De openingsscène in de animatiefilm White Plastic Sky is fantastisch mooi gemaakt: we worden ondergedompeld in het jaar 2123, in de wereld onder de koepel boven Boedapest. Zelden heb ik een post-apocalyptische omgeving zo mooi weergegeven gezien in film. Het land rondom de koepel is een woestenij geworden, veelvuldig geteisterd door donder en bliksem, maar in de stad zelf is het leven haast perfect.
Er zit wel een addertje onder het gras: als inwoner van de perfecte samenleving heb je slechts recht op 18.000 dagen leven—dat is ongeveer 50 jaar. Zodra je die leeftijd bereikt, wordt je lichaam opgeëist door de overheid. Stefan is een psycholoog die mensen bijstaat om het verlies van hun nog jonge dierbaren te verwerken. Je lichaam afstaan is een daad van solidariteit ten opzichte van je medemens, zo legt hij uit. Wie niet wacht tot de 18.000 dagen op zijn, wordt zelfs als een held beschouwd. Stefan weet echter niet dat Nora, zijn 32-jarige vrouw, geen zin meer heeft om verder te leven. In het begin van de film zien we hoe ze zich vrijwillig aanmeldt om een implantaat in haar hart te laten inbrengen. Ze krijgt een armband waarop haar laatste uren afgeteld worden. Wanneer Stefan die armband ontdekt, is het eigenlijk al te laat: als hij wil dat zijn vrouw overleeft, dan moet het Zaad dat werd geïmplanteerd chirurgisch verwijderd worden. Hij kan niet verhinderen dat zijn vrouw—volledig vrijwillig—ver buiten de stad wordt weggevoerd. We zien hoe ze in de Plantage terechtkomt waar ze verdoofd wordt en geplant in een kunstmatig bos. Het Zaad zal in symbiose met haar lichaam uitgroeien tot een boom die de stad van voedsel zal voorzien. Stefan is vastberaden zijn vrouw te redden—zelfs al heeft ze hem gevraagd dat niet te doen. Met de hulp van een hacker slaagt hij erin als psycholoog naar de Plantage gestuurd te worden, waar hij een onverwachte medestander vindt. Wie zijn klassiekers kent, ziet in de koepel misschien een verwijzing naar de film Logan’s Run (1976) met Michael York, waar mensen in een gelijkaardige koepelwereld slechts 30 jaar mogen leven. Het gebruik van mensen om voedsel te produceren, was eerder al het thema van de film Soylent Green (1973) met Charlton Heston. White Plastic Sky onderscheidt zich van die twee inspiratiebronnen door meer diepgang te bieden en het thema expliciet zeer filosofisch te benaderen. Welke prijs zijn we bereid te betalen om de mensheid te laten overleven? Is dat leven wel nog het leven waard? Bestaat er een alternatief? Die aanpak stemt tot nadenken, maar die kracht is meteen ook een beetje het zwakke punt van de film. De voorbeelden die ik gaf uit de jaren ’70 zijn eerder traag in vergelijking met de met actie volgepropte films die we vandaag de dag gewoon zijn, maar White Plastic Sky is zelfs nog trager. Er is slechts één grote actiescène; daarna raakt de film een beetje in een dip door het al te trage tempo. Dat hoeft niet problematisch te zijn, zeker niet als je de film in een bioscoopzaal bekijkt zonder afleiding. Ik vrees echter dat wie de film thuis streamt, vlug afgeleid zal worden. Het beschouwende verhaal en de prachtige beelden komen daardoor misschien niet ten volle tot hun recht. Ik schreef al dat ik zelden een dystopische wereld zo mooi in beeld gebracht zag. Na de dip komen nog een aantal verrassingen en interessante verklaringen. Als kijker krijgen we bijvoorbeeld een uitleg over de keuzes die we bij het begin van de film als premisse moesten aanvaarden. Ik apprecieerde ook dat het einde niet de ontknoping bracht die je als kijker bij het begin van de film zou verwachten. Bruno Lowagie (3,5)
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |
Archives
December 2024
Categories |