‘Cat, geloof mij nu maar, een weekje zon, strand en zee zal je goed doen.’
‘Ik wil geen zon, strand en zee. Ik wil net als jij een man met wie ik grijs en gerimpeld kan worden.’ Mijn ellebogen leunen op tafel en ik leg mijn kin in mijn handen. ‘Hoe lukt het jou toch om meer dan twintig jaar getrouwd te blijven terwijl niet één man het langer dan vijf jaar bij mij uithoudt?’ Sabine haalt haar schouders op. ‘Ik had het geluk dat ik gelijk de ware tegenkwam en verder is het hard werken hoor.’ ‘Ik dacht nu ook de ware gevonden te hebben en ik heb er ook hard voor gewerkt.’ Ik denk aan de vakanties naar bestemmingen die mij niet zo aanspraken en mijn toegeeflijkheid in bed als hij weer eens een onmogelijk standje wilde proberen. Zijn doordrammen als hij zijn zin niet kreeg. Ik vergeet nooit meer de boosheid in zijn ogen toen ik hem een keer wilde verrassen en hem vastklonk aan bed. Misschien is het toch niet zo erg dat hij ervandoor ging met een tien jaar jongere collega. ‘Dat bedoel ik niet. Ik denk dat hij behoefte had aan een wat gezeglijker dame, niet zo’n vrijgevochten type als jij.’ Sabine legt haar hand op mijn arm. ‘Maar ik meen het, ga er even een weekje tussenuit.’ Ik rimpel mijn neus. ‘Ik weet niet, ik heb niet zo’n zin om alleen op vakantie te gaan.’ ‘Wat als ik met je meega?’ ‘En je gezin dan?’ Sabine lacht. ‘Ik heb het er met Hugo over gehad. Hij redt het wel een weekje met de jongens en hij gunt mij een meidenweekje met jou aan het strand.’ Ik sla mijn armen om haar heen. ‘Een weekje weg met jou lijkt mij heerlijk en jouw Hugo is een echte lieverd. Ik wil niet liggen nietsdoen op een strand.’ ‘Wat wil je dan?’ ‘Naar Schotland. Wandelen.’ ‘Wauw.’ Sabine zit op een stukje rots dat door het bruingroen heen komt. De lucht is blauw en in de diepte glinstert het water van het Loch. Aan de overkant steken bergen hoog boven de huisjes van het dorp uit en naast het dorp prijkt een eeuwenoud kasteel. We halen onze lunch uit onze rugzakken. Dikke bruine boterhammen, een zakje chips en citroenlimonade. Ik kauw langzaam om van iedere hap zo lang mogelijk te genieten. Met een natgemaakte vinger lik ik de laatste kruimeltjes van de chips op. Ondertussen vraag ik mij af waarom ik nooit eerder naar Schotland ben gegaan. Hoewel … ‘Een dubbeltje voor je gedachten.’ Sabine maakt een prop van de folie waar onze boterhammen in zaten en stopt hem in haar rugzak. Ik neem het laatste slokje van mijn limonade en stop het flesje in het zijvak van mijn rugzak. ‘Ik moest denken aan het jaar dat ik au pair was in Londen.’ ‘Dat is een tijd terug.’ Ik knik. ‘Weet je nog dat je zei dat je bij Hugo meteen wist dat hij de ware was? Toen ik dat jaar in Londen was, ontmoette ik de ware.’ Sabine kijkt mij aan. Haar ogen en mond zijn drie perfecte rondjes. ‘Dat heb je me nooit verteld.’ ‘Ik was toen nog te veel gekwetst.’ Ik staar naar het kasteel in de verte. Een wolk trekt voor de zon en ik haal een vestje uit mijn rugzak. ‘Misschien was ik ook wel te trots om toe te geven dat ik was afgewezen en later deed het er niet meer toe.’ Ik draai mij terug naar Sabine en met mijn glimlach zeg ik sorry. ‘Wat was het voor iemand?’ Ik kijk van haar weg. ‘Hij heette Magnus, kwam uit Schotland en studeerde in Londen. Ik kwam hem tegen in de pub waar ik op mijn vrije zaterdagavond altijd heen ging. Het was gelijk raak. Zielsverwanten noemde hij ons. We brachten al onze vrije uurtjes samen door.’ Ik hoor het hem bijna weer zeggen. ‘Alles met hem was vanzelfsprekend. Onze gesprekken, wandelingen, uitjes en dan ons vrijen.’ ‘Wat ging er mis?’ Mijn maag knijpt samen en opnieuw voel ik het laagje ijs dat zich in die tijd rond mijn hart vormde. ‘Op een dag kwam het bericht dat zijn vader ernstig ziek was, hij moest terug naar Schotland. Ik heb nooit meer wat van hem gehoord.’ ‘Wat raar.’ ‘Ja. Zijn vrienden zeiden dat ze ook niets meer van hem gehoord hadden en dat hij wel van de aardbodem verdwenen leek. Ik geloofde hen niet.’ Ik kijk naar Sabine. ‘Wat we hadden, was echt heel bijzonder. Als het mij nu zou overkomen, zou ik naar Schotland zijn gegaan om het uit te zoeken. Had hij mij nu echt gedumpt of was er wat anders gebeurd? Maar ik was jong en onzeker.’ ‘Wilde je daarom naar Schotland?’ ‘Nee.’ Ik haal mijn schouders op. ‘Of wie weet. In elk geval niet bewust. Trouwens, ik weet niet eens waar hij in Schotland woont.’ Grijze wolken kussen de bergtoppen in de verte. Sabine ziet het ook. ‘We moeten opschieten, willen we voor de bui in het dorp zijn.’ We dalen van onze uitkijkplek af naar de weg en nemen het pad om het Loch naar het dorp. Bij iedere stap worden de grijze wolken donkerder en we versnellen onze pas. Tegen de tijd dat we bij het dorp aankomen, zijn de wolken zwart en vallen er grote druppels op ons. ‘Wie het eerst bij de pub is.’ Sabine trekt een sprint. Een rokerige geur, de warme gloed van de haard en het geroezemoes van stemmen komen ons tegemoet. Het contrast met buiten kan haast niet groter. Sabine kijkt rond en ik vraag om een tafeltje aan de barman. Hij gebaart naar een plek naast de haard. Na de laatste hap van mijn pie leun ik achterover, leg mijn handen op mijn buik en blaas mijn wangen bol. Sabine lacht. ‘Hoe krijg je het allemaal weg?’ Haar bord ligt nog half vol. ‘Ik had trek gekregen van onze wandeling. Maar ik geloof dat die laatste happen net een beetje te veel waren.’ Ik kijk langs de open haard door het raam naar buiten. Het uitzicht is wazig door de regen die nog steeds langs de ramen stroomt. De barman komt naar ons toe. Hij kijkt naar Sabine. ‘Was het niet goed?’ ‘Het was heerlijk. Maar het was wel heel veel.’ ‘Mmm.’ Hij glimlacht als hij mijn lege bord van tafel pakt. ‘Het was verrukkelijk,’ zeg ik. ‘Wat denkt u, zal het morgen droog zijn?’ ‘De voorspellingen zijn niet goed.’ ‘Maar dit is Schotland, het land van vier seizoenen op één dag.’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Willen de dames nog wat?’ We bestellen koffie, hij loopt weg en een man aan het tafeltje naast ons draait zich om. ‘Soms duurt het regenseizoen hier lang. Waar komen jullie vandaan?’ Voordat we er erg in hebben zitten we aan een tafel met een groep lokale bewoners. Het gesprek is levendig, de haard knettert en de drank vloeit. ‘Vanmiddag zaten we aan de overkant en zagen we het kasteel liggen. Woont daar nog iemand?’ ‘Het is vijf eeuwen geleden gebouwd en bijna net zo lang onbewoond.’ ‘Waarom?’ De gloed van het haardvuur laat de ogen van Sabine glanzen. ‘Magnus MacMagnussen bouwde het voor zijn bruid Caitlin. Vijf maanden nadat ze er gingen wonen, overleed zij door een val.’ De namen geven mij een onheilspellend gevoel. Naast mij op de bank schuift Sabine zover mogelijk naar voren. ‘Sindsdien waart de geest van Magnus nog steeds rond, wachtend tot zijn geliefde Caitlin terugkeert.’ ‘Een spookkasteel?’ Sabine zit bijna te dansen op de bank. ‘Morgen geef ik de maandelijkse rondleiding. Waarom gaan jullie niet mee?’ De man tegenover ons grijnst. Zijn blik gaat van Sabine naar mij en hij geeft mij een knipoog. Ik schud nee, sla mijn vest strak om mij heen en kruip in het hoekje van de bank, zo dicht mogelijk bij het vuur. Mijn lichaam voelt beurs en gekneusd en met moeite krijg ik mijn oogleden van elkaar. Om mij heen is het inktzwart. Paniek neemt bezit van mij, ik ben toch niet blind? Ik wil schreeuwen, maar mijn mond is te droog. Mijn tong glijdt langs mijn lippen, ze smaken naar ijzer. In mijn neus hangt een muffe geur die mij doet denken aan de kelderkast thuis. Ik tast om me heen, onder mij is een stenen vloer. Mijn hoofd bonst en mijn geheugen keert terug naar het gesprek in de pub. Een koude rilling trekt door mijn lichaam. Het lukt mij om op te staan en met behulp van mijn handen beweeg ik langs een muur. Mijn hoofd bonkt en ik pijnig mijn hersens nog meer, wat is er gebeurd? Ik weet nog dat ik niet mee wilde met de rondleiding, Sabine lachte mijn bedenkingen weg en dus ging ik mee. Alsof zich een film afdraait in mijn hoofd, zie ik mijzelf achter een groep mensen lopen. In de bibliotheek raakte ik gefascineerd door het houtsnijwerk op de panelen. Iets in mij dwong mij het aan te raken, ik wachtte op het moment dat de groep de ruimte verliet en gleed met mijn hand over het houtsnijwerk. Een paneel verdween en ik verloor mijn evenwicht. De rest van mijn geheugen is zwart. Een krakend geluid en mijn ogen, die net de contouren van de duisternis zagen, knipperen tegen het felle licht. Achter het licht tekent zich een gestalte af. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes en de gestalte krijgt meer vorm. Iets raakt mij in mijn onbewuste en een zenuwachtig gevoel of er iets belangrijks gaat gebeuren, kruipt in mij. ‘Caitlin. Eindelijk!’ Caitlin? Iedereen noemt mij Cat maar mijn doopnaam is Caitlin. Mijn ogen wennen verder aan het licht. Een man tekent zich af; hij komt met uitgestoken handen naar mij toe. ‘Magnus?’ Hij lacht en neemt mij in zijn armen. Ik voel het lichaam dat ik dacht nooit meer te voelen. Zijn handen die over mij heen dwalen, zijn mond die het gleufje tussen mijn borsten vindt, pijn en ongemak verdwijnen en ik word de vrouw die ik ooit was. Mijn handen grijpen in zijn rode krullen en met zijn mond op die van mij worden we één. Het besef van tijd verdwijnt terwijl we praten, vrijen, lachen en door het kasteel dwalen. Slapen hoeven we niet en ook is er geen honger of dorst die ons hindert. Opeens dwalen er mensen in het kasteel. Ze lopen door alle ruimten. Magnus en ik volgen ze, ze merken het niet. Ze kijken in alle hoeken en gaten en kloppen op de muren. In de bibliotheek duwen ze tegen de panelen, één gaat er open en ze dalen een trapje af. Ik realiseer mij dat ik dat gemist moet hebben en met een smak naar beneden ben gestort. Een vrouw maakt zich los uit hun midden. Ik herken Sabine, ze knielt neer bij een lichaam. Ze huilt. Ik sla mijn armen om haar heen en vertel haar dat ze niet verdrietig hoeft te zijn, dat ik mijn zielsverwant heb teruggevonden en eindelijk gelukkig ben. Ze reageert niet en haar wangen blijven nat. ‘Kom!’ Magnus pakt mijn hand en trekt mij mee. ‘We gaan.’ Eerder verschenen in ‘Schandalig en andere zondagverhalen’ – Marceline de Waard, 2019 www.marcelinedewaard.nl
0 Opmerkingen
Je opmerking wordt geplaatst nadat deze is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
|