Een heftige scène uit Broer met Jonas Coppus als Tom, een 18-jarige jongen die zwaar gebukt gaat onder een psychose die hij doormaakt. Begin november 2021 ging de Nederlandse middellange speelfilm Broer in première. De film is een beklemmende rolprent rond het thema psychose. Ton van Rooij woonde de première bij. In dit artikel legt hij eerst uit wat een psychose is. Daarna krijgen we zijn interview met de regisseur Lisanne Sweere (speelde mee in de horrorachtige korte films Wraak en Entropie) en producent Ramon Etman (regisseerde de zombiefilm Horizonica). Op 6 november 2021 ging in Eindhoven in bioscoop Lab-1 de Nederlandse middellange speelfilm Broer in première. In dit theater werd op de twee daaropvolgende dagen deze indringende en bij tijden beklemmende rolprent rond het thema psychose nogmaals vertoond. Kort daarna, op 14 november, was de rolprent te zien in de Amsterdamse bioscoop Pathé Noord. Over deze bijzondere film, die op buitenlandse filmfestivals – onder de titel Brother – verscheidene prijzen in de wacht sleepte, spraken we met regisseur Lisanne Sweere en producent Ramon Etman. Wat is een psychose? Laten we eerst, voor een beter begrip van de materie, uiteenzetten wat nu eigenlijk een psychose is. Een psychose is een toestand waarbij iemand de grip op de realiteit kwijt is en in een eigen werkelijkheid leeft. Veel mensen die hieraan lijden hebben last van hallucinaties: ze horen, zien, voelen of ruiken dingen die anderen niet waarnemen of – en dat komt het meest voor – ze horen stemmen. Daarnaast hebben ze vaak wanen: overtuigingen of gedachten die niet overeenkomen met de werkelijkheid, maar waar ze heilig in geloven en daaraan stellig vasthouden. Bekende wanen zijn paranoïde wanen, waarbij mensen denken dat ze achtervolgd of vergiftigd worden, complotten zien en/of er ervan overtuigd zijn dat hun gedachten gelezen of gemanipuleerd worden. Ook identiteitswanen komen regelmatig voor. Degenen die daaraan lijden, denken bijvoorbeeld dat ze een afgezant van God of een staatshoofd zijn. Heeft iemand een betrekkingswaan, dan kan hij of zij denken dat bepaalde gebeurtenissen, zoals berichten op de televisie, radio of internet speciaal voor hem of haar bedoeld zijn. Zo kan een psychotisch persoon denken dat een nieuwslezer direct tegen hem of haar aan het praten is en hem of haar verborgen opdrachten geeft om uit te voeren. Het komt voor dat mensen met een psychose denken dat de wereld vergaat of dat ze de wereld moeten redden. Verder hebben ze niet zelden spirituele ervaringen. Tot slot is er bij een psychose dikwijls sprake van desorganisatie: het onvermogen om orde aan te brengen. Dit kan zich voordoen in het handelen (dingen die eerder altijd goed lukten, lukken niet meer), denken (van de hak op de tak springen) en voelen (huilen of lachen op momenten die daartoe volgens anderen geen aanleiding geven). Een psychose begint vaak met veranderend gedrag: de persoon neigt zich af te zonderen, wordt schuw en angstig, slaapt slecht, heeft concentratieproblemen en/of presteert minder op school of werk. Als zo iemand vervolgens gaat hallucineren, waanideeën krijgt, achterdochtig wordt en/of niet meer helder kan denken, dan is deze in een psychose beland. Oorzaken van psychose De aanleg om een psychose te krijgen is genetisch bepaald. Omgevingsfactoren bepalen mede of het daadwerkelijk tot een psychose komt. Ingrijpende gebeurtenissen, zoals het overlijden van een dierbare of een verbroken relatie, kunnen stress veroorzaken en daardoor een stoornis doen ontstaan die uitmondt in een psychose. Verder kan een psychose uitgelokt worden door allerlei ziektes, zoals een te snel werkende schildklier of de ziekte van Parkinson. Ook drugsgebruik kan dat teweegbrengen. De meest voorkomende stoornissen die tot een psychose kunnen leiden zijn depressie, bipolaire stoornis en schizofrenie. Een depressie is een stemmingsstoornis, gekenmerkt door een verlaagde, sombere stemming en plezierverlies. Een bipolaire stoornis is een stemmingsstoornis waarbij depressies vaak hand in hand gaan met manieën: periodes met een overdreven vrolijke of uitgesproken prikkelbare stemming. Bij schizofrenie of, zoals verscheidene zorgverleners de ziekte liever noemen, psychosegevoeligheid, heeft iemand problemen met het verwerken van informatie en het ordenen van gedachten. Weinig spreken, weinig initiatief tonen en weinig energie hebben behoren tot de symptomen. Hierdoor zegt of doet de patiënt dingen die voor buitenstaanders onbegrijpelijk zijn. Deze stoornis begint meestal tussen het 16e en 30e levensjaar en kan dagen duren, maar ook jaren. Een misvatting van velen is dat mensen met schizofrenie meerdere persoonlijkheden hebben – waarschijnlijk doordat schizofrenie uit het Grieks komt en ‘gespleten geest’ betekent. Heeft iemand meerdere persoonlijkheden, dan lijdt deze aan een dissociatieve identiteitsstoornis (DIS), die vroeger meervoudige persoonlijkheidsstoornis werd genoemd. Dit is een psychiatrische aandoening die wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van twee of meer verschillende persoonlijkheden die herhaaldelijk de controle over het gedrag van iemand overnemen. Elke persoonlijkheid heeft een eigen gedrag, patroon van waarnemen en denken over de omgeving en de persoon zelf. Ook wijken de persoonlijkheden soms af qua stemgeluid, smaak of stijl. Mensen met deze persoonlijkheidsstoornis hebben geen controle over het wisselen van de persoonlijkheidstoestand. Verder werd vroeger door deze en gene gedacht dat schizofrenie wordt veroorzaakt door een verkeerde opvoeding, wat echter niet klopt, zo weten we nu. Een ander misverstand is dat mensen met schizofrenie zich constant raar gedragen. Iemand met schizofrenie komt soms wat vreemd over, maar meestal gedraagt hij of zij zich normaal. Ook zijn mensen met schizofrenie niet gewelddadiger of agressiever dan de gemiddelde mens. Menigeen heeft bij schizofrenie het beeld van een uiterst heftige psychiatrische ziekte die nooit meer overgaat. Maar de meeste mensen met schizofrenie herstellen voor een groot deel en leren leven met hun gevoeligheid. Overigens wordt de diagnose schizofrenie steeds minder gesteld. Geschat wordt dat 1 op de 100 tot 1 op de 125 mensen schizofrenie heeft. Iets meer mannen dan vrouwen hebben deze stoornis. Er zijn drie groepen mensen met een vergrote kans op het krijgen van een psychotische stoornis en dan met name schizofrenie of een bipolaire stoornis:
Behandeling van psychose De diagnose psychose wordt altijd vastgesteld door een arts, meestal een psychiater. Bij de behandeling spelen medicijnen een belangrijke rol. De belangrijkste zijn antipsychotica. Deze helpen om helderder te denken en om wanen en hallucinaties naar de achtergrond te dringen. Na een eerste psychose moeten deze middelen langere tijd gebruikt worden, om zo de kans op een volgende psychose te verlagen. De bijwerkingen die op kunnen treden kunnen per persoon verschillen. Na de acute fase is de behandeling gericht op het omgaan met de gevolgen van een psychose en het voorkomen van een volgende psychose. De behandeling kan bestaan uit verschillende onderdelen, zoals gesprekstherapie (bijvoorbeeld psychotherapie) of psycho-educatie (voorlichting). Sommigen die een psychose hebben doorgemaakt, hebben veel baat bij lotgenotencontact. Als iemand een psychose doormaakt, is soms een tijdelijke opname in een psychiatrische instelling nodig. Dit is nodig als iemand in zijn eigen omgeving niet tot rust kan komen, te angstig is of een gevaar vormt voor zichzelf of voor zijn of haar omgeving. Verhaal van Broer ontsproten aan realiteit In Broer hebben de broers Ivo (Melle Schram) en Tom de Winter (Jonas Coppus), respectievelijk 16 en 18 jaar oud, een hechte band. Zo voetballen ze regelmatig met elkaar en beleven daar telkens veel plezier aan. Samen met hun ouders, Ellen (Willemijn van der Ree) en Frank (Steef Cuijpers), en zus Merel (Anna Semenov) vormen ze lange tijd een gezin dat het goed heeft met elkaar. Gaandeweg gaat Tom zich echter steeds vreemder gedragen en dreigt Ivo zijn grote broer, naar wie hij altijd opgekeken heeft, kwijt te raken. Hij doet er alles aan om Tom bij zich te houden en de andere gezinsleden en de psychiatrie ervan te overtuigen dat zijn broer niet gek is. Maar als Tom een gevaar dreigt te vormen voor zichzelf en zijn omgeving, moet Ivo een lastige keuze maken... Zal hij zijn broer weer terugkrijgen? Met Broer schetst regisseur Lisanne Sweere een aangrijpend, rauw, realistisch, maar soms ook verwondering wekkend en lieflijk portret van iemand die een psychose doormaakt. Als geen ander weet zij hoe dat kan gaan, aangezien haar eigen broer dat meegemaakt heeft. Naar hem is het personage van Tom gemodelleerd. De opbrengst van Broer zal worden gebruikt om meer bekendheid aan de film te geven en het stigma rond psychose te verkleinen. In allerlei landen is de film onder de titel Brother op filmfestivals vertoond en veelvuldig onderscheiden: van het Bright Future Independent Film Festival in Göteborg tot het Indiase Gangtok International Film Festival. Lisanne Sweere: actrice, filmmaker, theatermaker en model Actrice, filmmaker, theatermaker en model Lisanne Sweere werd geboren op 14 november 1994 in Eindhoven en woont tegenwoordig in Amsterdam. Ze studeerde Media & Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam en film aan de University of Technology in Sydney, Australië. Daarna volgde ze een opleiding tot actrice en regisseur aan Theaterschool De Trap in Amsterdam. Ook doorliep ze tal van cursussen en workshops op film- en theatergebied. Op tv speelde ze de vaste bijrol van Gaby Faassen in de misdaadserie Smeris (2014) en een hoofdrol in de aflevering Probleemgezin uit de scripted reality-serie Beschuldigd (2013). Verder trad ze aan in onder andere de horrorachtige korte films Wraak (2009) en Entropie (2011), het filmdrama Zomer (2014) en de misdaadfilm Hemelrijken (2019). Daarnaast verscheen ze in theaterproducties als Helse Havens (2018), Bewoond (2018), OER (bewegingstheater, 2018) en Romeo en Julia (2019). Achter de schermen was ze in verscheidene functies betrokken bij onder meer de korte films Entropie (2011) en Meisjes (2015), diverse producties van Gowzi Film in Sydney, de documentaire Bekken Dicht (2015) en het toneelstuk Le Cirque des Acteurs (2018), gemaakt voor de Uitmarkt en het Fringe Festival. Als model werkte ze mee aan verschillende reclamecampagnes, waaronder die van de ANWB, Douwe Egberts, Action, Batavus en Verkade.
Ramon Etman: filmmaker, filmfestivalorganisator en eigenaar Filmworkshop.nl Ramon Etman zag het levenslicht op 6 april 1978 in Geldrop en is nog steeds woonachtig in deze plaats nabij Eindhoven. Nadat hij in 2001 de opleiding Grafisch Management afgerond had, studeerde hij enige tijd Media & Entertainment, waarna hij overschakelde naar de opleiding Cultureel Maatschappelijke Vorming, die hij in 2007 met succes afsloot. Tussen zijn studies door werkte hij als regisseur, producent en co-scenarist ruim drie jaar lang aan de zombiefilm Horizonica, die in september 2006 in première ging op het Nederlands Film Festival in Utrecht. Maar liefst 1236 vrijwilligers waren hierbij, niet zelden op meerdere terreinen, betrokken geweest. Kleine, maar markante rollen hierin werden vertolkt door bekende personen uit binnen- en buitenland, zoals acteurs Joost Prinsen en Antonie Kamerling, actrice Aukje van Ginneken, Troma-directeur en filmmaker Lloyd Kaufman, zangers Henk Westbroek en Armand, DJ Rob Stenders, presentatrice Esther Duller en kok Pierre Wind. Na het Horizonica-avontuur lanceerde Ramon samen met Frans Brok, uitvoerend producent en co-scenarist van Horizonica, een stichting: filmplatform BROET (= BROk + ETman). Deze broedplaats voor jong en oud filmtalent ging op 4 oktober 2008 van start in hal SBX in het Eindhovense stadsdeel Strijp-S. Er werden workshops gegeven en filmmakers konden er terecht voor het monteren van films, repeteren van scènes, huren van filmapparatuur/-accommodatie en het organiseren van filmpremières en -evenementen. Ook sloeg BROET zélf aan het filmen en maakte door de jaren heen speelfilms, bedrijfsfilms, videoclips en promotiefilms. In december 2010 organiseerde BROET voor het eerst het Eindhovens Film Festival, dat later de internationale naam Eindhoven Film Festival kreeg. Hiervan werd Ramon de directeur. Sinds 11 oktober 2013 is BROET gehuisvest in het eveneens op Strijp-S gelegen, maar veel ruimere Natlab, het voormalige Natuurkundig Laboratorium van Philips. In hetzelfde pand vestigden zich toen filmhuis Natlab door Plaza Futura en de innovatieve organisatie Baltan Laboratories, die actief is op het snijvlak van kunst, design en technologische cultuur. Omdat Ramon op een gegeven moment andere dingen wilde gaan doen, droeg hij op 1 mei 2018, zowel wat BROET als het EFF betreft, het stokje over aan mediaman Frank van der Linden, die op zijn beurt twee jaar later opgevolgd werd door filmmaker en mobiele bioscoopexploitant Maureen Prins. Ramon is daarna zorgverlenend en pedagogisch werk gaan doen, dus een héél andere tak van sport. Maar het bloed kroop toch waar het niet gaan kon en daarom is hij filmactiviteiten blijven ontplooien. Zo richtte hij in 2018 Filmworkshop.nl op, onder welke vlag hij sindsdien met een team van 20 onafhankelijke filmmakers workshops verzorgt. Ramon is op dit moment bezig met nieuwe plannen voor een korte film en serie. Daarnaast coacht hij talentvolle filmmakers met zijn/haar korte film. Lisanne Sweere over haar rollen in Wraak en Entropie In 2009 speelde je in de korte horrorthriller Wraak van Daniël Kiggen. Daarin neemt een jonge vrouw wraak op haar beste vriend die een jaar eerder een auto-ongeluk veroorzaakte waarbij zij leek te zijn omgekomen. De verhaallijn daarvan doet denken aan die van I Know What You Did Last Summer, want ook daarin lijkt iemand door toedoen van een jonge automobilist dodelijk te verongelukken en gebeuren er een jaar later rare dingen. Diende deze film inderdaad als inspiratiebron of was dat puur toeval? Lisanne: “O ja? Dat wist ik niet. Ik heb geen idee of Daniël daar inspiratie uit gehaald heeft.” Hoe was het om in deze film te spelen? Lisanne: “Ik moet je heel eerlijk bekennen: ik weet het gewoon niet goed meer. Stom, hè? Het is best wel een hele tijd geleden. Het was zo’n beetje mijn eerste filmervaring. Ik was nog superjong. Het is al ontzaglijk lang geleden dat ik de film gezien heb. Ik zou hem eigenlijk weer eens moeten gaan bekijken.” Iets later speelde je in nog een film van Daniël Kiggen, Entropie, waarin zeven mensen in een huisje op zoek gaan naar paranormale verschijnselen. Lisanne: “Die film was deels in een soort hutje en deels in de buitenlucht opgenomen. Ramon, heeft Daniël ook niet ooit met jou samengewerkt?” Ramon: “Ja, inderdaad. Hij heeft bij BROET stage gelopen. Wat ik grappig vind is dat jij, Lisanne, op een of andere manier altijd iemand speelt die iets ergs overkomt. [Lachend:] Zo viel je een keer uit een boom.” Lisanne: “Klopt, ik speel vaak slachtofferrollen.” Wat sprak jou zo aan om aan Entropie mee te werken? Lisanne: “Ik wilde zien hoe het was om samen met anderen een film te maken, wat voor mij toen nog behoorlijk nieuw was. Vooral het idee om een weekend met elkaar grotendeels in een huisje te zitten en een film te maken sprak me heel erg aan. Ook vond ik het interessant om iets te doen dat buiten de realiteit ligt. Zulke films worden helaas in Nederland niet zo veel gemaakt, dus toen ik de kans krijgt om in zo’n film te spelen, vond ik dat ik die moest grijpen.” Was het typisch zo’n film waarin je heel veel expressie kwijt kunt, omdat je regelmatig heel angstig moet zijn? Lisanne: “Ja, en daar beleefde ik veel lol aan. Kijk, op het scherm ziet het er allemaal doodeng uit, maar bij het maken lachten we ons helemaal kapot!” Voorliefde voor het maken van films Lisanne, was de opleiding Media & Cultuur die je aan de Universiteit van Amsterdam volgde deels film- en theatergerelateerd? “Ja. In het eerste jaar is de opleiding algemeen van aard, maar vanaf het tweede jaar kies je voor film, televisie of nieuwe media. Ik wist eigenlijk altijd al dat ik voor film zou gaan kiezen. Ik vond het ook wel leuk om iets mee te krijgen van die andere richtingen, maar ik vond televisie te oppervlakkig en nieuwe media iets te technisch. Film daarentegen was wat me altijd al had gefascineerd.” Had je dan niet beter meteen een filmopleiding kunnen gaan volgen? “Achteraf wel, maar ik was nog heel erg zoekende naar het antwoord op de vraag ‘Hoe ga ik mijn dromen waarmaken?’ Ook wilde ik vooral naar Amsterdam toe. Ik dacht: ‘Ik ga naar Amsterdam toe. Het maakt niet zoveel uit met welke opleiding ik begin – als ik maar op de juiste plek terechtkom.’ [Lacht.] Maar ook uit praktische overwegingen wilde ik er heen. Ik deed toen al wat acteerwerk en verwachtte dat ik in Amsterdam de juiste mensen om me heen zou gaan hebben. Dat is uiteindelijk waar gebleken, maar het grappige is dat ik ook in contact kwam met mensen in Eindhoven met wie ik ben gaan samenwerken. Het is echt een mix van Eindhoven en Amsterdam geworden.” Je hebt ook een jaar in Sydney film gestudeerd. Hoe kwam je dáár nu terecht? “[Lacht.] Ik kwam erachter dat je via de Universiteit van Amsterdam op exchange kon gaan. Je kon je dan aanmelden voor verschillende plekken. [Lachend:] Mijn eerste keus was New York, maar daar wilde bijna iedereen naartoe. Ik had Sydney als tweede keus ingevuld, omdat ik dacht: ‘Australië lijkt me leuk, helemaal aan de andere kant van de wereld.’ En dus werd het Sydney.” Je volgde daar een minor. Wat houdt dat in? “Een minor is een combinatie van vakken rondom hetzelfde thema. Wat ik bijzonder leuk vond is dat ik toen veel films heb gezien uit verschillende werelddelen. Die hebben mij weer geïnspireerd om Broer te maken. Ik vond het boeiend om daar films te zien die buiten de reguliere paden treden. Daar heb ik ongelooflijk veel van geleerd. Als filmmaker moet je je niet afsluiten voor zulke films, want anders krijg je alleen maar mainstreamwerk tot je.” Lag bij Theaterschool De Trap de nadruk op het acteren of regisseren? “De eerste twee jaar op acteren, alhoewel je af en toe ook mocht regisseren. Na het tweede jaar koos ik ervoor om volledig voor de regieopleiding te gaan. Die opleiding bevat overigens ook acteerelementen. Dus ik heb me de eerste twee jaar gefocust op acteren en daarna op regie.” De Trap is een theaterschool, maar wordt er ook aandacht besteed aan film? “In principe is het echt een theaterschool, maar aan het eind van mijn derde jaar wist ik wat ik het allerliefste wilde doen en dat was films maken. Toen heb ik gevraagd of het bij hen mogelijk was om af te studeren met een film. Als ze nee hadden gezegd, was ik weggegaan. Maar ze zeiden: ‘Ja, het kán wel, maar er zitten gewoon heel veel haken en ogen aan. Je klasgenoten gaan afstuderen voor 400 euro, maar maak jij maar eens een begroting voor wat je denkt te gaan maken.’ Mijn begroting kwam uit op zo’n tienduizend euro. En toen kreeg ik toch wel een beetje schrik!” Was Broer je afstudeerproject? “Broer is begonnen als afstudeerproject, maar toen brak de coronacrisis uit, waardoor ik de film sowieso niet af kon krijgen voor de deadline die de school gesteld had. Toen heb ik uiteindelijk besloten om een klein voorstellinkje te maken als afstudeerproject, dus tóch met theater af te studeren, om zo dit filmproject de tijd te geven die het nodig had om goed gemaakt te kunnen worden.” Heb je toen een theaterversie van Broer gemaakt? “Nee, totaal iets anders. Het had niets met Broer te maken. Het zou me wel interessant lijken, hoor, om een theaterversie van de film te maken, maar wat ik gemaakt had was een comedy. Omdat ik een beetje depressief was geworden van het feit dat de film [op dat moment] niet door kon gaan, wilde ik gewoon iets grappigs, iets lichtvoetigs maken.” En toen je eenmaal afgestudeerd was, kon je je volledig gaan concentreren op het maken van Broer. “Ja, inderdaad.” Broer toont hoe iemand met een psychose écht is Het personage van Tom is geënt op je broer. In hoeverre lijkt Tom op hem? Lisanne: “Tom is niet 100% hetzelfde, maar vertoont wel veel gelijkenissen met hem.” Spoorde datgene wat je broer doormaakte je aan om deze film te maken, zodat je kon laten zien wat een psychose met iemand kan doen, iets waar veel mensen geen juist beeld van hebben? Lisanne: “Ja, zeker weten. Ik word zelf altijd het meest geraakt door persoonlijke films die authentiek aanvoelen. Het gaf me vrij veel kracht om een scène te schrijven over een moment dat mij had geraakt. Dat was het moment waarop mijn broer werd opgenomen in een GGZ-instelling. Toen ben ik daar omheen gaan schrijven en zo is min of meer het filmverhaal ontstaan. Ik wilde dit een keer naar buiten brengen om te laten zien hoe iemand met een psychose écht is en om het wat menselijker te maken. Ook wilde ik de film maken om alles wat ik met mijn broer had meegemaakt iets beter te kunnen verwerken.” Het had ook zo kunnen zijn dat je het juist te eng had gevonden om deze film te maken, omdat het verhaal té dicht bij je staat. Lisanne: “Ik vond het wel vaak spannend om dit te doen, ja, maar goed, dan kreeg ik weer een peptalk van Ramon of een van mijn vriendinnen en die zeiden dan: ‘Ja, maar je doet het voor het kweken van een beter begrip van psychose, blijf dat onthouden.’ ” Kreeg je volledige steun van je familieleden om de film te maken? Lisanne: “Ja, op zich wel. Ik heb geprobeerd om ze op belangrijke momenten erbij te betrekken, maar heb er tegelijkertijd voor gezorgd om voldoende afstand te houden, zodat ik zo min mogelijk stress zou ondervinden. Al met al zijn ze wel trots op het resultaat. Ze waren aanwezig bij de première in Lab-1. Ze vinden de film heftig, confronterend, pijnlijk en emotioneel. Ze zijn er allemaal af en toe ook wel een beetje door van slag. Maar ze vinden dat de film goed gemaakt is, wat ik als een steunbetuiging ervaar.” Samenwerking met Ramon Etman Hoe kwam de samenwerking met Ramon Etman tot stand? Lisanne: “Toen ik veertien was, kwam ik wel eens bij BROET en maakte ik kennis met Ramon. Ik heb er workshops op het gebied van acteren en filmmaken gevolgd, waaronder eentje van Frank Lammers. Ik dacht toen: ‘Misschien kan ik hier ooit stage lopen.’ ” Ramon: “Jij hebt me toen gemaild over een stageplaats, maar dat ging niet door omdat je maar één dag per week kon en dat was net de dag waarop wij dicht waren.” Lisanne: “Ah, ja, ik wilde juist stage lopen op een dag waarop dat niet kon. [Lacht.] Ook heb ik enkele malen het Eindhoven Film Festival bezocht. Dus Ramon was een grote naam uit Eindhoven die ik zeker niet was vergeten. Maar ik wist niet of hij zich nog steeds met film bezighield. Toen ben ik wat gaan googelen en las ik dat hij gestopt was met BROET. Ik dacht: ‘O, shit, misschien is hij een ander carrièrepad gaan bewandelen.’ ” Ramon: “Nadat ik in 2018 met BROET gestopt was ben ik inderdaad andere dingen gaan doen.” Lisanne: “Ik had nooit durven dromen dat hij Broer zou gaan produceren. Ik dacht: ‘Ramon kent vast wel een producent uit de regio Eindhoven die mij kan helpen.’ Toen ik Ramon het scenario van Broer zond, reageerde hij daar dolenthousiast op. Eén zin uit zijn mailtje luidde: ‘Ik ben zelf ook altijd op zoek naar leuke dingen om te produceren.’ Waarop ik dacht: ‘O, misschien wil hij het wel zélf doen!’ [Lacht.]” Ramon: “Ik had eerder onder andere Le Reste [2015] van Renko Koppe en Proefrit [2012] van Mike Langeveld geproduceerd en had me voorgenomen om geen vrijwillige filmprojecten meer te doen. Maar toch heeft Lisanne me over weten te halen.” [Daarop schiet Lisanne in de lach.] Lisanne: “Ik heb dankzij Ramon de kans gekregen om deze film te maken, maar er zijn ook heel veel ‘Lisannetjes’, zoals ik de jonge meisjes uit Noord-Brabant die films willen maken zou willen symboliseren, die zo’n kans niet krijgen, omdat er voor hen te weinig mogelijkheden zijn. Dat is echt ontzettend jammer.” Audities voor de twee hoofdrollen Waardoor sprongen Jonas Coppus en Melle Schram er uit bij de audities? Lisanne: “Melle, die de rol van Ivo speelde, sprong er voor mij uit omdat hij een heel positieve energie uitstraalde en uiterst leergierig was. Bovendien leek hij op het beeld dat ik in mijn hoofd had van hoe Ivo er uit moest zien: een knappe puberjongen waarmee iedereen zich wel kan identificeren en die iets aimabels over zich heeft. Ook liet hij zich makkelijk regisseren. Jonas was een van de weinigen die niet een gekkie ging spelen – en dat beviel me, want wat ik juist niet wilde laten zien was een compleet gestoord personage. Iemand met een psychose is een persoon van vlees en bloed, die af en toe in de war is en dingen ziet en hoort die er niet zijn. Jonas beeldde op treffende wijze een kwetswaar persoon uit.” Ramon: “Jonas kón het gewoon! Tijdens zijn auditie wisten we al na drie seconden: dit is wat we willen zien!” Lisanne: “Ja, precies. Hij was het kortste binnen van iedereen die auditie deed, maar hij liet zó’n verpletterende indruk achter, dat we het er allemaal over eens waren: dit is het gewoon!” Wilde je je met Broer toespitsen op een bepaald type stoornis dat tot een psychose kan leiden, zoals bipolaire stoornis, schizofrenie of depressie? Lisanne: “Nee, waar ik bij de kandidaten voor de rol van Tom vooral naar keek was of ze realistisch gestalte konden geven aan iemand met een psychose. Daartoe gaf ik ze opdrachten, zoals: ‘Vertel ons een complottheorie en overtuig ons dat je erin gelooft.’ Een andere opdracht was: ‘Je denkt dat er door stopcontacten heen met je gepraat wordt. Speel het maar.’ En dan keek ik of dat geloofwaardig overkwam. Veel van de mensen die we zagen gingen het er te dik bovenop leggen. Zij lieten zich leiden door het stereotiepe beeld dat ze hadden van iemand die met psychische problemen kampt. Jonas daarentegen ging volledig op in de complottheorie die hij uitdroeg! En toen hij speelde dat hij stemmen hoorde, leek het wel alsof hij die écht hoorde!” Ramon: “Wat ik heel mooi vond aan Jonas was hoe hij met zijn ogen speelde en dat hij het heel subtiel aanpakte. Dat raakte je véél meer dan het kijken naar iemand die raar en gek deed.” Hadden Jonas en Melle acteerervaring? Lisanne: “Jonas heeft een MBO-opleiding theater gevolgd. Melle had een beetje toneel gedaan en een klein rolletje in een televisieserie gespeeld, maar had nog geen filmervaring.” Productie van Broer bemoeilijkt door coronacrisis Wanneer vonden de opnamen van de film plaats? Lisanne: “In maart 2020 waren we zover dat we met de opnamen konden beginnen, maar toen brak de coronacrisis uit en hebben we een paar maanden héél erg gebaald en niks gedaan. Toen de coronamaatregelen wat versoepeld werden en er een protocol kwam vanuit de filmsector, konden we in november 2020 eindelijk gaan filmen. Maar wel met veel extra kosten, vanwege de betaalde coronatesten die de castleden moesten krijgen.” Ramon: “Die testen hebben ons in totaal 900 euro gekost!” Lisanne: “We hebben begin en eind november gedurende twee weekends gefilmd. Het was zó spannend elke keer of het door kon gaan. Elke ochtend zaten we in de stress, omdat het steeds maar weer de vraag was of er iemand corona zou blijken hebben. Als dat het geval zou zijn, zouden we enorm veel geld zijn kwijtgeraakt en zouden we heel veel voor niks gepland hebben.” Ramon: “Een week vóór de opnamen liet de opnameleider ons weten dat hij in quarantaine moest omdat zijn moeder corona had. Maar dat hebben we intern kunnen oplossen. [De opnameleider is degene die de filmploeg aan de hand van het opnameschema coördineert.] Ook hoorden we dat een vriendin van Melle corona-achtige klachten had...” Lisanne: “Ja, we vreesden even dat Melle corona had, maar dat had hij gelukkig niet.” Ramon: “Dat was toch wel een van de geluksmomenten van de productie, want had hij corona gehad, dan hadden we nu geen film gehad.” Ramon, de opnamen vonden voor een groot deel plaats in de woning van je moeder in Geldrop. Was het jouw idee om daar te filmen? Ramon: “Toen we op zoek gingen naar een geschikte woning en een paar weken vóór de start van de opnamen nog niets gevonden hadden, stelden we ons de vraag: ‘Wat is een praktische locatie waar we een paar weken lang alles kunnen opbouwen en kamers kunnen inrichten?’ En toen dacht ik: ‘Waarom doen we het niet bij mijn moeder thuis?’ In eerste instantie wilden we een deel bij mij thuis filmen, zoals de scènes op het dak, en een deel bij mijn moeder, omdat ons dat praktisch leek. Maar ik ben blij dat we dat toch maar niet gedaan hebben, want de opnamen in en om het huis waren heftiger dan ik verwacht had en dan hadden we dat op twéé plekken moeten doormaken.” Gefilmd bij een echte GGZ-instelling Bij welke GGZ-instelling hebben jullie gefilmd? Ramon: “Bij Landgoed De Grote Beek in Eindhoven, de hoofdlocatie van GGzE [Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven en de Kempen].” Het toeval wil dat de in de herfst van 2021 uitgezonden tv-serie 100 Dagen in je hoofd éveneens bij De Grote Beek is opgenomen. [Daarin gaan Tim den Besten en Nicolaas Veul als bijzonder stagiair aan de slag op twee afdelingen van GGzE en verkennen ze wat er omgaat in mensen die kampen met ernstige geestelijke problemen.] Je zei op de première dat het over het algemeen vrij lastig is om toestemming te krijgen om bij een GGZ-instelling te filmen, maar zij hebben daar dus een complete serie opgenomen. Lisanne: “Nou, ik vind het buitengewoon positief dat GGzE daaraan meegewerkt heeft. Zij hebben een heel leuke communicatieafdeling, dus het is mooi dat die daarvoor open stond. Bij veel andere GGZ-instellingen zou het een stuk lastiger zijn geweest. Dat het bij GGzE mocht, is misschien te danken aan de Brabantse gastvrijheid. Ik heb twee afleveringen gezien van 100 Dagen in je hoofd en ik moet zeggen dat ik het wel erg stigmatiserend vind. Ze laten de zeer extreme gevallen zien en lichten er stukjes uit die een beetje grappig bedoeld zijn. En dan vraag ik me af: waarom doen ze dat? Als ik daar 100 dagen was geweest, zou ik wel wat meer respect voor de cliënten tonen, zou ik ze niet presenteren zoals zij dat gedaan hebben.” Ramon: “We kwamen in contact met GGzE via Lisannes vader, die daar werkt. Hij tipte ons. Lisanne wilde haar film laten afspelen in de jaren ’90 of aan het begin van de eenentwintigste eeuw. Ook het gebouw van de instelling en de separatiecel, een soort isoleercel, moesten die tijdgeest ademen. Toen we daarnaar gingen informeren, zeiden ze tegen ons: ‘We hebben hier nog een oude vleugel, maar over vijf weken wordt die helemaal gerenoveerd.’ Daar hadden ze een oude separatiecel en gangen die voldeden aan het beeld dat we daarvan in gedachten hadden. Toen keken we elkaar aan en zeiden we: ‘Daar gaan we filmen. Dat halen we wel.’ Dus toen hadden we ook nog de druk dat de daar te filmen scènes binnen vijf weken erop moesten staan. Twee weken voor de opnamen zijn we echter in de steek gelaten door onze productiedesigners [die verantwoordelijk zijn voor de aankleding van filmsets], waardoor we een fikse klap te verwerken kregen. Toen moesten we razendsnel andere mensen zien te vinden. En die hebben we gelúkkig gevonden. Maar dat waren wel productieperikelen die ons ernstig zorgen gebaard hebben.” Lisanne: “Het kost gewoon weken aan voorbereidingstijd om alles qua productiedesign goed geregeld te hebben. Toen hebben we uiteindelijk twee net afgestudeerde productiedesigners van de filmacademie kunnen vinden: Daan Goudswaard en Nina Stankova. Die waren uitermate professioneel en regelden alles supersnel.” Ramon: “Dat was een openbaring voor ons. In de film zie je aan de wand van de separatiecel fraaie tekeningen die de gedachten van Tom weergeven. Nou, daar hebben zij úren aan gewerkt. Zij waren echt onze redding. Anders hadden we niet zo’n goede art direction (vormgeving) gehad.” Andere uitdagingen Waren er nog andere uitdagingen waar jullie voor kwamen te staan? [Dat maakt beiden aan het lachen.] Ramon: “Heb je vijf uur?” En als je van alle uitdagingen er één of twee uit zou moeten pikken? Ramon: “Nou, een actrice voor de rol van de moeder was heel moeilijk te vinden. We hadden enkele kandidaten die hadden aangegeven dat ze deze rol wel wilden vertolken, maar toen ze hoorden dat het vrijwilligerswerk was, haakten ze af, omdat we in coronatijd zaten en er daardoor voor hen toch al bijna geen [betaald] werk was. Steef Cuijpers [die de vaderrol op zich genomen had] heeft toen Willemijn van der Ree binnengehaald. En het leuke is dat Steef, Willemijn en Lisanne alle drie ooit in de film Zomer gespeeld hebben.” Lisanne: “Toen ik vijftien, zestien jaar was, heb ik in Zomer gespeeld. In deze film werden de ouders in het gezin waar het om ging gespeeld door Steef en Willemijn en in Broer kropen ze opnieuw in de huid van twee ouders. Ze zijn net als ik van Brabantse origine. Het was heel plezierig om na al die jaren weer met hen aan de slag te gaan. Zij vonden het ontzettend leuk om opnieuw met elkaar te spelen als ouders in een Brabantse familie en wederom met mij te werken – alleen ditmaal als regisseur.” Ramon: “Op de zaterdag van het tweede weekend moesten we zó veel scènes opnemen dat we eigenlijk wel wisten dat we het niet zouden halen. [Lachend:] Weet je nog, Lisanne, wat er gebeurde toen het donker begon te worden?” Lisanne: “O, ja! Het was eind november en dus kwam je hier en daar al kerstversieringen tegen. We hadden alles klaargezet voor een shot dat door het raam gemaakt moest worden. Het begon al wat te schemeren, maar dat shot moest nog in het daglicht gedraaid worden. Het was de laatste kans om dat nog te doen. We hadden echt nog maar vijf minuten. [Lacht.] En ik heb zó lopen vloeken, want achterin het shot, aan de overkant van de straat, zagen we in een woning een fel verlichte kerstboom staan en bij een andere woning een kerstkrans hangen! Dat wilden we niet in beeld hebben, want de film speelde zich niet rond Kerstmis af. Toen heb ik snel een paar mensen opgetrommeld en naar die huizen gestuurd, want de verlichting van de kerstboom moest uitgezet worden en de kerstkrans moest verwijderd worden.” Ramon: “Intussen werd het steeds donkerder... En toen kwam er ook nog een postbezorger langs.” Lisanne [lachend]: “Die postbezorger liep precies het shot in, wat we niet konden gebruiken. Toen vroeg ik aan die man: ‘Meneer, kunt u een paar minuten wachten? Want we zitten met het licht en het móet gewoon nu gebeuren.’ Maar die man had daar helemaal geen zin in. Hij zei: ‘Nee, nee, ik moet gewoon mijn werk doen en dat ga ik op mijn dooie gemak doen.’ Hij liep uiterst langzaam naar de deur toe. Frustrerend, maar tegelijkertijd ook grappig. En toen we bezig waren met een shot waarbij Ivo een bal naar Tom, staand op een plat dak, gooit, kreeg de achterbuurman, Henk, constant die bal in zijn tuin. Dat shot moest namelijk veelvuldig overgedaan worden voordat de bal eindelijk goed gegooid werd. Hij werd helemaal gek van ons!” Verkleining van stigma rond pyschose
De opbrengst van ticketverkoop wordt gebruikt om meer bekendheid aan de film te geven en het stigma rond psychose te verkleinen. Hoe hopen jullie dat te bereiken? Lisanne: “De opbrengst gaan we voor een deel gebruiken om de film wereldwijd in te zenden voor filmfestivals, want dat kost vaak geld. Zo zijn er festivals die zich speciaal richten op films rond geestelijke gezondheid. Verder willen we graag samenwerkingen aangaan met zorginstellingen. We gaan bijvoorbeeld iets doen met GGzE door daar de film voor lotgenoten en naasten te vertonen. Daarmee hopen we tevens bij te dragen aan een stukje educatie.” De film is al op verschillende festivals vertoond. Hoe werd hij daar ontvangen? Lisanne: “Op het UNICEF Innocenti Film Festival, dat van 21 tot en met 24 oktober 2021 in Florence, Italië, plaatsvond, werd Broer heel goed ontvangen. En op het Bright Future Independent Film Festival, dat van 2 tot en met 10 oktober in Göteborg, Zweden, werd gehouden, werd de film onderscheiden met de Best Young Filmmaker-prijs. Dus het gaat erg goed.” Ramon: “Ook zijn we benaderd door een Belgische partij die de film onder de aandacht wil brengen bij mensen, wat geweldig is natuurlijk. Wat we ook gemerkt hebben is dat veel zorgverleners, waaronder medewerkers van GGzE en de jeugdzorg, waarin ik parttime werk, bij Lab-1 naar de film zijn komen kijken. Zij herkennen veel van wat ze gezien hebben en zo kun je een dialoog met hen opstarten, wat heel mooi is.” Lisanne: “Ik heb het idee dat mensen die in hun directe omgeving iets vergelijkbaars hebben meegemaakt extra door de film worden geraakt.” Was het altijd de bedoeling om een middellange film te maken? Lisanne: “Mijn doel was aanvankelijk om een kortere film te maken, maar ik merkte gewoon dat het verhaal meer ruimte en tijd nodig had, waardoor we uiteindelijk zeiden: ‘We kijken gewoon op welke speelduur we met dit verhaal uitkomen.’ Ik was een beetje bang dat 30 minuten voor een film wat onhandig zou zijn, want dat is eigenlijk wat aan de lange kant.” Ramon: “Hij duurt, om precies te zijn, 27 minuten. Dat wil zeggen: de film zelf duurt 25 minuten, maar dan komt er nog aftiteling bij.” Oproep aan zorgverleners Werk je in de zorg en wil je de film Broer onder de aandacht brengen van collega’s of anderen? Neem dan contact op met de makers via [email protected]. Zij gaan graag in gesprek met je. Meer informatie https://www.facebook.com/broerdefilm2020 https://www.instagram.com/broerdefilm https://broet.nl E-mail: [email protected]
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |