Issa López over land- en vakgenoot Guillermo del Toro: “Hij maakt films over thema’s die hem oprecht raken.” (Foto: Ton van Rooij) Een tijdloos en indringend interview dat we al een poosje op de plank hadden liggen, maar onze lezers niet wilden onthouden, is dat met de Mexicaanse cineaste Issa López. Zij was in april 2018 te gast op het Brussels International Fantasy, Fantastic, Thriller and Science Fiction Film Festival (BIFFF) vanwege de vertoning van Tigers Are Not Afraid, een met bovennatuurlijke en horrorachtige elementen vervlochten sprookje. Deze met prijzen overladen film, in Mexico uitgebracht onder de titel Vuelven, werd in België op 11 juni 2020 op DVD uitgebracht. De film verscheen in Nederland op 29 augustus 2019 in de bioscoop en op 12 juni 2020 op zowel DVD als VOD (Video On Demand). Niet in België en Nederland, maar wel in onder meer de VS kwam hij tevens op Blu-ray uit.
Carrière in de lift dankzij Ladies’ Night Issa López volgde aanvankelijk een opleiding archeologie, maar schakelde na twee jaar over op een universitaire studie in filmregie en scenarioschrijven, die ze met goed gevolg afrondde. Nadat ze enkele korte films had gemaakt, ging ze eind jaren ‘90 aan de slag bij de tv. Ze werkte in die tijd mee aan de series Laberintos de Pasión en Primer Amor... a Mil por Hora. U schreef het scenario voor de door Gabriela Tagliavini geregisseerde romantische komedie Ladies’ Night uit 2003. Ik moet bekennen dat ik deze film nooit gezien heb… [Lachend:] “Ga dat ook maar niet doen!” In 2003, toen deze film uitkwam, werd het de succesvolste Mexicaanse film aller tijden. Waaraan was dat te danken? Wat maakte deze film zo bijzonder? “Voor deze film was ik ingehuurd en daar ben ik de producers tot op de dag van vandaag ontzettend dankbaar voor, want hierdoor kwam mijn carrière op gang. Disney en de andere betrokken filmmaatschappijen wilden films voor de buitenlandse lokale markt maken, met lokaal talent en in de lokale taal. Wat Amerikaanse filmstudio’s momenteel doen vind ik juist verderfelijk: ze ‘verbuitenlandsen’ hun eigen films en brengen geremixte versies daarvan uit in de rest van de wereld, zoals Sony gedaan heeft met My Best Friend’s Wedding uit 1997 [gemaakt in Mexico onder de titel La Boda de mi Mejor Amigo (2019)]. Dat vind ik iets afgrijselijks, want zo brengen ze een doodsteek toe aan lokale [film]verhalen, talenten en stemmen. Maar goed, terug naar Ladies’ Night. Mannelijke strippers waren op dat moment helemaal in. Daarom besloot Disney om daarover een film te maken voor kijkers in Mexico, een land nota bene waar veel seksuele onderdrukking heerst. Jezus, dat was vijftien jaar vóór Magic Mike! Toen ik Magic Mike zag, had ik zoiets van: ‘Hé, ik maakte deze film vijftien jaar geleden al!’ Ladies’ Night was een romantische komedie en in dat genre waren in Mexico destijds al jarenlang geen films meer gemaakt. Dus toen Ladies’ Night uitkwam, was dat voor het Mexicaanse publiek zó iets verfrissends dat de bezoekersaantallen explodeerden! Maar ga de film niet zien, hoor, want hoewel ik vind dat ik best een aardig script geschreven had, de regie was werkelijk abominabel! Het was echter zó’n grote hit dat iedereen wilde weten wat ik daarna ging maken. En al werd mijn volgende film niet de klapper die Ladies’ Night was, ze gaven me het voordeel van de twijfel. Daar ben ik nog steeds ongelooflijk dankbaar voor.” Prijzenregen voor Tigers Are Not Afraid De eerste film waarbij ze in de regiestoel zat was de tragikomedie Efectos Secundarios uit 2006. Hierna regisseerde ze de film Casi Divas (2008), waarin vier totaal verschillende vrouwen strijden om de hoofdrol in een film, het segment Siete uit de episodenfilm Sucedió en un Día (2010) en Tigers Are Not Afraid (2017). Met Tigers Are Not Afraid stelt López, die tevens tekende voor het script, de al jarenlang slepende problematiek rond Mexicaanse straatkinderen aan de kaak. In Mexico hebben veel kinderen een van hun of beide ouders verloren doordat zij ontvoerd, vermoord of verdwenen zijn. Deze kinderen moeten dag in, dag uit aan eten en drinken zien te komen, zich bezig zien te houden en op hun hoede zijn, want overal loert het – grotendeels criminele – gevaar. In de film komt deze true life horror snoeihard bij je binnen via het door angst en vertwijfeling verscheurde bestaan van de tienjarige Estrella (Paola Lara). Om zich wat veiliger te voelen sluit ze zich aan bij het stoere straatdiefje Shine (Juan Ramón López) en zijn gevolg, die net als zij op de loop zijn voor het geweld. Ze hoopt vurig dat de drie wensen die ze van haar lerares cadeau kreeg uit zullen komen. Uit alle macht proberen Estrella en haar vrienden, al dan niet met behulp van bovennatuurlijke krachten, uit handen te blijven van gangsterbaas El Chino (Tenoch Huerta) en zijn sinistere trawanten. Maar deze onaangename types weten van geen ophouden... Op het Fantastic Fest in Austin, Texas, waar de film in september 2017 in wereldpremière ging, ontving López de Best Horror Director Award en werd daarmee de eerste vrouw die deze prijs ooit won. Dat de film bij talloze kijkers uitstekend in de smaak valt, blijkt wel uit het feit dat hij sinds de allereerste vertoning meer dan 25 prijzen heeft gewonnen, waaronder twee op het BIFFF: de Zilveren Raaf (de prijs voor de beste acteur, actrice, special effects, montage, enzovoorts) en de Pegasus (de prijs van het publiek). Vlak na het BIFFF ging de film op het Imagine Film Festival in Amsterdam er vandoor met de juryprijs, de Black Tulip Award. De jury van het Imagine Film Festival oordeelde als volgt: “Een film die op een ongebruikelijke manier een groot sociaal en maatschappelijk probleem behandelt vanuit het perspectief van de slachtoffers. Fantasie en verbeelding worden ingezet om kracht uit te putten, maar het probleem zelf wordt er niet door opgelost. De film is trefzeker geregisseerd en ontroert zonder sentimenteel te worden.” Ook de wereldbefaamde, vooral om zijn horrorwerk bekendstaande schrijver Stephen King (The Shining, The Stand, Under the Dome) was diep onder de indruk van de film. Hierover zei hij: “Dit is een formidabele film, die zowel heftig als ontroerend is. Al na twee minuten was ik er volledig van in de ban.” Tigers Are Not Afraid wordt door velen vergeleken met de fantasyfilm Pan’s Labyrinth van landgenoot Guillermo del Toro, van wiens werk López een bewonderaarster is. Daarin raakt een kind bevriend met een faun die een labyrint naast een huis bewaakt. Dat López beschouwd wordt als een soort cinematografisch evenbeeld van Del Toro is iets waarin laatstgenoemde zich prima kan vinden, getuige het feit dat hij Tigers Are Not Afraid roemde als een van de beste films van het jaar. En alsof het zo moest zijn waren op het BIFFF van 2018 López en Del Toro állebei te gast! Del Toro verzorgde daar een masterclass. Ook werd hij toen geridderd in de Orde van de Raaf. Deze prijs wordt sinds 2005 uitgereikt aan personen die veel voor het fantastische filmgenre betekend hebben. Behalve Pan’s Labyrinth maakte Del Toro onder meer de rond onsterfelijkheid draaiende horrorfilm Cronos, de ‘monsterinsectenfilm’ Mimic, de spookhuisfilm The Devil’s Backbone, de stripadaptatie Hellboy, de sf-/horrorfilm Pacific Rim en de fantasyfilm The Shape of Water. Laatstgenoemde rolprent werd op 4 maart 2018 onderscheiden met maar liefst vier Oscars. De hoge waardering voor elkaars werk heeft ertoe geleid dat López en Del Toro samen een film zullen gaan maken: een weerwolfwestern! López is hierbij in elk geval als scenariste betrokken. Of zij ook de film zal gaan regisseren, is nog onduidelijk. Mede vanwege voornoemd, nog titelloos filmproject woont en werkt López tegenwoordig in Los Angeles. Daar is ze verder druk doende met onder andere een film gebaseerd op het korte verhaal Lost Souls van Matthew Baker. Deze rolprent speelt zich af in een wereld waarin baby’s zonder ziel worden geboren. Een zwangere vrouw wordt hierin naar een wellnesscentrum in de woestijn gestuurd in de hoop dat dit haar kans op het ter wereld brengen van een gezond kind zal vergroten. Lost Souls is een van meerdere verhalen van Baker die verfilmd zullen worden met Noah Hawley als producent. De volgende Star Trek-film, à propos, zal door Hawley geregisseerd worden, maar is door Paramount even in de wachtkamer gezet. Ook werkt hij als producer en scenarist mee aan de voor tv gemaakte sf-film Cat’s Cradle, waarin een gevaarlijke substantie genaamd Ice-Nine het leven op Aarde bedreigt. Tigers Are Not Afraid belicht verborgen tragiek Hoe kwam u op het idee voor Tigers Are Not Afraid? “Toen ik research deed voor een onalledaags filmscript, besloot ik me te verdiepen in de geschiedenis van de drugshandel in Mexico. Ik voerde daarover gesprekken met historici, sociologen en politicologen. De vraag die ik me daarbij stelde was, hoe het kan dat iets wat ooit zo onbeduidend is begonnen heeft kunnen uitgroeien tot een probleem dat buitengewoon lastig onder controle te krijgen is. Een politicoloog vertelde me dat in het grensgebied met de VS veel Mexicanen vermoord en verdwenen zijn en er hierdoor een ernstig probleem met kinderen ontstaan is. Ik vroeg hem wat hij bedoelde, hoewel ik het antwoord daarop al wist, want dat lag immers voor de hand. Hij antwoordde: ‘Mensen verdwijnen, maar wie bekommert zich om hun kinderen?’ Toen hij duidelijk maakte hoe omvangrijk en schrijnend deze tragedie is, schrok ik daar zó van dat het me niet meer los wilde laten. En de reden dat het me maar bezig bleef houden was dat je er nooit iets over hoorde in de media en je er nooit iemand over hoorde praten. Wél bestaat er wereldwijd een ware obsessie voor de drugskartels – ook op tv, zoals in de serie Narcos. In Mexico worden over de drugsproblematiek zelfs songs geschreven. Aan de drugscriminaliteit wordt volop aandacht besteed. Maar niet aan de kinderen! We hebben het steeds over de drugsoorlog. En het is ook daadwerkelijk een oorlog, met álle neveneffecten van dien, waaronder het ontstaan van weeskinderen. Het is zó’n chaos in Mexico dat de overheid geen raad weet met al die neveneffecten. Die groeien de regering boven het hoofd, met als gevolg dat niemand voor deze wezen zorgt.” De regering heeft dus gewoon geen oplossing voor dit probleem? “De regering heeft nérgens een oplossing voor!” Omdat er té veel problemen zijn? “Ja, er zijn té veel problemen. Daar komt nog bij, triest genoeg, dat de autoriteiten door en door corrupt zijn, waardoor elke poging om iets op te lossen in de kiem gesmoord wordt. Dat maakt veel inwoners kwaad. De verborgen tragiek rond de op straat levende weeskinderen greep me dermate aan, dat ik besloot daarover mijn volgende film te maken. Verder wilde ik hem maken omdat ik een liefhebber ben van het subgenre dat je de kinderoorlogsfilm zou kunnen noemen. Ik houd van alle genres, mits er een krachtig verhaal achter zit, maar ik ben helemaal wég van films uit dit subgenre, zoals Turtles Can Fly en The Devil’s Backbone. Iedere keer als ik tegen een thema of verhaal aanloop dat nog niet aangeboord is in een film, voel ik de behoefte om daar iets mee te doen. Er zijn door filmmakers al zo ontzaglijk veel verhalen verteld, dat ik dacht: ‘Laat ik eens iets anders proberen.’ Dat uitgangspunt ontwikkelde zich uiteindelijk tot het script voor Tigers Are Not Afraid. Ik zie mezelf niet als een kruisvaarder, maar ik vind wel dat dit verhaal dusdanig belangrijk is dat het verteld móest worden.” Castingproces in drie stappen Meer dan 600 kinderen deden auditie voor de film. Hadden degenen die geselecteerd werden acteerervaring? “Ruim 600 kinderen hebben geauditeerd, ja, maar ik heb ze niet allemaal live gezien. Van ongeveer 200 kinderen heb ik hun auditie op beeldopnamen bekeken. Sommigen van hen hadden een klein beetje acteerervaring, maar verreweg de meesten hadden nog nooit geacteerd. Mijn oorspronkelijke doel was om kinderen te casten die geen acteerervaring hadden. Maar ja, als je een kind auditie ziet doen dat gegarandeerd fantastisch spel zou leveren, dan schuif je hem of haar niet terzijde omdat hij of zij toevallig ooit een rol gespeeld heeft. Maar hoe minder ervaring ze hadden, hoe liever ik dat had.” Omdat ze dan natuurlijker overkomen? “Exact. Een van de dingen die steeds tegen elk van hen bleef herhalen was: ‘Je bent hier om eerst iets áf te leren en daarna iets áán te leren.’ Waar ik bij de casting naar op zoek was waren kinderen met een energieke uitstraling. Hun auditieproces bestond uit drie stappen. Eerst liet ik ze één scène spelen en dat was ook het enige van het script dat ze vooraf te lezen hadden gekregen. Meestal werd zo’n scène vreselijk slecht gespeeld, maar wat ik veel belangrijker vond dan perfect spel was of het kind iets energieks over zich had – of grappig overkwam, of met een pakkende blik in de camera keek. Daarna liet ik ze improviseren aan de hand van een situatie die ik beschreven had. Dat was uitermate belangrijk voor het verhaal. En als laatste liet ik ze antwoord geven op vragen als ‘Waar ben je bang voor?’ en ‘Wat is je gelukkigste herinnering?’ Hierdoor zag ik hoe ze als zichzélf waren en niet als hun personage. Want wat ik niet wilde is dat ze dan een toneelstukje zouden gaan opvoeren. Ik wilde ze op die momenten juist in al hun puurheid zien.” Zaten er in de film kinderen die in het echte leven hun vader, moeder of beiden verloren hadden? “Ja, onder meer Juan Ramón López, die Shine speelt. Hij is een weeskind. Maar wat ik heel belangrijk vind om te benadrukken is dat geen van de kinderen in de film een ouder verloren heeft in de drugsoorlog. Wel hebben mijn productieteam en ik serieus overwogen om zulke kinderen in de film te laten spelen, maar we vonden het uiteindelijk verstandiger om dat niet te doen. Want ik heb niet de klinische opleiding om een kind dat een ingrijpend trauma doorgemaakt heeft een fictief trauma te laten doormaken zonder dat het diepe emotionele wonden zou achterlaten bij zo’n kind. Hoewel het volgens mij vrij eenvoudig zou zijn om zulke filmopnamen tot stand te brengen, vond ik dat zoiets een té grote verantwoordelijkheid met zich zou meebrengen.” Zulke kinderen zouden zich misschien beter lenen voor een documentaire. “Precies! Maar ook dán maak je onvermijdelijk iets los bij een kind en bestaat de kans dat je hem of haar emotionele schade toebrengt, dus daar moet je heel erg mee uitkijken. Zelf heb ik op achtjarige leeftijd mijn moeder verloren en de impact die dat op mij had was enorm. Ze leed aan een zeer agressieve ziekte. Op een dag voelde ze zich niet goed, ging naar het ziekenhuis om zich te laten onderzoeken en 21 dagen later was ze dood. Ik heb nooit de kans gekregen om afscheid van haar te nemen. De immense klap die een kind te verduren krijgt nadat het een ouder verloren heeft waarvan het geen afscheid heeft kunnen nemen vormt de ruggengraat van de film. Als, op welke manier dan ook, je moeder, vader, broer, grootmoeder of een ander naast familielid je ontnomen wordt, hakt dat er diep in. Ik ben erin geslaagd om aan de hand van mijn eigen ervaring op, denk ik, respectvolle wijze een portret van verlies te maken.” Daarmee is de film, neem ik aan, éxtra belangrijk voor u. “Absoluut! Het is een buitengewoon persoonlijke film.” Groot verschil met superheldenfilms Waarom kreeg de film eigenlijk de titel Tigers Are Not Afraid mee? Wat is de connectie met tijgers? “In het Spaans luidde de titel aanvankelijk Los Tigres No Tienen Miedo. Om distributieredenen werd deze veranderd in Vuelven, wat Zij Keren Terug betekent, maar dat vind ik geen goede titel. De titel Los Tigres No Tienen Miedo of, in het Engels, Tigers Are Not Afraid, bevalt mij veel beter en had, vind ik, wereldwijd gebruikt moeten worden. [Gelukkig voor haar heet de film in de meeste landen ook zo – TvR.] De titel is een mantra, dat aangeeft dat de kinderen in de film hun eigen mythologie creëren. Algemeen bekend is dat er drugsbaronnen zijn die een eigen dierentuin hebben. Ook krantenmagnaat Randolph Hearst had een privédierentuin. Sommige miljonairs hebben dat, en zo ook verschillende drugsbazen. Daardoor is voor de kinderen niet zo moeilijk om de mythe te creëren dat er in Mexico-Stad een tijger rondzwerft die ontsnapt is uit de privédierentuin van een drugsbaron. Enerzijds belichaamt de tijger dreiging en horror, anderzijds kan hij een totem, een magische geest, zijn. De tijger staat symbool voor elk van de straatkinderen. In plaats van zich te verschuilen voor de tijger, wat ze nu doen, zouden ze liever deze tijger willen zijn, die de stad als zijn koninkrijk beschouwt en onverschrokken door de straten paradeert, want tijgers zijn niet bang. En niet bang hoeven te zijn, dat is ook wat deze kinderen willen. Tijdens de reis die ze in de film maken willen ze, als het ware, tijgers worden. Zoals ik eerder al zei, gaat niemand het straatkinderenprobleem oplossen in Mexico. Dus als volwassenen zich niet als reddende engelen opwerpen, zul je als straatkind zélf de held moeten worden. En kijk, dát nu is het grote verschil met superheldenfilms: jij moet de superheld worden, jij moet de tijger worden, want anders ga je ten onder. Ook worden de oudere kinderen beschermers van de jongere kinderen. Binnen een groep kinderen neemt een van hen de rol van zelfverklaarde leider op zich.” Denkt u dat uw film een steentje kan bijdragen aan verbetering van de situatie waarin Mexicaanse straatkinderen verkeren en het kweken van meer bewustwording rondom dit thema? “Ja, dat denk ik wel! [Haar stem verheffend:] Ik weigerde echter cátegorisch om de film een happy end te geven! Hij heeft een hoopvolle afloop, dat wel, maar geen goede afloop. Had ik de film goed laten aflopen, dan hadden mensen na het verlaten van de bioscoop gezegd: ‘O, dat was vreselijk!’ En zou tegelijkertijd een stem in hun onderbewustzijn zeggen: ‘Maar gelukkig is het allemaal goed gekomen.’ Dat wilde ik pertinent niet. Ik wilde dat mensen na het zien van de film doordrongen zouden raken van de noodzaak om iets te doen aan het straatkinderenprobleem. In Mexico viel de bioscooppremière [op 2 november 2017] zowat samen met die van de groots opgezette animatiefilm Coco [enkele maanden later bekroond met de Oscar voor beste animatiefilm – TvR]. Hierin belandt een jongen die ervan droomt om muzikant te worden in het rijk der doden. Mijn film werd qua kaartverkoop vermorzeld door Coco, maar kreeg wel een schare enthousiaste fans. Op internet deed zich toen iets grappigs voor. Iemand had een foto van Coco naast een foto van Shine gezet. Onder de foto van Coco stond: ‘Dit is het Mexico dat we zouden willen hebben.’ En onder de foto van Shine stond: ‘Dit is het Mexico dat we momenteel hebben.’ De humor waarmee de vinger op de zere plek gelegd werd was voor mij goud waard. Met humor kun je, net als met horror, haarscherp duidelijk maken hoe we écht zijn, hoe we ons écht voelen. Wie het bericht met de twee foto’s geplaatst heeft weet ik niet, maar is vast jong, want het zijn veelal jonge mensen die dat doen. Door te constateren dat er een verschil is tussen het Mexico dat we zouden willen hebben en het Mexico dat we momenteel hebben is een zaadje geplant waaruit een brede maatschappelijke discussie zou kunnen groeien. Ik hoop van ganser harte dat het inderdaad dat effect zal hebben.” Ontmoeting met Guillermo del Toro Guillermo del Toro zag uw film en was er vol lof over. “Ja, dat was geweldig! Toen ik bezig was met het schrijven van script van Tigers besloot ik om Guillermo del Toro te benaderen, omdat ik wilde weten wat hij ervan vond. Maar het bleek onmogelijk om door de ‘muur’ van impresario’s en managers heen te dringen. Tja, de filmwereld zit nogal gecompliceerd in elkaar... Vervolgens maakte ik de film en toen mensen hem zagen, zeiden velen tegen me: ‘O, Guillermo del Toro moet deze film zien!’ En dan antwoordde ik steeds: ‘Ja, ik zou niets liever willen, maar ik kan hem niet bereiken.’ Op het Fantastic Fest ging Tigers in wereldpremière en werd daar overweldigend ontvangen. Op veel bezoekers had hij een fikse emotionele impact: zij waren geschokt en ontroerd. Daar had ik ook op gehoopt, maar pas toen ik daar, zittend in de bioscoopzaal, zag wat de film met mensen deed, wist ik zeker dat hij de beoogde uitwerking had. Vooraf had nog nooit iemand van mijn film gehoord, dus hij was een soort dark horse. [Een dark horse is een term die uit de (Engelse) paardenracerij stamt; het is een nauwelijks bekend paard dat weinig kans wordt toegedacht, maar een hoge plaats bereikt. In overdrachtelijke zin is het een onverwacht succesnummer – TvR.] Tal van mensen die onder de indruk waren van de film schreven vervolgens op social media dat Del Toro hem zou moeten zien. Dankzij deze berichten alsook recensies, waarin vergelijkingen werden gemaakt met Del Toro’s werk, zag Del Toro, die actief is op social media, uiteindelijk de film. In maart 2018, een week na de Oscaruitreiking, ontmoette ik hem voor het eerst. Dat was op het Guadalajara International Film Festival [in Mexico]. Eerder al had hij Tigers gezien en publiekelijk in de media gezegd: ‘Ik wil Issa López ontmoeten.’ Hij zei toen wondermooie dingen over mijn film. Toen ik dat hoorde en vernam dat hij te gast zou zijn op het filmfestival van Guadalajara, ging ik daar ook heen, haha! Daar kreeg ik de kans om met deze filmkampioen over mijn film te praten, wat grandioos was. Ook deed hij bij die gelegenheid de toezegging, en dat vond ik waanzinnig, dat hij een film van mij zou gaan produceren! Bij twee dingen wil ik even stilstaan. Ten eerste: mijn film komt inderdaad dicht in de buurt van zijn werk, maar dan op een heel andere manier. In The Devil’s Backbone en Pan’s Labyrinth toont hij de ware verschrikkingen die een oorlog met zich meebrengt en de fantasie waarin kinderen onder die barre omstandigheden hun toevlucht zoeken. Zelfs in Cronos is dat min of meer het geval. Tegelijkertijd, en dat is het tweede punt dat ik wil aanstippen, is hij zich in hoge mate bewust van, bezorgd om en betrokken bij alles wat er in Mexico gebeurt. Dus hij maakt films over thema’s die hem oprecht raken. Ik vind hem echt een begenadigd kunstenaar.” Meer info: www.bifff.net https://www.uncut.be/film/tigers-are-not-afraid/ Ton van Rooij
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |