoort ze niet. Ze weet niet dat ik naar haar kijk, ze schuift de bandjes van haar topje over haar schouders. Ze wacht enkele tellen terwijl ze de man voor zich uitdagend aankijkt. ‘Je bent mooi.’ Hij hijgt. Vlekken worden zichtbaar in zijn nek. Hij is een zwakkeling. Maar hij is bij haar. De vrouw waar ik zolang van droomde. Hij mag wél bij haar zijn. Woede zoekt zich een weg door wat er overblijft van mijn geest. Sara wist niet wat jij voelde. Ik blijf roerloos, kijk hoe ze zich verder uitkleedt. Ook de man opent zijn overhemd en maakt zijn broekriem los. Ik wil niet kijken naar zijn lelijke lichaam, richt al mijn aandacht op de volle borsten van de vrouw waar ik jaren van droomde. Eindelijk zie ik haar in al haar glorie. Wat is ze mooi! Dat had je haar eerder moeten zeggen. Ik kom dichterbij, kan Sara’s naakte huid bijna voelen. Ik strek mijn hand, mijn wijsvinger raakt haar linkertepel, een huivering loopt zichtbaar over haar naakte rug. Een ogenblik zweeft verwarring over haar mooie gelaat. Ze kijkt naar de man voor zich, zijn handen rusten op haar heupen. Kort schudt ze haar hoofd en kijkt hem lachend aan. ‘Je bent snel.’ Hij knijpt zijn ogen half dicht. Haar lippen gaan uit elkaar. Ik zie haar mooie tanden. Die lippen had jij moeten kussen. Ze wilde mij nooit. Heb je het haar gevraagd? Hij komt dichter, zijn bruine tanden roepen een herinnering van walging op. Hij mag haar niet kussen! Ik knijp hard in zijn bovenlip, zijn ogen vliegen open. ‘Scheelt er iets?’ Zijn ademhaling hapert. ‘Je wilt dit toch?’ ‘Huh?’ Ze knippert snel. ‘Wat zeg je?’ ‘Waarom knijp je mij?’ ‘Wat?’ Haar hoofd gaat snel van links naar rechts, ze zet een stap achteruit, houdt haar handen voor haar borsten. Spijtig. Ze zijn zo mooi. ‘Ik kneep jou niet ...’ Ook zijn hoofd tolt. Hij ademt enkele keren diep in, komt opnieuw dichter. Sara ontspant zich en slaat haar armen om zijn hals. De afstand tussen hen is nog groot genoeg. Afmaken. Ik geef een harde tik op zijn half overeind staande lid. Net niet raakte het ding haar onderbuik. Nu krimpt het als een slak onder een scheut zout. ‘Waarom deed je dat?’ Zijn stem klinkt gepijnigd. ‘Ik … ik deed toch niets?’ Hij zet enkele stappen achteruit. Even aarzelt hij, dan kleedt hij zich aan. ‘Dit was duidelijk een vergissing.’ ‘Wat …’ Hij wacht niet en loopt naar buiten. Mijn wonder blijft alleen, maar kleedt zich niet weer aan. Ze wacht op jou. Kan dat? Aarzelend sla ik mijn armen om haar heen. Een ogenblik verstart ze. ‘Ben jij dat, Tim?’ Ik schrik. Kende ze mij dan toch? ‘Ik las jouw afscheidsbrief.’ Een traan rolt over haar wang. ‘Je moest de eeuwige nacht niet ingaan, Tim. Niet voor mij.’ Dit is het eerste van zeven horrorverhalen met thema 'De Nacht' dat deze week hier verschijnt. Meer informatie over onze horrorweek vindt u op 'Week van de horror'.
0 Opmerkingen
Je opmerking wordt geplaatst nadat deze is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
|