Isabelle Plomteux kennen we als auteur van korte verhalen, als redactielid van Fantasize.nl en als medebezieler van de Fantastische Unie (samen met o.a. Sigrid Lensink-Damen). We praten met haar over schrijven, over SF/F/H en over haar andere interesses.
OOTW: Isabelle, wat was het eerste boek dat echt jouw aandacht trok? En welk boek lokte jou naar de wondere wereld van de fantasy? Isabelle: Je begint al meteen met een moeilijke vraag (lacht). Dat was Nijntje, denk ik. Je weet wel, het kinderboekje van Dick Bruna. Ik herinner me nog goed de verwondering die ik als vijfjarige voelde toen ik erin slaagde de letters op het papier tot woorden te verbinden en die woorden vervolgens hardop voor te lezen aan mijn moeder. Ik was helemaal verrukt en dat is eigenlijk nooit meer weggegaan. Ik lees nog steeds alles wat los en vast zit. Van de melkverpakking op de ontbijttafel over essays, non-fictie en poëzie tot literatuur met een grote L. Natuurlijk heb ik binnen dat ruime spectrum voorkeuren, en mijn grootste voorkeur is ‘het fantastische’. Ik zeg met opzet niet fantasy, want dat genre is slechts een (weliswaar belangrijk) onderdeel van de boeken die ik het liefst lees: romans en verhalen die een element bevatten dat in de wereld zoals wij die kennen niet voorkomt of er een heel andere functie heeft. Maar ik wijk af, je vroeg welk boek me naar de fantasy lokte. Ik denk dat die eer te beurt valt aan Heugenis, smart en het sterrenzwaard van Tad Williams. Ik was 23 toen uitgeverij Luitingh-Sijthoff de serie in 1992 naar het Nederlands vertaalde en ik was meteen verkocht. Ik kocht alle delen en heb ze nog steeds. Na Tad Williams ontdekte ik de boeken van Weis en Hickman (de 7-delige serie De poort des doods bijvoorbeeld), De wetten van de magie van Terry Goodkind, waarvan ik vooral de eerste boeken erg goed vond, en natuurlijk De boeken van de Zieners en de andere reeksen van Robin Hobb. En nu ga ik zwijgen, voor ik mijn hele boekenkast opsom. Nee, wacht, toch nog eentje: de boeken van Diana Gabaldon, die iedereen vandaag kent als de Outlander-reeks. OOTW: In 2016 begon je te schrijven. Wat was voor jou de aanleiding om de pen op te nemen? Isabelle: Klopt, ik begon met schrijven in 2016. Ik wist al enkele jaren dat ik de verhalen die in mijn hoofd rondspookten ooit wilde neerschrijven, maar … later. Als ik daar tijd voor zou hebben. Als mijn kinderen het huis uit zouden zijn, als mijn werklast minder zou zijn, als … Het onverwacht opduiken van een levensbedreigende ziekte bij een tot dan kerngezond iemand drukte me met mijn neus op de feiten: tijd heb je niet, Isabelle, tijd moet je maken, en liefst voor het te laat is. Dus ben ik achter mijn computer gaan zitten en ben ik begonnen. Zonder vooropgezet plan, zonder schrijfopleiding, zonder deftige kennis van Word, ik kon eigenlijk niet eens fatsoenlijk typen. Het enige wat ik wist, was dat ik mezelf graag verhalen vertelde en dat mijn schoolopstellen in een ver verleden vaak werden voorgelezen in de klas. Ik had dan ook geen idee of ik het schrijven wel leuk zou vinden, ik wist alleen dat ik het moest proberen. Nu. En toen dook Liz in mijn hoofd op en had ik anderhalf jaar later 1.400.000 woorden bij elkaar. Haar woorden, haar (lange) verhaal. Er was alleen een probleem: ik had de nodige schrijfmeters niet om het goed te vertellen. Onthexing was (is) ingewikkeld, met tientallen personages, uitgebreide magiesystemen, een aantal tijdsprongen en natuurlijk speelt het zich ook op verschillende plekken en in verschillende landen af. Zo’n verhaal vraagt om een zorgvuldig geconstrueerd vlechtwerk aan verhaallijnen, neergezet door een kundig schrijver, en dat was ik dus niet. Ik had gewoon 1.400.000 woorden uit mijn toetsenbord geramd. Eén voordeel: ik kon inmiddels (op mijn manier) typen. En ik wist zeker dat ik wilde schrijven. Moest schrijven. Dus ging ik een schrijfcursus volgen, kocht ik stapels schrijfhulpboeken en liet ik meer ervaren schrijvers en redacteurs delen van Onthexing lezen en becommentariëren (dat was altijd even slikken). Ook waagde ik me aan korte(re) verhalen. Ze zijn niet mijn ideale biotoop, en dat zullen ze denk ik ook nooit worden, zoals je aan de lengte van mijn antwoorden kunt merken, maar je leert er wel een hoop van als schrijver. OOTW: You are an out and proud dragon lover! Vertel eens, wat fascineert jou precies aan draken? Isabelle: Wat me fascineert aan draken? Euh, alles? Ze kunnen vliegen, en dat is niet gewoon wat fladderen zoals een mus of een duif. Nee, ze vliegen zoals draken vliegen: ze zetten de lucht naar hun hand. Ze kunnen vuur spuwen, ze zijn meer dan intelligent, ze schenken je hun vertrouwen (als je dat verdient) en ze zijn recht door zee: what you see is what you get. Maar tegelijkertijd zijn ze ook kwetsbaar. Net zoals veel andere dieren horen draken niet meer thuis in onze moderne wereld. En daar hebben wij mensen behoorlijk wat mee te maken. Het minste wat we voor ze kunnen doen, is hun verhalen vertellen, vind ik. OOTW: Op je website staan een heleboel prachtige verhalen. Dat gaat van fantasy over magisch realisme tot horror. Nu weten we dat jij ook graag SF leest. Schrijf je zelf soms SF? Isabelle: Dank voor het compliment, het is altijd fijn om te horen dat je verhalen graag worden gelezen. Ze bestrijken inderdaad meerdere ‘fantastische’ genres, alleen sciencefiction ontbreekt, zoals je terecht opmerkt. Ik heb het wel geprobeerd hoor, om SF te schrijven, ik heb een (niet gepubliceerd) verhaal geschreven over een familie die zich geen nieuwe huisrobot kan veroorloven en het dus met de gammele Tina moet stellen. Het zoontje van tien heeft een passie voor uitgestorven talen en vindt niets leuker dan te pas en te onpas niet langer bestaande woorden te gebruiken, waardoor Tina natuurlijk helemaal tilt slaat. Daarnaast staat er een SF-verhaal van mijn hand op OOTW, ‘Daraanse assimilatie’. Het gaat over twee ruimtesmokkelaars die een ruimtecapsule met een wel heel merkwaardig iemand bij hun grot vol smokkelwaar aantreffen. Het punt is: mijn SF leest eigenlijk als ‘fantasy in de toekomst’. Dat komt omdat ik absoluut geen wetenschappelijke achtergrond heb, en ik dus niet voldoende technische kennis bezit om de apparaten en machines die de toekomst vormgeven geloofwaardig neer te zetten. Een beetje wetenschapper leest daar zo doorheen. Dan blijf je beter van dat genre weg, vind ik. Maar ik lees het wel heel graag. Zolang de SF niet te wetenschappelijk wordt, tenminste. Dan raak ik met mijn talenknobbel al snel het technische noorden kwijt. Ik heb er ook geen boodschap aan om te weten dat als je q bij x voegt en dat laat versnellen tot y, z in het kwadraat mogelijk wordt. Dat is niet wat ik als lezer in een boek zoek. OOTW: Naast fantasy en SF verzamel je ook kunstboeken. Vindt kunst haar weg naar jouw boeken? Doe je soms inspiratie op voor verhalen in kunstboeken? Of zie je dit als twee gescheiden werelden? Isabelle: Dat is een goede vraag. Inspiratie doe ik door mijn interesse in kunst zeker op, zo kwam ik gisteren op internet nog een bericht tegen over ‘Le trésor de la dame de Vix.’ Ik citeer even: In 1953 legden 2 archeologen nabij Vix (F) de graftombe van de geheimzinnige Vrouw van Vix bloot: een compleet bewaard gebleven prinselijk graf uit de 5e eeuw voor Christus. De archeologen troffen onder meer een enorme bronzen vaas aan: 1m64 hoog, een diameter van 1m27, 208 kg en een inhoud van 1100 liter. Dan beginnen mijn schrijversradertjes natuurlijk onmiddellijk te draaien, des te meer omdat Onthexing zich deels in deze streek (de Côte-d’Or) afspeelt. In dat manuscript is kunst zeker aanwezig, van Romeinse standbeelden tot middeleeuwse handschriften en vervalste schilderijen. Zo’n enorme bronzen vaas, die notabene in het oude Griekenland is gemaakt en dus op de een of andere manier (hoe, in hemelsnaam, en met welk doel?) in de Bourgogne is beland, zou daar prima bij passen. In mijn andere langere (eveneens ongepubliceerde) manuscripten, die zich afspelen in een verzonnen wereld – met draken natuurlijk – gebruik ik kunst om de omgeving tot leven te brengen. Door muurschilderingen bijvoorbeeld, een beeldhouwwerk van twee draken of bronzen bas-reliëfs op een tempeldeur. OOTW: Laten we nog even doorgaan op het lezen. Jij leest veel. Denk je dat het ook mogelijk is voor schrijvers om goede auteurs te zijn/worden als ze weinig lezen, of zelfs niet graag lezen? Isabelle: Mmm, het is natuurlijk niet aan mij om te zeggen hoe iemand zijn of haar schrijftalent kan ontwikkelen, maar persoonlijk lijkt me dat lastig. Dat is zoiets als leren autorijden zonder je achteruitkijkspiegel te gebruiken. Het is zeker niet onmogelijk, maar de kans op ongevallen stijgt behoorlijk. Dat gezegd zijnde, ga niet lezen omdat iemand je zegt dat je moet lezen. (Leren) schrijven is een persoonlijk traject, waarbij jij aan het stuur zit, om nog even bij mijn analogie te blijven. OOTW: Wij kennen jou vooral als auteur van korte verhalen. Maar je schrijft ook langer werk. Kan je ons wat vertellen over het langere project waaraan je al een tijd schrijft? Isabelle: Eigenlijk zijn het twee projecten. Enerzijds is er mijn lange urban fantasy manuscript Onthexing, waarover ik het al heb gehad, anderzijds zijn er de manuscripten (novelles en verhalen) die zich in de verzonnen wereld Ardisha afspelen. De enerzijds is op een bepaalde manier verbonden met de anderzijds, maar het zou ons te ver leiden om de exacte connectie uit te doeken te doen. Ik verklap dus lekker niet hoe de vork in de steel zit (lacht). Onthexing vertelt het verhaal van de Engelse vondeling Elizabeth Tindall (Liz). Als jonge twintiger probeert ze samen met haar adoptiegrootvader te achterhalen waar het blauwe licht in haar vingers vandaan komt. Tijdens die zoektocht wordt ze opgemerkt door l’onzième, een verborgen afdeling van het Franse leger, die geleid wordt door mensen met magische eigenschappen: Shin-vat of schepsels. Net als Liz beschikken sommigen onder hen over lichtmagie, al is dat licht nooit blauw. Dat is immers de lichtkleur van de Noi, genadeloze schepseljagers. Met hun knetterende, helblauwe handen herleiden Noi schepsels al eeuwen tot hoopjes as. Sinds de Tweede Wereldoorlog nemen hun verwoestende krachten hand over hand toe en zijn zelfs de sterkste schepsels niet langer veilig. De leiding van l’onzième staat versteld van Liz: voor zover ze weten, is ze de eerste vrouwelijke Noi. Colonel Thierry Beaudry en capitaine Loïc de Montfaucon krijgen de opdracht haar gevangen te nemen. Liz is zich van geen kwaad bewust, zij gebruikt haar Blauw, zoals ze het noemt, al van kindsbeen af om dieren te genezen. Maar is haar lichtmagie wel zo onschuldig als ze denkt? Dan Ardisha: de verschillende verhalen en novelles vertellen hoe het de draken van Ardisha en hun bloedgezegenden door de eeuwen heen vergaat. In Wolkenrijder wordt vuurslavin Maärin ontvoerd door Varingse rebellen. Ze offeren haar aan een dier dat al eeuwen uitgestorven hoort te zijn: een doodzieke, Zuidereilandse luchtdraak. In Bloednevel traint de kreupele Iradiaanse militair Vorin terdoodveroordeelden voor hun laatste gevecht, tegen gevangengenomen draken. En in Apoidea maken we kennis met Diakana, een doofstom piratenkind dat voor haar meester bij het Zuidereiland Rere lichtgevende zeeparels opduikt. OOTW: Beschouw je 2020 als het jaar van je doorbraak? We denken aan de publicatie van je verhaal ‘Amenophis Steketee’ in Ganymedes-21 en je derde plek bij de Harland Awards met ‘Vuurvlieg’. Isabelle: Dat hangt ervan af wat je onder publicatie verstaat. Mijn eerste fantasyverhaal dat online te lezen was, ‘Zoutwaterregen’, verscheen in januari 2020 op Fantasy-schrijven.nl. Je kon toen een verhaal naar die website inzenden en het verscheen dan met commentaar van een ervaren redacteur (in mijn geval Jip Schoon) online, zodat zowel jijzelf als andere auteurs van de redactie konden leren. Inmiddels is de website aangepast en zijn de verschenen verhalen bij mijn weten niet langer terug te vinden. In oktober 2020 verscheen ‘Dodendanserslicht’ op Fantasize.nl , een lang fantasyverhaal dat in zeven delen online kwam en dat nog steeds op de site te lezen is. En in december 2020 eindigde ik inderdaad met ‘Vuurvlieg’ op de derde plaats bij de Harland Awards, sinds dit jaar de Harland Prijs genoemd. Doorbraak is misschien een groot woord, maar sinds 2020 kun je dus inderdaad verhalen van mijn hand op websites en in verhalenbundels vinden. OOTW: Ongetwijfeld bewaar je goede herinneringen aan het schrijven van vele – waarschijnlijk wel alle – van je korte verhalen, maar haal er eens eentje uit? Welk kort verhaal beschouw je tot nu toe als het belangrijkste in je ontwikkeling als auteur? Isabelle: Oe, wat een vraag! Ik denk dat dat toch ‘Zoutwaterregen’ is, omdat ik toen voor het eerst het verhaal dat in mijn hoofd zat naar mijn idee goed op papier kreeg. Het bracht over wat ik wilde overbrengen. Natuurlijk waren er nog allerlei mankementen, en ik zou het nu op bepaalde punten waarschijnlijk anders aanpakken, maar in de basis zat het (en zit het) goed. OOTW: Met je redactiewerk voor Fantasize.nl (o.a. interviews, maar ook verhaalbeoordelingen) en de bergen werk die jullie verzetten bij Fantastische Unie lijkt het ons dat je het heel druk hebt. Komt daar nog de dagjob bij ook. Isabelle: Ja, het is af en toe best hectisch. Leuk, maar hectisch. OOTW: Is je publicatietempo hetzelfde gebleven sinds je extra engagementen opnam, of liep het wat terug? Wat vind je het belangrijkst: je eigen ontwikkeling als auteur, of het vooruithelpen van de oorspronkelijk Nederlandstalige SF/F/H? Isabelle: Mijn publicatietempo is absoluut niet hetzelfde gebleven. In 2022 heb ik enkel Pantserkoorts geschreven, het los te lezen vervolg op Amenophis Steketee. Pantserkoorts is verschenen in het Ganymedesjaarboek van 2022 én in de EdgeZerobundel van 2023 (beste genreverhalen van 2022). In 2023 heb ik nog wat gewerkt aan Onthexing en op vraag van een uitgever een boekvoorstel voor Ardisha ingediend (dat nog altijd ter beoordeling ligt, trouwens) maar dat is het zo’n beetje. Vind ik dat jammer? Ja en nee. Toen ik met het idee voor de Fantastische Unie speelde, wist ik dat dit kon (en waarschijnlijk zou) gebeuren, zeker in de opstartperiode. Natuurlijk is mijn eigen ontwikkeling als auteur belangrijk, maar die ontwikkeling staat of valt met de publicatiemogelijkheden die Nederlandse en Vlaamse ‘fantastische’ auteurs vandaag krijgen. Ik vond het proberen stimuleren van die markt dan ook belangrijk genoeg om mijn eigen schrijfwerk er tijdelijk voor aan de kant te schuiven. Iedereen, van auteur over redacteur en uitgever, tot boekhandel en lezer, is immers gebaat met een bloeiende Nederlandstalige ‘fantastische’ boekenmarkt. Bovendien, een goed verhaal leren schrijven is één ding, het uitgegeven krijgen een ander. Op dat vlak heeft het opzetten van de Fantastische Unie me erg geholpen: ik heb de Nederlandse en Vlaamse ‘fantastische’ boekenmarkt het afgelopen anderhalf jaar erg goed leren kennen. Ik weet welke uitgevers belangstelling hebben voor oorspronkelijk Nederlandstalige fantasy, wie van hen een manuscriptenstop hanteert, wie een geldelijke bijdrage van de auteur verwacht, welke uitgevers met hun ‘fantastische’ boeken op festivals staan en welke uitgevers met hun boeken in de boekhandel liggen. Dat is waardevolle kennis, kennis die ik anders ook had moeten vergaren om mijn manuscripten een kans op publicatie te geven. Op dat vlak is het dus een win-win situatie. De talloze mails en vergadernota’s die ik de afgelopen tijd heb geschreven, zijn dan weer een goede schrijfoefening gebleken. Hoe zeg ik de dingen zo kernachtig mogelijk? Ik ben er nog steeds niet geweldig goed in, maar geloof me, vroeger was het nog vele malen erger. De Fantastische Unie is inmiddels de babyschoentjes wat ontgroeid, en stilaan vormt zich een zekere routine. We weten inmiddels hoe we onze nieuwsbrief in elkaar moeten steken, hoe we onze wekelijkse reels en fotocarrousels moeten maken, hoe de boekhouding van de achterliggende vzw in elkaar zit, hoe we een lezersenquête moeten opzetten, hoe onze website werkt, enz. In 2024 zal het voor mij dan ook zaak zijn beide dingen te leren combineren: mijn eigen schrijverschap en de vzw Fantastische Unie, zodat ze (hopelijk) allebei kunnen floreren. OOTW: Hoe heb jij ‘onze’ SF/F/H-scène zien veranderen sinds je begon te schrijven in 2016? En welke rol heeft Fantastische Unie daarin gespeeld? Isabelle: Er zit beslist beweging in de ‘fantastische’ scène, zowel in Vlaanderen als in Nederland en dat is super! Er ontstaan nieuwe tijdschriften en online magazines, In Tenebris en Speculatief bijvoorbeeld. Ook Fantasize.nl heeft na 2016 een doorstart gemaakt, en OOTW publiceert het laatste jaar steeds meer interviews, verhalen en artikels. Er zijn ook nieuwe evenementen zoals de HSF-con, Fantasticon en Fantastic Reads en er duiken nieuwe uitgevers op zoals Iceberg Books. Ook de groei van het aantal Nederlandstalige ‘fantastische’ limited editions is opvallend. Ik weet niet in hoeverre de Fantastische Unie bij die ontwikkelingen een rol heeft gespeeld, ik merk wel dat zowel ‘fantastische’ schrijvers als ‘fantastische’ lezers steeds meer met elkaar in gesprek gaan en zin hebben om samen dingen op te pakken. Die samenwerking stimuleren, dat vinden we bij de Fantastische Unie erg belangrijk. We brengen lezers, auteurs, uitgevers, boekhandels en bibliotheken graag met elkaar in contact. En natuurlijk ook met de mooie Nederlandstalige ‘fantastische’ boeken die ieder jaar verschijnen. OOTW: Hoe is de Fantastische Unie ontstaan? Was er een bepaalde verzuchting die jou aanzette tot actie? Hoe vonden Sigrid en jij elkaar? Wat is voor jou het ultieme doel van de Fantastische Unie? Isabelle: Het idee voor de Fantastische Unie is ontstaan op het winderige stationsplein van Nieuw-Vennep, bij de terdoopbestelling van het Ganymedesjaarboek 2021, waar Sigrid en ik elkaar voor het eerst ‘in het echt’ ontmoetten. Tot op dat moment koesterde ik het (achteraf bekeken) naïeve idee dat het met het ‘fantastische’ in de Nederlandstalige letteren in Nederland beter gesteld was dan in Vlaanderen. Daar waren immers meerdere uitgevers, veel meer ‘fantastische’ auteurs en flink wat verenigingen die zich met fantasy en SF bezighielden. Helaas bleek ik het mis te hebben: er was veel (of in elk geval meer dan hier bij ons in Vlaanderen), dat was correct, maar het ontbrak aan (inter)actie. Dat vonden zowel Sigrid als ik doodjammer: we zagen zoveel onbenut potentieel dat we daar iets mee moesten en vanuit die noodzaak is onze eerste enquête ontstaan, waarin we aan Vlaamse en Nederlandse ‘fantastische’ auteurs, uitgevers, verenigingen en stichtingen vroegen of ze behoefte hadden aan ‘een nieuw iets’. Dat bleek het geval. Ongeveer 40 deelnemers (auteurs, uitgevers) waren bereid om met ons rond de digitale tafel te gaan zitten en te bespreken wat dat nieuwe iets dan precies moest gaan doen. Na een aantal vergaderingen kwamen we uit op drie werkgebieden: promotie, onderzoek en talentbevordering, en bedachten we ook een naam voor ons Vlaams-Nederlands/Nederlands-Vlaams initiatief: de Fantastische Unie. In mei 2023 werden we een vzw en gingen we officieel van start, al voerden we daarvoor al, in oktober 2022, ons eerste onderzoek: een lezersenquête, die o.a. door OOTW werd aangekondigd. Het ultieme doel van de Fantastische Unie is voor mij het oprichten van twee ‘Huizen van de Nederlandstalige verbeelding’, fysieke plaatsen in Vlaanderen en Nederland waar het ‘fantastische’ in de Nederlandstalige letteren centraal staat en waar plaats is voor een bibliotheek, een archief, een ruimte waar workshops en lezingen kunnen worden gegeven, een schrijversresidentie enz. Een fysiek thuisadres voor de Fantastische Unie en andere ‘fantastische’ verenigingen en initiatieven, van waaruit die verenigingen en initiatieven als vertegenwoordigers van het Nederlandstalige ‘fantastische’ genre in dialoog kunnen gaan met lezers, auteurs, uitgevers en andere organisaties. Dromen mag, zullen we maar zeggen. OOTW: Even als ‘websitecollega’s’ onder elkaar… Fantasize.nl is een schitterende website! Wat kan er volgens jou nog beter aan Out Of This World? En hoe kunnen we volgens jou met OOTW nog beter een steentje bijdragen aan de verdere ontwikkeling van SF/F/H? Isabelle: Wat ik daarstraks miste bij het zoeken naar ‘Daraanse assimilatie’ op OOTW was een zoekfunctie. Of misschien heb ik erover gekeken, kan ook. (Nvdr. OOTW heeft inderdaad helaas geen zoekfunctie. OOTW neemt een betalende versie van Weebly in 2024, waarin o.a. een zoekfunctie zal zitten. Voor bezoekers blijft OOTW vanzelfsprekend gratis.) Verder is het vooral een kwestie van de informatie anders te rangschikken, denk ik, zodat het overzichtelijker wordt en je dingen sneller terugvindt. Bijvoorbeeld bij de verhalen niet het hele verhaal op de pagina ‘verhalen’ plaatsen, maar slechts een deel ervan en dan met een knop ‘lees verder’ de lezer naar een achterliggende pagina met het verhaal leiden. Dan heb je op die eerste verhalenpagina ruimte om de verschillende verhalen overzichtelijk weergeven. Zoiets hangt natuurlijk ook af van de mogelijkheden die de websitebuilder van Weebly je biedt. Daar heb ik niet meteen zicht op. De afbeelding bovenaan de pagina ‘Verhalen’ (sneeuwlandschap) doet naar mijn aanvoelen ook niet erg fantastisch aan, maar nu ben ik aan het muggenziften. OOTW: Hoe kwam jij bij Fantasize terecht? Heb je daar steeds dezelfde rol gespeeld als nu? Isabelle: Ik kwam bij Fantasize terecht dankzij Sigrid. Ik had een deel van Onthexing laten redigeren door de Verhaalchirurgen (een redactieservice voor beginnende auteurs die nu onder de Fantastische Unie valt) en Sigrid was een van de verhaalchirurgen die dat fragment (stevig!) onder handen namen. Een tijdje nadien sloot zij zich aan bij de redactie van Fantasize en toen vroeg ze aan mij of ik geen verhaal kon schrijven dat na redactie op de website zou verschijnen. Dat heb ik gedaan, en vervolgens heb ik nog een aantal andere verhalen geschreven voor de site. Ondertussen was ik als beginnend auteur ook erg benieuwd naar andere Nederlandstalige ‘fantastische’ auteurs, en uitgevers: hoe pakten zij het aan, waar haalden zij hun informatie vandaan, enz. Dus stelde ik het interviewen van auteurs en uitgevers voor aan de redactieleden, en dat vonden ze een goed idee. Inmiddels heb ik met heel wat Vlaamse en Nederlandse auteurs en uitgevers gesproken, en alle informatie die ik op die manier verkreeg, heeft geholpen bij het oprichten van de Fantastische Unie. En bij mijn eigen schrijverschap natuurlijk. OOTW: Heb je naast schrijven en lezen nog tijd voor andere leuke bezigheden? Zo ja, welke? Isabelle: Tussen het schrijven en het lezen, het begeleiden van de Fantastische Unie, het interviewen van auteurs, het samenstellen en op de socials plaatsen van reels en fotocarrousels met leestips, het opstellen en houden van enquêtes, het bezoeken van ‘fantastische’ evenementen en het afstruinen van boekhandels door probeer ik af en toe te tuinieren en wandelen. Al geef ik onmiddellijk toe dat daar het laatste jaar niet veel van in huis is gekomen. Met een goede film kun je me ook plezieren. OOTW: Wat wil je nog als auteur bereiken? Welke doelen zie je concreet voor je? En als je mag dromen, welke andere projecten zie je dan ook nog graag gerealiseerd? Isabelle: Tegen eind 2024 zou ik graag zowel het eerste deel van Onthexing als het eerste manuscript dat zich in Ardisha afspeelt zo ver brengen dat ik ze aan een uitgever kan presenteren. De Fantastische Unie moet in 2024 vooral groeien, bekender worden. We hebben een kiezeltje in een grote vijver geworpen, het is nu afwachten wat voor golven het in beweging weet te zetten. Meer weten over Isabelle? FB: https://www.facebook.com/profile.php?id=100011465221062 LinkedIn : https://www.linkedin.com/in/isabelle-plomteux-4a094a24b/ persoonlijke website: https://www.isabelleplomteux.be/ website Fantastische Unie: https://www.fantastische-unie.eu/ Je vindt de Fantastische Unie ook op FB, Instagram, YouTube, TikTok en LinkedIn.
0 Opmerkingen
Je opmerking wordt geplaatst nadat deze is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
|