Op het plein van de Nieuwe Veste konden weer performances plaatsvinden, iets wat de organisatoren en het publiek enorm veel deugd deed, ook omdat deze bijdroegen aan een gezellige sfeer. (Foto: BUTFF) Ondanks alle coronagerelateerde beperkingen vond op woensdag 1 september 2021 in Breda de aftrap plaats van de zestiende editie van het BUT Film Festival (B-movie, Underground & Trash Film Festival). Door toedoen van de coronacrisis telden de zalen minder zitplaatsen dan in de pre-coronatijd, waren er zo goed als geen filmmakers present en mochten er geen muzikanten optreden. Maar tóch viel er vijf dagen lang nog meer dan voldoende te beleven én te genieten in theatercomplex de Nieuwe Veste en bioscoop Chassé Cinema. Daarnaast trok op het plein van de Nieuwe Veste een breed scala aan performances voorbij. En last but not least kon perfect in het BUT-straatje passende kunst bezichtigd worden in de expositieruimte van stichting Idee-fixe (IDFX), de drijvende kracht achter het festival, op het terrein van de Nieuwe Veste en in café Het Hijgend Hert.
Het BUTFF werd in 2006 opgericht door Dorien Eggink en Paul Hagenaars, die ook in het dagelijks leven elkaars partners zijn. Jarenlang was Paul artistiek directeur, maar doordat hij aan het begin van het BUTFF van 2017 een vreselijk ongeluk kreeg, was hij niet langer in staat om die taak op zich te nemen en nam Alex Diehl het stokje van hem over. Dorien is zakelijk directeur van het festival. Sinds 2018 zet Paul zich op het festival in als bierbrouwer, kok en technicus. Dit jaar ontwikkelde Pauls brouwerij KWA speciaal voor het festival het Amerikaanse amberbier Creep, dat zowel bij de festivalbar als in café Het Hijgend Hert verkrijgbaar was. De steeds maar weer veranderende coronamaatregelen maakten het knap lastig om het festival voor te bereiden. “Vooral de onzekerheid over wat er mogelijk zou zijn vrat energie”, verzucht Dorien. “Maar ook de keuzes waar je voor staat, zoals het wel of niet invoeren van de controle op de QR-code [van de CoronaCheck-app], wat aanvankelijk nog niet verplicht was, maakte het heel moeilijk. Er waren geen genodigde gasten of een hoofdgast en er was geen jury, omdat het te onzeker was allemaal of het door kon gaan en hoe. Verder moesten we natuurlijk niet alleen rekening houden met ons publiek, dat anderhalve meter afstand of in ieder geval de nodige ruimte zeer op prijs zou stellen, maar ook met onze vrijwilligers, die eveneens in een veilige omgeving moesten kunnen werken.” Door dit alles moest het festival meermaals van opzet gewijzigd worden. Uiteindelijk werd versie numero vier de definitieve. Welke versies zijn de revue gepasseerd? Dorien memoreert: “Versie 1: zoals we dat gewend waren met een terras op het gehele plein, muziek, performance, kunst en vijf filmzalen. Versie 2: afgeschaalde miniversie zoals vorig jaar met enkel een terras voor mensen met een filmkaartje, een beperkt aantal performances, kunst, twee filmzalen en géén muzikale optredens. Versie 3: afgeschaalde versie met enkel een terras voor mensen met een filmkaartje, een beperkt aantal performances, kunst, drie filmzalen en muziek op een externe locatie, te weten café Het Hijgend Hert. Versie 4: afgeschaalde versie met een groot terras dat toegankelijk is met een geldige QR-code, drie filmzalen, veel performances en kunst, maar helaas geen muziek.” Openingsfilm Psycho Goreman Het BUTFF opende met de Canadese sf-komedie Psycho Goreman (2020) van Steven Kostanski. Eerder regisseerde Kostanski, die tevens een bijzonder productieve make-up en special effects-expert is, onder meer de sf-film Manborg (2011), het segment W is for Wish van de episodenfilm ABCs of Death 2 (2014) en, samen met Jeremy Gillespie, de Lovecraftiaanse horrorfilm The Void (2016). Hij maakt, net als Gillespie, deel uit van het filmcollectief Astron-6, dat onder andere Manborg en de grindhouseparodie Father’s Day (2011) produceerde. In Psycho Goreman brengen twee kinderen, Mimi (Nita-Josee Hanna) en Luke (Owen Myre), zus en broer van elkaar, onbewust een oude buitenaardse heerser tot leven. Deze was miljoenen jaren geleden op aarde opgebaard na een mislukte poging om het universum te vernietigen. De twee noemen het kwaadaardige wezen, na verschillende namen bedacht te hebben, Psycho Goreman (Matthew Ninaber), of kortweg PG. Ze gebruiken een magisch amulet dat ze bemachtigen om hem te laten doen wat ze maar willen. Het duurt niet lang voordat de terugkeer van PG de aandacht trekt van intergalactische vrienden en vijanden, waarna een groep buitenaardse strijders samenkomt om te strijden voor het lot van de Melkweg. Met Psycho Goreman heeft Kostanski een uiterst vermakelijke persiflage op sf-films afgeleverd. Wat de kinderen PG opdragen, doet de buitenaardse krachtpatser vaak zichtbaar met tegenzin, wat voor verschillende kostelijke momenten zorgt. Ook verandert hij een met hen bevriende jongen in een soort wandelend brein met ogen, wat er heel bizar uitziet. Vreemd is wel dat diens ouders na zijn transformatie geen actie ondernemen, maar dit gewoon accepteren, waar dan weer een zekere (zwarte) humor in zit. Daarnaast zijn de gevechtsscènes ronduit adembenemend en de special en make-up effects van hoog niveau. Maar dat laatste is ook niet zo verwonderlijk, gezien Kostanski’s ruime expertise op dit vlak. Psycho Goreman, die tevens op de sluitingsdag te zien was, viel dermate goed in de smaak bij de ‘BUTzoekers’ dat hij werd bekroond met de publieksprijs, de BUTs-up Award. Een andere onderscheiding, de Bloody Beginners Award, ging naar de Nederlandse middellange film Aparte Dingen van Vladimir Knechten & Ise Jongmans, die met hun hele crew naar het BUTFF gekomen waren. Aparte Dingen is een surrealistische, met weinig middelen gemaakte parodie op de bovennatuurlijke tv-serie Stranger Things. Beide awards werden overigens niet tijdens, maar een kleine twee maanden na het festival, op 31 oktober 2021, bekendgemaakt. Hoofdthema Sweet Sick Teens Omdat het BUTFF dit jaar zijn zestiende verjaardag vierde, werd besloten om als hoofdthema te gaan voor Sweet Sick Teens. Want Sweet Sixteen zou wel iets te lieflijk, gewoontjes en onBUTwaardig zijn. Onder dat kopje waren acht films geselecteerd waarin opstandige, recalcitrante, verknipte en/of onzekere tieners voorkomen en alles waar ze maar mee te maken kunnen krijgen, zoals experimenten met seks en drugs, morele kwesties, geweld op school, bendes, opkomende verleidingen en verdwijnende onschuld… Uit ervaring en na het plegen van diepgravende research is het festivalteam erin geslaagd om een gedetailleerde karakterschets van tieners te maken: “Ze zijn moreel onvolwassen en gemakkelijk te manipuleren, waardoor ze in staat zijn tot gewelddadig gedrag. Maar wat kunnen we eraan doen? We houden van ze en verwennen ze. Misdragen en kattenkwaad uithalen horen bij de opvoeding, net als de rekenles. Ze zien er lief uit en zijn dat vaak ook, maar ze kunnen ernstig ontsporen en je behoorlijk op het verkeerde been zetten! Pas daarom op voor de manipulatieve monsters en Lolita's. Zij hebben engelachtige gezichten, maar zijn misschien wel duivelsgebroed! Als je als tiener in opstand wilt komen tegen je ouders, kun je het beste alles doen wat ze hebben verboden. Als die ene sigaret niet genoeg is, kun je altijd nog je toevlucht zoeken tot gewelddadige middelen. En als je toch in opstand wilt komen tegen het ouderlijk gezag, waarom zou je dan niet in opstand komen tegen het wettelijk gezag? Doorbreek dat!” Het gekozen thema is actueler dan ooit, stelt het organiserend comité vast: “Het afgelopen jaar hebben lockdowns en gesloten scholen impact gehad op de Nederlandse tienerjongeren, waarvan we de gevolgen voorlopig niet kunnen overzien. Tieners behoren zelf niet tot de beoogde doelgroep van het BUT Film Festival, maar we hopen dat het tonen van bekende klassiekers en onbekende cultparels uit de geschiedenis van de tienerfilm de bezoekers aan het denken zal zetten over hun eigen jeugd en een gelegenheid zal bieden tot reflectie. Het is de bedoeling dat mensen na het verlaten van het festival een beter begrip van deze materie hebben gekregen.” Sweet Sick Teens-films rijk aan variëteit De acht films die op het Sweet Sick Teens-programma stonden bestreken vijf decennia, waren afkomstig uit vijf landen en vormden samen een bont palet van diversiteit. In Kill… Baby Kill! (Italië, 1966) van Mario Bava raakt een dorp in de Karpaten bevangen door de geest van een moordzuchtig meisje, wat een lijkschouwer en een medische student ertoe aanzet haar geheimen te onthullen, terwijl een heks de dorpelingen probeert te beschermen. The Children (VS, 1980) van Max Kalmanovicz verhaalt van schoolkinderen uit het rustige stadje Ravensback in New England die na het inademen van giftig gas veranderen in radioactieve zombies. Mensen die deze ogenschijnlijk onschuldige kinderen aanraken, worden geroosterd! In Children of the Corn (VS, 1984) van Fritz Kiersch stopt een rondreizend jong stel in Gatlin, Nebraska, om een moord te melden en hulp te zoeken, maar de stad lijkt verlaten. Daar krijgen ze te maken met een door een jonge priester geleide sekte bestaande uit kinderen die eerder in zijn opdracht alle volwassenen in de stad vermoord hadden. Kill… Baby Kill!, The Children en Children of the Corn werden, à propos, ingeleid door de Belgische filmkenner, -journaliste, -festivalpresentatrice, -scenariste én horrorauteur Vanessa Morgan, die al jarenlang op het BUTFF een graag geziene gaste is. Ook heeft ze enkele themafilmboeken met essays van tientallen internationale schrijvers samengesteld. Op het BUTTF promootte ze de nieuwste publicatie uit deze reeks, Evil Seeds: The Ultimate Movie Guide to Villainous Children, gewijd aan films met kinderen met een lichtelijk duistere tot inktzwarte kant. In Let the Right One In (Zweden, 2008) van Tomas Alfredson zint de twaalfjarige Oskar, die regelmatig gepest wordt, op wraak. Eli, een eigenaardig meisje, dat niet tegen de zon of eten kan, geeft Oskar de kracht om terug te slaan, maar wanneer hij zich realiseert dat Eli het bloed van andere mensen moet drinken om te overleven, staat hij voor een keuze. Vertoonde kindster Macauley Culkin in Home Alone op de lachspieren werkende vileine trekjes, in The Good Son (VS, 1995) van Joseph Ruben is hij te zien als een kind met een serieus kwaadaardige inborst. Wanneer hij tekenen van gewelddadig gedrag vertoont, baart dit in toenemende mate zorgen bij een bij hem logerend neefje (een nog piepjonge Elijah Wood, die later gestalte zou geven aan Frodo in de Lord of the Rings-cyclus). Een scène uit Village of the Damned, John Carpenters remake van Wolf Rilla’s klassieker uit 1960. Village of the Damned (VS, 1995) van John Carpenter is een remake van de gelijknamige klassieker van Wolf Rilla uit 1960. De bewoners van het Californische kustplaatsje Midwich vallen op een ochtend gelijktijdig in slaap en worden zes uur later weer wakker. Hierna blijken tien vrouwen ineens zwanger te zijn. Hun baby’s worden in dezelfde nacht in een schuur geboren – vijf jongens en vijf meisjes; één meisje wordt doodgeboren. De overlevende kinderen zijn gezond, maar hebben een bleke huid, witblond haar, kobaltblauwe ogen en een hoge intelligentie… Don’t Deliver Us From Evil (Frankrijk, 1971) van Joël Séria is het verhaal van Anne en Lore, twee met elkaar bevriende tienermeisjes die naar een kloosterschool gaan waar ze een gelofte afleggen om te zondigen en Satan te dienen. Tijdens de zomervakantie halen ze kattenkwaad uit, laten ze zich van hun wrede kant zien en spelen ze verleidingsspelletjes. In de maanden daarna bereiken hun praktijken een hoogte-, c.q. kookpunt. In een nieuwe, gerestaureerde vorm werd The Pit (Canada, 1981) van Lew Lehman vertoond. Jamie, een twaalfjarige jongen, heeft een perverse obsessie voor seks, heeft een kwaadaardige teddybeer en weet als enige van het gat in het bos waar hij rauw vlees voert aan een vraatzuchtige groep mutanten. Jamie zal ze allemaal op gruwelijke wijze een lesje leren: de kinderen die hem plaagden, de gemene oude dame verderop in de straat en zelfs zijn mooie nieuwe oppas.
Gouden Palm-winnaar Titane op programma “We zijn er trots op dat we de Gouden Palm-winnaar van het filmfestival van Cannes 2021, Titane van regisseur Julia Ducournau, kunnen vertonen”, jubelt het festivalteam in de programmafolder. “In Cannes liepen mensen de zaal uit! Maar BUT-fans kunnen dit wel aan, let maar op. Haar eerste film, Grave (Engelse titel: Raw), is inmiddels een culthit en staat op het programma van onze BUT-videotheek.” In de Belgisch/Franse productie Titane geeft Agathe Rousselle gestalte aan Alexia, die als kind na een auto-ongeluk een plaat van titanium in haar hoofd kreeg. Ze werkt als danseres op autoshows en raakt op een gegeven moment intiem met… een Cadillac. Na enige tijd ontdekt ze zwanger te zijn. Later verandert ze haar voorkomen en doet ze zich voor als Adrien, een jongen die tien jaar geleden verdween. Adriens vader Vincent (Vincent Lindon) herkent in Alexia zijn vermiste zoon. Maar haar gedaanteverwisseling is niet het enige geheim dat Alexia met zich meedraagt… Ook toonden de organisatoren zich verguld met de voorpremière van de Australische sf-film Monsters of Man van Mark Toia. Hierin spant een roboticabedrijf samen met een corrupte CIA-agent om een illegale militaire operatie op touw te zetten. Met vier prototypes van robots vatten ze het plan op om in de Gouden Driehoek, een gebied in Zuidoost-Azië, een aanval uit te voeren op een kamp waar vermoedelijk drugs geproduceerd worden. Hiermee hoopt het roboticabedrijf een lucratief militair contract in de wacht te slepen. Zes artsen die getuige zijn van de brute slachting van onschuldige dorpelingen worden gebombardeerd tot nieuwe doelwitten en raken verstrikt in een dodelijk kat-en-muisspel. Roze flamingo’s slaan toe! Behalve het hoofdthema waren er ook drie wat kleinere themaprogramma’s waarbinnen steeds op één dag films werden gepresenteerd: op vrijdag The Invasion of the Horny Pink Flamingoos, op zaterdag Bloody Belgium en op zondag Sweet 16mm. Onder het label The Invasion of the Horny Pink Flamingoos waren vier LHBTI-films geprogrammeerd. Het BUTFF-team hoopt dat dit programmaonderdeel, dat dit jaar zijn vuurdoop onderging, elk jaar zal terugkeren. Op de BUTFF-website werden bezoekers “ernstig gewaarschuwd” voor de komst de roze flamingo’s: “Lang, zeer lang hebben ze gewacht! Uit noodzaak hebben ze zich her en der verscholen. Uit noodzaak, ja. Niet omdat ze verlegen, lelijk of abnormaal zijn. Nee, integendeel zelfs. Vorig jaar konden ze niet komen, omdat er geen aangepaste mondmaskers voorhanden waren. Maar deze editie kunnen ze met beide poten op de grond staan en hun vleugels de vrije loop laten gaan. Ja, beste bezoekers, kijk uit, want na een jaartje lockdownen hebben de hormonen zich opgestapeld en zullen ze die nu rijkelijk uitspreiden. Dus kijk uit voor The Invasion of the Horny Pink Flamingoos! Gelukkig hebben ze onder hun vleugels enkele steengoede holebi-filmspoelen bij zich die ze graag op het publiek loslaten. Uit veiligheid hebben wij deze films al bekeken en eerlijkheidshalve moeten we toegeven dat ze een gevarieerde smaak hebben. Van softies tot een wrede hardcore en zelfs een brainfuck.” De films in kwestie waren: Playdurizm (Tsjechië, 2020) van (en met) Gem Deger, Saint-Narcisse (Canada, 2020) van Bruce LaBruce, 29 Needles (VS, 2019) van Scott Philip Goergens en Nevrland[TvR1] (Oostenrijk, 2019) van Gregor Schmidinger. In Playdurizm ontwaakt een tiener op een dag en blijkt dan zijn hele verleden vergeten te zijn en te wonen in een chique huis met een vreemdeling die een varken als huisdier heeft. Maar die ander is in feite helemaal geen vreemdeling: het is zijn tv-idool Andrew, die hij adoreert. Over Saint-Narcisse zeggen de festivalorganisatoren: “Wij van BUT zijn verzot op Bruce LaBruce die in zijn films nooit een blad voor de mond neemt – behalve als hij op de foto gaat, want dan heeft hij steeds zijn hand voor zijn mond. Hij is niet vies van expliciete scènes, zeg maar porno. Ook heeft hij al enkele softere films gemaakt, zoals Gerontophilia, waarin jongeren voor oudere mannen vallen. Saint-Narcisse past perfect in dit rijtje. Hierin volgen we een jongeman die op zoek is naar zijn moeder. Het wordt een eenvoudige zoektocht, want al snel heeft hij haar gevonden, maar komt dan voor een verrassing te staan. En daar blijft het niet bij, want wat hij in een nabijgelegen klooster ontdekt tart alle verbeelding. Saint-Narcisse is een originele film, een ‘softe’ Bruce LaBruce zonder expliciete of pornoscènes. Maar toch zit er wel erotische spanning in dit zeer mooi gefilmde familiedrama met twists, en toch kent de film wel ondeugende passages, stoute patertjes, een snuifje gay en een snuifje hetero. En ja, toch wonderlijk voor Bruce: hij heeft humor ontdekt. Kijk ook uit naar de dubbele verrassingen!” 29 Needles wordt door de programmeurs als volgt aangeprezen: “Mijne heren, als je de weg nog niet hebt ontdekt in de underground SM-scéne: dit is uw kans! Ook al zul je het merendeel van de film met gekruiste benen ondergaan, er zal een totaal nieuwe wereld voor je opengaan. 29 Needles is een psychologische body horror met als hoofdfiguur Francis, die er geen genoegen meer in schept om zichzelf te pijnigen, maar zijn pijngrens dieper wil ontdekken. Gelukkig voor hem vindt hij de juiste weg, maar voor de kijker zal het wel even wennen zijn om zo’n vleselijk genot te ondergaan, maar goed, ieder diertje zijn pleziertje, hè. Laat de kans niet liggen om deze film te ontdekken, want in dit subgenre maken ze er te weinig. En de flamingo’s zijn meer dan fier om deze unieke film te mogen tonen op het festival, want zoals ze bij het voorbekijken met zijn allen zeiden: ‘Gaan met die banaan!’ ” Met voornoemde brainfuck wordt gedoeld op Nevrland. En wel hier om: “Dit is een totale brainfuck, zo hebben de Pink Flamingoos deze film aangekondigd. De negentienjarige Jakob zorgt voor zijn grootvader, werkt in een slachterij, is gay, maar nog op zoek naar zichzelf. Hij heeft veel angsten, is onzeker en hoopt ooit uit deze spiraal te komen. Dan leert hij online een toffe knul kennen waarmee het direct klikt. Wat kan er nog fout lopen, zou je denken… Veel te veel eigenlijk. Nevrland is een sociaal drama met een sterke beeldtaal, psychotische droomscènes met een stevig onderbouwde techno-soundtrack (die volledig op YouTube staat). Ben je klaar voor een brainfuck? Ja? Als je naar de film kijkt, vraag je je dan af wanneer hij begint? Goed nieuws voor jou: je zit er middenin! Mis het niet!” Bloody Belgium: Belgische fantastische cinema in de spotlights Al jarenlang staat één dag op het BUTFF onder de noemer Bloody Belgium in het teken van de Belgische fantastische cinema. Dit jaar werden in het kader daarvan de films Suite 16 (1995) van Dominique Deruddere en Mother Schmuckers (2021) van Harpo Guit vertoond. Suite 16 speelt zich af in een duur hotel aan de Côte d’Azur. Chris (de betreurde Antonie Kamerling), een gigolo, raakt hier slaags met een welgestelde vrouwelijke klant. Als hij beseft dat hij haar waarschijnlijk gedood heeft, gaat hij ervan door en zoekt hij zijn toevlucht tot kamer 16, een penthouse waar een rijke, gehandicapte man, Glover (Pete Postlethwaite), blijkt te zitten. Glover biedt hem aan om hier een poosje onder te duiken voor de politie, zodat en passant de snijwonden en kneuzingen die hij heeft opgelopen de tijd krijgen om te genezen. Maar Glover ontpopt zich al gauw als een perverseling en sadomasochist die Chris misbruikt om zijn smerige fantasieën te kunnen uitleven. In Mother Schmuckers maakt de kijker kennis met Issachar en Zabulon, twee broers van in de twintig. Zij zijn uiterst dom en vervelen zich nooit, want waanzin maakt deel uit van hun dagelijks leven. Als ze de geliefde hond van hun moeder kwijtraken, hebben ze 24 uur om het dier te vinden – anders schopt ze hen eruit. Overal waar deze schmucks opduiken, ontstaat er chaos en onbegrip, raken er mensen gewond of worden er per ongeluk mensen gedood. Ze verstaan echt de kunst om dingen te verpesten. Door hun toedoen verandert Brussel in een levensgevaarlijke stad! Sweet 16mm: zeldzame 16mm-films Op het BUTTF hebben bezoekers door de jaren heen al menigmaal kunnen genieten van – oude(re) – films op 16mm, die vaak voor een heel speciale filmbeleving zorgen. Zo ook dit jaar. Het hieraan gewijde retrospectief, Sweet 16mm, sloot qua naam heel mooi aan bij het hoofdthema Sweet Sick Teens! Te aanschouwen waren vier zeldzame 16mm-films: The Losers (VS, 1970) van Jack Starrett, Emmanuelle van Just Jaeckin (Frankrijk, 1974), Greta – Haus ohne Männer van Jess Franco (Zwitserland/Duitsland/Canada, 1977) en Cannibal Holocaust van Ruggero Deodato (Italië, 1980). In The Losers worden ten tijde van de Vietnamoorlog vijf Hells Angels, geleid door Link Thomas (William Smith), door de CIA ingehuurd om in Cambodja een gevangengenomen presidentieel adviseur, Chet Davis (gespeeld door regisseur Jack Starrett), te redden. Vanuit Zuid-Vietnam racen ze met hun gepantserde motorfietsen en een arsenaal aan wapens door de jungle. Om zich goed voor te bereiden op hun missie, bezatten ze zich en duiken ze de koffer in met prostituees. Logisch toch? De titelfiguur in Emmanuelle is een mooi jong model (Sylvia Kristel), woonachtig in Bangkok met haar man Jean (Daniel Sarky). Ze vindt hem leuk omdat hij haar veel heeft geleerd en hij vindt haar leuk omdat ze zo’n goede leerlinge is. Beiden zijn erg tolerant op het gebied van buitenechtelijke relaties. Daarom vindt Jean het niet erg dat de jonge Marie-Ange (Christine Boisson) af en toe langskomt, hoewel ze duidelijk meer wil dan babbelen met zijn vrouw. Emmanuelle is echter meer gefascineerd door de oudere Bee (Marika Green) en gaat met haar mee op een tocht door de jungle. In Greta – Haus ohne Männer gaat een wanhopige jonge vrouw, Abbie Phillips (Tania Busselier), na de verdwijning van haar zus undercover om te infiltreren in een psychiatrische inrichting voor vrouwen met afwijkend seksueel gedrag, geleid door de meedogenloze Greta (Dyanne Thorne). Masochisme, marteling en verkrachting zijn er aan de orde van de dag. Zo krijgen patiënten elektrische schokken en zweepslagen toegediend en worden verschillende vrouwen gefilmd terwijl ze gedwongen seks hebben, waarna de opnamen als pornofilms verkocht worden. Er komt zelfs een menselijk speldenkussen in voor! Deze film is het niet-officiële derde deel uit de filmcyclus rond de sadistische kampbewaakster Ilsa, waarin eveneens Dyanne Thorne de hoofdrol vertolkte. Toen de filmrechten in handen kwamen van de rechthebbenden van de Ilsa-films, werd dit heftige staaltje exploitatiecinema van de Spaanse B-filmkoning Jess Franco voor de Amerikaanse markt nagesychroniseerd, veranderde Greta in Ilsa en de titel in Ilsa, the Wicked Warden. In 1979, zo vernemen we aan het begin van Cannibal Holocaust, is een kleine Amerikaanse filmploeg naar het Amazonegebied gereisd om een documentaire te maken over inheemse kannibalistische stammen en daarna spoorloos verdwenen. Dat zet antropoloog Harold Monroe (Robert Kerman) ertoe aan om met een team ervaren gidsen op zoek te gaan naar de vermiste documentairemakers. Wanneer de wetenschapper door puur geluk meer aan de weet komt over het lot van de filmploeg, is hem er veel aan gelegen om het beeldmateriaal van de documentairemakers terug te vinden. Intussen beginnen de in de rimboe levende stammen belangstelling voor hen te krijgen…
Kunstproject There is Something in My Room Voor het vierde jaar op rij werkte de Bredase kunstzinnige stichting KOP als aanjager voor kunst- en ontwerptalent samen met BUTFF. Samen boden ze een jonge professional de mogelijkheid om een kunstprogramma samen te stellen dat aansloot bij het festivalthema Sweet Sick Teens. Dit jaar selecteerde KOP Emmie Liebregts voor deze opdracht. Emmie is in 2020 afgestudeerd als beeldend kunstenaar aan de St. Joost School of Art & Design in Breda. Zij vroeg vijf jonge kunstenaars, Dakota Havard, Sofie Hollander, Ian Skirvin, Joey Sepers en Sachia Pereira Stolle, om als tijdelijk collectief tijdens het BUTFF een ‘tienerkamer’ te creëren in de kelder aan de St. Janstraat 18, waar zich de hoofdingang van de Nieuwe Veste bevindt. Als tiener is je eigen kamer de plek om dingen te ontdekken. Ook is het een plek waar je met niemand rekening hoeft te houden. Met dat in gedachten ontwikkelden de vijf artistieke talenten het multidisciplinaire kunstproject There is Something in My Room, waarin ze bezoekers mee terugnamen naar hun tienerjaren, maar dan in overtreffende zin. Hierbij speelden zij met alles wat er op deze leeftijd verandert, zoals je lichaam en je relatie tot de wereld. Dat resulteerde in een explosie van uiteenlopende, kleurrijke en soms hoogst bizarre werken. De kunstenaars waren zelf aanwezig als personages in een verhaal dat zich gedurende de vijf festivaldagen ontvouwde. In de kamer troffen festivalgangers ook een aantal andere figuren aan, waaronder een vaderfiguur, enkele levensgrote kruipende ratten en een CIA-agent die benadrukt hoe ‘fucked up’ we zijn. Tot slot Bezochten in 2019 nog circa 4700 mensen het BUTFF (een stijging van 8% ten opzichte van 2018), in 2020, toen er minder mogelijk was dan nu, waren dat er maar iets van 1200. Dit jaar streken er weer aanzienlijk meer filmliefhebbers neer in Breda: zo’n 2600. Wat vonden Dorien en haar medeorganisatoren het meest gedenkwaardig aan de editie van 2021? “Dat het zo gezellig was op het plein, doordat we daar weer performances konden laten plaatsvinden. Én dat er ook weer mensen zomaar naar binnen konden lopen zonder dat ze een (film)kaartje hoefden te kopen.” Nadere informatie www.butff.nl www.kop.nu Ton van Rooij
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |