Luc Vos schrijft sinds 2003. Hij publiceert vaak en in verschillende genres. Zo schrijft hij fantasy, SF, horror, detectives, thrillers, maar ook jeugdliteratuur en poëzie. Een man die van vele markten thuis is dus!
OOTW: Ook voor 2003 schreef je eigenlijk al. Wat zorgde ervoor dat je in 2003 echt regelmatig ging schrijven? Schreef je overigens ook in je jeugd al? Luc: Ik heb altijd al graag geschreven en vooral gelezen. In mijn jeugd verslond ik elk boek in de lokale bibliotheek (het wereldberoemde Schakkebroek, in de gemeente Herk-de-Stad) Maar door de jaren was de focus van lezen en schrijven verschoven naar andere dingen. Een gezin, een carrière, een huis en tuin. De dingen die heel veel tijd in beslag namen (en die ook belangrijk zijn). Het was een periode waarin ik echt veel te veel werkte. Ik was toen verantwoordelijk voor de IT- & systemsafdeling van het Belgische Planet Internet (zusterbedrijf van het Nederlandse Planet Internet en dochter van het Nederlandse KPN). Het was de tijd van de internetboom en ik werkte van ’s morgens tot ’s avonds. Tot de internetbubbel barstte en er een eerste reorganisatie werd aangekondigd. Dat was voor mij de aanzet om erover na te denken of ik wel goed bezig was. Er was nog meer in het leven dan werken alleen, naast mijn gezin natuurlijk. En dus zette ik mij op een avond voor mijn laptop en zette ik de eerste zinnen, en meteen maar de eerste hoofdstukken, van ‘Meriumbe, de vlucht van het Heilig Vuur’ op papier. Ik ging later slapen dan gewoonlijk die avond en mijn vrouw vroeg wat er was. ‘Ik ben een boek aan het schrijven,’ antwoordde ik. ‘Juist ja,’ zei ze en draaide zich om. Maar het was waar. Het was het begin en het stopte niet meer. Ik schreef het boek en trok ermee naar uitgeverij Kramat, dat het – tot mijn verbazing, maar ook vreugde – wilde uitgeven. Een paar weken geleden ben ik trouwens nog eens door mijn schrijfsels uit mijn jeugd getrokken. Korte verhalen waarvan ik niet meer wist dat ik ze ooit schreef, ook gedichten en songteksten. Er zitten dingen met potentieel tussen, maar het meeste was … wel, een goede oefening. OOTW: Je schreef vooral fantasy in je eerste periode als auteur. Wat trok jou precies in fantasy aan? Las je ook zelf heel veel fantasy in je jeugd en adolescentie? Luc: Absoluut. Het eerste boek waarvan ik mij herinner dat het een enorme indruk op mij maakte, was ‘20000 mijl onder zee’ van Jules Verne. Misschien niet echt fantasy, maar ik was er kapot van. Ik las ook heel graag Stephen King, zijn ‘Donkere Toren’-serie vind ik nog altijd van het beste dat hij schreef, maar ook The Stand en IT. Daarna was Isaac Asimov met The Foundation Serie aan de beurt en toen was ik helemaal van mijn melk van ‘Imagica’ van Clive Barker. Misschien niet het standaard traject voor fantasy, maar allemaal hebben ze wel fantastische elementen. Eigenlijk heb ik The Lord of the Rings pas later ontdekt. Het was een mix van fantasy, sci-fi en horror die mijn jeugd heeft gekleurd. Er waren uiteraard nog een heel stuk meer SF/F/H-boeken, maar ook detectives en thrillers. Alles wat ik kon vinden, las ik. OOTW: Je bent een literaire duizendpoot. Hou je van afwisseling tussen de genres bij het schrijven, of schrijf je liever langere periodes door in hetzelfde genre? Vind je het makkelijk om genres te wisselen bij het schrijven? Zijn er genres die je nooit vlak na elkaar zou schrijven? Luc: Eigenlijk heb ik daar geen last van. Ik kan ’s ochtends een ultrakort verhaal of een gedicht schrijven, dan verder werken aan mijn thrillers en dan iets doen met fantasy. Vanaf dat ik begin te schrijven, zit ik in het verhaal. Als dat ‘erin komen’ niet lukt, dan stop ik ook, want dan heeft het geen zin. Dat gebeurt – gelukkig (tot nu toe, fingers crossed) – niet te veel. Ik kan heel gemakkelijk switchen, ook van mijn werk – ik ben freelance consultant in IT/marketing/customer centric projecten – kan ik heel makkelijk na een drukke dag vol meetings naar mijn macbook gaan en beginnen schrijven. Ik merk wel dat thrillers mij gewoon het beste liggen en dat ook in andere genres er wel een spannend elementje inglipt, maar het switchen geeft tot nu toe geen problemen. Enkel als ik aan een boek bezig ben, probeer ik wel vooral daarmee bezig te zijn. Met uitzondering van de Ultrakorte verhalen, die zijn er elke dag. OOTW: Je creërend werk getuigt van een gevarieerde leesinteresse. Is er een genre dat er voor jou als lezer echt bovenuit steekt? Zoja, waarom precies dat genre? Luc: Misschien onverwacht, qua lezen (en ook tv-series of films) blijf ik gek op sci-fi, maar qua schrijven is dat een genre waar ik me minder in thuis voel. Ik heb een paar sci-fi dingen geschreven in bundels, maar dat ligt me een stuk minder. Het haast eindeloze gevoel van ruimte dat kan worden gecreëerd in dat genre, zoals de eindeloze werelden en de manier waarop zij interageren in ‘The Foundation’ serie van Asimov vind ik ongelooflijk fascinerend. Dat gevoel heb ik ook bij ‘Star Wars’. De wetenschap dat er wellicht veel meer is dan wat het menselijk oog vandaag kan waarnemen, vind ik ongelofelijk interessant. Erover schrijven is nog iets anders. OOTW: Veel lezers kennen jou tegenwoordig als auteur van thrillers en detectives. Wil je verder die weg op, of zie je jezelf nog terugkeren naar SF/F/H voor langere tijd? Luc: Ik voel dat thrillers mij het beste liggen. Als ik reacties en resultaten zie van schrijfwedstrijden, zijn het steevast de thrillerwedstrijden waar ik het best in scoor. Ook mijn boeken zijn thrillers en ook die worden bijzonder goed ontvangen. Ik wil wel ook SF/F/H blijven schrijven, omdat het gewoon ook heel sterk mijn leesinteresse vasthoudt en het niet noodzakelijk ver van elkaar moet liggen, maar qua boeken zullen het – voorlopig, maar never say never – vooral thrillers zijn. OOTW: ‘Zeven’ en ‘Paternoster’ zijn je eerste twee thrillers over inspecteur Anne Verelst. Komen er nog meer delen? Wat trekt jou precies aan in haar als hoofdpersoon? Luc: Er komen zeker nog meer delen. ‘Het Woord’, het 3e deel van de reeks rond Anne Verelst is net naar mijn redacteur gestuurd voor review. Daarna liggen er nog een aantal ideeën klaar voor nieuwe verhalen over Anne Verelst, en heb ik nog een aantal oudere verhalen liggen met haar in de hoofdrol die er ook nog zullen komen. Mijn uitgever weet er al van, maar ik wil ze eerst nog herwerken. Anne Verelst is een jonge, sterke vrouw, met een eigen wil. Ze weet heel goed wat ze wil, ze heeft een groot rechtvaardigheidsgevoel, maar is bovenal ook heel menselijk. Ze is geen ‘cold hearted bitch’ die nooit twijfelt, die altijd weet wat ze moet doen en over lijken gaat. Ik geloof niet dat dit soort mensen bestaan en als ze dat wel doen, zijn het gewoon geen fijne mensen. Anne is een sterke vrouw, maar ook een mens. Het soort vrouw dat mijn vriendin kan zijn, met wie ik op café kan gaan, lachen, maar ook huilen. Een persoon met wie ik gewoon kan praten, maar die er ook staat als het heel belangrijk is. OOTW: Overweeg je ooit om een bovennatuurlijke/paranormale thriller te schrijven? En zie je jezelf een detective schrijven in een SF- of fantasysetting? Luc: Het bovennatuurlijke/paranormale interesseert me wel om over te schrijven, maar of ik er ooit een volledig boek aan ga wijden, weet ik nog niet. Wel in kortere verhalen, dat vind ik wel leuk om te doen, maar qua boeken ligt de focus nu op thrillers. OOTW: Je schreef al heel wat korte verhalen. Wat trekt jou zo aan in dit genre? Komt er ooit een verhalenbundel van jouw hand? En wie zijn jouw favoriete auteurs als het op korte verhalen aankomt? Luc: Korte verhalen zijn gewoon heel leuk om te schrijven. Een boek is heel hard werken en vergt heel veel tijd om in het verhaal te blijven. Ik probeer altijd een boek in één keer te schrijven. Eerst het plot, dan het verhaal uitschrijven en dan een aantal keer herwerken. Dat betekent dat het enkel kan in periodes dat ik veel tijd kan vrijmaken om dat te doen. Dat lukt niet altijd met mijn werk en andere verplichtingen. Er zijn intussen iets meer dan 60 kortverhalen van mijn hand gepubliceerd in diverse bundels. En er komen er dit jaar nog wat bij. Misschien komt er later dit jaar of begin volgend jaar een bundel met vier van mijn iets langere korte verhalen, maar misschien komt er nog wel een bundel met de beste van die 60 kortverhalen. Ik hou ze in elk geval bij in een aparte map in Ulysses (mijn schrijfapp), zodat ik ze snel kan bij elkaar sprokkelen voor een bundel. Het is een optie, maar we willen de mensen ook niet ‘luc vos-moe’ maken, haha! We kunnen niet om de drie maanden een boek uitbrengen met langere of kortere verhalen van mijn hand. Dat zou te veel zijn. Qua favoriete auteurs voor kortverhalen: Stephen King. En heel veel van de auteurs van bij ons die ik regelmatig in de bundels tegenkom. Enkele voorbeelden: Hanneke Simons, Danique van der Rijt, Erik van der Velden, Conny Hogendoorn, Marceline De Waard, Nel Goudriaan, Sacha Voogd, Cecile Koops, Eveline van Dienst, Mark de Groot, Ronald van Assen, Johan Klein Haneveld, Laura Weterings, en dan vergeet ik er zeker nog een hele hoop – waarvoor mijn excuses! Dat zijn stuk voor stuk heel fijne schrijvers, met hele fijne verhalen. Niet altijd fantasy of thrillers, maar wel heel goede verhalen. OOTW: Je schrijft aan een stevig tempo en je bent heel actief op sociale media. Je website ziet er ook piekfijn uit. Werk genoeg dus! Waarop let je als je je tijd wil verdelen over je schrijfactiviteiten en je privéleven, om alles in balans te kunnen houden? En hoe ziet een ‘schrijfdag’ er voor jou uit? Luc: Dat is een hele goede vraag … En een moeilijke! Tot nu lijkt het allemaal nogal op zijn plek te vallen. Ik werk nogal snel, op alle gebied. Zowel voor mijn ‘echte’ werk als mijn hobby typ, denk en schrijf ik snel. Ik heb ook een aantal ‘hulpmiddelen’ om alles in goede banen te leiden.
Maar ik ga twee keer of meer per dag wandelen met onze hond Max, een Jack Russell. Ik ‘probeer’ drie keer per week te gaan hardlopen. Ik ga regelmatig met onze zoon naar concerten en festivals en ga graag en veel op reis met mijn vrouw. Ik probeer ook regelmatig met vrienden en vriendinnen af te spreken om bij te praten. En ik beken: ook tijdens (bijna) al die activiteiten schrijf ik stiekem! Maar ik besef dat ik heel veel geluk heb met de steun die ik van mijn gezin krijg om mijn hobby te beoefenen. En oh ja, ook ons huis en de tuin krijgen wel wat aandacht, al is dat niet altijd de hoogste prioriteit. Een schrijfdag is gevarieerd. Een weekdag is een werkdag, en door het feit dat het bedrijf waar ik nu voor werk over de hele wereld zit (tot in de VS en Nieuw-Zeeland toe, waar ik gelukkig al een paar keer heen mocht) zijn er ook wel wat meetings ’s morgens vroeg (vanaf 5u) tot ’s avonds laat (tot 22u, uiterste was 2u30). Wanneer ik dus kan beginnen schrijven, varieert, maar als er geen late meetings zijn, is dat gewoonlijk vanaf 19u en dan schrijf ik – afhankelijk van de projecten – nog een paar uur. Er waren tijden dat ik ‘met periodes’ schreef, met lange periodes zonder, dat is tegenwoordig een heel stuk minder. Eigenlijk schrijf ik elke dag wel iets. Een ultrakort verhaal, soms een gedicht, soms een stuk van een boek, een idee of een kortverhaal. Als er een schrijfwedstrijd opduikt en het ‘borrelen in mijn hoofd’ zit goed, dan is er een paar uur later een verhaal verschenen. De laatste jaren zijn de zomervakanties de momenten dat de boeken worden geschreven (al hoeft dat zo niet te zijn), maar als we ergens in een hotel of huisje of op een camping zitten, dan zijn de avonden relax en vloeien er heel wat woorden naar het virtuele papier. OOTW: Wie zijn jouw voorbeelden in SF, fantasy en horror? Zijn er daarnaast ook ‘verborgen meesterwerkjes’ die je aan de lezers van OOTW zou willen tippen? Luc: Qua SF denk ik aan Jules Verne en Isaac Asimov, zonder twijfel! Voor fantasy ga ik voor Clive Barker en J.R.R. Tolkien. Dan is er nog horror: Stephen King en onze eigen Vlaamse King: Johan Deseyn. Als je op zoek bent naar goede horror van eigen bodem is Johan Deseyn dé man om te lezen. OOTW: Met welke literaire projecten ben je op dit moment bezig? Waarnaar kunnen we uitkijken? Luc: Het belangrijkste project nu is het afwerken van ‘Het Woord’, de derde thriller over Anne Verelst. Het manuscript ligt bij mijn redacteur, de voorlopige datum is maart/april volgend jaar. Maar het boek mag ook sneller verschijnen, wat mij betreft. Ook zijn we bezig met een mogelijke Engelse vertaling van ‘Zeven’. Daarnaast staan er een aantal bundels met korte verhalen op stapel: ‘Verraad’ bij Uitgeverij LetterRijn, waar ik een gastverhaal mocht schrijven. ‘20 hutjes op de hei’ van Godijn Publishing, waarin ook een verhaal van mij verschijnt. De ‘Alice in Wonderland’-bundel van Finn Audenaert & Poespa Producties. En nog een dertigtal korte verhalen, gedichten en haiku’s die wachten op beoordeling in diverse schrijfwedstrijden. Er zijn ook de dagelijkse ultrakorte verhalen die in de Facebookgroep van Schrijven Online verschijnen. De teller staat intussen een heel stuk boven 1.000 en gaat rustig verder. Daarnaast staat er ook nog een novelle, deels waargebeurd, op stapel bij Uitgeverij Neckar. Die is voorlopig voorzien voor november van dit jaar. En er komt ofwel nog dit jaar of begin volgend jaar wellicht nog een bundel met iets langere korte verhalen uit bij uitgeverij LetterRijn. En dan zijn er nog de te herwerken verhalen rond Anne Verelst die ik onder handen moet nemen. En nog een paar korte verhalen en novellen die ik wil herwerken voor mogelijke publicatie. Genoeg om nog zo’n 10 jaar aan leesgenot te vullen dus! Zonder rekening te houden met al het nieuwe dat op mijn pad komt. Tot nader order is de schrijfmicrobe zeker nog niet bedwongen. En ik hoop dat dit ook nooit zal gebeuren. Meer over Luc Vos vind je hier. www.lucvos.be https://www.hebban.nl/boek/paternoster-luc-vos https://www.hebban.nl/boek/zeven-luc-vos https://www.hebban.nl/boek/spijt-luc-vos https://www.hebban.nl/boek/plofkoekjes-nul-nul-negen-en-75-andere-ultrakorte-verhalen-luc-vos https://www.facebook.com/lucvosboekenkast/
0 Opmerkingen
Je opmerking wordt geplaatst nadat deze is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
|