Guido Coppis: “Wat ik niet wil maken zijn van die films waarin na afloop alles beantwoord is.” Na verschillende korte films geregisseerd te hebben, maakte de 25-jarige Guido Coppis onlangs op imponerende wijze zijn eerste langspeelfilm met Bijt. Deze bizarre, soms horrorachtig aandoende en opvallend vormgegeven mengeling van drama en thriller ging op 27 januari van dit jaar in wereldpremière op het 53e International Film Festival Rotterdam en zal vanaf 6 juni in de Nederlandse bioscopen te zien zijn. De film zal ook te zien zijn via de video on demand-dienst Amazon Prime. Op het IFFR gingen we in gesprek met deze veelbelovende jonge filmmaker. Een heftige, in een dierenasiel spelende scène uit Bijt.
Autodidactisch en bekroond filmmaker Guido Coppis, geboren op 20 augustus 1998 in Venray, had na het behalen van zijn VMBO-diploma de vurige ambitie om van het maken van films zijn beroep te maken. “Op de middelbare school waren mijn meeste cijfers knap waardeloos”, memoreert hij. “Dat ik het artistieke pad op ging, kwam door mijn tekenleraar. Die vertelde dat hij ’s nachts gillend gek werd van mijn tekeningen, maar dat hij wel zag dat ik creatief was. Om mijn wens om filmmaker te worden in vervulling te kunnen laten gaan, zag ik geen andere manier dan aan de filmacademie te gaan studeren. Want ik beschouwde dat toch als het gebaande pad om later professioneel films te kunnen gaan maken. Maar de filmacademie bleek buiten mijn bereik te liggen: een VMBO-diploma was te laag voor de opleidingseisen en met mijn vijftien jaar was ik sowieso te jong. Ik was nog wel leerplichtig, en mijn moeder hamerde erop dat het wel handig zou zijn om nog een papiertje te halen. Ik koos voor een opleiding tot audiovisueel specialist in Arnhem. Dat is een zeer laagdrempelige opleiding waarin iedereen eigenlijk moet kunnen instromen. Wat ik daar leerde had eigenlijk niets te maken met het werk dat ik nu doe. Er werd weliswaar ook aandacht besteed aan film, maar niet aan regie. Toch heb ik deze vakopleiding als bijzonder waardevol en zinvol ervaren, omdat ik daar mijn eigen gang mocht gaan met de apparatuur, die ik zelfs mee mocht nemen, en veel ondersteuning kreeg van leraren. Bovendien raakte ik er bevriend met gelijkgestemden met wie ik films kon maken. En dat ben ik gaan doen. In de vier jaar dat ik er zat heb ik al mijn aandacht gericht op het maken van korte films. Ik heb dat geleerd door het gewoon te doen, dus als autodidact. En dan kom je er achter wat het eigenlijk inhoudt, kom je stap voor stap verder en krijg je naarmate je steeds meer wilt bereiken te maken met zaken die je normaliter op een filmschool zou leren. Laatst zei iemand: ‘Je hebt je eigen filmacademie bij elkaar gedraaid.’ Zo zou je het inderdaad wel kunnen samenvatten.” Duistere korte films De Limburger maakte de afgelopen jaren maar liefst veertien korte films. Zijn verhaallijnen volgen niet de normale route. Hij start vaak met een normale scène waarna er een plottwist komt en hij kijkers de mogelijkheid biedt om een eigen invulling te geven aan de missende elementen. Zij kunnen hierdoor hun fantasie de vrije loop laten. Op zijn zestiende bemachtigde hij met de korte film Crown, een visueel gedicht over verlies, de prijs voor beste studentenfilm op het Euregionaal Jeugdfilmfestival en won hij hiermee bovendien de competitie van Jeugdbende Limburg. Het Euregionaal Jeugdfilmfestival werd van 2009 tot 2018 vijf keer gehouden. Jonge filmmakers van 14 t/m 24 jaar uit de Euregio Maas-Rijn, de in Nederland, België en Duitsland gelegen streek rond deze rivieren, kregen op dit festival de kans om hun filmproducties te tonen aan een breed publiek. Naast de filmvertoning, konden jongeren, onder begeleiding van professionele filmmakers, ook diverse filmworkshops volgen. In IJzer in Mijn Aderen (2016), Coppis’ eerste ‘echte’ korte film, besluit Marcel (Jos Smit) het gezin waarvan hij de vader is vaarwel te zeggen. Moeder Erica (Catalijn Willemsen) en haar zoon Jonas (Xander Lenders) proberen hun leven weer op te bouwen. Erica lijdt echter aan borstkanker en haar gezondheid gaat langzaam achteruit. Jonas wordt geconfronteerd met een moeilijke situatie. Hij staat zijn moeder bij in haar strijd tegen kanker, maar het verlies van zijn vader begint hem langzaam te raken. IJzer in Mijn Aderen ging aan de haal met de prijs voor beste jonge regisseur op het Birmingham Film Festival en de speciale juryprijs op het Euregion Film Festival. Het Euregion Film Festival, dat sinds 2023 Euregion Film Forum heet, vindt plaats in de Gouden Driehoek Nederland – België – Duitsland en presenteert een internationale competitie met films van over de hele wereld. Extra aandacht wordt hier geschonken aan producties uit de drie Euregio Maas-Rijn-landen. In Belofte (2018) hebben een broer (Tygo Bussemakers) en zus (Manouk Pluis) een belofte gedaan die onverwachte gevolgen heeft... Een claustrofobische korte film, gefilmd in één lange take. Ook Stille Storm (2018) bevat veel tragiek. Als een gezin van vier op een late lenteavond naar huis rijdt, vindt er een ongeval plaats waarbij alle inzittenden van de auto ernstig gewond raken, met uitzondering van Cas (Ben Peeters), een tiener van zeventien. Hij ziet hoe zijn vader en moeder sterven. Zijn zus geraakt in coma, waardoor Cas alleen achterblijft. Geplaatst onder de hoede van een oom en tante, begint Cas langzaam weg te zinken in een diepe depressie, vechtend tegen zichzelf. In die periode probeert hij een nieuwe plek te vinden in een wereld die hem niet begrijpt of weet hoe die van hem moet houden. Stille Storm werd uitgeroepen tot beste Euregionale film op het Euregion Film Festival en bekroond met de prijs voor beste nieuwe filmmaker op het Limburg Film Festival. Voor het Slapen Gaan (2021) draait om de twaalfjarige Duco (Tygo Bussemakers). Voor hem is de tijd vlak voor het slapengaan het slechtste moment van de dag. Er lijkt maar één manier over te blijven om hier definitief een einde aan te maken. Voor het Slapen Gaan werd gelauwerd als beste korte film op het Limburg Film Festival. Waren de korte films die je maakte qua thematiek vergelijkbaar of juist uiteenlopend? “Altijd waren ze duister van aard. Wat erin gebeurde was niet echt heel prettig. In het begin stopte ik er wat coming of age-achtige dingen in vanwege de leeftijd die ik toen had. Je maakt iets over datgene wat op dat moment, denk ik, dicht bij je staat. Sommige van mijn korte films kregen lokaal aandacht, een paar vielen in de prijzen, maar als ik eerlijk ben, vind ik zelf tien van de veertien films waardeloos. Maar de lessen die ik eraan overhield, waren enorm waardevol voor het realiseren van mijn eerste lange film, Bijt. Veertien films betekent relatief veel vlieguren. Alles wat ik door het maken van mijn korte films geleerd heb komt in Bijt tot uiting. Ook heb ik hierdoor mijn weg gevonden in dit vak. De korte films hebben een eigen stemgeluid – ook als ze niet altijd begrepen worden. Maar als je vervolgens je eerste speelfilm ontwikkelt, loop je met de beste bedoelingen toch het risico dat je je gaat conformeren aan wat bijvoorbeeld het Nederlands Filmfonds wil, of aan de verwachtingen van de kijker. Dat overkwam mij ook, met als gevolg dat mijn project in de vervolgfase afgefikt werd, want wat mij kenmerkte was in dat proces verloren gegaan. Het is anders als je de intentie hebt om een gelikt verhaal te vertellen of een kaskraker voor het grote publiek wilt afleveren. Maar daarvoor ben ik niet de juiste persoon. Dus dacht ik: ‘Ik ga iets maken dat voor de volle honderd procent van mij is. En als dat niet werkt, dan ga ik wel een andere film maken. Maar dan wél weer een écht eigen film.’ Als je aan de al bestaande films niks hebt toe te voegen, is het niet de moeite. Als beginnend filmmaker heb je wel coaching nodig. Die kreeg ik bijvoorbeeld van filmmaker Mart Dominicus, die ik via, via had leren kennen. Hij was de eerste persoon die helemaal begreep wat ik voor ogen had, wat voor soort film ik wilde maken. En bij productiemaatschappij The Rogues kreeg ik mensen om me heen die in mijn visie geloofden.” Dus je kreeg uiteindelijk carte blanche van het Nederlands Filmfonds om de film te maken die je wilde maken? “Jazeker. Het Filmfonds had het volste vertrouwen in mij en heeft op een gegeven moment ook niet meer geprobeerd om de film anders te maken. ‘Als dit is wat je wilt maken, dan maak je dat’, zeiden ze. Compromissen zou ik nooit gesloten hebben. Dan zou ik de film niet gemaakt hebben. Dat zou ook zonde zijn geweest, denk ik, want ga je daarin mee, dan behoor je tot de mensen die zich conformeren aan wat er van je verwacht wordt. En zo iemand wil ik niet zijn.” Hoe kwam het contact met The Rogues en distributeur Gusto Entertainment tot stand? “Het contact met The Rogues is via, via tot stand gekomen. Ik was op zoek naar een producent die paste bij het type film dat Bijt is, die de film omarmde en niet wilde veranderen. In het eerste gesprek met hen bleek er meteen een sterke wederzijdse interesse te zijn. Daarnaast was men gefascineerd door het script. Gusto is er later bijgehaald omdat zij vaker met The Rogues gewerkt hebben.” Je kreeg dus ook van hen de vrije hand, volledige artistieke vrijheid? “Ja, inderdaad. Ze hebben mij altijd gesteund in al mijn keuzes.”
Bijt: mix van drama, thriller en horror Bijt beleefde op 27 januari 2024 zijn wereldpremière op het International Film Festival Rotterdam. Hij was geselecteerd voor het onderdeel Bright Future, bestaande uit werk van jong, opkomend filmtalent met een eigenzinnige stijl en visie. Vaak gaat het hierbij om filmmakers die zich in Rotterdam voor het eerst internationaal in de kijker spelen. In deze rolprent, die op het snijvlak van drama, thriller en horror ligt, lijdt Mark (Reinout Scholten van Aschat) aan een intense vorm van zelfhaat, die zich vertaalt in verwaarlozing, verkilling en destructief gedrag. Zelfs als hij op een bugel (een trompetachtig instrument) speelt, voert somberheid de hoofdtoon. De kille troosteloosheid van zijn leefomgeving helpt ook niet mee. Alles en iedereen is erop uit om hem de afgrond in te duwen. Maar dan, aan het sterfbed van zijn grootvader (Johan Leysen), ontmoet hij de engelachtige hospicemedewerkster Lisa (Frieda Barnhard). Mark en Lisa blijken meer met elkaar gemeen te hebben dan je in eerste instantie zou vermoeden. Ze ontwikkelen een liefdevolle, maar bizarre band met elkaar. Een band, die steeds meer uit controle raakt... Droomcast voor jonge regisseur Voor een eerste speelfilm heeft Coppis een behoorlijke sterrencast bij elkaar gekregen. Zoals de Vlaamse acteur Johan Leysen (Gluckauf, Felice... Felice..., The American), die Marks grootvader speelt; dit was de laatste rol die Leysen vertolkte voordat hij onverwacht overleed op 30 maart 2023. Voor de hoofdrol tekende tot Coppis’ grote verrassing Reinout Scholten van Aschat (De Heineken Ontvoering, Zee van Tijd, Beyond Sleep). De filmmaker verklaarde tegenover de Limburgse zender L1: “Ik dacht: ‘Dat gaat hij nooit doen, met mijn cv.’ ” Maar het script sloeg aan, en ook Frieda Barnhard (Kiddo, Melk, Bestseller Boy), Mike Libanon (Prooi, Kill Switch) en Jochum ten Haaf (Tikken, Dunkirk, Good Bad Girl) gingen in zee met de nog relatief onbekende regisseur. Terugblikkend op de samenwerking met de cast zegt hij: “De acteurs en ik hebben de hele film gerepeteerd. In Nederlandse producties wordt daar niet of nauwelijks tijd voor vrijgemaakt. Waarom ik dat per se wilde? Omdat eenmaal op de set iedereen wat van je wil en je geen tijd hebt voor je acteurs. Repetities zijn geweldig voor de acteurs, maar ook voor mij als maker. Het is een gezamenlijke zoektocht. Voor acteurs is het meewerken aan een film vaak veel intensiever dan voor andere betrokkenen. Daarom moet je soms met elkaar een keer lang gaan praten over wat je aan het maken bent. Op de set kan dat niet. Dat wilde ik ondervangen. Niet alleen voor mij, maar ook voor de acteurs, want zij willen hun rol zo goed mogelijk neerzetten, maar hebben jou daar wel voor nodig. En als daar geen tijd voor is, dan gaat het mis. Het is zó belangrijk, vind ik, dat je die tijd neemt. Dat is voor mij een essentieel element. Een repetitie is natuurlijk niet te vergelijken met wat je uiteindelijk draait. Kijk, een scène is een scène. Als een scène niet werkt tijdens de repetitie, dan werkt hij nooit. Het voornaamste vond ik om te merken of de structuur van de film werkte en of de scènes op scèneniveau werkten. Als je gaat draaien, is het gewoon ontzettend fijn als je in ieder geval weet dat je een basis hebt die je beoogt. Dat geeft je een stuk ontspanning en zorgt ervoor dat je je aandacht voor andere zaken kunt versterken. Het voordeel van deze aanpak was bovendien dat we tijdens het daadwerkelijke draaien geen tijd kwijt waren aan onnodige takes. En de montage ging ook rap – omdat we de hele film al met de repetitieshots tot een geheel hadden gesmeed. De kern van mijn film wordt gevormd door de acteurs. En ik heb de mazzel dat ik geweldige acteurs kreeg. Dat iemand als Reinout Scholten van Aschat of Frieda Barnhard tegen mij en mijn film ‘ja’ zei, had ik van tevoren niet durven geloven. Dit zijn professionals die je in feite alleen maar de ruimte hoeft te geven om hun ding te doen en dan maken ze jouw film gewoon beter, zoals ook een goede cameraman of production designer [degene die verantwoordelijk is voor de algehele aanblik van een productie] dat zou doen.” Als Coppis het heeft over de affiche van Bijt, loopt hij over van enthousiasme: “Ik vind de filmposter zo vet! De ontwerper is de Poolse kunstenaar Andrzej Pagowski, die ook de affiche maakte van A Short Film About Killing van Krzysztof Kieślowski. [Deze film is een vervolg op Kieślowski’s tv-serie Dekalog, die gesitueerd is in het grauwe beton van een typisch Poolse buitenwijk. – TvR.] De beste man loopt al in de zeventig. Producent Rianne Poodt besloot hem toch eens te mailen. Nooit durven dromen dat het zou lukken! Het eindresultaat is echt een verlengstuk van de film in plaats van een plaatje met een titel erop. Als je de affiche ziet, denk je in eerste instantie: ‘Wat voor film gaat dit zijn?’ Daarop staat een spin, al komt in de film geen spin voor. Maar het is dan ook een interpretatie van hoe de kunstenaar, Pagowski, de film ervaren heeft: hoe een vrouw, weergegeven als spin, een man overneemt, hem haast bestuurt. Daarom heeft hij het lijf van de spin er als een vrouwenlichaam uit laten zien. Dat vind ik het mooie aan deze poster: dat hij in eerste instantie wellicht intrigeert, maar niet begrepen wordt en je na het zien van de film erover na gaat denken en dan ontdekt dat het een interpretatie van het verhaal is.” Dystopische wereld Al speelt Bijt zich niet in Limburg af, wel is de film daar grotendeels opgenomen. Volgens Coppis is Limburg, waar hij opgegroeid is, een van de weinige plekken in ons land die niet geheel ‘aangeharkt’ is. De provincie heeft nog dat duistere randje waar hij naar op zoek was voor zijn langspeelfilmdebuut. Van de straten van Heerlen tot het kloosterdorp Steyl en de iconische treden van de Wilhelminaberg in Landgraaf – elke locatie ademt de ongepolijste sfeer van Bijt. In een uitzending van L1 zei Coppis over zijn film: “Bijt is geen gemakkelijke film, zeker niet risicoloos of veilig, zowel in verhaal als vorm. Ik leg niets uit, blijf ver weg van het psychologiseren van de karakters. Hij is gefilmd in een kopertint, een variatie op sepia. Ik denk dat het een film is die een kijker zal uitdagen en daardoor hopelijk meesleept. Een film die nog een tijdje door blijft trillen als je de zaal uitkomt, dat zou mooi zijn.” Hoe kwam je op het idee voor het verhaal van Bijt? Had je iets gelezen, gehoord of meegemaakt waarvan je dacht:“Hé, dat zou ik misschien kunnen gebruiken of uitvergroten”? “Zes, zeven jaar geleden kwam mijn opa te overlijden. Dat was een uitermate betekenisvolle ervaring in mijn leven. Ik was toen negentien en had altijd naar de dood gekeken als iets wat naar, onprettig is. Dat kan het natuurlijk zijn, maar in zijn geval was het juist een berustende, prettige ervaring. Zo van: ‘Nu is het goed, nu is het klaar.’ Ik vond het hoogst bijzonder om dat mee te maken. Ik dacht: ‘Daar wil ik iets mee doen.’ Dat was het startpunt voor de lijn van de opa in de film. En eigenlijk is alles van daaruit voortgekomen. De afgelopen dagen heb ik in interviews heel vaak de vraag gekregen: ‘Waar komt al die ellende vandaan?’ Ik weet niet waar die vandaan komt. Ook ben ik gestopt met proberen te onderzoeken waar die vandaan komt. Ik vind het juist interessant dat ik zelf niet begrijp hoe mijn geest dat kan bedenken. Ik vind dat dat juist iets moois is.” Waarom kreeg de film de titel Bijt? “Ik was op zoek naar een titel die de film gevoelsmatig samenvatte, maar waarin ook letterlijke elementen uit de film vervat waren. Ik wilde een titel waar je je iets bij kunt voorstellen, waar je een bepaald gevoel bij krijgt. Zo kwam ik op Bijt. Ik vond het een actieve en bondige titel. Ook dat sprak me aan. Vaak gebeurt het kiezen van een filmtitel heel intuïtief. Ook ben ik dikwijls heel lang bezig om een titel helemaal te rationaliseren voor mezelf.” De titel is kort en krachtig, maar de essentie van de film laat zich wat minder makkelijk bondig samenvatten. “De wens om de film te categoriseren begrijp ik, maar vind ik ook irrelevant. Is het een drama, is het een thriller? Is het wat voor jou? Dat vind ik een lastig te beantwoorden vraag. Maar daarin schuilt tegelijkertijd ook de kracht van de film. Wat ik zelf het meest vervelend vind aan bepaalde films – en dat is geen kritiek voor het vakmanschap van de makers – is dat ik tijdens het kijken zie dat het goed geschreven, goed gedraaid en goed gemaakt is, maar dat het niet beklijft. Filmmakers die ik bewonder, zoals Krzysztof Kieślowski en Michael Haneke, maken films met een ander doel. Zeker Haneke zegt haast expliciet: we gaan jou geen verhaal vertellen, maar vragen stellen. Zonder dat het pretentieus wordt. Die insteek vind ik inspirerend en waardevol. Niet dat ik met Bijt een film wilde afleveren die precies hetzelfde doet, maar het is absoluut een film met een eigen identiteit. Een film zoals ik denk dat film moet zijn, ongeacht wat anderen daarvan vinden. Wat ik niet wil maken zijn van die films waarin na afloop alles beantwoord is.” Je hebt de film van begin tot eind in een kopertint gehuld. Vanwaar deze keuze? “De wereld in de film is haast het derde hoofdpersonage. Bijt speelt zich af in een dystopische wereld. Het idee was dat de setting bijna onze realiteit zou kunnen zijn. Deze mocht dus niet als sciencefiction of fantasy ogen of een jaren vijftig-sfeer ademen. De film in zwartwit draaien viel daardoor direct af, maar al in de scenariofase was ik op zoek naar een kleurenpalet. Een sepia-foto van Sally Mann was een inspiratiebron, maar ook aan sepia hangen te veel tijdsassociaties. Tijdens het locatie scouten was de cameraman aan het experimenteren en kwam hij op de proppen met een duistere variatie. Die hebben we koper gedoopt. Die tint geeft het universum van Bijt een heel eigen identiteit.” Was dat ook gedaan om het in de film vertelde verhaal nóg wat grimmiger over te laten komen? “Het is niet de intentie geweest om het nóg grimmiger te maken. Het is gedaan omdat ik me de film gewoonweg niet in kleur kon voorstellen toen ik het script schreef. Ik dacht: ‘Ik weet niet hoe deze film ooit door een kleurenbril gezien kan worden, als je kijkt naar alles wat erin gebeurt en hoe de mensen leven.’ Ik kon me niet voorstellen dat een wereld die zó zwaarmoedig is enige vorm van kleur kon bevatten. Zwartwit vond ik te tijdsgebonden en als experiment kwamen we op een sepia-achtige kopertint uit. Ik dacht: ‘Dát is het gewoon! Dat is de bril waardoor je deze film moet gaan zien.’ En dat hebben we tijdens het hele productieproces meegenomen.” Betekent het feit dat Bijt zich in een dystopische wereld afspeelt en de setting bijna onze realiteit zou kunnen dat de film zich in een parallelle wereld afspeelt, die naast de onze bestaat, maar voor ons onzichtbaar is? “Nee, de wereld die je in Bijt ziet is meer een interpretatie van een wereld. Daarmee bedoel ik dat het een wereld is die, ooit, niet onvoorstelbaar zou kunnen zijn. Maar het is geen metafysische parallelle wereld.” Een soort fictieve wereld? “Ja, inderdaad, maar wel eentje waarvan je je continu afvraagt: ‘Wat is dit nu eigenlijk? Waar is dit?’ Alles is nét iets anders dan het beeld dat je van Nederland hebt. Soms klopt het, maar vaak ook niet.” Cast bijna zonder audities gevormd Hebben alle castleden auditie gedaan of zijn sommigen benaderd voor een rol? “Bijna niemand heeft auditie gedaan. Het waren maar een paar rollen, maar over het algemeen had ik een idee wie welk personage zou kunnen zijn. Die acteurs heb ik benaderd en ze zeiden allemaal ja.” Had je die acteurs al bij het schrijven van het script in gedachten? “Nou nee, pas daarna. Tijdens het schrijven van het script houd ik dat nog een beetje open. Want als ik er dan een gezicht op ga plakken voor mezelf, vul ik al heel veel in en dat helpt niet.” Johan Leysen is in maart 2023 overleden. Was hij ernstig ziek ten tijde van de filmopnamen? “Nee, dat is in één keer zo gegaan. Tijdens de opnamen was hij helemaal oké, springlevend. Voor iedereen die aan de film meegewerkt had, maar ook voor veel anderen kwam zijn overlijden als een schok. Ik geloof dat het een hartstilstand was.” In de dankbetuiging op de aftiteling komt filmmaker Paul Ruven voor. Heeft hij je bepaalde tips gegeven bij het tot stand brengen van Bijt? “Nee. Paul heeft toen ik begon met het maken van films ontzettend veel voor mij betekend. Hij heeft een van mijn eerste korte films geproduceerd en heeft me erg goed op weg geholpen in de Nederlandse filmwereld. Paul werkt al zó lang in de filmindustrie dat hij me enorm veel waardevolle lessen heeft kunnen leren. Vandaar dat ik hem graag wilde bedanken.” Wat vond je het meest memorabele aan het maken van Bijt? “Het script leefde heel lang in mijn hoofd. Ik ben er heel lang mee bezig geweest. Het klinkt misschien een beetje algemeen, maar ik werd echt geraakt toen ik zag hoe de acteurs, stuk voor stuk héél goede acteurs, het script tot leven wekten. En niet alleen tot leven wekten, want dat klinkt nogal basaal, maar ook naar een nieuwe hoogte trokken. Dat vond ik echt ongelooflijk bijzonder om te zien. Dat we op die manier samen aan de slag zijn gegaan en dit gemaakt hebben vond ik uiterst memorabel.” Heb je de film voordat deze voor het eerst aan het publiek vertoond werd aan mensen uit je eigen kring laten zien? “Nee, dat heb ik niet gedaan. Wel heb hem van tevoren aan Reinout laten zien.” Filmopnamen met een hond In het dierenasiel waar Mark werkt zegt zijn baas Cyrill op een zeker moment over de herdershond Arti [waarover Mark zich ontfermt]: “Hij is vals, hè. Zoals de meeste van die beesten.” Wil je daarmee uitdragen dat er asielen zijn waar mensen werken die het niet of niet zo goed voor hebben met de dieren die er verblijven? “Ja, absoluut. Er zijn asielen waarin de dieren die er zitten niet als dieren, maar louter als producten beschouwd worden.” Nadat Mark de hond in huis genomen heeft, opent Lisa bij hem thuis de gordijnen. Mark vraagt dan: “Wat doe je?” Waarop ze antwoordt: “Daglicht. Is goed voor hem.” Wil Mark geen daglicht binnenlaten omdat hij in een duistere wereld leeft en deze graag ook duister wil houden? “Ja, hij wil zo min mogelijk van de buitenwereld meekrijgen.” Was het lastig om met een hond te werken? “Ja, daar had ik echt heftige nachtmerries over, haha. Nee, daar had ik het minste omkijken naar. Het was een intens gelukkige hond, die heel trouw was aan zijn baasje. Als ik aangaf wat de hond moest doen, zorgde zijn eigenares, die steeds erbij was, ervoor dat hij dat deed. Dat was echt waanzinnig!” Uitverkochte wereldpremière Hoe heb je de wereldpremière op het IFFR ervaren? “Als uiterst geslaagd. Wel vond ik het superspannend. De hele zaal was uitverkocht. We kregen veel lovende reacties. Ik had verwacht dat de film wat polariserender zou zijn, maar dat was niet zo. Ook dat was leuk. Ik heb buitengewoon fijne gesprekken gehad met bezoekers.” Door de manier waarop Bijt gemaakt is, het camerawerk en de beeldtaal zou je kunnen zeggen dat het een onconventionele film is. Maar dat spreekt dus toch verrassend veel mensen aan – althans, afgaand op de reacties na de première. “Ja, een première geeft altijd een beetje een vertekend beeld. Ik verwacht wel dat het een film is voor een meer kleinere doelgroep, maar ik ben razend benieuwd hoe de film binnen die doelgroep valt. Ik heb veel vertrouwen in kijkers, want ik denk dat die over het algemeen slim zijn. Ook denk ik dat het een beetje stom is om de film meteen af te schrijven, alsof hij alleen maar interessant is voor het allerkleinste publiek. Natuurlijk is het geen film voor een groot publiek, maar toch denk ik dat hij bij aardig wat mensen in de smaak zal vallen.” Misschien zijn er ook wel mensen die zeggen: “Ik ben al dat actiewerk uit Hollywood beu. Ik wil wel eens wat anders zien.” “Ja, dat hoop ik. Dat zou mooi zijn!” Met dank aan filmjournalist Anton Damen voor het mogen gebruiken van citaten uit het in de persmap van Bijt opgenomen interview dat hij met Guido Coppis had. Deze zijn toegevoegd aan de uitspraken die de filmmaker tegenover ondergetekende deed. Nadere informatie https://guidocoppis.com https://iffr.com/nl/iffr/2024/films/bijt www.gusto-ent.com www.therogues.nl Ton van Rooij Lisa, Mark en de hond Arti aan/op het sterfbed van Marks grootvader, de laatste rol die Johan Leysen zou spelen.
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |