Anna López Dekker ken je als auteur van de fantasyromans Lathrain 1 - De band en Lathrain 2 - De tocht en van haar meer recente SF-boek De Geestenmeesters. Ze heeft net haar nieuwe roman Kweekvijver klaar. Deze kan je vanaf nu voorbestellen bij Celtica Publishing. We maken tijd voor een babbel met Anna.
OOTW: Anna, je debuteerde met een YA-roman in het Spaans. Kan je ons wat meer vertellen over deze roman? Titel, opzet, publicatieplek, ontvangst? Ben je van plan deze roman ooit naar het Nederlands te vertalen? En denk je ooit opnieuw in het Spaans te schrijven? Of in het Engels? Anna: Mijn eerste boeken waren een trilogie, El néctar de los dioses (Het nectar der goden). Ze gaan over een stad die zich in het midden van een jungle voor de rest van de wereld verborgen houdt. Het behouden van de Balans is de spil van hun cultuur, en alle volwassenen hebben Talenten – een soort magische krachten, maar dan toegespitst op het uitvoeren van hun werk. Het eerste deel, El secreto de Aëarea (Het geheim van Aëarea) werd in 2017 door een kleine uitgeverij in Barcelona gepubliceerd (delen één en twee had ik eerder al eens zelf gepubliceerd). Helaas is marketing in Spanje vanaf hier niet echt te doen, zodat het avontuur op niets is uitgelopen, ook al zijn de meesten die het hebben gelezen er enthousiast over. Ik ben ondertussen al bijna klaar met het vertalen van deel één en zal daarna de andere twee delen vertalen. Wat het schrijven in het Spaans of Engels betreft, zal ik jullie een geheimpje verklappen: De geestenmeesters, mijn derde roman die vorig jaar uitkwam, heb ik oorspronkelijk in het Engels geschreven en daarna vertaald. Ik heb vooralsnog voor schrijven in het Nederlands gekozen omdat ik hier mijn uitgeefster heb en hier woon; nu ik steeds meer mensen hoor zeggen dat ze “liever in het Engels lezen”, ben ik er des te meer van overtuigd dat het de juiste keuze is geweest. Ik wil onze mooie taal graag in ere houden! OOTW: Je moeder is Nederlands en je vader Cubaans. Je bent, naar ik aanneem, tweetalig opgevoed. Merk je in je (Nederlandse) schrijven soms invloeden uit de Spaanse taal? Verrijkt jouw Spaans jouw Nederlands? Ik weet uit ervaring dat jouw Engels ook piekfijn is. Heb je een voorliefde voor taalverwerving? Neem je soms leservaringen uit je cursussen Spaans aan tieners mee in je romans? Zoja, kan je een voorbeeld geven? Anna: Als je meertalig bent (ik spreek naast Nederlands en Spaans ook Catalaans en, inderdaad, Engels op moedertaalniveau) is er altijd sprake van enige interferentie. Soms vertaal ik bepaalde uitdrukkingen van de ene naar de andere taal zonder het door te hebben en voorzetsels kunnen ook wel eens een dingetje zijn. Aan de andere kant is het altijd een verrijking om meerdere talen te beheersen, niet zozeer op taalkundig niveau maar omdat het je kijk op de wereld verbreedt. Ik kan uit vier culturen putten bij het schrijven, dat vind ik echt tof! Dat ik zoveel talen spreek is grotendeels geluk, maar ik ben ook een echte “taalnerd”. Ik houd van woorden en uitdrukkingen, en ik vind het fascinerend om te zien hoe taal werkt. Wat leservaringen meenemen in mijn romans, nee, niet echt. Maar mijn Spaanse trilogie kwam wel tot stand nadat ik met mijn leerlingen een opzet had gemaakt voor een YA roman. Ik heb alleen mijn eigen ideeën gebruikt, maar ik heb de groep wel om toestemming gevraagd – en gekregen, mits ik hun namen in het boek verwerkte. Dat vonden ze geweldig! OOTW: Hoe kwam je bij uitgeverij Celtica Publishing terecht? Anna: Ik was ooit met een vriendin op FantasyFest in Rijswijk, en daar kwamen we in gesprek met Rianne Lampers, van Celtica Publishing. Ik had toen al de trilogie geschreven en was een beetje zoekende naar in welke taal ik verder wilde schrijven, enz., maar had nog geen concrete plannen. Wel ben ik contact blijven houden en toen Lathrain I klaar was had ik het geluk dat zij er interesse in had. Vier boeken later ben ik nog steeds blij dat ik die stap heb gezet. OOTW: Was het een groot verschil om Lathrain I en II in het Nederlands te schrijven, na je debuut in het Spaans? Of liep dit heel vlot? En hoe ontstond het idee voor Lathrain? Las je in je jeugd veel fantasy? Anna: Lathrain I heeft een beetje een aparte ontstaansgeschiedenis, omdat ik het in eerste instantie samen met een vriendin zou schrijven (dezelfde van de vorige vraag, overigens)… en ook in een iets ander genre. Helaas liep ons schrijftempo veel te veel uit elkaar en heb ik uiteindelijk het boek zelf als YA geschreven, aangezien het concept van elfen die mensen ontvoeren om hen “herop te voeden” van mij kwam. In het Nederlands schrijven was niet perse moeilijk, maar wel even wennen. Ik heb een behoorlijk steile leercurve gehad, vooral dankzij Rianne, die echt heel streng is met taal, en wat ben ik haar daar dankbaar voor! Het schrijven van het verhaal liep daarentegen best vlot, ik kon me heel makkelijk in de personages en de situaties verplaatsen en had een duidelijk eindpunt voor ogen, naast de belangrijkste tussenstops, om het maar zo te noemen. Ik ben eigenlijk pas op volwassen leeftijd veel fantasy gaan lezen. Toen ik tiener was ben ik er wel mee in aanraking gekomen, maar bij ons thuis werden voornamelijk “serieuze” boeken gelezen – niet dat ik daar onder heb geleden, hoor, maar ik ben wel blij dat ik uiteindelijk het fantastische genre heb omarmd. Wat schrijven betreft helemaal, het is heerlijk om nieuwe werelden te scheppen en om het onmogelijke geloofwaardig proberen te maken. OOTW: De Geestenmeesters is dan weer een heel ander genre: SF. Welk genre, vind je, schrijft het makkelijkst? En wat schrijf je het liefst? Hanteer je (bewust) een andere schrijfstijl voor SF dan voor fantasy, of niet? Anna: Ik vond De Geestenmeesters net zo leuk om te schrijven als het Lathrain tweeluik, maar ik zal me echt niet wagen aan harde SF. In De Geestenmeesters zitten behoorlijk veel fantastische elementen, en het draait, net als in Lathrain, meer om de psyche van de personages dan om de actie. Dat zal bij volgende boeken overigens ook zo blijven, de menselijke geest heeft mij altijd gefascineerd. Wat mijn schrijfstijl betreft, ik pas die eerder aan aan de personages dan aan het genre. In Lathrain drukken elfen zich heel anders uit dan mensen, veel formeler en cerebraler, dat neem ik dan mee in alle delen die over hen gaan. Ik probeer ook heel bewust de dialogen aan te passen aan de persoonlijkheid van de personages, dat is echt heel leuk om te doen. OOTW: Stel, een stripauteur stapt op jou toe en zegt: ‘Ik wil De Geestenmeesters verstrippen!’ Hoe zou jij daarop reageren? Leent de roman zich daar volgens jou toe? En zou je een verstripping an sich leuk vinden? Anna: Ik zou het ontzettend leuk vinden! Ik zou wel eerst een diepgaand gesprek willen hebben met de auteur in kwestie, om er zeker van te zijn dat die het boek goed heeft begrepen en van plan is het te respecteren. Iemand die de strip zou lezen zou dan een vergelijkbare ervaring hebben als iemand die het boek leest. Ik denk dat De Geestenmeesters zich zeker voor verstripping leent, er zit genoeg actie in en ik denk dat het visueel heel interessant gemaakt kan worden. OOTW: Denk je ooit terug te keren naar het universum van Lathrain of dat van De Geestenmeesters? Schuilen daar nog verhalen of romans in, volgens jou? Of verkies je het om telkens een nieuwe schrijfwereld te verkennen? Anna: In de wereld van Lathrain zitten zeker nog verhalen verscholen. Sterker nog, ik heb al de eerste versie van een liggen, iets met de uitgestorven (gewaande?) ijselfen, en ik heb een vaag concept voor nog een. Die zal zich voornamelijk afspelen in de hoofdstad van het toenmalige elfenrijk. Van De Geestenmeesters weet ik het nog niet; ik wil het eerlijk gezegd wel, maar er moet zich nog een idee aandienen. Misschien dat ik Darius, de vader van Lyf, dan als hoofdpersoon neem, die vond ik geweldig. Daarnaast hoop ik natuurlijk nog meer werelden te mogen verkennen, er is niets leukers dan er eentje te bedenken. OOTW: De laatste tijd heb je ook wat korte verhalen geschreven. Kan je ons vertellen hoe deze verhalen tot stand kwamen? En heb je nu de smaak te pakken? Ga je vaker korte verhalen schrijven? Schreef je overigens al korte verhalen nog vóór je Spaanstalige debuut? Anna: Ik schreef als kind altijd verhaaltjes, maar als tiener ben ik overgestapt op gedichten en daarna op liedjes. Ik dacht overigens altijd dat een roman schrijven niet voor mij weggelegd was, het was een leuke verrassing om erachter te komen dat ik ongelijk had! Daarna ben ik juist gaan denken dat korte verhalen niets voor mij waren, maar dat valt kennelijk wel mee. Het is wel zo dat ik een aanleiding ervoor moet hebben, zoals de Alice in Wonderland bundel (nvdr. Alice in Spiegelland. Korte verhalen van eigen bodem, voorzien voor 2025), of iets voor het Celtica Magazine van Celtica Publishing. Ik vind verhalen schrijven leuk, maar ik kan mij er moeilijk toe zetten, ik weet niet precies waarom. Een soort faalangst of zo, dat ik geen goed idee kan vinden. Maar ik ben wel degelijk van plan om vaker de gelegenheid te grijpen om er eentje te schrijven, hopelijk met een beetje hulp van vrienden om mij op kansen te wijzen. OOTW: Binnenkort komt Kweekvijver, je nieuwe roman, uit. Wat vormde de inspiratie voor dit boek? Is het een idee dat je al lang had, of kwam de inspiratie plots en ging je dan meteen aan de slag? Anna: Het beginidee van Kweekvijver bestaat al een hele tijd, jaren zelfs. Ik wil er niet te veel over vertellen, maar het draait om hoe mensen in de ene stad in hun beroep terechtkomen. Ik was op dat moment nog bezig met Lathrain (ik denk II, maar helemaal zeker weet ik niet) en wilde De Geestenmeesters eerst nog schrijven, aangezien het idee daarvoor eerder was gekomen. Het schrijven van Kweekvijver was overigens geen sinecure, ik durf zelfs te stellen dat dit het moeilijkste boek is dat ik tot nu toe heb geschreven. Dat komt omdat het erg lang heeft geduurd voordat ik de clue van het verhaal doorhad. De opzet draaide eerst alleen om een van de personages, in de ene stad, maar ik kreeg al snel door dat het niet ging werken, zodat ik opnieuw ben begonnen. Daarnaast wist ik pas ongeveer na tweederde van het schrijfproces hoe de vork echt in de steel zat, wat me nogal wat onzekerheid heeft opgeleverd. Tel daarbij Covid op, en dan zit je op dik twee jaar, ongeveer het dubbele dan normaal. Maar ik moet zeggen dat ik heel blij ben met het uiteindelijke resultaat, dus het was al het werk en al het getwijfel waard. OOTW: Kan je ons meenemen in je schrijfproces? Stel, je beslist: ik schrijf een roman. Wat gebeurt er daarna concreet? Anna: Als het concept eenmaal duidelijk is, ga ik eerst aan de slag met de wereldopbouw. In het fantastische genre kan je niet zonder! Ik focus mij meestal vooral op de maatschappij waarin de personages leven, met de noodzakelijke verwijzingen naar geografie, klimaat, enz. Bij De Geestenmeesters heb ik zelfs een hele geschiedenis van de toekomst geschreven, dat was echt kicken! Daarna ga ik de hoofdpersonages en de belangrijkste bijfiguren uitwerken: hun achtergrondverhaal, hun karakter, hun motivatie, dat soort dingen. En als dat allemaal klaar is, voor zover mogelijk dan (personages ontwikkelen zich en stellen mij vaak voor verrassingen), dan ga ik de hoofdlijnen van het verhaal uitwerken. Ook daarin wil overigens wel eens wat veranderen, maar nooit de belangrijkste punten. Dat is trouwens alleen wat er op papier gebeurt, in mijn hoofd is er dan al van alles aan de gang met het verhaal. Schrijven is geen lineair proces, tenminste, niet voor mij. Niets als een beetje mentale chaos om de creativiteit te laten vloeien. OOTW: Heb je ervaring met schrijfwedstrijden, als deelnemer of als jurylid? Zoja, kan je zeggen hoe deze ervaring jou beïnvloed heeft als auteur? Anna: Ik heb een paar jaar geleden gejureerd voor Waterloper. Dat was hartstikke leuk om te doen, maar helaas iets te tijdrovend voor herhaling in combinatie met een volle baan in het onderwijs. Zelf aan een wedstrijd meedoen heb ik tot dit jaar niet willen doen, ik was bang dat een slechte beoordeling mijn zelfvertrouwen zou aantasten. Bovendien kon ik de druk van het een verhaal “moeten” schrijven, nota bene met een deadline, niet zo goed aan in de afgelopen paar jaar. Dit jaar besloot ik aan de Harland prijs mee te doen, gewoon omdat ik een verhaal had liggen voor een blog die op zwart was gegaan en ik het te leuk vond om er niets mee te doen. Ik verwacht er niets van, maar ik heb er ook geen speciale moeite voor hoeven doen, dus is het oke. Maar wat mij veel leuker lijkt is om aan meer verhalenbundels van verschillende auteurs mee te doen, zonder de druk van het competitie-element. OOTW: We kijken even in de toekomst. Wat kunnen de lezers van jou verwachten na Kweekvijver? Anna: Zoals ik al heb verteld, heb ik de eerste versie van een Lathrain spin-off liggen; het is geen vervolg op zich, maar wel in dezelfde wereld en voor een deel met dezelfde personages. Daarnaast ben ik mijn Spaanse trilogie aan het vertalen, en ben ik een komisch fantasy/SF-boek met magie in de ruimte aan het plannen. Daarna waarschijnlijk nog een Lathrain spin-off, wellicht een van De Geestenmeesters en… geen idee. Ik zie wel waar mijn fantasie mij leidt. OOTW: Heb je nog andere creatieve (of culturele of sportieve) hobby’s naast schrijven? Hoe ontspan jij je? Waar ga je helemaal in op? Anna: Lezen is (natuurlijk) een van mijn hobby's, maar ik heb ook een grote passie voor muziek. Ik zing op hoog niveau en speel viool en piano (dat laatste minder vaak, er zitten maar zoveel uren in een dag). Ik houd ook van met mijn handen bezig zijn: handwerken, tekenen, schilderen en allerlei knutseldingen uitproberen – als het er is, dan wil ik het doen. Daarnaast doe ik aan Iers dansen en wandel ik graag in de natuur. Zo bezien is het een wonder dat ik nog aan schrijven toe kom, laat staan werken. OOTW: Welke boeken hebben jou ‘gevormd’ als auteur? En is er een bepaald soort literatuur die je medeauteurs zou aanraden om hun schrijfstijl of plotontwikkeling naar een hoger niveau te brengen? Anna: Er zijn geen specifieke boeken die mij gevormd hebben. Het is meer dat ik door zoveel te lezen, van zoveel verschillende auteurs, een hele grote verscheidenheid aan verhalen, stijlen en werelden heb ontdekt. Dat is zeer inspirerend en ik zou het ook iedereen aanraden, schrijver of niet. Maar wat nog belangrijker is, is om je eigen “taal” te vinden wat betreft het schrijven. Probeer niet een ander na te doen, daar zijn er al genoeg van. OOTW: Is er ook nog tijd voor ‘banklezen’, dus onbezorgd lezen, puur voor het plezier? Welke genres lees je dan het liefst? Kan je ons een paar goede suggesties aan de hand doen? En heb jij guilty pleasure reads? Anna: Er is zeker tijd voor banklezen. Een dag niet gelezen is een dag niet geleefd, of zoiets. Ik lees uiteraard veel fantasy en SF, maar ik houd ook van historische romans, vooral detectives, psychologische verhalen en soms zelfs non-fictie (geschiedenis, antropologie, psychologie, dat soort dingen). Als ik niet lekker in mijn vel zit, dan zijn Enid Blytons kostschoolverhalen en boeken van Agatha Christie mijn guilty pleasure, of anders strips (Yoko Tsuno, Asterix, soms Suske en Wiske). Meer over Anna: https://www.celtica-publishing.nl https://www.exlibrisanna.com Facebook: ExLibris Anna
0 Opmerkingen
Je opmerking wordt geplaatst nadat deze is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
|