Verdoofd door de naweeën van de narcose opende ze haar ogen. Godzijdank, ze was er weer.
Dat ze vervolgens amper kon ademen van de pijn nam ze voor lief. Het voelde afschuwelijk, alsof haar borstkas nog open lag en haar hart op haar insloeg met de kracht van een moker. Ze herinnerde zich de uitleg van de cardioloog en de chirurg. Het was geen kattenpis, zo’n hartoperatie, maar in hemelsnaam, ze hadden haar toch wel wat meer pijnstilling mogen geven? En die verschrikkelijke benauwdheid. Met elke ademteug was het alsof haar longen gevuld werden met gel in plaats van met zuurstof. Ze waande zich in een mistige wattenbollenwereld, waarin de helderheid tergend langzaam toenam. Het tijdstip waarop ze naar de OK was gebracht, kon ze zich niet meer herinneren, wel dat het volop licht was geweest. Nu was het midden in de nacht en pikkedonker. Ze zag en hoorde niets. Geen bliepjes, geen knipperende lichtjes en geen stemmen. Alles goed en aardig, zo’n prikkelarme verkoeverkamer, maar ze voelde geen alarmknop tussen haar vingers. Hoe moest ze een verpleegkundige bereiken? Haar oogleden vielen dicht en ze zakte weg in de sluimering, totdat ze voor de tweede keer ontwaakte, snakkend naar frisse lucht. Het was nog steeds donker, wat haar besef van tijd er niet beter op maakte. Frustrerend, maar alles zou goedkomen. Er waren professionals die haar in de gaten hielden, ook al zag zij hen niet. Ze luisterde naar haar ademhaling, terwijl ze de dikke lucht inhaleerde. Het idee dat iemand ergens op dit moment merkte dat haar hartslag omhoogging, hield haar kalm en beheerst. Allemachtig, waar bleven ze? Het was natuurlijk best te begrijpen. Op zo’n verkoeverafdeling was het altijd druk en – hoe laat zou het zijn? – ’s nachts was er minder bezetting. Roepen lukte niet, er kwam niet meer dan een schor, raspend geluid van haar stembanden. Deze keer had ze een flinke tijd aan de beademing gelegen. Ze slikte en onderdrukte de neiging om te gaan hoesten. Dat zou pas echt pijnlijk worden. Alsjeblieft, kom op met die morfine! Waarom maakte ze zich eigenlijk zo druk? Dit was haar laatste operatie geweest. Binnenkort zou ze kunnen sporten, verre landen bezoeken, dansen en springen, al was dat op dit ogenblik, met haar zuigende longen en gehavende ribben, moeilijk voor te stellen. Vanaf nu zou het beter gaan, hadden de dokters haar beloofd. Nou, reken maar dat ze hen aan die belofte zou houden. Al die voorgaande, pijnlijke ingrepen; steeds weer opnieuw die angst doorstaan om niet meer wakker te worden. Het was allemaal achter de rug. Vandaag begon haar leven pas echt. Nogmaals speurde ze om zich heen. Overal geluidloze, compacte duisternis. Geen lantaarnpaal achter een raam, geen teken van zonsopgang, geen geroezemoes. Misschien zaten de verpleegkundigen nog aan de overdracht. Misschien waren ze haar vergeten. Bij die laatste gedachte brak het angstzweet haar uit. Vastbesloten om de alarmknop te vinden, bracht ze haar handen omhoog. Met een klap sloegen ze tegen het hout van het deksel. Dit is het achtste en laatste horrorverhaal met thema 'De Nacht' dat deze week hier verschijnt. Meer informatie over onze horrorweek vindt u op 'Week van de horror'.
0 Opmerkingen
Je opmerking wordt geplaatst nadat deze is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
|